EUG. van OILS, voorheen Wed. I). H. Brouwer. 1 a Noord-Nederlandsche VEE-VERZEKERING-MAATSCHAPPIJ, gevestigd te WITMARSUM. A S-S-B Sx» -N E W-Y O R K. Sterk Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij ZACHERLIN GoedkoopElegant I Samenwerking tnsschen Friesland, Groningen en Drente. Afvaarten des Woensdags en Zaterdags. Ml .Irj GEMENGD NIEUWS- MEY’s STOFFW-aSCHE meest versterkende drank. 1 2 beste bier voor dagelijksch gebruik. I ONDERLINGE SneekBolswardHarlingen. {Tijd van Greenwich.) e r k d n g e n 9,05 9,45 11,15 7,- 8,15 8,55 Z o n Nadere inlichtingen bij: de N.A.S.M., Afdeeling Pas sage, te Rotterdam, bij den Inspecteur v h Noorden den Heer J. E. KROES te Groningen. Vrijdags kantoor houdende van 9 tot 1 uur in het cafe „Het Gouden Wagentje”, Nieuwstad te Leeuwarden. insecten. van l& GO 30 B m m CS m a. v. a. v. a. v. a. v. 5,— 5,40 7,— 8,15 8,55 7,15 8- 9,15 5,05 5,45 9,— 9,40 9,— 9,40 6,50 8,- 8,45 O P 5,50 6,30 7,50 7,15 8- 9,15 3,40 5,05 5,45 5 ft NJ C 5 eenigst afdoend middel tegen allerlei soort 6,50 8,— ,45 goeclkooper dan het waschloon voor linnengoed. 5- 5,40 O P 5,50 6,30 7,50 12,15 12,55 9,20 10,40 11,20 <1 a 9,05 9,45 3,20 3,55 5,15 12,20 1,45 2,30 Sen: 12,15 12,55 2,15 9,20 10,40 11,20 VERKOOPSMAGAZIJNEN II Il 11 1 5 O O S T E II II A A Al. uit één stuk vervaardigd, is van echt linnen niet te onderscheiden, en De echte waarmerken van le. De verzegelde flesch. Prijzen 25 ct., 50 ct., f 1,—, f 2,—, Verkrijgb en R. J. VOS. W. MEIJER. V Van Sneek Bolsward Te Harlingen Van Harlingen Bolsward Te Sneek Van Sneek Bolsward Te Harlingen Van Harlingen Bolsward Te Sneek Prospectussen gratis verkrijgbaar bij de Directie en hare Agenten. In een gemeente van Zeeuwsch-Vlaanderen is vanwege het post- en telegraafkantoor de vol gende bekendmaking in de herbergen opgehangen: „het Postkantoor te.... is oopen voor Bijde- diensten op werkdaagen 730 tot en met 1130 voor de midag nademidag 130 tot 330 van 430 tot 6 uur op Zondaagen van ’s morgens 7—30 tot 8 —30 voormidags naar de midag 12—30 tot 1-30. Vertrek der Posten’s morgens 6 15 enz. Naar Belgie 7 uur 35 Naar holand 1115 voor de midag. Naar de midag voor Belgie 2.10 voor holand 2.50 en 5.43. Ankomst van holand ’s morgens 7 uur 30 Belgie 8 uur 45 ’s mor en 2.10 Belgie 5.50 holand 8.10 Na Bwerkdagen 1.50 op Zondaagen 1050 ’s morgens. Dit blijft tot 1 October onverandert.” De Kerkelijke Courant bevat de volgende advertentie „Een predikant, niet jong meer, wenscht ver plaatsing. Hij let alleen op fatsoenlijke behan deling en gezonde woonplaats. Brieven, enz.” Nu de photographie ook door leeken met grooten ijver beoefend wordt en het aantal ama- teur-photographen steeds toeneemt, is het niet ondienstig te wijzen op de gevaren, die het om gaan met de veïe vergiften, welke er bij te pas komen, met zich brengt. Een der gevaarlijkste vergiften is het kwikzilver-sublimaateen Duitsch professor te München ondervond dit allengs tot zijn schade. Gewend om dagelijks met dit artikel om te gaan voor photographische doeleinden, be merkte hij na eenigen tijd storingen in zijn ge zondheid zijn spijsverteering werkte slecht en hij verloor eenige tanden. Tot zijn geluk vond hij spoedig de oorzaak van de ziekte en waar schuwt ieder er voor het kwikzilver-sublimaat niet met de handen aan te raken. Een zelfde vergift is het cyaanchloride, dat ingeval van een huidwond, lichte bloedvergiftiging veroorzaakt. Een ander, dikwijls gebruikt wordend vergift is het pyrogalluszuur, dat als arsenicum gevaarlijk is. Men zij dus voorzichtig bij het photographeeren. Heinrich Brugsch verhaalt in zijn levensge schiedenis zijn ontmoeting met den Mecklenburg- schen bierhuishouder „vader" Langfeld, die niet slechts een landgenoot, maar ook een geestver want van Fritz Reuter was. Hij had dezen te Alexandrië leeren kennen en hem uitgenoodigd hem een bezoek te brengen als hij eens te Berlijn kwam. Op een morgen zag hij Langfeld bij hem bin nentreden met een reistaschje aan een groenen band over den schouder. Na de wisseling der ge wone gelegenheidswoorden vroeg Brugsch waar zijn bezoeker logeerde. Hier beneden. Dat is heel toevallig, dus in hetzelfde huis als ik. Neen, beneden in een droschke. O, is u zoo pas van den trein gekomen en zoekt u een hotel? Volstrekt niet; ik logeer sinds gisteren in een droschke. Dat begrijp ik niet; en uw bagage? Die draag ik bij me. Hierbij klopte hij met zijn vleezige hand op zijn jaszak. Daar heb ik kam, borstel en een pakje goud. Maar ik be grijp er hoe langer hoe minder van. Daar valt niets aan te begrijpen. Ik woon in een droschke dag en nacht; dat is ’s nachts slaap ik een paar uur in een koetshuis. Paardendeken warmt goed, ’t Is nu zomer. Overdag rijdt de koetsier me waarheen hij wil; de man kent de stadvervangt voor mij een gids in Berlijn. Ik eet en drink goed, zie alles, weet alles. Staat de droschke stil, dan stap ik uit; krijg inlichtingen; de koetsier wacht en dan rijd ik verder. Als ik schoon linnen noo- dig heb, koop ik het. De koetsier krijgt alles wat ik afleg. Ik ben tevreden. Geen extra vracht, geen hotel, geen fooien, geen bagage, geen zoeken en vragen. Ik heb alles. Ik blijf nog een dag of drie hier. Kleed je nu aan, dokter, en ga met me naar mijn hotel. De koetsier rijdt heen waar hij wil. Heel gemakkelijk. Ik geloof niet.dat er een andere sterveling ooit op de gedachte is gekomen om een droschke als een wandelend hotel te gebruiken gedurende zijn verblijf in een groote stad van Europa. Maar vader Langfeld heeft dit idee reeds toegepast op Triest, Weenen en Praag en is nog niet over tuigd, dat men ook op andere wijze reizen kan. Zijn plan is nu Parijs te bezoeken, waar hij eene gcheclc week in een droschke denkt door te brengen. Vervolgens gaat bij naar Londen om ook dit op dezelfde wijze te bezichtigen. Uit York County in Pennsylvanië wordt een gevalgemeld, dat het volksgeloof bevestigt als zou den slangen geen kwaad doen aan kleine kinde ren. Zekere mrs. Jacob Loan hoorde haar 3jarig meisje, dat buiten voor de deur in het gras zat te spelen, lachen en naar buiten loopende om te zien wat de kleine zoo amuseerde, stond zij voor een toonoel, dat haar het bloed in de aderen deed stollen. Mama, mama! riep de kleine, zie twee levende carpet ragsterzelfdertijd een copperhead slang, die zij vasthield, aan haar moeder toonende. Met wonderlijke tegenwoordigheid van geest riep de vrouw tot bet meisje Breng ze mij, lieve, waarop de kleine meid in ieder hand een slang greep en er mee naar hare moeder kwam toe- loopen. Zet ze neer, riep de moeder, en laat mij ze zien loopen, wat de kleine deed, doch tegelijker tijd bemerkten de slangen de vrouw en de kleur van de koperplek op den kop begen donker te worden, het zekere bewijs dat zij boos werden, terwijl zij op Mrs. Loan kwamen aankruipen. Met de wanhoop in het hart liep de moeder om de slangen heen, greep haar meisje vloog met haar in de armen in huis, sloeg de deur toe en viel daarachter bewusteloos op den grond. Haar achtjarig knaapje hoorde den val en liep om hulp naar den vader, die gelukkig niet verre van huis werkte; hij kwam toeloopen en vond nog de slangen voor de deur, die hij spoe dig afmaakte. De schok voor de moeder was zoo groot, dat zij bedlegerig is, terwijl de klei ne meid hoegenaamd niet tevreden is over mama, die haar hare speelkameraadjes heeft afgenomen. Een bekend dokter schrijft onder den titel „wielrijden voor dames" het volgende: „De eerste vraag, welke ten opzichte van dit punt gesteld moet worden, is zeker wel deze: welk soort rijwiel is het meest geschikt voor dames, de bicycle of de tricycle. Eerst was men vrij algemeen van gevoelen, dat het de tricycle was, maar ik beweer, dat de bicycle veel beter voor vrouwen is. Deze zijn zoo goed van con structie, ze zijn zoo laag men kan ze zoo gemak kelijk bestijgen, dat ze alle voordeelen aanbieden. De tweede vraag betreft, hoe lang een vrouw achtereen mag rijden. Het verstandigste en het raadzaamste is om dadelijk, zoodra men moe is, op te houden. Ik voor mij geloof, dat een vrouw in elk geval niet meer dan vijfentwintig mijlen per dag mag rijden." het wonderbaar werkend ZACHERLTN zijn: 2e De naam ZACHERL. Het SPUITJE 40 ets. aar bij de Depothouders: Te liolsward bij de heeren M. OOSIERB AAN Co. Te Makkum bij den heer II. SCHOLTEN. Te Sneek bij den heer Jons. Te Workum bij de firma SIMON BRANDENBURG!! en Tj. C. 1ABER. Men spreekt dikwijls over de groote som men, welke de vrouwen aan haar toilet besteden, maar sommige heeren doen daarvoor niet onder. Daarvan getuigen de gegevens, welke een mede werker van de Pall Mall Gazette verzamelde, die eens onderzoeken wilde, wat mannen voor hun kleeding uitgeven. Een paar der voornaamste kleermakers in het West-Ènd te Londen ver haalden hem, dat velen hunner klanten bij hem f 3600 a f 4800 per jaar besteden. Een modeheertje kocht eens in één jaar 365 pantalons. Gemiddeld heeft een man te Londen, die in de deftige krin gen verkeert, f 1200 per jaar noodig, terwijl een jonkman uit den middenstand er voor f 180 ’s jaars netjes kan uitzien. In Afrika leven nog veel volksstammen, die een stukje menschenvleesch een lekkernij vinden. De dood van een opperhoofd wordt als een voor wendsel gebruikt om menschenvleesch te gebrui ken, zoo ook de ontvangst van een goed bericht. Soms ook is het een bewijs van trots, de eene hoofdman wil gaarne toonen dat zijn maatschap pelijke positie hem toelaat meer slaven te houden dan zijn collega’s. Hij slacht daarom zijn onder- hoorigen en eet hen op. Een jong hoofdman van nog slechts 2ó jaar pochte er eens op, dat hij in zijn dorp meer dan dertig menschen had laten slachten. De vrouwen zijn beter slagers dan de mannen, zij hebben een ongekende handigheid verkregen om iemand volgens de regelen der zwarte kunst het hoofd af te slaan en het lichaam in stukken te houwen. Wat niet gegeten wordt, is aas voor de honden, die bijna zoo lekker zijn als een menseb wanneer er geen menschen zijn ver gast men zich op honden. Gedurende zijn vacantie is onlangs aan een professor het volgende avontuur overkomen. In het begin van de vacantie ging onze taalgeleerde het gebergte in, daar zijn hart, door zijn zittende levenswijze, met een vetlaag omringd was. De huisdokter zegt hem bij het afscheid nemen, dat wandelen en bergen beklimmen alleen niet helpen zullen, hij moet ook voor een algemeene werk zaamheid van het lichaam zorgdragen. De pro fessor strijkt in een dorp in de Beneden-Harz neder en zint op de algemeene werkzaamheid van zijn lichaam. Hij bemerkt dat het tuinhek om zijn huis wei een verfje verdragen kon en biedt zich aan, het eigenhandig te schilderen. Maar hij heeft het werk te licht geschat, dat el lendige bukken doet hem hoofdpijn krijgen bij de vijfde lat staakt hij het werk. Als hij hersteld is, zint hij weder op nieuwe werkzaam heid. Hij herinnert zich dat de Keizer van Rus land tot dit doel houthakt. Ergo verruilt hij de kwast met den bijl en begint de keizerlijke kunst. Maar ook dit heeft zijn moeilijkheden. Terwijl de kinderen van de waardin hem met open mond staan aan te gapen, raakt hij een stuk hout scheef en het vliegt een jongen tegen het hoofd, zoodat de kleine thans een lidteeken heeft als een oude corpsstudent. Natuurlijk wordt dit gevaarlijke handwerk onmiddelijk gestaakt en de professor bevindt zich ip nieuwe ongelegenheid. Daar doet hij op een goeden dag een uitstapje naar het naaste dorp, dat op een heuvel ligt. Onderweg loopt een vrouwelijke marskramer voor hem, die hijgt en kreunt onder het gewicht van een groote mand met houten lepels, borstels enz. „Kijk," deukt de professor, „dat is juist iets voor mij." Het meisje is niet weinig verheugd als de eerwaarde heer haar aanbiedt de mand tot aan de kerk te dragen. De korf wordt op den rug van den hooggeleerde gebonden en het meisje gaat een oogenblik uitrusten in de schaduw van het bosch. De professor begeeft zich op weg; dat is eerst een algemeene werkzaamheid van het lichaam. Het zweet loopt hem langs zijn gezicht. Daar komt hem een veldwachter tegen, die hem met ongehuichelde bewondering aankijkt. Zeg eens, waar moet dat heen vraagt de gendarme. Naar het dorp, antwoordt de professor trotsch. Wilt ge die koopwaar dan verkoopen? Natuur lijk! Laat eens kijken! De professor zet de mand op den grond, en is innerlijk verheugd dat hij misschien goede zaken voor het meisje kan maken. Wat kost die borstel? vraagt de gendarme. Omdat gij het zijt, zegt de professor gemoedelijk, dertig pfenningen. De gendarme lacht, haalt zijn beurs voor den dag en betaalt. Zie zoo, zegt hij, laat nu uw patentbiljet eens zienDat kan dat meisje daar beneden ons doenzegt de professor onschuldig. Neen, zegt de gendarme, dat gaat mij niet aan, gij hebt verkocht. Wees maar tevreden en loop nu door, want ge hebt een koopje gehad, zegt de nog steeds niets vermoedende. Waarde heer, het helpt u niets, ik maak geen gekheid, laat uw biljet zien of ga mede naar den schout. De duivel mag met je medegaanroept de professor woedend uit, blijf me met je flauwe aardigheden van het lijf. De gendarme blijft echter volhouden, roept het meisje, pakt haar de mand op den rug en gaat met beiden naar den schout. De professor is blind van woede en schelt den gendarme uit. Kalm wat vermaant deze, als ge me beleedigt, dien ik u in het brandspuithuisje op te sluiten. Zij komen bij den schout aan en de gendarme brengt verslag uit. Kunt ge u legimiteeren wordt den professor gevraagd. Deze heeft gelukkig een papier bij zich en overhandigt het den grimmigen dorpstiran. Het is goed, zegt de laatste, wilt ge de boete nu betalen, of willen we u een bevelschrift tot betaling thuis zenden? Maar begrijpt ge dan niet, dat het verkoopen een grap van me was Hm, zegt de schout, grappen zijn in de wet niet voorzien. Kort en goed, de professor heeft zijn 30 mark moeten betalen, en thans zint hij op een algemeene werkzaamheid van het lichaam die hem niet in botsing brengt met zijn neven- menschen en met de wet. De Belgische Regeering is voornemens om voor de buitenlandsche correspondentie postzegels uit te geven, waarop de woorden „niet bestellen op Zondag" voorkomen. Van buitenlandsche postbesturen is gebleken, dat zij niet voornemens zijn zich aan die mede- deeling te storen. Zeer terecht; de afzender, die verlangt dat zijn brief niet op Zondag besteld wordt, kan zelf zijne maatregelen nemen en hem Vrijdag morgen of Maandag op de post bezorgen, dan is hij vooral in het laatste geval, zeker, dat zijn gemoedsbezwaar tegen de Zondags-be- stelling geeërbiedigd zal worden. De vriendelijke, lieftallige manieren zijn voor velen evenals een gelegenheidskleed, dat zij uittrekken, als zij hun eigen huis weer binnen treden. Het groote genot, dat het spreken over zich zelf verschaft, moet ons doen vreezen, dat er weinig genot meer overblijft voor hen, die ons aanhooren. P. Bourget. Men veracht zichzelf, als men niet durft zijn wat men is. Onze woorden hebben vleugelen, maar vlie gen niet altijd daarheen waar wij wenschen. Stoomdruk Firma B. Cuperus Az. Bolsward, MoAcrliiij - Vollenhoven’s STOUT Vollenhoven’s LAGER [I <WJ' j it W c ■J ft 02 2,15 r I! I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 4