NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWARO EN WONSER ADEEL KWARTJESVINDERS. 1893. Twee en dertigste Jaargang. No. 29. BINNENLAND. BUITENLAND. - VOOR de heeren Verwey en Roosnek ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. $XXXXX XDCXCXCXiXC XCXC XC XCXCXOC DONDERDAG 20 JULI. $KXXXXXXXX?XXXXXXXXX$ al lang verhongerd zal zijn terwijl dagelijks, voegt hij er deu ponden goed ialandsch hooi over de grenzen worden vervoerd naar onze Duitsche en Belgische buren, ja zelfs naar Frankrijk. Z. Exc., de Mi nister, antwoordde op de interpellatie van één der Kamerleden, dat hij den uitvoer van hooi niet kon verbieden. De boeren vragenwaarom niet Is den Haag zoo veel verder van het hooiland verwijderd dan b.v. de Duitsche resi dentie Daar is de uitvoer van hooi, stroo enz. reeds vóór 14 dagen verboden, verminderde vrachtprijzen zijn toegestaan en andere maatre gelen genomen. Hier wacht men tot het kalf, of liever de koe, verdroogd is. Wat men dan wel moest doen Nóg is het niet te laat. Gij, heeren van de Kamers, van welke richting gij ook zijt, en alle anderen die toch ook voor de boerenbelangen zitting hebt, en niet alleen voor de hooi-verpachters, dring eens met kracht en klem aan, ter plaatse, waar zulks helpen kan. De 2de snede kan misschien nog goed worden er is nu nog hooi genoeg in ons landwaar het niet is, kan bet dan nog ten allen tijde, en tegen verminderd tarief per spoor of per schip het geheele jaar aangevoerd worden. In de gemeente Schoterland is een 16-jarig meisje plotseling doofstom geworden. Zij is onder geneeskundige behandeling gesteld. Zondag heeft de hardlooper Snoek zijn aange- kondigden tocht van Amsterdam naar Utrecht en terug gehouden. Om 10 uur vertrok hij van de Nieuwmarkt, hoek St. Anthoniebreestraat, waar het zwart van menschen was. Een paar controleurs volgden hem; de heer J. C. Konz per rjjwiel en per rijtuig. Hij passeerde om 11 u. 1 m. Abcoude, 12 u. Nieuwersluis, om 12 u. 15 m. Breukelen, om 12 u. 30 m. Maarsen en kwam om 1 u. 45 m. in de Korte Koekstraat te Utrecht aan. Den afstand had hij dus afgelegd in drie uur en drie kwartier. Een zeer groote menigte belangstellenden wachtte hem in Utrecht op. Na een uur gerust te hebben, ver trok hij weer om 2 u. 50 m. van Utrecht. Op den terugtocht had hij met zware stortregens te kampen. Om 4 u. 5 m. passeerde hij Breukelen, om 4 u. 28 tn. Nieuwersluis, om 4 u. 45 m. Loenen, om 5 u. 30 m. Baambrugge, om 5 u. 58 m. Abcoude en kwam om 7 u. 25 m. druipnat op de Nieuwmarkt 27 aan. Bij ziju aankomst werd de vlag geheschen en werd hem namens eenige sportvrienden een zilveren medaille over handigd. Den terugtocht heeft hij dus afgelegd in vier uur vijfendertig minuten. Hij rekent door den regen veertig minuten vertraging te hebben gehad. Onder de menigte werd nog al zwaar gewed op den tijd, die Snoek zou maken. Men schrijft uit Noord-Brabant Veel wordt er gesproken en geschreven over de al of niet vermindering van de zout-fraude. Met eenige zekerheid valt daarover nog weinig te zeggen. Onmiddellijk aan de grenzen zal de smokkelarij steeds blijven bestaan. In allen ge valle ligt er in den accijns van f3 per 100 KG. een voldoende winst, om het zoutdrageu daar voort te zetten. Een andere quastie is het echter of de smokkelarij verder dan een halfuur of een uur van de grenzen met voordeel kan worden gedreven. Zoo lang er werkeloosheid heerscht, zal ook die gang blijven bestaanbeter een klei ne winst en veel gevaar dan niets. De bewoners van het Heike zijn nu eenmaal opgeleid voor het vak van zoutdragen, en de zin voor dit avon tuurlijk bestaan wordt niet op éénmaal uitge- bluscht. Toch willen zij wel anders, nu de ac cijns is verminderd en de winst gering wordt maar zij hebben geen werk. Het zoogenaamde Heike, de naam drukt het reeds uit bestaat grootendeels uit heide, en daar valt niets te ver dienen. De besturen van de drie betrokken ge meenten, waaronder de bewoners van het Heike, ongeveer 1200 zielen, behooren, doen niets en laten alles maar waaien. Zij hopen, dat het Rijk te eeniger tijd als werkverschaffer zal optreden. Het ware inderdaad wenschelijk, dat eens van Rijkswege werd onderzocht, of in dezen toestand geen verandering kan worden gebracht. Als de commissie van enquête in zake den arbeid eens een veertien dagen op het Heike zitting hield, zou zij tal van merkwaardige bijzonderheden ver nemen hoe men daar aan den kost komt. Uit Zelhem wordt aan de Zutph. Ct. gemeld Een 67 jarig weduwnaar en eene 50 jarige weduwe meldden zich ten gemeentehuize aan om samen weder een echtverbond te sluiten. Op de mededeeling van den ambtenaar, dat de afkondi gingen in eene aangrenzende gemeente (woon plaats der bruid) moesten plaats hebben, deed de bruidegom met aandrang het verzoek hem een jaar of tien jonger te maken dan hij werkelijk was; desverlangd zoude hg de moeite goed be- loonen. Eerst na herhaalde en stellige verklaring van den ambtenaar, dat hij hem in deze met geen mogelijkheid kon helpen, gingen de jongelieden in dat opzicht ongetroost heen. De landbouwer Harm Lensiug te Anderen (Drente) was sukkelende, doch in den laitsten tijd weer aan de beterhand. Toen hij nu gister met paard en wagen naar Rolde reed om daar eenige boodschappen te doen, werd hij op den terugweg door den tolmeester in zittende houding dood op den wagen aangetroffen. Zaterdag is te Hatenboer, gemeente Roer mond, een voerman, die met het inrijden van oogst bezig was, door zijne kar overreden. Het wiel ging hem over den hals en de dood volgde terstond. Omtrent de behandeling der kieswet in de Tweede Kamer schrijft de Haagsche correspon dent van de N. Gr. Ct.: Op één punt schijnt men nog volkomen in het onzekere te verkeeren, n.l. ten opzichte van het standpunt, door de Regeering in te nemen tegen over de zeer zeker te verwachten ingrijpende amendementen. Volgens sommigen zou de heer Tak niet bereid zijn tot eenige concessie en vast besloten zich tegenover elk amendement van principiëelen aard schrap te zetten met de portefeuille in de hand. Anderen daarentegen beweren dat het zoo’n vaart niet loopen zal, ook door de wijze waarop het debat vermoedelijk zal worden gevoerd. Men zou n.l. na een paar weken van algemeen debat een voorstel krijgen, niet enkel van libera'en of anti-liberalen, zekere reeds ingekomen amende menten van groot gewicht ter fine van nader onderzoek naar de afdeelingen te verzenden. Op die wijze zou men tegen half Augustus de be handeling staken en een nader schrifteliik over leg met de Regeering uitlokken, teneinde in ’t begin der nieuwe zitting de discussie te hervatten en de quaestie tot een oplossing te brengen. Inderdaad zou iets dergelijks misschien, ter voor koming van een „déraillement" niet zoo ver werpelijk zijn. Doch ik deel u hier slechts mee wat er nu en dan in de politieke kringen uitlekt. En omdat ik nu toch eenmaal op dien weg ben wil ik er wel bijvoegen, dat men al gevolgtrek kingen heeft gemaakt uit de gesprekken die bij de jongste samenkomst van onze Eerste Kamer zijn gevoerd; gevolgtrekkingen die de Tweede Kamer nog te meer dienen te doen waken tegen de onveranderde aanneming der ontwerpen-Tak, waarvoor zoo verzekerde een leider in onzen Senaat zeker geen meerderheid in dien tak der vertegenwoordiging ware te vinden. Uit de verslagen van de commission van toezicht betreffende de doortocht en het vervoer van landverhuizers over 1892 blijkt, dat van Amsterdam zijn vertrokken 7036 landverhuizers, tegen 7046 in 1891, onder wie 1019 Nederlanders. Het eerste halfjaar van 1892 liet een belangrijke toeneming verwachten, doch wegUns de cholera bleef die achterwege. Uit Rotterdam vertrokken 20,991, of 3500 min der dan in 1891. Klachten omtrent behandeling en voeding aan boord en in de logementen kwamen niet voor. Uit Harlingen vertrokken er slechts 10, uit Vlissingen 290. Te Gassel heeft Vrijdag een verschrikkelijk geval plaats gehad. Naar men verneemt heeft daar de eene broeder den anderen doodgeschoten. Het is nog niet bekend, of hier aan moedwil of aan een ongeluk moet gedacht worden. Dejusti- tieis Vrijdagmiddag van ’s-Hertogenbosch vertrok ken tot het instellen van een onderzoek ter plaatse. Nader schrijft men uit Grave Ten ongeveer half drie ure heeft H. v. II. te Gassel Vrijdagmiddaa zijn halven broeder Corne lls op den openbaren weg met een geweer dood geschoten. De verslagene was een idioot, en werd getroffen in den mondhoek, zoodat de kogel een uitweg vindende aan de achterzijde van het hoofd, dit lichaamsdeel geheel verbrijzelde. De moordenaar is daarna huiswaarts gekeerd, en heeft zich verkleed, waarna hij in de richting naar Kleef vluchte. Hij staat bekend als iemand van min allooi en niet vreemd aan de politie, die van een en ander proces-verbaal heeft opgemaakt. Men schrijft uit Steenwijk van 15 Juli: Morgen, Zondag, zal het 25 jaren geleden zijn, dat de marktmeesteres dezer gemeente, Jacoba Schurink, algemeen bekend onder den naam van „Koopien," als zoodanig werd aangesteld. Zij werd destijds benoemd in de plaats van haren vader die op zijn beurt den zijnen was opgevolgd. Voorzeker behoort het tot de groote zeldzaamheden, dat dergelijke betrekking door eene vrouw wordt waargenomen. Het moet echter gezegd dat haar het werk uitstekend afgaat en dit door een man niet zou kunnen verbeterd worden. Zij weet, al telt zij reeds 75, de orde te handhaven als de bestehaar oogopslag dwingt, respect af, zoodat, wanneer zij met haar stokje, dat zij op marktdagen gewoonlijk hanteert, de noodige aanwijzingen heeft gegeven, niemand er aan zal denken, ze niet na te komen. De heer H. Pierson, directeur der Heldring- gestichten te Zetten, heeft bedankt voor de uitnoo- diging om deel uit te maken van de commissie om onderzoek te doen naar den toestand der Weesinrichting te Neerbosch. Hij meent dat het aanmatigend zou zijn in deze commissie op te treden omdat zijn arbeid en positie zoo nauw aan die van den heer van ’t Lindenhout verwant zijn. Gaarne wil hij op alle vragen der commis sie antwoorden, maar, zoo schrijft hij; „Wie von nis velt moet geen deskundige zijn, maar zich door deskundigen laten voorlichten. Bij het te voorzien gebrek aan hooi, ten gevolge der langdurige droogte, stelde iemand in de Zutph. Crt. voor eene commissie te benoemen, die geld zou inzamelen om overal, waar het te krijgen zou zijn, hooi te koopen. Een ander maakt in hetzelfde blad de opmer king, dat als men daarop wachten moet, het vee eer het geld er is, by, honderdduizen- ver beneden de waarde is van de som, die hij er voor betaalt. Tot hiertoe hebben wij ons onderwerp alleen van den finantiëelen kant bezien. Het kan echter ook uit een zedelijk oogpunt beschouwd worden. Op het gebied der goede zeden namelijk zijn de kwartjesvinders en dergelijken niet minder ge vaarlijk. Is het den lezer bekend, dat er onder de schrij vers van boeken, van romans vooral, ook kwar- tjes-vinders schuilen? De kwartjes, welke deze lieden heeten te vinden, zijn hun fraaie stijl, hunne ver bazend nauwkeurige schilderingen en beschrijvingen van de drijfveeren van de daders hunner roman tische personen, de haarfijne ontleding der begeer ten en hartstochten dier personen. Door dat alles wordt de onergdenkende lezer ingepakt en meegesleept, en druppelsgewijze, soms ook bij lepels vol, wordt hem door den schrijver het gif toegediend, dat hem zedelijk te gronde zal doen gaan. Wie door leeftijd en nadenken ge leerd heeft waarheid en leugen van elkaar te onderscheiden, die zal zonder gevaar dergelijke lectuur kunnen verduwen. Maar het onervaren jeugdig geslacht staat bloot aan de diepste ellende, wanneer het zich op zulke geschriften werpt en des te erger, naarmate het waarachtig godsdienstig element in de opvoeding meer verwaarloosd is. En behoorden ook zij niet tot de kwartjesvin ders, die in kranten en vlugschriften de minder ontwikkelden trachten te winnen voor het denk beeld, dat er zoo wat niets deugt in de maat schappij, en dat alles veel beter zou worden, als zij in staat werden gesteld op de puinhoopen der tegenwoordige eene nieuwe maatschappij te stich ten, ingericht volgens hunne voorschriften en aan wijzingen „Lieve menschenzouden we die lichtgeloo- vige lezers wenschen toe te roepen, „past op uwe zakken! Want gij smijt, figuurlijk gesproken, goed geld naar kwaad geld, als ge hen volgt! Zeker, er is veel in de wereld, dat om verandering en verbetering roept. Onze maatschappij is zeer on volmaakt. Maar er zijn veel mannen en vrouwen van goeden wille, die al lang bezig zijn met ’t opruimen van veel verkeerds en ’t invoeren van veel, dat beter is. En hun getal wordt van dag tot dag grooter en hun invloed dus ook. Geleide lijk wenschen zij de maatschappij te hervormen, met behoud van ’t werkelijk bruikbare. Steunt op hen en helpt hen ieder in uw kring een hand je, als ge kunt. Maar wacht u voor de kwartjes vinders Ten slotte nog een woordje aan ’t adres van hen, die hun geluk bij loterijen, bons en hoe die fraaie dingen meer heeten, beproeven. Wat is het, dat hen aldus doet handelen De hoop op winst, zonder aanwending van eenige moeite. Maar ook dit is onzedelijk. Want ten eerste behoort men niet te winnen, als men er niet voor werkt, en ten tweede wordt de winst, door ’t lot verworven, nooit verkregen zonder ’t verlies van velen. En nu zegge men niet tot hem die verliest„Wat deedt ge ook te spelen Gij werdt immers niet gedwongen om mee te doen? Want dat doet niets af van de waarheid, dat de winnende speler leeft op kosten van anderen. Een vinder in den gewonen zin is hij niet, de justitie zal’them niet lastig maken. Maar in zedelijken zin is hij 't wel, dat wascht al het water der zee niet af. Er is maar ééne geoorloofde manier om te winnen. Zij bestaat in eerlijken arbeid. Aan de aldus behaalde winst kleven bloed noch tranen. Men kan ze met een gerust geweten opstrijken. Alle andere winst is uit den booze. De Duitsche Keizer en Keizerin zijn giste ren te Kiel aan boord gegaan van de Hohenzol- lern op reis naar Gothenburg en Bornholm. Een Zweedsch eskader zal het keizerlijk echt paar in de Zweedsche wateren een eeresaluut brengen. De kinderen van den Keizer zijn naar Wil- helmshöhe bij Kassei, om daar de vacantie door te brengen. Tengevolge de langdurige droogte is de waterstand van verschillende Duitsche rivieren zoo gedaald, dat op sommige de vaart is gestaakt en zij op andere nog slechts onder de grootste moeilijkheden kan plaats hebben. Zoo staat b.v. op de Boven-Wezer het scheepvaartverkeer van Blotho en opwaarts sedert 11 dezer stil. De Fulda is bijna geheel droog. Op den Boven-Oder is het zoo gesteld, dat men ieder oogenblik een volledigen stilstand der vaart tegemoet ziet. En zoo is het in bijna geheel Midden-Duitschland. De toespraak van den Rijkskanselier aan den Duitschen Rijksdag, na voorlezing van het keizerlijk bevelschrift tot sluiting der zitting, luidde als vulgt „Mijne heeren Met groote voldoening begroeten Zgne Majesteit en zijne hooge mede-Bonds vor sten het resultaat uwer beraadslagingen. Hoe on- verzettelijker de overtuiging derBondsregeeringen vaststaat, dat de u voorgestelde mate van verster king onzer weerbaarheid de behoefte niet te boven gaat, zooveel te dankbaarder gevoelen zij het, dat Be erkenning van de noodzakelijkheid derleger- hervorming zich steeds over wijder kring heeft uitgebreid en den Rijksdag heeft geleid tot aanne ming van het voorstel. Het is mij bijzonder ver blijdend, dat ik van Z. M. den Keizer in opdracht heb ontvangen, u voor uwe vaderlandslievende medewerking Hoogstdeszelfs dank toe te brengen. Op last van Z. M. den Keizer verklaar ik in naam der Bmdsregeeringeu de zitting gesloten? Zijn er onder mijne lezers, die wel eens van de lieden, door dezen naam aangeduid, gehoord heb ben Ik geloof het wel. Hebben zij er ook kennis mee gemaakt? Tien tegen een zullen ze daarop neen zeggen. En toch!Maar laat ik eerst dat vernuftige volkje wat nader omschrijven. Een kwartjesvinder dan, is iemand, die nu en dan zoo gelukkig is op straat een kwartje te vin den. Eigenaardig is het evenwel en het beves tigt alweer de waarheid, dat Fortuin hare nuk ken heeft dat hem dat geluk alleen dan te beurt valt, wanneer zich in de onmiddelijke na bijheid een onnoozele hals bevindt, bij wien onze man eene goedgevulde portemonnaie meent te mo gen veronderstellen. Nu raapt bij het kwartje op, toont het dezen en zegt met het onschuldigste ge zicht van de wereld’t Is niet meer dan billijk dat jij er ook je deel van krijgt, want jij was er ook vlak bij en hadt het dus evengoed kunnen vinden als ik. Weet je wat? ’t Is toch gevon den geldlaten we in deze tapperij er is toe vallig altijd eene tapperij in de nabijheid van de plaats der vondst laten we hier een bittertje of een klare pakken Nu, men moet al heel vast in zijne schoenen staan om aan zulk een verleidelijk aanbod weer stand te kunnen bieden. Al is men geen groot liefhebber van een hapje, wanneer men ’tzoo maar voor 't drinken heeft, weigert men niet ge makkelijk en men volgt zijn vriend, die met een knipoogje aan ’t adres van den eerwaarden kastelein, dadelijk twee borreltjes bestelt. ’t Toeval wil en naar men weet, speelt ’t toeval een groote rol in de wereld dat in een hoek der gelagkamer, liefst in den donkersten hoek, een paar mannen zitten te kaartspelen. De vinder en zijn nieuwe vriend schuiven bij, en op de vraag van de spelers, of de heeren soms lust hebben een spelletje mee te maken, wordt in den regel bevestigend geantwoord. Al weer toevallig wint onze buitenman eerst een gulden of wat en hij begint zich lekker te gevoelen, vooral als hij zijn tweede of derde glaas je te pakken heeft. Maar Duren is een schoo- ne stad en Kortrijk ligt er dicht bij en onze vriend begint te verliezen. In een oogenblik is zijn winst verdwenen en in zijne portemonnaie wordt een ge weldige bres geschoten. Kortom, de roovers lie ten hem geen cent en als hij eindelijk bemerkt, dat hij in de val geloopen is, is het te laat. Komt hij den bedriegers nu met ver wijtingen aan boord, dan wordt hij eenvoudig de deur uitgesmeten. En als hij met behulp der politie zijn verloren geld terug tracht te krijgen, zijn de vogels al lang door eene achterdeur ontsnapt, om morgen een anderen onnoozelen hals aan dezelfde kuur te on derwerpen. Ziedaar iets uit het leven en streven der kwart jesvinders. Wanneer nu iemand mijner lezers zegt, dat hij zich door zulk slag van lieden nog nooit heeft laten beetnemen, dan ben ik geneigd hem op zijn woord te gelooven, mits hij er bij kan voegen, dat hij ze nog nooit ontmoet heeft op zijn levensweg. Want indien dit laatste wel het geval is, vrees ik, dat hij al eens of meermalen het slachtoffer is geweest van hunne geraffineerde slimheid. Men begrijpt natuurlijk, dat ik hier met kwartjes» vinders niet zulke bedriegers op het oog heb, die in den letterlijken zin dien naam dragen. Maar hoe dikwijls is het niet gebeurd en zal ’t nog ge beuren, dat men, geloof slaande aan de verleide lijke voorspiegelingen van welsprekende schelmen, gewoonlijk te laat ontdekt, dat men bedrogen is Of is ’t niet meer waar, dat de wereld wil bedro gen zijn? ’t Ware te wenschen, maar het schijnt in de menschelijke natuur te liggen, zich te willen laten bedriegen. En niet enkel maar de onnoozelen in den beperkten zin van 't woord ondervinden de waarheid der spreuk. Men treft ze aan in alle rangen en standen, ’t Is bijna ongelooflijk, dat men overigens zeer verstandige menschen ontmoet, die van tijd tot tijd zoo naief zijn om te meenen, dat zij zich in geen geval zullen laten beetnemen. Zij zullen de oogen altijd en overal goed open houden. Zij weten maar al te goed dat bedriegers om alle hoeken en kanten klaar staan en daarom zullen zij oppassen Onnoozelen, die ze zijnEer ze er aan denken, worden zij door iemand, die slimmer is dan zij, be goocheld en in een ommezien komen ze tot de erva ring, dat ze zich, eigenlijk toch willens en wetens, om den tuin hebben laten leiden. Het uitzicht op eene kleine, dadelijk te behalen winst, of op eene groote in het verschiet, verblindt hen. Min of meer duister staat het hun nog voor, dat zij er in zullen loopen, dat zij zich belachelijk maken, dat zij finantiëel benadeeld zullen worden. Zeker, ’t ware beter om de mooie prijzen, die ze maar om ’t grijpen schijnen te hebben, den rug toetekee- ren en de verleiding te ontvluchten. Maar, och, de kans om te winnen is zoo schoonDie fraaie prijzen moeten immers gewonnen worden, en waarom zouden zij die niet evengoed kunnen winnen als ieder ander Welnu, laten zij die aldus bedrogen worden en hun aantal is legio - toch vooral den eersten steen niet werpen op hen, die door de eigenlijke kwartjesvinders uitgekleed zijn. Want deze slacht offers wisten van te voren waarschijnlijk niet, wat men met hen voor had. Zij liepen er bij ongeluk in. Maar wie ’t een of ander voorwerp koopt met de kans om er iets van beteekenis bij te winnenv hii weet» dak de waarde van het gekochte Bolswardsche Courant j

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 1