NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWAB D EN WONSEB ADEEL
No. 24.
Daar zit “XTiscliI
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VOOR
INGEZONDEN.
tweede ontbinding
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
toe:
en
- 13,000.
f 7000.
J z
$XKXXXXXXX”XXXX XCX.XCXCXZ
g DONDERDAG 15 JUNI.
^/CD=CX2XCXCXCXCXCX ^XCX/XXC XXXX X
Noorden meent „dat, zoo hunne mannen niet on
verwijld en met inspanning van alle krachten
hunne taak aanvangen, de liberalen, van vurigen
en kalmen bloede, dat is bij slot van rekening één
potnat, hun niet voorbij zullen loopen, maar voor
bij zullen draven, ja hollen/
Wij gelooven weinig van dat draven en hollen.
Intusschen, voor de liberale partij wenken ge
noeg om mede zich nu reeds voor de aanstaande
groote vischpartij met ernst gereed te maken.
Vooral op het platteland valt nog veel te doen.
De liberale partij zal van het nieuw te openen
vischwater ongetwijfeld mede voor zich kunnen
zeggen: „daar zit visch en ook zij zal wèl doen
met het oog te vestigen op de „zwevende mid-
denstof'1 waarop een groote politieke leider óók
eenmaal heeft gewezen.
Laat ze echter steeds zuiver en onvermengd
aas bij hare vischvangst gebruiken
Friesche Crf.
Vermogen ƒ20,000.
Er is vrijdom voor - 10,000.
Rest f 10,000.
en vult eveneens negatief zijn biljet in op grond
hij geen ƒ13,000 heeft.
Maakten die snuggeren deze berekeningen nog
maar in het biljet, dan kan men eenvoudig aan
onnoozélheid gelooven, en konden wij de bere
kening maken zooals de wet dat voorschrijft, doch
sommigen nemen die berekening niet in het bil
jet op en vermelden alleen dat zij slechts ƒ7000
of f 10,000 vermogen hebben en dus niet belasting
plichtig zijn. Ontstaat bij de beoordeeling der
biljetten dezer laatsten niet terecht een vermoe
den van kwade trouw Kan men ons van over
dreven gestrengheid of fiscaliteit beschuldigen,
wanneer wij deze laatsten ambtshalve aanslaan
en op hen de strafbepalingen der wet toepassen
Wij meenen van neen, te meer nu wij bij deze
nog eens opzettelijk die aangevers onder het oog
brengen dat hunne berekeningen verkeerd zijn.
Een ander punt moge hier nog vermeld wor
den. Art. 16 zegt dat ieder die een biljet ontving,
verplicht is dat in te vullen en in te leveren,
hetzij specifiek, hetzij negatief. Niettegenstaande
de duidelijke bepaling van dat artikel gelooven
velen dat zij geen biljet behoeven in te dienen,
indien zij beneden de ƒ13,000 vermogen hebben.
Niets is meer onjuist. Ieder die een biljet ont
ving, moet dit inleveren, op straffe van door de
administratie te worden verdacht, zich te willen
onttrekken aan zijne verplichting door deze wet
gesteld.
Wij hopen M. de B. geen onbescheiden ge
bruik van Uwe kolommen te hebben gemaakt,
nu wij uitsluitend in het belang van het publiek
gemeend hebben bovengenoemde verkeerdheden
te moeten bestrijden.
Met dankzegging voor de verleende plaats
ruimte,
De Inspecteurs der Registratie in de 40e
en 41 divisie te Leeuwarden.
J. CALAND,
A. BOUMAN.
Andere bladen worden uitgenoodigd het boven-
Gelijk onze lezers bekend zal zijn, heeft de Mi
nister Tak, ondanks de daartegen in de afdeelin-
gen der Tweede Kamer ingebrachte bezwaren,
zijn kieswetontwerp in hoofdzaak onveranderd ge
laten.
Wordt het nu ook onveranderd aangenomen,
dan krijgen we binnen kort onze ruim 800,000
kiezers, zooals de Minister berekent, dat is veel
meer dan het dubbele van het tegenwoordig aantal.
Doch al dingt de Tweede Kamer ook iets af,
door b.v. den leeftijd op 25 jaar te stellen, dan
zullen we toch wel het tegenwoordig kiezerskorps
versterkt zien met een 300,000 man.
Men zou zoo kunnen meenen, dat men het
vooreerst met die belangrijke vermeerdering wel
zou kunnen doen, doch er zijn vrouwen, die nu
al jaloersch worden op de voorrechten der mannen.
Als weldra ongeveer driekwart der mannelijke
bevolking ter stembus zal kunnen optrekken, waar
om zou dan niet ieder man een vrouw mogen
meênemen, die ook haar stem uitbracht? Waarom
moet de vrouw eeuwig achtergesteld worden bij
den man, vraagt menig geëmancipeerde dame?
Nu, het denkbeeld, om ook aan de vrouwen het
kiesrecht te verleenen, is niet nieuw. In Enge
land o.a. is het meermalen in het parlement voor
gesteld. Maar ons dunkt, wij moeten het nu eerst
zoo maar eens aanzien. Rome is niet in één dag
gebouwd en er is al politieke strijd genoeg onder
de mannen, die ongetwijfeld nog zal toenemen
wanneer er nog 300,000 a 400,000 manschappen
meer in het veld kunnen worden gebracht.
Het tegenwoordig kiesstelsel is gebrekkig en
onbillijk; voor eene betere behartiging der econo
mische belangen van het geheele volk is uitbrei
ding wenschelijk en moet de zelfstandige werk
man mede een stem in het kapittel hebben. Daarin
schuilt ook geen gevaar; maar gevaar moet ook
eene uitbreiding van het kiesrecht niet medebren
gen. Wordt echter het kiezerskorps in eens te
veel uitgebreid, dan kan dit aanleiding geven dat
de staat en de maatschappelijke organisatie aan
te groote schokken worden blootgesteld, en ons
dunkt dat met het tegenwoordig wetsontwerp voor-
loopig al de uiterste grens is bereikt.
Wat duurzaam vrucht zal dragen moet het ge
volg zijr^ van geleidelijke ontwikkeling. Gesteld
dat de iiociaal-democratie de gemeenschapsvorm
der toekomst zal zijn, zoo zal die onmogelijk duur
zaam gevestigd kunnen worden, indien niet de
groote meerderheid uit alle klassen der bevolking
dien vorm wenscht en daarin heil ziet, ja, daar
onder als het ware reeds leven.
De kieslustige dames moeten zich, voorloopig
althans, maar rustig houden. De vraag is ook,
of de politiek wel een terrein voor de vrouw is
om te betreden? De roeping der vrouw is, naar
onze meening, eene andere. Zeker zou hare zacht
heid, hare lieftalligheid, die zulk een machtigen
invloed op hare omgeving en daardoor op de ge
heele maatschappij uitoefent, er niet door winnen.
Misschien is het wat sterk uitgedrukt; maar in
ons oog is een politieke vrouw als 'vrouw ont
troond
Hoe dit ook zijn moge, vooreerst zal men ge
noeg hebben aan de 800,000 man. De politieke
vischvangst zal binnen kort op zeer groote schaal
kunnen worden uitgeoefend. Het vischwater wordt
aanmerkelijk verruimd, men gaat reeds na waar
kuit aanwezig is en weldra zal het over het ge
heele vischwater klinken: „Daar zit vischDaar
zit visch, aan ’t hengelen dus en de fuiken uit
gezet
De woorden: „daar zit visch”, zijn van den
grooten anti-revolutionairen hengelaar. Hij is niet
eens zeer keurig in zijn aas, het behoeft geen
zuiver anti-revolutionaire smaak te hebben; een
radicaal-sociaal-democratische bijsmaak doet vol
strekt geen kwaad.
„Daar zit visch!” roept men nu reeds elkander
toe. Aan den arbeid dus, opdat we gereed zijn
als de vischtijd geopend wordt.
De groote anti-revolutionaire visschershoofdman
en zijne medehelpers zijn reeds druk bezig het visch
water in al zijn omvang te verkennen.
De Katholieke Volksbond heeft groote fuiken
gemaakt en de Katholieke organen der pers drin
gen er nu reeds op aan, visschersclubs te organi-
seeren of te reorganiseeren, om te zijner tijd als
één man gereed te zijn om de visch op te jagen
en naar de fuiken te drijven.
De Post, een Katholiek orgaan, roept met lui
der stem zijne geloofsgenooten toe: „handen aan
den ploeg” en Ons Noorden wekt zijne lezers op,
met spoed en kracht de hand te slaan aan uit
breiding der kiesvereenigingen.
Het Iriesch Volksblad roept den adspirantkiezers
„maakt dat je klaar bent, als ’t zóóver is!”
geeft zeer praktische wenken.
Het formulier voor de aanvraag tot plaatsing
op de kiezerslijst, die eigenhandig geschreven moet
worden, is zeer eenvoudig. Velen zullen er nog
al moeite mee hebben, meent het blad, en zeker
terecht, en daarom raadt het aan, dat in arbei
dersverenigingen nu reeds herhaalde proeven
worden genomen. Juist gezien. Wat heeft men
aan visch die men niet gebruiken kan
De Gelria, ook een Katholiek blad, meent dat
men zich niet beangst behoeft te maken over de
kiesrecht-uitbreiding en dat „wat de liberalen be
treft, het geen hardlooper zal behoeven te zijn,
die ze voorbijloopt/
De fe Parijs overleden hoogleeraar in de
medicijnen Peter wordt in alle bladen geprezen
wegens zijn helder verstand en zeldzame volhar
ding gepaard aan eene groote toewijding. Peter
was van zeer eenvoudige afkomst; bij zijn komst
te Parijs was de kennis van lezen, schrijven en
rekenen, zijn eenige wetenschappelijke bagage.
Daarmede deed hij zijn intocht als boekdrukkers
leerling. Maar dorst naar kennis verteerde hem
en tusschen zijn dagwerk door leerde hij Latijn
en mathesis en wijdde zich daarna aan de me
dicijnen. Zjn aanleg en zijn ijver deden hem
door professor Trousseau, wiens geliefde leerling
hij werd, opmerken en allengs veroverde hij alle
graden, werd hoogleeraar, een der vermaardste cli
nici van Frankrijk en lid der Académie de Méde-
cine en bovendien een schrijver van erkend gezag.
Merkwaardig is een wetenschappelijke strijd, dien
hij met Pasteur voerde, daar hij tegen diens leer
der microben te velde trok en vooral de mee
ning bestreed, dat het scheikundig laboratorium
bestemd was om de ervaring aan het ziekbed en
mettertijd zelfs het clinisch onderwijs te vervan
gen. Ook als mensch stond hij hoog aangeschreven.
Hij was kommandeur van het Legioen van Eer.
Het is nog zeer moeilijk eenige voorspelling
te wagen omtrent den uitslag der aanstaande ver
kiezingen voor den Duitschen Rijksdag. Zelfs de
Nord. Allg. Zeit. acht het blijkbaar niet onmo
gelijk, dat er ook inden nieuwen Rijksdag geen
meerderheid zal zijn te vinden voor de legerwet
het blad voert toch eene polemiek met de Hamb.
Nachrichten over de quaestio of de Regeeringal
dan niet bevoegd is, tot eene tweede ontbinding
over te gaan.
De Freis. Zeit schrijft o. a.
„In tegenstelling met de verkiezingen voor den
Rijksdag na de ontbindingen in 1887 en in 1878
staan onze vooruitzichten thans zeer goed. Voor
de eerste maal, hopen wij, zal in het Duitsche
Rijk het beroep der Regeering op de kiezers
worden verworpen en daardoor het besluit van
den Rijksdag worden bevestigd tegen een onge
rechtvaardigde verhooaing der militaire en finan-
cieele lasten in het Rijk. Intusschen zullen meer
dan ooit, ditmaal eerst de herstemmingen den
nieuwen Rijksdag de beslissende kleur geven.
Mijnheer de Redacteur!
De kunst van wetgeving is moeielijk, dit we
ten wij allen. Deze uitdrukking is waar, om eene
dubbele reden. De eerste is dat het, naar hetschijnt,
dikwijls moeielijk is om juist onder woorden te
brengen wat men bedoelt, en de tweede dat, hoe
duidelijk de uitdrukking schijnt, en met hoeveel
zorg de woorden mogen gekozen zijn, er toch
altijd nog menschen overblijven, tegenover wie
het voor den wetgever schier ónmogelijk is zich
te doen verstaan. Voeg daarbij de omstandigheid
dat losse gezegden, van mond rot mond herhaald,
ten slotte de kracht bekomen van orakelspreuken,
en ieder ten laatste zoo van de juistheid daarvan
overtuigd is, dat men ze zonder nadenken of
onderzoek aanneemt, en men zal begrijpen dat
wij, bij gelegenheid der invoering der wet op de
vermogensbelasting, alle moeite moeten doen om
de bepalingen der wet bij het publiek bekend te
maken.
Dat wij hierin nog niet geslaagd zijn, mcge
blijken uit het volgende, en het is om het publiek
te vrijwaren voor schade, dat wij eene plaats
vragen in de kolommen van uw blad.
Zooals bekend is, zegt art. 10 der wet:
„Indien de waarde van het vermogen overeen
komstig de vorige artikelen bepaald, minder
„bedraagt dan ƒ13,000, is geene belasting ver-
„schuldigd“, en art. 16 derde lid:
„Indien het vermogen van hem, aan wien een
„biljet is gezonden, minder dan 13,000 bedraagt,
„of indien hij geen vermogen heeft, verklaart hij
„dit een of ander op het biljet, dat aldus als aan
gifte onderteekend wordt/
Hoe worden nu door sommigen deze twee zoo
eenvoudige bepalingen toegepast
Iemand heeft ƒ20,000. Van ƒ13,000 is geen
belasting verschuldigd en nu maakt hij de vol
gende berekening
Westergoo. Er gaat bijna geen dag voorbij
waarop geen troepjes buitenlanders onze wegen
passeeren, om hun boer op te zoeken. Ook zeer
veel landgenooten vertoonen zich in deze streken,
om te beproeven een daghuur te verdienen, alhoe
wel het getal hulpvaardige handen niet zoo groot
is als in andere jaren, omdat de langdurige droogte
den groei van het gras heeft tegengehouden, waar
door het vooruitzicht op een zelfs redelijken
hooioogst gering is.
Of de boeren in deze omstandigheid den uit-
lander niet kunnen missen Daarover met een
veehouder sprekende, antwoordde dezein dit
jaar wel, doch gewone jaren niet, als redenen
opgevende, dat onze eigene provincie geen vol
doend aantal maaiers kan leveren, wol zooge
naamde hooiers. Voor het eerste werk moeten
wel uitlanders genomen worden, bij eigen volk.
Het is evenwel jammer dat die lieden bij hunne
komst in ons land, dadelijk geen gunstigen in
druk maken. Velen zijn bij aankomst der treinen
reeds in zulk een abnormalen toestand dat ze
voor ’t meenemen van hun gereedschap hulp
moeten hebben, terwijl anderen, nog in wat
beteren staat, de eerste de beste gelegenheid
opzoeken, om den Hollandschen snaps machtig
te worden, waardoor vaak walgelijke tooneelen
ontstaan.
Voor de neringdoenden zijn de uitlanders noch-
thaos gewilder personen dan vele inlandersde
eersten zullen nagenoeg nooit vei trekken, zonder
met den bakker enz. afterekenen, terwijl van de
laatsten, meer dan goed is, zich niet schamen,
om met stille trom te vertrekken: de ondervinding
leert dit.
Woensdag werden zoo schrijft de Utr.
Ct. niet minder dan 60 bedelaars en landloo-
pers een wagenvol onder geleide van 6
rijksveldwachters naar Zwolle overgebracht, om
verder naar de Rijkswerkinrichtingen te worden
vervoerd.
Een veertigtal van deze veroordeelden kwam
uit den Haag, de overigen van hier.
Volgens eene wetsduiding van een inzender
in het U. D. zou iemand bij de aangifte voor
de belasting van zijn vermogen mogen aftrekken
niet alleen het twintigvoud van hetgeen zijne
dienstboden hem kosten, maar ook al de onder-
W. DE VISSER, te Amsterdam. - ^.0 18 niec a'ieen met ue wooraen
strijd, maar ook met hare bedoeling.
Iemand, die drie dienstboden houdt, wien hij
elk f 100 loon geeft en voor wie hij minst ns
f300 voor voeding en onderhoud kan berekenen,
zou alzoo 3 X f400 X 20 s f24000 van zijn
vermogen kunnen aftrekkenen de zeer bemid
delde man zou voor zijne vrouw f 5000 X 20
f 100,000 kunnen berekenen.
Dat dit de bedoeling van de wet op de vermo
gensbelasting zou zijn, veroorloven wij ons te
betwijfelen.
De Haagsche briefschrijver der Zaanlandsche
Crt. zegt over de Liberale Unie, naar aanleiding
van het gebeurde bij de jongste verkiezing in het
district Gouda, waarbij hij van inmenging der
L. U. in het belang der organisatie der liberale
partij niets heeft gemerkt
„Ik wil het in allen ernst gevraagd hebben,
„wat een Liberale Unie beteekent“ en welk nut
zij sticht, wanneer zij er zich toe bepaalt bij de
algemeene verkiezingen manifesten uit te vaar
digen en over de belangrijke vraagstukken van
politiek nu en dan een uitspraak van afgevaar
digden der aangesloten vereenigingen uit te lok
ken Dat is eigenlijk, hoe mooi ook, in veler
oog, een vrij overtollige vertooning. De kracht
der Liberale Unie behoort te schuilen in organi
satie der partij, in bemiddeld optreden bij drin
gende verdeeldheid, in het leiden der verkiezingen
in zwakke districten, ook voor verstandige voor
bereiding.
„Kan dat niet dan schaffe men de Liberale
Unie gerust af. Want dan is en blijft het een
vergadering, waarin de locale politici, die anders
weinig gelegenheid hebben naar buiten van zich
te doen spreken, eens ten aanhooren van het ge
heele land aan het woord kunnen komen, maar
waardoor de waarachtige belangen der vooruit
strevende partij hoegenaamd niet worden gebaat/
Een der Haagsche correspondenten schrijft
aan de Amsterdammer
Dinsdagavond vergaderde de liberale Kamer-
club. Ofschoon men de gevoerde discussion geheim
tracht te houden, kwam ik toch te weten, dat de
houding der liberalen tegenover de kieswet be
handeld is.
De strijd moet zeer hevig zijn geweest, zoodat
men haast van een scheuring kan spreken. Er
waren er die Tak als liberaal niet langer erkennen
wilden hij werd een radicaal genoemd. De helft,
zoo zeide men mij, wilde van de kieswet niets
weten, zoodat de kans op verwerping groot scheen.
Men begrijpt echter, dat verscheiden afgevaardig
den in geheime vergaderingen veel heldhaftiger zijn
dan in de openbare zitting.
Zooveel is zeker, dat de liberalen eerstdaags
weder bijeen zullen moeten komen, want de quaes-
tie die eigenlijk besproken zou worden, kon niet aan
de orde komen. De vraag namelijk of men met
12 Juli de kieswet in behandeling zou nemen/
Wij nemen deze mededeeling over onder voor
behoud.
De Amsterdammer deelt een drietal gevallen
mede, aan de werkelijkheid ontleend, van perso
nen, die door het nemen van lijfrente of hypo
theek buiten het bereik der vermogensbelasting
vallen, ofschoon zij feitelijk vrij aanzienlijke for
tuinen bezitten.
Het is zeer slim berekend, zij het ook niet
met het doel om te ontduiken maar bij alle wet
ten zijn er mazen om doorheen te sluipen. Voor
slechts weinigen intusschen zullen er zulke gun
stige gelegenheiden bestaan om den keizer te
onthouden wat des keizers is, zoodat iemand niets
betaalt, terwijl hij een netto inkomen heeft van
een f 11,000 per jaar.
Een fraaie wetzegt de Amsterdammereen
fraai heer, voegen wij er bij.
In het U. D. vestigt een inzender de aandacht
op een niet onbelangrijk abuis, hetwelk begaan
is in de formulieren van aangifte der vermogens
belasting.
Volgens art. 8, no. 2 toch der wet, wordt het
vermogen verminderd met„het twintigvoudig
jaarlijksch bedrag der verschillende lijfrenten, pen
sioenen en gevestigde of altijddurende renten,
benevens het twintigvoudig jaarlijksch bedrag der
uitgaven van den belastingplichtige voor verschul
digde verstrekkingen van levensonderhoud, huis
vesting of andere zaken/
Alzoo mag de belastingplichtige, die aan zijne
inwonende dienstboden krachtens hetloon-contract
huisvesting en kost verschuldigd is, twintig maal
de daarvoor te rekenen jaarlijksche som in min
dering brengen.
Wat heeft echter de administratie gedaan?
Zij heeft in het formulier van aangifte de be
perking aangebracht„een en ander voor zoover
wettelijk verschuldigd/
Deze toevoeging is niet overeenkomstig de wet.
Zij is een abuis.
Zij leidt de belastingplichtigen op een dwaalweg.
Zij is niet alleen met de woorden der wet in
J 1_A 1K J 1
r Want dan zou, aangezien er, voor zoover ons
Maatschappelijk Eap bekend, in ’t geheel geen door particulieren wet-
x telijk verschuldigde lijfrenten of pensioenen be-
Deze Maatschappij sluit alle soorten van staaDj dG bevoegdheid der belastingplichtigen om
bij Geboorte is omschreven in Art. 16 der lolisv gekapitaliseerde lijfrenten enz. in aftrek te bren-
sterftetafel berekend. Verzekerden met een verze gen, feitelijk op mets neerkomen.
Inlichtingen, Voorwaarden, lanoven, en Het komt ons voor, dat eene spoedige offioieele
Doelenstraat 8, AMSTERDAM, en t( verbetering van het formulier van aangifte noo-
Hoofd-Agent voor FRIESLAND GEVRA d'S ia; L
Anders zullen vele belastingplichtigen, die de
2 S t a fout niet opmerken, meer betalen dan de wet
hij vult op zijn biljet in dat hij zich niet be
lastingplichtig rekent omdat hij geen ƒ13,000
heeft. F
aldus
Vermogen ƒ20,000.
Hieraf
Rest
p zijn biljet in dat hij zich niet be-
Een ander heeft ƒ20,000 en redeneert
lH hun oplegt.
Bolswardsche Courant
r
T-nnlrAntn.. - D 1 R' E
6