NIEÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD Praatjes over allerlei. 893. No. 23. Twee en dertigste Jaargang. DONDERDAG 8 JUNI. BUITENLAND. BINNENLAND. VOOR zü de knieschijf te breken. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. KXXKXXXXX In den Haag zijn er een 581 hofjes, die bewoond worden door 35,083 ingezetenen. Het geheele bevolkingscijfer bedraagt, zonder de 19,171 van Scheveningen, 136,638. Deze hofjes echter zijn op verre na niet allen liefdadigheidsinstellingen. Den naam ontleenen zij aan de omstandigheid, dat het huisnotmner niet aan de openbare straat is te vinden. Naar een lid der Tweede Kamer aan Telegraaf verzekerde, zou de Kieswet in Juli worden behandeld. Wel zou er een voorstel wor den gedaan om die behandeling tot October uit te stéllen, maar er bestond niet de minste kans dat deze motie zou worden aangenomen. De zegsman stelt vast, dat er nu reeds eene meerderheid van 20 stemmen voor de wet is hij die het voorstel zou (of zal) doen behooit tot de Roomsch-katholieke voorstanders van de wet en meende, dat door het uitstel de meerderheid der voorstemmers nog grooter zou worden. Er wordt in den tegenwoordigen tijd zoo dikwijls een beroep op de algemeene liefdadig heid gedaan, dat er enkelen onder den indruk verkeeren dat de liefdadigheid geheel zou zijn uitgeput. Gelukkig is dit niet het geval. Zoo werd te ’s-Gravenhage voor een arm huisvader binnen acht dagen f400 en voor de weduwe van den vermoorden Burghardt te Middelburg 12000 bijeengebracht. Een der melancholisch gestemde personen, 8. Koekoek te Meersen, die voor een ander de hulp inroept, heeft een nieuw middel gevonden om geld te verkrijgen. Hij heeft een prijsraadsel in de courant geannonceerd, Onder de oplossers die 20 cent dienen te zenden, wordt 15 pond vet verloot. Wij hopen dat de man zijn doel voor het ongelukkig gezin zal bereiken ’t Is wel niet prettig, om gedurig op wondeplek- ken te moeten wijzen, die nog altijd onze maat schappij ontsieren. Maar het gaat toch ook niet aan, ze enkel „voor kennisgeving” aan te nemen. Wanneer we lezen, dat het Vondelpark, dat ver rukkelijke stuk natuur in de onmiddellijke nabijheid van het kunstrijke Amsterdam, „op som mige tijdstippen niet veilig is voor vrouwen en zelfs voor kinderen en dat er door de wakkere politie van Nieuwer Amstel in de laatste dagen reeds zes individuen zijn gearresteerd wegens aan randingen,” dan vragen wewaaraan zult ge een beschaafd land kennen En in welk opzicht staat dan toch eene beschaafde natie boven eene onbe schaafde Van de door en door onbeschaafde bewoners van het Indische eiland Nias lazen we onlangs, dat iemand, die een anders vrouw of dochter ook maar in de geringste mate beleedigend behandelt, op staanden voet door hen wordt omgebrachteene terechtzitting houden die lui er niet op na. Zonder nu te willen beweren, dat men als de Niassers moet zijn, om zedelijkheid hoog te schat ten, meenen we toch recht te hebben, om te zeg gen waar zelfs zulke „wilden” de onzedelijkheid of zelfs de schijn ervan zóó zwaar straffen, is het driewerf schande, dat in een land als het onze nog onverlaten rondzwerven, die lager zijn ge zonken dan ’t redelooze dier. Men zal rekening houden met de waarschuwing en er zeker alweer een dankbaar gebruik van maken. Maar wat wenschelijk is Dat door toeneming van het zedelijkheidsgevoel zulke aanrandingen hoe langer hoe meer zullen afnemen, opdat een ieder zich onbevreesd ten allen tijde verlustigen kan in het overschoone park en op alle plaatsen, waar de schoonheden der goddelijke natuur den mensch tot genieten uitnoodigen In de algemeene vergadering van de vereeni- ging „Volksonderwijs,” die 23 Mei j. 1. te Am sterdam werd gehouden, werden o. a. een zestal voorstellen behandeld, die ten doel hadden, de wenschelijkheid van een en ander te laten uitspre ken. De meeste dier voorstellen werden met over- groote meerderheid aangenomen, wel een be wijs dus, dat de vergadering ervan overtuigd was, dat er ook op ’t gebied van ons „volksonderwijs” en van onze volksopvoeding nog heel wat te wen- schen overblijft. Een der afgevaardigden dreef min of meer den spot met die „wenschelijkheden,” en zei er van, dat het waarheden als koeien waren, die toch zeker niet meer den volke verkondigd behoefden te worden door welke vergadering dan ook. De meerderheid dacht er echter anders over en was dus van oordeel, dat er gedurig weer moet worden gewezen op hetgeen verandering en ver betering behoeft. En dat is juist gezien. Niet alleen op 't gebied van het onderwijs, maar op ’t gebied van eiken tak van ons volks belang komt het dagelijks aan ’t licht, dat er nog veel onvolkomens, ja, nog veel gebrekkigs is. En al moge ’t waar zijn, dat eene volmaakte menschenmaatschappij wel altijd tot de vrome wen- schen zal blijven behooren toch is het niet on redelijk en ook niet overbodig, wanneer men van tijd tot tijd eens gewezen wordt op leemten, die aangevuld', op ondeugden, die uitgeroeid, op wanklanken, die gesmoord moeten worden. Immers, wanneer het blijkt, dat er rechtmatige grieven worden kenbaar gemaakt en daarom recht matige klachten worden aangeheven, dan is er kans, dat de oorzaken van een en ander langza merhand zullen worden weggenomen. Hoe lang zijn er reeds stemmen opgegaan, om de onhoudbaarheid, de onrechtvaardigheid van ons belastingstelsel aan te toonen. Het mag zeer zeker voor een goed deel daaraan worden toegeschreven, dat er nu in ons land eene wet is aangenomen, tengevolge waarvan eene belasting wordt geheven, die zeker door eiken wel ienkende eene rechtvaar dige zal worden genoemdwe bedoelen de ver mogensbelasting. Door die belasting zal althans voor het grootste deel de grief vervallen, die bij tal van gelegenheden dienst moest doen als eene dommekracht, om wrevel en nijd jegens de ver- mogenden te doen ontstaan of aan te vurende grief n. 1. dat wel belasting betaald moet worden van ’t geen men voor zijn eerste en voornaamste levensbehoeften noodig heeft, maar niet of niet genoeg van de schatten, die velen in portefeuille of brandkast hebben opgestapeld. En inderdaadde genoemde belasting is een stap op den goeden weg. Er is geld, veel geld noodig voor de instandhouding van de staats-huis- houdingde staatsburgers moeten in den vorm van belastingen dat geld bijeen brengen. Maar.nu moet ieder daartoe bijdragen naar de mate van zijn financieëele krachten. Ook de bedrijfsbelasting, waarover tegenwoordig zoo druk op ’t Binnenhof wordt geredeneerd, zal veel goed maken, wat de patentwet in ’t oog van zeer velen (zeker niet ten onrechte oordeelen ze zoo) heeft misdaan. „Gelijk recht -voor allenZeker. Maar ook: „gelijke verplichting voor allen!” En in zake de belasting is dit eene waarheid als een koevan hem, die veel heeft, moet veel genomen worden Wenschelijk is het, dat de kolossale arbeid, die minister Pierson heeft verricht in ’t belang van ons land en volk, er moge toe medewerken, om naast den bloei daarvan ook de onderlinge waar- deering en hulpvaardigheid tusschen de verschil lende standen der maatschappij te doen toenemen Tegenwoordig ziet men op tal van plaatsen in ons land, in de wachtkamers en de vestibules der stations, in drukke passages en druk bezochte café’s gedurig een bord met de waarschuwingpast op de zakkenrollers. Toen we die voor eene beschaafde natie onteerende woorden voor ’t eerst lazen, dachten we onwille keurig aan een verhaal van de Dnitsche reizigster Ida Pfeiffer, die van de oorspronkelijke bewoners van Borneo, (de Dajaks) met wie zij door eene maandenlange reis had kennis gemaakt, getuigde, dat zij haar nooit iets hadden ontvreemd, al liet ze haar kisten en koffers ook open staan. Ja, als ze graag iets wilden hebben van de zaken, die de dame met zich voerde, dan toonden ze zich zelfs niet ontevreden, wanneer men hun aan 't verstand bracht, dat men die dingen niet missen kon. En hier in ’t beschaafde Europa, in het zeer beschaafde Nederland, in het centrum der bescha ving alzoo moet het publiek onophoudelijk voor de „zakkenrollers” worden gewaarschuwd. tiet publiek make een dankbaar gebruik van die waarschuwing en achte zich nergens veilig Want de „zakkenrollers” schuilen ook en zeker niet het minst onder lui, die als heeren gekleed gaanook in de eerste klas wachtkamer van een station in een onzer groote steden is zoo’n schand- bordje opgehangen, ’t Is toch treurig, dat zoo iets in een beschaafd land noodig blijkt te zijn, terwijl menig onbeschaafde er aan ontwassen is. Wat wenschelijk is? Dat het opkomend ge slacht zóó worde onderwezen en opgevoed, dat het een af keer verkrijge van deze en elke andere ongerechtigheid, opdat die schandbordjes eerlang weer mogen verdwijnen als een bewijs, dat ware beschaving in de plaats is getreden van schijnbe- schaving. of hij den juisten weg inslaat betwijfelen wij. Dat men in Nederland gaarne den armen helpt is zeker, doch of men het aangenaam zal vinden zich daarbij te laten dwingen om een logogrief te ontcijferen, daar willen wij een vraagteeken bij zetten. Vóór de stembus gesproken heeft is het al tijd onzeker wat zij zeggen zal. Intusschen schijnt het te Gouda toch niet twijfelachtig of de heer Valette zal bij de herstemming de meerderheid verkrijgen. Hij toch is een voorstander der uit breiding van het kiesrecht, waarvan de heer Bas- tert tegenstander is en de anti-revolutionairen in het district, gehoorzaam aan hunne leiders, zul len ook thans wel den raad van deze volgen. Hun orgaan beveelt, nu de heer Brummelkamp gevallen is, Valette aan. De Standaard een libe raal aanbevelende lu ’t laatst der dagen zal men vreemde gezichten zien. Arnh. Crt. Wie de zeelucht en de zeebaden wil genie ten zonder de kosten te willen maken, verbon den aan het verblijf in eene badplaats waar de weelde beerscht, vindt een uitstekend hotel te Schiermonnikoog, waar den 14den Juni het sei zoen wordt geopend. De „Badgids", die alle bijzonderheden daarom trent mededeelt, wordt kosteloos op aanvrage ge zonden door de Erven B. van der Kamp te Gro ningen. De verstandhouding tusschen den burge meester en de gemeenteraadsleden te Tegelen (Limburg) is zoodanig, dat de laatsten „en corps" besloten hebben, geen vergaderingen van den Raad meer bij te wonen. Bij oproepingen voor eene raadsvergadering was dan ook tot tweemaal toe geen der leden opgekomen. Een inzender in de Standaard schrijft een betoog dat alle behartiging verdient, tot verdedi ging van het beginsel van den persoonlijken dienstplicht. Hij wijst er op hoe in de kazerne vele jongelieden zijn uit de mindere klasse, die geenerlei verstandelijke leiding hebben genoten en nu gretig luisteren en on voor waardelijk aan nemen wat sociaal-democraten hun voorlezen uit couranten en vlugschriften. Er zijn bijna geen elementen onder de miliciens, in staat daartegen op te komen. De inzender verhaalt boe te Naarden een kor poraal avond aan avond propaganda maakte voor de socialistische denkbeelden, en eerst na twee maanden kregen de autoriteiten er kennis van, maar toen zij eene inspectie instelden, was de korporaal gewaarschuwd en alle couranten enz. waren spoorloos verdwenen. Wij zouden vragen of dit getuigt van de ver- eischte zorg voor het lot van den soldaat Be halve die verkondiging van begrippen, welke niet strooken met de militaire tucht, zullen, of kunnen, er ook wel andere dingen in de kazerne gebeuren, die tegengegaan moesten worden; maar als het altijd twee maanden moet duren eer hiervan iets bemerkt wordt, zouden we meenen dat het een voudigste toezicht ontbreekt. Heeft de inzender in de Standaard overdreven, dan wijze men hem terecht. In den Haag is een student, die honderd gulden bij zich had, het slachtoffer geworden van menschee die men in Duitschland Bauernfanger noemt Dat een student honderd gulden in zijn zak heeft, verdient vermelding, maar nog meer ver melding verdient het feit, dat een student kaart gaat spelen met „mafjes" vinders. Een smid te Veendam heeft een toestel uit gedacht voor doove kerkgangers. In den preek stoel wordt een groote koker aangebracht, eindi gende in een buis, die doorloopt tot onder den vloer en zich daar in takken verdeelt. Elke tak loopt naar de zitplaats van de(n) doove, die de buis slechts in verbinding behoeft te brengen met het oor, en de gehoorbuis is gereed. De toestel beantwoordt uitstekend aan het doel, en de kos ten zijn niet groot. In de Militaire Spectator komt een inge zonden stuk voor van den gepens. majoor der O.-I. infanterie Kessler, waarin hij optreedt te gen het te vuur en te zwaard veroveren, van Atjeh. Integendeel wijst de heer Kessler op het vroeger door hem en ook door anderen uitgespro ken oordeel: „Atjeh te verlaten is in het belang van het vaderland, van de koloniën, van het leger en van de humaniteit een gebiedende plicht." Na al hetgeen is voorgevallen, acht hij her. ech ter daartoe waarschijnlijk te laat. Maar nogmaals eene expeditie tegen Atjeh uit te rusten, zou het gevolg hebben, dat wij uitgeput raken en eene achterwaartsche stelling zullen moeten innemen. Ons prestige zal dan nog meer dalen, terwijl niet gedacht zal kunnen worden aan het ge bruiken onzer militaire macht, waar ze elders noodig mocht zijn. Toen Zondagmiddag de machinist Brasser te Vlissiogen (Haven-otation) op zijne machine wilde stappen om trein 244, welke 3 u. 50 min. vertrekt, te bedienen, had hij het ongeluk zijn been, dat hij drie maanden geleden door een val van de machine had gebroken, thans weder op dezelfde plaats aan de knieschijf te breken. De ongelukkige werd door den trein tot Sou- berg gebracht-, waar hij woonde. Inmiddels was naar Vlissingen (Stad-station) geseind om een anderen machinist, die te Sou- berg op het kruispunt opkwam. Een en ander was oorzaak, dat de dienst bijna een half uur vertraging ondervond. De overeenkomst der internationale saniteits- conferentie te Dresden is bij den Bondsraad in gediend en wordt in de Reichsanzeiger bekend gemaakt. Daaruit blijkt, dat zij onderteekend is door de gemachtigden van Duitschland, Oosten rijk-Hongarije, België, Frankrijk, Italië, Rusland, Zwitserland, Nederland, Luxemburg en Montene gro, terwijl de gemachtigden van Denemarken, Spanje, Groot-Britannie, Griekenland, Portugal, Rumenië, Zweden en Noorwegen, Servië en Turkije het verhandelde „ad referendum" hebben genomen voor eventueele latere toetreding. Wat de bepalingen betreft, daarvan was de hoofd inhoud reeds bekend. Aan alle regeeringen wordt aanbevolen invoe ring van verplichte aangifte van choleragevallen door de geneeskundigen. De eenige voorwerpen of goederen, die als dragers van smetstof kunnen worden uitgesloten van invoer, zijn ondergoed, oude en gedragen kleedingstukken, gebruikt beddegoed, vodden en lompen. Intusschen mogen niet worden verboden lo. hydraulisch samengeperste lompen, die in met ijzer beslagen balen in den groothandel worden verzonden en voorzien zijn van merken van herkomst en nommers, erkend door de autoriteiten ter plaatse van bestemming 2o. nieuwe afval, die rechtstreeks uit spinne rijen, weverijen, confectie-werkplaatsen of blee- kerijen komtkunstwol (shoddy) en nieuwe papiersnippers. Brievenen correspondentien,drukwerk, boeken, tijdschriften enz. zullen noch aan beperking van invoer, noch aan ontsmetting onderworpen zijn. De bank van leening in Utrecht is geheel in de war door de bekende verduisteringen van den directeur en den bankhouder. Kapitalen moeten zijn verdwenen en beleende panden zijn zwervende, zoowel door verkoop als door herbeleening. In de banken van Amsterdam, ’s Gravenhage, Rotterdam, enz. zijn panden her- beleend van aanzienlijke waarde. In een der Amsterdamsche banken o. a. een pand van f3000 waarde. Naar de openbare terechtstelling van directeur en bankhouder wordt met belangstelling uitge zien. Met de instructie is belast mr. Crommelin, rechter in de arrondissementsrechtbank. Er moet zijn een te kort van f 140.000 tegen over een actief van f 40.000. Donderdag heeft in de gemeente Hem, ten huize van den heer R., een eigenaardige diefstal plaats gehad. De dief heeft, nadat hij in het achterste ge deelte van het huis was binnengedrongen, een vuurtje gemaakt, daarop zich eenige pannekoe- ken gebakken van meel, dat hij daar vond en zich toeëigende, en na zich voldoende te hebben verzadigd, eenige rijksdaalders uit den broekzak van den knecht ontvreemd en zich daarna uit de voeten gemaakt. Zaterdag had te Deventer een treurig on geluk plaats. Terwijl de moeder een oogenblik afwezig was, liep het bijna driejarig knaapje van den leerlooiersknecht J. achter het huis en ging daar bij een met water gevulde tobbe spelen. Toen de moeder haar kind ging zoeken, vond zij het verdronken in die tobbe. Te Hengeloo had Zaterdagavond een treurig voorval plaats, waarbij de wisselwachter De W. een slachtoffer zijner menschlievendheid werd. Hij wilde namelijk een kind, bij het naderen van den Oldenzaalschen trein, van de rails; rekken, slaagde daar ook in, doch werd door de machine gegrepen. Een arm werd hem afgereden en hij was aan verbloeding overleden vóór de bijgeroe pen arts aanwezig kon zijn. De overledene laat eene vrouw met 5 kinderen na. Zondagavond ging een dienstmeisje, wo nende te Amsterdam in de P. C. Hooftstraat, heel netjes gekleed uitze had dan ook liefst de mooiste japon van haar mevrouw aangetrokken, die haar, wjjl ze even slank van gestalte was als haar meesteres, uitmuntend paste. In de Kalverstraat ontmoette ze haar patroon, die haar herkende en uitnoodigde mee te gaan naar huis. Daar moest de „dame“ haar costuum afleggen doch mocht toen weer heengaan en voor goed ook. Door den Minister van Waterstaat, Han del en Nijverheid is bepaald, dat briefkaart-for- mulieren mogen worden gebezigd voor gedrukte berichten en tegen het tarief der drukwerken mogen worden verzonden. In het buitenlandsoh verkeer zijn zij echter, krachtens het Weener postverdrag niet toegelaten. De Staats-Ct. bevat de tabel van geboorte en sterfte in ons land over het geheele jaar 1892. Men ziet daaruit dat het aantal levendgeborenen bedroeg 148,714, en dat der levenloos aangevenen 7307het aantal overledenen (met de levenloos aangegevenen) 104,837, zijnde 22,68 per 1000 in woners. Onder de overledenen behooren 293 slachtoffers der cholera asiatica. Het aantal geboorten was 1060 minder dan in 1891, het getal overledenen (zonder levenloos aangegevenen) 2686 meer. De cholera was dus niet de eenige reden der hoogere sterfte in het vorige jaar. Alleen aan acute ziekten der ademhalingswerktuigen over leden 4383 meer, aan acute ziekten van de spijs- verteringswerktuigen 581 meer, aan chronische ziekten van dien aaid daarentegen 733 en 147, en aan tering 751 minder. Het roodvonk eischte 172, typhus 80, pokken 39 meer offers; daarentegen kinkhoest 161, croup 10S, diphteritus 19 minder. Zaterdagochtend reed de koetsier Jong bloed, in dienst bij den heer Jorissen, in het heerenlogement te Heerenveen, vandaar naar Langweer, met eenen landauer met twee paar den bespannen. Niet ver van het Huis ter Heide struikelde het bij-de-handsche paard en viel. Door den schok werd de koetsier van den bok geslingerd en kwam tusschen de paarden terecht. Daar ook het tweede paard gevallen was en de man daar gedeeltelijk onder lag, kostte het den heer Boelens van Eysenga, die alleen in het rij tuig zat, de grootste moeite hem uit zijne be narde positie te verlossen, waarna hij in het Huis ter Heide hulp ging halen om hem te vervoeren. Geheel bewusteloos werd de koetsier daar bin nengebracht en terstond geneeskundige bijstand ontboden. Bij onderzoek werd aan de achterzijde van het hoofd eene zware schedelbreuk gecon stateerd, waarschijnlijk door het trappen der paarden veroorzaakt. Ofschoon de ongelukkige Zondagochtend nog leefde, is hij nog niet weder bij kennis gekomen en bestaat er niet de minste hoop op zijn behoud. Hij is 49 jaar oud en va der van een talrijk gezin. Sedert eenigen tijd waren er van ’t Friesche dorp Oosterzee twee stoombooten op Heerenveen. Beide kapiteins zoeken elkander er onder te werken en zoo heeft de kapitein van de stoom boot de Eendracht besloten de passagiers nu heen en t?rug kosteloos te vervoeren. Dat daardoor de andere boot veel passagiers verliest, ligt voor de hand en nieuwsgierig ziet men uit naar het plan, dat deze boot nu zal nemen om het koste loos vervoer van passagiers te overtreffen. Bolswardsche Courant de

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 1