NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
i
I
1
Een ernstig woord.
1893.
Twee en dertigste Jaargang.
No. 1.
KJ
L
I
1
BUITENLAND.
BINNENLAND.
1
VOOR
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
$XXXXX XXXXhXKXXXXXXX
DONDERDAG 5 JANUARI.
^xxxxxxxxx^ xxxxxxxxx
Door den tarieven-oorlog tusschen Zwitser
land en Frankrijk zijn de Fransche handelsrei-
zigers in Zwitserland gevallen onder het bereik
der wet van 24 Juni jl. Zij moeten een patent
hebben van 300 tot 500 francs voor een jaar.
Anders kunnen zij worden gestraft met een boete
van 1000 francs.
De krijgsraad, ingesteld om onderzoek te
doen naar de belhamels bij de cholera-oproeren,
welke het vorige jaar in Astrakan hebben plaats
gehad, heeft uitspraak gedaan. Twintig der
voornaamste oproerlingen zijn tot de galg ver
oordeeld, 22 tot dwangarbeid en 90 zijn vrijge
sproken.
De werkstaking in het mijndistrict van de
Saar breidt zich steeds meer uit. Zondag be
droeg het getal stakers reeds meer dan vijftien
duizend. De overheid ziet de zaak donker in,
waarom de hulp der militairen is ingeroepen.
Twee bataillons stonden dan ook gisteren te
Trier gereed, om op het eerste teeken op te
trekken.
De staat van beleg is reeds in het Saarbekken
afgekondigd.
Van de 30.000 mijnwerkers moeten gisteren
5000 gewerkt hebben.
Ieder. Dit zij niet alleen, maar toch met bij
zonderen nadruk ook gezegd tot hen, die, elders
wonende, hier hunne goederen hebben. Als ook
zij niet doen, wat in hun vermogen is om werk
te doen verrichten, dan zijn zij, wel in anderen
zin, maar toch evenzeer mede verantwoordelijk
voor den toestand, evenzeer als de opruiers, wien
zij willige offers hielpen toevoeren.
Ieder steke de hand in eigen boezem en vrage
zich af in hoever hij mede verantwoordelijk is
voor wat nu om ons heen geschiedt, maar vooral:
overwege wat hij doen kan, om daaraan een einde
te helpen maken.
En eindelyk: men rekene hun die nu geweld
plegen, dit niet toe; men make althans onderscheid
tusschen verleiden en verleiders.
De handhaving der orde zal wellicht diepe won
den slaan, zal een geest van bitterheid wekken.
De hand der liefde sta gereed de wonden te hee-
len en een geest van praclische broedermin en
naastenliefde doove het vuur van de tweedracht
voor altijd en voor goed. Fran. Crt.
K-R.ULJ1HIZQIR.G'.
Uit Tietjerk wordt aan de N. R. C. geschreven:
„Terwijl men in verschillende deelen der pro
vincie van onlusten hoort gewagen, veroorzaakt
door de schier overal heerschende werkeloosheid,
is het eene verruiming voor het gemoed, ook op
andere toestanden de aandacht te mogen vestigen.
Laat mij daartoe mogen mededeelen, wat ten be
hoeve der arbeidende klasse te Nijega (gem.
Smallingerland) gedaan wordt. Evenals in alle
andere Friesche dorpen vormt ook in Nijega de
schamele gemeente verreweg het grootste deel der
ingezetenen. Geregeld werd in vroegere jaren ge
durende den wintertijd 30 a 40 hoofden van huis
gezinnen ondersteuning van wege de armvoogdij
verstrekt. En nu komt niemand zich meer voor
bedeeling aanmelden. Dit schoone resultaat is
verkregen door werkverschaffing. De kerkvoogdij
der Herv. gemeente aldaar is rijk aan uitgestrekte
heidevelden en min vruchtbare gronden. Zij heeft
echter inkomsten te over om deze landen tot
voortbrenging geschikt te maken. Maar de heeren
schenen daartoe maar niet te kunnen besluiten,
ofschoon de armoede in hunne omgeving hand
over band toenam. Dit duurde zoo voort tot een
der kerkvoogden werd vervangen door iemand,
dien ik hier niet nader wil aanduiden, maar die
aan een helder hoofd een warm hart voor de
nooden en behoeften der arbeiders paart. Ter
stond kwam er verandering. Tal van landerijen
werden afgegraven, andere voor ontginning ge
schikt gemaakt, enz Geheel de arbeidende be
volking had ruim werk en heeft dit nog. De
loonstandaard werd aanmerkelijk verhoogd, en
boeren, die zich niet schaamden vroeger hunnen
werklieden 40 ct. daghuur in den wintertijd aan te
bieden, zijn nu genoodzaakt een dragelijk loon
uit te keeren. De toestand te Nijega is door dezen
gunstigen ommekeer van dien aard, dat armoede
geweken is en plaats gemaakt heeft voor tevreden
heid en levenslust. Rijke kerkvoogdijen in Fries
land die tot nog toe zoo weinig belangstelling
toonden in het lot van den arme, spiegelt u aan
dit goede voorbeeld en doet desgelijks."
Het studentenweekblad Vox Studiosorum
heeft na een 18-jarig leven opgehouden te be
staan.
Men schrijft uit Texel van 31 Dec.:
De schaapfokkerij, een der voornaamste bron
nen van bestaan op dit eiland, heeft in het af-
geloopen jaar weinig voordeel opgeleverd. Nadat
door ’t koude voorjaar veel voeder, als boonen,
maïs, enz. van elders moest worden ontboden,
om er het wolvee in de weiden mede te voede
ren, was aller hoop gevestigd op een voordoeli-
gen verkoop der jonge lammeren.
In deze hoop werd men zeer teleurgesteld. De
prijs toch bedroeg nauwelijks de helft van die
der beide vorige jaren. Er werden ruim 19.000
lammeren verkocht, waarvan de prijs gemiddeld
echter weldra op en bracht den drenkeling dien
men dood waande op het droge. Bij den kruide
nier op den hoek ingebracht, werden welwillend
alle pogingen van de politie om de levensgeesten
op te wekken gesteund en slaagde men er in hem
tot het leven terug te roepen. Per baar werd hij
spoedig naar het Gasthuis vervoerd, waarin hij
ter verpleging werd opgenomen. En al die ver
schillende omstandigheden had de man medege
maakt in de eerste drie uren van het jaar.
Men schrijft uit Winschoten aan de Veend.
Ct.De huzaren maken in ons anders nog al
kalm plaatsje eenige levendigheid. In den loop
dezer week hebben ze het evenwel nog al bont
gemaakt. Eenige avonden geleden zag men ver
scheidene in de straten loopen (sommigen in
witte broek met stalklompen), die niet weinig
aan Bacchus hidden geofferd. Onderling hebben
zij elkander bovendien flink afgeranseldéén
hunner moet zelfs zijn bovenkleeren verkocht
hebben. Dat deze onmiddellijk wederom naar
zijn garnizoen is gezonden, spreekt vanzelf. De
anderen kregen evenwel ook eene niet geringe
straf. Ze moesten n. b. iederen dag een uur of
vijf in volle tenue marcheeren. In de leeren
broeken, met lange sabel en karabijn ging hun
dit niet heel best af. Wat is ook een kikvorsch
op het droge, wat is een huzaar zonder paard
Naar men verneemt, hebben ze ook reeds weder
om gratie gekregen. De alhier Zondagavond ge
geven tooneel voorstelling door het gezelschap van
van Lier werd door een dertigtal huzaren bijge
woond. Het blijkt, dat hun luitenant Gerard van
Sijsen, voor wiens rekening zij van die gelegen
heid gebruik mochten maken, het kwade weet
te straffen en het goede te beloonen.
Sappemeer, 2 Jan. Hier ter stede, eene
plaits met ruim 2090 fabrieksarbeiders, die schier
allen socialist zijn, is het gisteren tot eene ernstige
botsing gekomen tusschen de maréchaussés en
arbeiders. De N. R. Ct. meldt daaromtrent het
volgendeToen heden ochtend een ongewapend
huzaar met een knecht van den logementhouder
Struvee aan de strookartonfabriek van Scholten
kwam om stroo te halen, werden zij door eenige
arbeiders omsingeld, en is de huzaar door hen
met het hoofd tegen een boom geslagen en mis
handeld. Hij wist te ontkomen en rapporteerde
het gebeurde. De maréchaussés Van Wijk en
Puymbroeck werden met den mishandelden hu
zaar Bergsma, daarop naar de fabriek gezonden,
ten einde de belhamels te arresteeren. Er wer
den er niet meer gezonden, om aan de zaak een
kalm aanzien te geven. Met een regen van stee
nen werden zij begroet, en ter zelfverdediging
waren zij genoodzaakt onmiddelijk vuur te geven.
Er werden 18 patronen verschoten8 perso
nen zijn gewond van wie 2 levensgevaarlijk; 6
werden er naar het ziekenhuis te Groningen ver
voerd.
De marechaussées en de huzaar retireerden
langzaam. De huzuren-luitenant S. van Oper-
veldt trok toen met zijne geheele macht (30 hu
zaren) naar de fabriek, vergezeld van den bur
gemeester, den heer Venema. Uit een raam en
van het dak werd met steenen naar de militaire
macht geworpen. De burgemeester begaf zich met
eenige marechaussées in de fabriek. Zij arres
teerden de belhamels Van der Laan, Bonman
en Mulder, beruchte socialisten, die daarop ge
vankelijk naar Winschoten werden gebracht.
Van avond te zeven uren is een detachement
van 25 man infanterie, onder bevel van luitenant
Van Oudendijk Pietersen, uit Amersfoort te Sap
pemeer aangekomen.
De meeste arbeiders hadden gisteren ter gele
genheid van het nieuwjaar veel gedronken. Za
terdagavond, toen de socialisten uit de Bierhalle
kwamen, waar zij vergaderd hadden, werden zij
allen gevisiteerd. Het is intusschen een feit, dat
de socialisten in het bezit zijn van vele revolvers.
Bij de visitatie pleegden sommigen verzet en zijn
eenigen licht gewond. Twee karabijnen werden
stuk geslagen. Dit was mede aanleiding tot het
gebeurde van heden namiddag.
Later had er nog een opstootje plaats bij eene
fabriek in het naburige Foxhol. Heden avond
was alles rustig.
De vorst heeft thans danig haar intocht in
ons land gedaan.
De laatste berichten omtrent de rivieren luiden
als volgt:
Op de Maas boven Woudrichem heeft zich het
ijs vastgezet, eveneens in de Nieuwe Merwede
bij Werkendamin de Boven-Merwede vóór
Gorinchem drijven over meer dan de halve breedte
groote zware ijsschollenmen verwacht dat de
Beneden-Merwede zich spoedig zal vastzetten.
Uit Dordrecht meldt men, dat het ijs zich op
de Oude Maas heeft vastgezet van de Kil tot
ver beneden de provinciale brug bij Heinenoord.
Te ’s Gravendeel wordt de overtocht per roei
boot, hoewel met veel moeite, volgehouden.
Even boven de haven te Leksmond, heeft het
ijs zich vastgezet.
Ook te Deventer heeft zich het ijs vastgezet.
Van de Schipbrug tot de Spoorweg is een open
vak.
Eene der stoombooten van de stoomboot-maat-
schappij De Volharding te Leiden beproefde
gisteren te vergeefs Amsterdam te bereiken. Zij
kon het niet verder brengen dan tot de gemeente
Koudekerk, waarop zij naar Leiden terugkeerde.
Door den ijsploeg der reederij De Blauwe Ster
is het ijs tusschen Gouda en Amsterdam open
gebroken.
f 5,per stuk kon beloopen. Ook voor .oude
schapen werd niet meer dan f8,a f 12,per
stuk betaald. De uitvoer van deze dieren was
veel minder dan anders en bedroeg weinig meer
dan 4000 stuks.
Met de wolprijzen was het evenzeer slecht ge
steld. De hoogste prijs was 76 ct. per KG. Voor
z.g. huurboeren valt het dientengevolge uiterst
moeielijk om hun pacht te voldoen.
Tusschen den heer van der Goes en het
D. v. N. wordt een strijd gevoerd omtrent het
standpunt dat zij in de politiek innemen.
In een brief aan genoemd dagblad zegt de heer
van der Goes tot den redacteur, dat het gevolg
van zijne houding is„dat uwe partij haast niet
wint, en in uwe eigen stad tot een bijna onpre-
sentabel geworden hoopje is geslonken. Dat de
grootere helft van die vroeger het dichtst bij u
stonden, u den rug toekeeren, in niet enkel fi
guurlijken zin, en dat het blad dat gjj schrijft bij
de nog steeds toonaangevende burgerij zoo geacht
is als Asmodee, de Nieuwe Gids en Recht voor
Allen. Terwijl de arbeidsparty in Amsterdam
uwe fractie en uwe courant kent als halve vrien
den, buiten Amsterdam beiden enkel bij naam.
Gij zij t het die tusschen twee stoelen woudt gaan
zitten en neerkwaamt met een slag die niet deed
gelooven aan een groote veerkracht. Want gij
hadt reeds lang moeten zegepralen als gij bestemd
waart te overwinnen. Anders doen dan gij deed,
kunt gij niet. Gij hebt getracht de zelfzucht te
bekeeren en den haat te verteederen, en de po
litiek van de bourgeoisie moreel te maken. De
bourgeoisie laat u staan in uw hemd, zij spuwt
op u en houdt u voor schurftig.”
Hij eindigt aldus
„Hoor eens, laat er nu in ’s hemels naam tus
schen ons tweën geen sprake zijn van onhandig
heid, onbesuisdheid, spelen met vuur, misbruik
van talenten, en zoo voorts, want daar hebben
wjj eenmaal allebei een aardig handje van.... en
mijn houding is dan nog wel zoo pluis, want ik
kan zeggen tegen de burgerij die u en mij die
reputatie bezorgt: ik begrijp uw afkeer en ik
neem den oorlog aan; terwijl gij een gezicht
moet zetten van Jantje-huilt en zeggen menschen
ik weet niet wat jullie van mij weten, ik heb
toch het beste met je voor.”
Hierop antwoordt het D. v. N. onder anderen
„Het bijna niet representabel geworden hoopje
bracht bij de laatste politieke verkiezing, zonder
de geringste kans op succes, uitsluitend in de
hoofdstad, ongeveer 200J stemmen uit. En dat
onder deze kieswet. Een getal voor een socialist
om van to duizelenTweeduizend bourgeois.
Heusch die bourgeois zijn nog zoo slecht niet.
Wanneer de heer v. d. Goes bedenkt dat het
socialisme nu reeds een dozijn jaren aan het werk
is om den niet-bezittenden te leeren, dat zij zich
gereed moet maken om de bezittenden uit hun
eigendom te zetten, en er voor zoo iets eenvou
digs en aanlokkelijks, misschien nog geen duizend
meerderjarigen te vinden zijn, het clubje ongeveer
blijft wat het is, dan zou hij toch eenig meer
respect mogen hebben voor de tweeduizend, die
alleen reeds onder de Amsterdamsche kiezers
geteld worden tweeduizend bourgeois die zelf
bewust ijveren voor de verbetering van het le
venslot van ons proletariaat.
„De heer v. d. Goes bevindt zich als jong so
cialist nog in de periode, dat hij graag op stelten
loopt. Hij mag dat doen, maar hij moet ons en
anderen niet kwaljjk nemen, als we om de manier,
waarop hij manoeuvreert, dus eens lachen. Hij
steekt wel hoog boven de anderen uit, zijn bee-
nen zijn wel lang, schrikbarend lang, edoch, voor
een goed deel zijn en blijven ze niet anders dan
houten stokjes. En hoe gaarne we hem dat ge
noegen gunnen, we houden werkelijk te veel van
hem, om niet te hopen, dat die vlegeljaren spoe
dig geëindigd zullen zijn en hij weer zij ’t
dan ook als socialist met zijn voeten op den
grond zal komen staan en te wandelen.”
Een kat in den zak gekocht.
„Nu de heer Tijdens schrijft het Dagb. van
Ned. met de betuiging „ik ben radicaal” zijn
kiezers is gaan vertegenwoordigen, en hij van
politieke zienswijze zoozeer is veranderd, dat hij
niet radicaal is, niet meer in de lichting van
het door hem aangenomen program, gegrond op
het behoud van het „beginsel" van den persoon
lijken eigendom, zich beweegt, zou hij toch zeker
èn aan zijn kiezers èn aan mr. Treub verplicht
zijn, opnieuw zijn mandaat in de handen zijner
kiezers te stellen."
Dat is altemaal mooi en wel, maar uit het ver
loop dezer geschiedenis blijkt, dat men den heer
Tijdens, alvorens hem candidaat te stellen en
mr. Treub het veld voor hem te doen ruimen,
al heel slecht op den tand heeft gevoeld.
Een bewoner uit de Noorderstraat te Am
sterdam zette het nieuwe jaar op een eigenaar
dige wijs in. Nadat hij het oude met eenige borrels
had vaarwel gezegd en het nieuwe met eenige
dito’s had begroet, kreeg hij wat niet tot de
uitzonderingen behoorde het met zijn weder
helft aan den stok. Het huisraad moest het ont
gelden. En bij elke nieuwe verwoesting die hij
aanrichtte steeg zijn opgewondenheid, die in ra
zernij uitbarstte. De politie kwam aan het geval
te pas en in dolle woede sprong de woesteling
in de Reguliersgracht, waarin hij onder de dunne
laag ijs verdween.
De agenten hadden hem spoedig aan hun dreg
doch een helper uit het publiek die de dreg vast
hield, liet ze weer los. Een tweede pikte hem
■1 r
Wij beleven moeielijke, zeer moeielijke tijden
in ons noorden wordt de orde op ernstige wijze
gestoord.
De orde zal hersteld, het gezag zal gehandhaafd
worden. Bij de behandeling der begrooting is het
verzekerd. En wij hebben eene regeering, die het
niet bij woorden laten zal.
Het niag en het kan niet anders. Wie met ruw
geweld optreedt, moet den krachtigen arm der
wet gevoelen.
En wanneer wij dus hier te doen hadden met
oproerige benden, die willens en wetens zich hun
ongeluk op den hals haalden, dan zouden wij ook
dat betreuren, maar rustig en kalm het einde der
dingen afwachten.
Zóó echter is de toestand niet.
Degenen, die verantwoordelijk zijn, de eigen
lijke, de zedelijke daders, zij die het volk opge
ruid en opgehitst hebben, houden zich buiten schot.
Zij die het eerst, het meest, het ergst getroffen
zullen worden, zijn ongelukkigen, zijn menschen
die armoede en gebrek lijden, niet omdat zij ver
armd, verzwakt, ontzenuwd zijn, maar mannen
met krachtige armen en stevige spieren, die wer
ken willen en werken kunnen en die als ze werk
en brood gehad hadden, tevreden en rustig ge
bleven zouden zijn, maar van wier nood mis
bruik is gemaakt om hen op den doolweg te
leiden.
Die toestand legt ons allen dure verplichtingen op.
Toch zal het gezag gehandhaafd moeten worden.
Toch zullen dan de troepen de politie moeten
Versterken. Toch zal dan desnoods, zij het met
bloedend hart, geweld met geweld gekeerd moe
ten worden.
Des te ernstiger echter worden de plichten
dergenen, die aan de zijde staan van hen aan
wie de handhaving van het gezag is opgedragen.
Men bedenke, dat zij een zware, een moeielijke
taak te vervullen hebben, een taak, die zij niet
dan noode volbrengen. Men bemoeielijke hen
daarin niet. Men mag hopen en verwachten, dat
zij, den toestand in aanmerking nemende, niet
dan met beleid, met bedaardheid zullen optreden,
niet dan in den uitersten nood de grootste
gestrengheid zullen toepassen. Om dat te kunnen
doen, moeten zij kunnen rekenen op den zede-
lijken steun van alle weldenkenden. Zij onthou
den zich vooral van noodelooze ophitsing. „Ik zou
er op los schieten," hoorden wij iemand zeggen.
„Hoe eer het kwaad den kop ingedrukt is, hoe
beter." Dat kan waar zijn, maar ook niet waar.
Dat hangt van omstandigheden af, die het best
beoordeeld kunnen worden door hen, die een
ernstig' onderzoek hebben ingesteld naar alle ge
gevens en den loop der zaken volgen. Wij hoor
den ook zachtheid, gemoedelijkheid aanbevelen.
Mogelijk is die weg aan te bevelen. Maar dat is
niet te beoordeelen door hen, die buiten de zaak
staan, en dat zijn allen, die niet een veelzijdig
onderzoek hebben ingesteld en niet in de plannen
der overheid ingewijd zijn.
Wat boven alles noodig is, is vastheid. Als er
fouten gemaakt worden zal dat te betreuren zijn,
maar de ergste fout, dié te begaan zou zijn, ware
aarzeling, weifeling, onzekerheid over den te vol
gen weg. Om die ernstigste aller fouten te helpen
vermijden steune men de overheid met een nobel
vertrouwen.
Maar ook onthoude ieder weldenkende zich van
alle deelneming aan optochten, samenscholingen,
bijeenkomsten, niet slechts, niet in de eerste plaats
zelfs om eigen lijf te bewaren, maar vooral om
niet de menigte te vergrooten, die in haar aantal
haar kracht ziet, evenzeer als zij het bezwaar der
politie, der gewapende macht, om zulk eene menigte
te verstrooien, bemoeilijkt.
Maar boven alles dit.
De orde zal hersteld worden. Laat ons hopen
met zoo weinig mogelijk geweld.
Maar dan?
Dan is de uiting der ontevredenheid onderdrukt,
maar haar oorzaak blijft. De nood der armen
wijkt niet voor militaire maatregelen en de hon
ger van vrouwen en kinderen wordt niet gestild
door krachtige mannen in de gevangenis te bren
gen.
Zij die het wel meenen met land en volk moe
ten dus den blik vooruit wenden, moeten de han
den ineen slaan om aan den onhoudbaren toestand
een einde te maken.
Men zal ons en hen beschuldigen, dat ons de
schrik om het hart slaat, en dat we uit angst
doen wat we uit zedelijke beginselen vrijwillig
niet deden. Men late zich door zulke verwijten,
waarvan de bedoeling even doorzichtig is als van
de ophitsing van het arme volk, niet weerhouden
om te doen wat plicht gebiedt. Evenmin door de
moeielijkheid van het vraagstuk. Ieder doe wat
hij kan, ’t zij veel of weinig. Men hope niet op
toovermiddelen, die met één slag den ganschen
staat van zaken zullen omkeeren, en die welvaart
zullen brengen, waar nu armoede heerscht. Er is
veel meer te verwachten van op zich zelf staande
pogingen van ieder die wat doen kan voor de
leniging van den werkelijken nood. Hij die één
man werk en daardoor brood voor zijn gezin ver
schaft, doet meer dan wie een boek vol schrijft
met bespiegelingen over algemeene middelen ter ver
betering, waarvan de onuitvoerbaarheid in den
regel gelijken tred houdt met het grootsche der
verwachtingen. Ieder doe zijn plicht. Daarin
besta de eendracht, de samenwerking tot leniging
van den grooten nood.
4
Bolswardsche Courant
I
u
I
'I
I