NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWAR»™ WONSEBAÖEÏL Twee en dertigste Jaargang. No 13. 1893. BINNENLAND. INGEZONDEN. POLITIEKE MEETING, VOOR dueling Daarom heb ik mij los- ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. van de tegenspraak, waaruit waarlijk soms iets belachelijks volgt. Jammer dat hel zoo laat werd en dat het Be stuur geen gelegenheid gaf voor dupliek. ^XXXXX XXXX^XXXXX XXX X DONDERDAG 30 MAART. xxx XXXXX X Mijnheer de Redacteur Ik meen dat het noodig is en zijn nut kan heb ben, de woorden, die ik volgens Uw verslag van de politieke rede des heeren Tréub, 1.1. Vrijdag avond vóór de sluiting der vergadering zou ge sproken hebben, eenigszins te verduidelijken. Er staat„ik, die vroeger in het liberale kamp „meestreed naar verbetering voor het volk, zag „in, dat het niet gelukte/en tevens„Meteenige „anderen heb ik mij afgescheiden, om vooruit te „streven naar het volksgeluk." De bedoeling van U is gewis goed geweest, doch zij schiet in duidelijkheid te kort. Ik zeide, dat ik vroeger steeds in het liberale kamp mêegestreden had naar verbeteringen, doch dat de liberale partij niet in mijnen geest en naar rust zoo veel mogelijk dient voor te staan, en zoo in eenige lijnen te hebben aangegeven, wat de anti-revolutionairen willen en ook wat zijne denk wijze is. Aan het debat werd eerst deelgenomen door den heer Eisnia. Deze stelt bij het debat voorop, eerbied voor ieders godsdienstige meening en een gelooven aan de eerlijke meening der partijen. Hij bespreekt dan eerst de kwestie omtrent de uitbreiding van het kiesrecht, I >e inleider heeft gezegd dat de strijd eigenlijk niet over die uitbrei ding gaat doch naar sprekers meening wel. Hij verlangt voor ieder burger gelijke rechten op dit gebied, en de grondwet stelt eischen, de wetgever heeft nu genomen kenmerken van geschiktheid en welstand. Spreker heeft een hoogeren dunk van het politieke leven, dan de inleider, zoodat men zich die kleine moeite om kiezer te worden wel zal willen getroosten. Verder zegt hij, dat of de kamers van arbeid of wel de nieuwe kieswet eerst komen, zal wel gelijk zijn. Hij beschouwt de ka mers van arbeid meer als een zedelijk beginsel tusschen patroon en werkman. Met wat de inleider voorop stelt: „Zoek eerst het rijk Gods en zijne gerechtigheid”, kan spreker zich niet vereenigen, doch men kan soms in verschil lende richtingen gaande, toch wel één einddoel be reiken. Dat de inleider eenige zinnen uit Van Houtens geschrift lascht, vindt Spreker niet goed, omdat dan dikwerf het verband der zinnen verloren gaat. Ook zeide de inleider, er tegen te zijn dat men met leerplicht ingreep in het huisgezin en men dan misbruik maakt van de macht der ouders, doch Spreker vraagt of de misbruiken van som mige ouders dan niet moeten worden geweerd, of zou men die misbruiken dan moeten laten bestaan De radicalen hebben vrede met de bijzondere school doch eischen dat de openbare blijft bestaan, de volksschool, de staatsschool moet niet aan kant. De inleider zeide, dat in verhouding tot Amster dam het onderwijs den Staat op ongeveer 15 mil- lioen zou komen, doch Spreker zegt dat als voor alle secten bijzondere scholen werden opgericht en de Staat moest dit bekostigen, zou het veel hooger komen. Schettens bijv, als maatstaf gebrui kende komt men voor het geheele Rijk wel op 60 millioen. Om de armenzorg aan de kerk over te laten, zijn er naar Sprekers meening te veel hulpbehoe venden, en hij acht verder een Kijksinkomsten belasting noodig ter regeling der finantieele aan gelegenheden, verbetering in de finantien der gemeenten, is ook een dringende eisch. Het Rijk heeft zijn beboetten en het geld moet er komen, daar kan een progressieve belasting dan ook niets aan verergeren. Dat dit de energie doodt, ziet Spreker niet in, en zegt ten slotte dezen avond van den inleider wel veel te hebben gehoord wat niet moest, maar weinig hoe deze het dan wel wenscht te hebben. De heer Zeilmaker van Leeuwarden ver wondert zich dat de liberalen het woord niet vragen, hij zou den inleider gaarne enkele vragen stellen. Hij weet hoe deze over leerplicht denkt en dus kan de vraag over kindervoeding achter wege blijven, doch wel wenscht hij te weten of de inleider een wijziging der armenwet van 1854 ook noodig acht, daar de armenzorg zooveel te wenschen overlaat. Ook of de heer Heemskerk ambachts- en landbouwscholen van Staatswege zal voorstaan en hoe hij denkt over de progres sieve successiebelasting Spreker meent opgemerkt te hebben, dat de heer Heemskerk behoort tot die fractie der A. R. die zich aan de zijde der kapitalisten schaart. Hij con stateert dat de heer van 11 outen niet meer tot de vooruitstrevende radikale partij behoort, en zegt tot de kiezers voor zij gaan stemmen, ga eerst het verleden der liberalen na, en doe dan een keuze tus schen de candidaten. De heer Heemskerk beantwoordt hier en daar zeer uitvoerig en met gevatheid de beide debatters. Hij heeft opgemerkt, dat beide sprekers zich radikaal noemen, doch dat de heer Eisma daarvoor nog veel te liberaal denkt en spreekt, en komt eenige malen met kracht op tegen enkele uitdrukkingen, door deze gebezigd. Hij komt tot de conclusie dat men moet zijn niet liberaal, niet radikaal maar anti-revolutionair. Ds. v. d. Veen spreekt daarna nog een woord van dank aan de Sprekers en sluit omstreeks 12 uur de vergadering met een gebed. BEKNOPT NEKSLAG in „de DOELE” alhier, op DINSDAG 28 Maart 1893. De bijeenkomst werd geopend door Ds. v. d. Veen, die opmerkt dat door het overlijden van den heer Óppedijk, de kiezers voor de vraag staan, wie nu den ledigstaanden zetel zal innemen, en dat dit geen vraag is van geringe beteekenis, aangezien er vele dringende en belangrijke vraag stukken bij de volksvertegenwoordiging aan de orde zijn en komen. De partijen denken over deze vraagstukken niet eenstemmig. De heer Heemskerk is de candidaat der anti-revolutionaire partij, deze p >rtij erkent niet als hoogste wet, de wensch van het volk, maar zij neemt het Woord Gods als kompas. Voor hij het woord aan den Spreker geeft, opent hij met een gebed de ver gadering. De heer Heemskerk vangt daarop aan met hulde te brengen aan het overleden kamerlid den heer Óppedijk, en bespreekt dan de uit breiding van het kiesrecht, welke uitbreiding door alle partijen wordt gewenscht. Hoewel de drie candidaten over het nieuwe kieswet- ontwerp niet geheel eenstemmig denken, en Spreker inplaats van de kenmerken geschiktheid en welstand liever een huismanskiesrecht op den voorgrond zou zien gesteld, loopt toch de strijd bij de verkiezing in dit district meer over de vraag of er een anti-revolutionair, een radicaal of wel een liberaal zal worden afgevaardigd. Hij wijst er nog op, dat de anti-rev. partij voor de uit breiding van het kiesrecht niet bezorgd is, maar het zou wel kunnen gebeuren, dat de rustige burgerman zich niet als kiezer liet inschrijven en dat de soc. democratie dit algemeen wel deed en dan zouden de partijen toch niet naar eisch ver tegenwoordigd zijn, hoewel Spreker geen sociale vertegenwoordiging vreest. In de uitbreiding van kiesrecht-ziet hij geen gevaar voor het Vorsten huis, want alle'standen zijn Oranjegezind, ja de historie heeft niet zelden aangetoond, dat dit bij de laagste standen juist niet het minst het geval was. Onthouding van het kiesrecht aan die lagere klassen der maatschappij zou bepaald zijn af te raden. Het volk moet, door mede te kiezen, deel hebben aan de regeering en zoo de gelegenheid hebben zijne rechten te bepleiten. De souvereiniteit van de Kroon blijft juist daardoor het best gewaar borgd. I ndien men den Vorst bij de gratie Gods en dus de afkomst van het gezag in zijn waren oorsprong eerbiedigt, zal ook de rechtspraak geëerbiedigd worden, en er van klassenjustitie geen sprake zijn of komen. Dat dit hier en daar thans het geval is, beschouwt Spreker als de vrucht van de begin selen bij het hooger en ook soms van het lager onderwijs. De neutrale school is eigenlijk onbe staanbaar. Men klaagt wel eens, dat er bij de openbare onderwijzers zijn, die de socialistische denkwijze huldigen, doch met de wet kan men dit niet bestrijden. Bijzonder onderwijs dient dan ook hoofdzaak te zijn. Al is bij de wet de bijzon dere zoowel als de openbare school van rijkswege gesubsidiëerd, toch wordt nog steeds de openbare uit de gemeentekas, de bijzondere door de parti culiere bijdragen betaald. De liberale zoowel als de radikale partij heeft tot beginsel dat de openbare school moet zijn hoofd zaak, en de bijzondere bijzaak, doch Spreker be strijdt dit beginsel ten sterkste. Omtrent het sociale vraagstuk zegt Spreker dat geweld en bedrog moeten worden tekeer gegaan van staatswege, en alle misbruik van macht moet worden geweerd, doch men vergete omtrent het sociale vraagstuk nooit, dat alle zegen komt van God, en egoïsme en sociale vrijheid, gelijk van Houten dat in zijn „Vragen des Tgds” ontwikkelt voeren tot ongerijmdheden. Leerplicht, in den zin als dat door liberalen en radicalen wordt opgevat, is voor de anti-revolutio- nairen onaannemelijk, terwijl Spreker er voor zou zijn, dat er op bewerkte stoffen een invoerrecht wordt geheven, wijl ook daardoor de werkeloos heid eenigszins kan worden bestreden. Op het gebied van belastingen weidt Spreker uitvoerig uit. Hij acht de leus, „belasting naar draagvermogen" in de practijk onuitvoerbaar, en wanneer het wordt een progressieve inkomstenbe lasting zal de rijke er arm mee kunnen worden, door het te hoog opvoeren, zonder dat deze toe stand den arme nochtans ten goede kwam, het zou worden eene belasting boven draagvermogen, en dit zal alle energie dooden. Uit het woord Gods put Spreker de conclusie lo dat de overheid, als dienaresse Gods, het recht heeft belastingen te heffen. 2o haar taak echter niet mag overschrijden door te veel werken te doen. 3o de kwaden moet bestraffen en de goeden beschermen. Op het gebied van het onderwijs zegt Spreker, is de Staat zich vooral te buiten gegaan. Wat de armenbedeeling betreft, wil Spreker deze door Kerkelijke en liefdadige instellingen hebben uitgevoerd, en Staatsbedeeling slechts als noodzaak. Een grondige verbetering der gemeen- tefinantiën is hoogst noodig ook door de uitwo nenden te doen betalen. Ten slotte zegt Spreker dat de Staat de Zondags- mijne overtuiging vooruit streefde. In verband met mijne inleiding beteekende dit, dat nog steeds te veel in aristocratischen geest wordt gewerkt, in plaats van in democratischen geest waarin wij behooren te werken in het belang van land en volk. Met de vasthoudendheid aan ’t oude en de traag heid, die vele liberalen kenmerkt komen wij niet, waar wy wezen moeten. Daarom heb ik mij los gemaakt van dien invloed, om inderdaad vooruit te streven naar het volksgeluk en sprak ik den wensch uit, dat velen dit voorbeeld zouden volgen. Ik weet toch en honderden anderen weten het met mij, dat in de liberale partij verschillende fractiën onder dezelfde vlag zeilen, terwijl zij breed uiteenloopen waar het geldt het een of ander vraagstuk op sociaal of economisch gebied denk slechts aan het kiesrecht, aan leerplicht, aan staatsarmenzorg, aan belastingheffing naar draag kracht, aan wetten ter bescherming van de mis deelden in de maatschappij. Vele liberalen zijn te weinig geavanceerd, hou den vast aan bevoorrechtingzij hangen als con servatieven aan den wagen, dekken zich met de liberale vlag en houden daardoor alle ingrijpende maatregelen in geavanceerde richting tegen. De kieswetstrijd leert het met den dag. Vele anderen daarentegen willen vooruit en zijn tegen privilegiën zoowel ten opzichte van het kiesrecht als ten aanzien van maatschappelijke positiën enz. Het samengaan dezer heterogene bestanddeelen belet eene geleidelijke verbetering. Waar geen éénstemmigheid héerscht, omtrent de hoofdpunten, daar kan men nimmer ééne lijn trekken en dient men zich te splitsen. Vooral in de huidige kiesrechtkwestie waar naar zoolang gewenscht, waarop zoolang is aan gedrongen loopt men te veel uiteen en het komt mij voor, dat er noodzakelijk uitdrukking dient gegeven te worden aan de volksovertuiging, die eischt dat wij een ooZfevertegenwoordiging krijgen in plaats van eene vertegenwoordiging, welke immer rekening houdt met de b?langen van zekere klassen. Wil men inderdaad bewijzen geven, dat men het volk erkent, dan mag men het ’t kiesrecht niet langer onthouden, dan moet het in zijn ge heel invloed krijgen zoo goed als een enkele partij het kapitaal dien nu heeft. Bevoorrechting strijdt met gelijkheid van volksrecht en bevordert het volksgeluk niet. Het kiesrecht-ontwerp van den Minister Tak voldoet aan de eischen der grondwet, komt zoo veel mogelijk tegemoet aan den billijken volks- eisch en de aanneming daarvan kan maken, dat er in menigerlei opzicht betere wetgeving volgt. Uit dien hoofde wensch ik dat velen zullen mede werken een eminent staathuishoudkundige, voor stander van verbeteringen, te kiezen, als volks- v ertegen woor diger. Daar heerscht in onze Tweede Kamer een at mosfeer, die zeer nadeelig werkt op de geestdrift, waarmede zoo menig nieuweling er binnen trad. Er werken daar invloeden, waartegen alleen een man van karakter bestand is. Dit merkt en on dervindt iedereen, die ooit probeerde, den wagen van Staat harder vooruit te duwen, dan men het in den Haag gewoon is. En dit merkt ook elk kamerlid, dat het waagt op te komen tegen de ontwerpen, die door de geldmannen worden ge wenscht, of te ijveren voor een maatregel waar van de groote kapitalisten niet willen weten. Onze vertegenwoordiging is geroepen de z’o/Asbelangen te behartigen, maar er zijn zooveel andere be langen, die in de Kamer invloed uitoefenen, dat alleen een man van karakter in staat is, zich te gen deze te weren, om de eerste te dienen. Zoo ooit dan hebben we thans een man noodig van karakter en van initiatief. Dien man mee nen wij gevonden te hebben in Mr. M. W. F. Treub hij heeft zich duidelijk en onomwonden uitgesproken. Een middenman, een zoogenaamd conservatief liberaal mist in onze dagen de noodige geschikt heid. Hun rijk heeft uitgediend. Mr. Heemskerk is tegen belastingheffing naar draagkracht, omdat de rijken daardoor armer zou den worden. Zoo n aanbidder van het kapitaal past niet als volks vertegen woordiger, zoolang er zulke nijpende en dringende behoeften bestaan bij de massa. De heer Bouman is vóór uitbreiding van kies recht doch met beperking van leeftijd en tegen staatshulp voor onvermogende schoolkinderen enz. Zoo’n conservatief liberaal kan naar mijne beschei den meening bijna niemand bevallen. Ik hoop dat de kiezers belangstellend genoeg zullen zijn om zich van de beginselen der onder scheiden candidaten te vergewissen, waartoe nu reeds kunnen strekken de Harlinger Courant (Dagblad van Friesland) van 17 Maart 11. de Leeuwarder Courant van 27 Maart 11. en de Bols- wardsche Courant van 25 Maart 11. (.extra-nummer). ’t Behoort toch niet te gaan om den persoon, maar om de volkszaak en ik meen ieder weldenkende te mogen toeroepen„onderzoek alle dingen" en bepaal uw stem daarna. Met achting, C. W. EISMA. Bolsward, 23 Maart 1893. P.S. Heden avond hebben we Mr. Heemskerk gehoord. Deze is lang van stof, handig in het debat en weet met de meeste gemakkelijkheid eene andere beteekenis te geven aan den zin en de 6e. Workum. De heer Th. Heemskerk, de candidaat der antirevolutionaire Centrale kiesver- eeniging, trad gister avond op in het Lokaal. Tot tien uur toe hield spreker zjjn hoorders bezig. Volgens sommigen sprak hij „ontzettend mooi" volgens anderen was er veel bij „niet der zake dienende". Allen waren het er echter over eens, dat men een handig „spreker„ voor zich had. Tróuwens daarvoor is hij dan ook een Heems kerk en luitenant van Dr. Kuyper, zooals De Vaderlander, den geachten spreker gelieft te noemen. Een viertal hoorders traden in debat en wer den behoorlijk gerepliceerd. Alles ging fatsoenlijk en netjes. Dat de uitdrukking„ zand in de oogen strooien" door een der debattere gebezigd, den heer Heemskerk minder aangenaam in de ooren klonk, is te begrijpen. Iriso. Makkuin. De verschillende fabrieken alhier leveren tegenwoordig druk hun fabrikaat af, p. m.2G groote schepen zijn deze week alhier uit Hamburg tot lading aangekomen, en geven een opwekkend gezicht. Dit bewijst op nieuw hoe ge zocht het hier gefabriceerde ook in het buiten land is. Deze aflevering geeft niet alleen direct vele handen werk, maar stelt de fabrikanten in staat, hunne werklieden nieuwen voorraad te doen vervaardigen. Ex mor ra. Bedankt voor het beroep als pre dikant te Njega en Elahuizen door Ds. C. Caze- mier alhier. Kimswerd, 27 Maart 1893. De 12de alge meens vergadering van ’t alhier bestaande zieken fonds „Nut en Vojrleel" werd door 72 personen bezocht. Tot penningmeester werd gekozen R. H. Bergsma. O. v. d. Weide, die als zoodanig af trad, bedankte. F. W. Postma en J. S. Brunia werden als leden van de C. v. T. herkozen. Over 1892/93 was er ontvangen f 545.92 uitgegeven f389.475 zoo lat de rekening sloot meteen voordeelig saldo van f 156.445. ’t Fonds beschikt thans over een kapitaal van f 1168.25s. Deuitkee ing aan zieke leden bleef be paald op 6 Gld. per week, terwijl wederom 3 maanden vrijstelling van contributie werd ver leen 1. Witmarsum, 29 Maart ’93. Het jeugdige reciteercollege ie Vriendenkring” alhier, zal a.s. Zmdagavond bj Meijer de rij van winterver makelijkheden sluiten door haar eerste optreden voor het publiek. Het programma vermeldt een vijftal voordrachten benevens twee kluchtspelen tot aanvulling. Was men van oordeel dat dit op treden, na een bestaan van slechts eenige maan den, wel wat gewaagd zou zijn, de keuze der stukken en de flinke studie daaraan besteed, doen toch een gezelligen avond verwachten. Een goeie opkomst van bet publiek zal den werken den leden ambitie en opgewektheid geven om met vernieuwden lust en ijver voort te gaan op den ingeslagen weg n.l. het beoefenen van de welsprekendheid en veraangenaming van het on derling verkeer. Voor de jongelui bestaat de gelegenheid om de zen avond, misschien voor een heelen tijd, afscheid te nemen van het „dounskjen," want het zit er wel op, dat cok de kermis, anders nu het eerst aan de beurt, op zich zal laten wachten. Zaterdagavond 25 Maart trad alhier voor een aantal belangstellenden, de heer Mr. Treub, candidaat der Radicale partij voor de Tweede Kamer, als spreker op. De heer Treub behan delde zijne beginselen en die der partij in eene boeiende rede, vrij wel gelijk aan die, welke hij den vorigen avond ten uwent had uitgesproken. Aan het verzoek van den leider der vergade ring, de heer Eisnia, dat andersdenkenden hunne bezwaren tegen de beginselen van den spreker zouden blootleggen, daar men door wrijving van gedachten veelal tot de waarheid komt, werd alleen gevolg gegeven door den socialist-werkman P. Lemstra alhier, die van de radicale partij, getuige de handelwijze van den heer Tijdens, die het Noorden dezen winter op een hoop ma- rechausee’s en soldaten tracteerde, niet veel heil verwachte. De heer Treub beantwoordde Lemstra op hu mane wijze, zeide o. a. dat de heer Tijdens niet meer de echte radicale man was, doch, verre van hem te verdedigen, het toch een treurig feit noemde, dat de socialistische pers de handelin gen van auders denkenden zoo scheef voorstelt, ja soms geheel bezijden de waarheid verkondigt. De heer Tijdens had als volksvertegenwoordiger in dezen niet meer dan zijn plicht gedaan, door de regeering met den feitelijken toestand in het Noorden bekend te maken. Met een woord van opwekking tot toetreding als lid van de radicale partij, sloot de heer Eis ma deze bijeenkomst. Op een postkantoor in een flinke stad van Gelderland (dus niet Kampen!) komt iemand in de kantooruren om een bepaald bedrag aan post zegels in plaats van het gevraagde te ontvan gen krijgt hy tot antwoord „de directeur is zich aan het scheren, kom dus later terug". Bolswardsche Courant Plaatsgebrek noopte ons, het verslag in beknopteren vorm op te nemen, dan wij wel wenschten, en zelfs moesten wij het slot nog bekrimpen. Red. DER VAN

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 1