NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OISWAmKWOSEaAOEJL
Het lied van Spohr en de Kermis.
Twee en dertigste Jaargang.
1893.
No. 34.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
i<L
i <i
SXX XXX XXXX^XXXXXXXXX
DONDERDAG 24 AUGUSTUS.
^xxxxxxxxx^xxx x xcxcxcxc x
Het bestuur van Floralia,
M. E. van der MEULEN, Voorz.
P. PE ERE BOOM.
P. J. FENNEMA.
K. van R1NGH.
O. J. KEILMAN.
J. HOMMES.
Mr. P. PEEREBOOM.
Leve Bolsward
Vivat de petroleum
FLORALIA'
Tentoonstelling van Planten op 7 September 1893.
Na de gehouden belangrijke tentoonstelling te
dezer stede, wacht ons weder eene tentoonstelling,
doch nu van meer eenvoudigen aard, hoewel toch
steeds belangwekkend. Op den 7 September a.s.
viert „Floralia” namelijk haar jaarlyksch bloe-
menfeest. Voor de Donateurs en Leden van „Flo
ralia” is de tentoonstelling welke gehouden wordt
in de sociëteit „de Doele,” ’s middags geopend
van 24 ure. Vreemdelingen en tijdelijk ver
blijf houdende huisgenooten worden toegelaten
tegen betaling van 25 cent de persoon.
Des avonds 7 ure is er vrije toegang voor de
inzenders van bloemen, en voor ieder, die geen
lid is, tegen betaling van 10 cents. Hierbij zijn
twee uitzonderingen, waaraan het bestuur streng
de hand zal moeten houden. Geen huisgenoot,
niet lid zijnde, wordt toegelaten op de kaart van
een lid en geen kind beneden den leeftijd van
16 jaren. Ten 8 ure wordt de toegang onvoor-
waardelijk gesloten.
Het zal het bestuur aangenaam zijn, ook dit
jaar weder overjarige planten ter opluistering te
mogen ontvangen. Wij vleien ons, dat wij weder
van onze stadgenooten een en ander zullen ontvan
gen ter versiering van de zaal en bovenal, dat het
bestuur, indieu mogelijk, voor of op 7 September,
verblijd zal worden door de toezending van
eenige prijzen, daar het ons niet mogelijk is, de
kosten daarvan uit onze geringe inkomsten te
bestrijden.
Al had Spohr dat lied niet gedicht, al had
Spandau het niet in een Nederlandsch kleed ge
stoken, al had mevrouw zijne schoondochter het
niet herhaaldelijk bij de piano gezongen de
kermis is gekomen en herinnert ons aan de snel
heid des tijds. Als de Bolswardsche kermis eerst
achter den rug is, gaan we snel de korte dagen
tegemoet, zoo zeggen we, en het is ons, als we
tenten en kramen zien af breken, als zagen we
een symbool aan het heengaan van ’t schoone
jaargetijde. Het schoone jaargetijde met zijn
kleuren en geuren, zijn licht en zijn leven achter
ons, en in een niet ver verschiet de herfst, de
roover van kleur en geur, en de winter, de tijd
van donkerheid en dood.
En hoe kort was die zomer, hoe snel ging hij
voorbijReeds is het Kermis.
Voor waar menigeen is die opwekking noodig.
Toch gaf Spohr ze een plaats in zijn lied en
met niet minder klem doet ook de kermis haar
booren. O, een schoon bloempje is het, het bloempje
der vreugd.
En teer is het ook als zoovele andere bloemen.
Het schoonst bloeit het in de lente, in de lente
des levensmaar voor wie het naar eisch weet
te behandelen, opent het zijn bloesem ’t geheele
jaar, dat is, ’t geheele leven door. Maar dan
komt het er vooral op aan de echte soort te be
zitten, bekend onder den naam van levensvreugde.
De soort, die kermisvreugde heet, is minder deugde
lijk zij schittert wel in de lente en houdt ook
in den zomer nog eenigen glans, maar die glans
vermindert dra en houdt het tot den herfst niet vol.
„Morgen geen zon meer, die heden nog gloeide
„Morgen geen bloem meer, die heden nog bloeide
„Weet ge’ wat morgen de toekomst u biedt?
„Dwaas die het leven niet heden geniet.”
’t Is maar eens kermis we zijn maar één
maal jong: Ja, en we leven ook maar éénmaal.
We willen genieten. We kunnen genieten. We
mogen genieten. Zijn niet al onze zinnen voor ons
bronnen van genot Is 't geen genot, ons te koes
teren in de stralen der zon, die heden schijnt en
ons te vergasten aan de liefelijke kleuren en de
verfrisschende geuren, die zij schenkt aan de bloem
die heden bloeit? Misschien is morgen die zon door
wolken bedekt en die bloem afgevallen!
Haast u, roept de kermis, geniet heden, wat ik
u aanbied, want morgen ga ik van u! En baar
stem wordt gehoord, zij noodigt niet te vergeefs.
Hoe vele andere stemmen haar ook bestrijden en
haar tot zwijgen willen brengen, zij vindt steun
in de velen, die hare vreugde voor levensvreugde
aan zien, en bij de weinigen die ze tot levens
vreugde weten te maken, 't Is maar eenmaal ker
mis, we zijn maar éénmaal jong, maar éénmaal
leven we; dat zij ons een aansporing om dan ook
niet éénmaal onze vreugde, moedwillig of onbe
dachtzaam te bederven, want gedane zaken
nemen geen keer. Gebruiken, maar niet mis
bruiken.
„Al ons genot, onze hoop is verbonden,
„Aan de zoo vluchtige levensseconden,
„Prachtig rijst d’ochtend, door ’t zonlicht verguld,
„Somber daalt d’avond, in rouwfloers gehuld.”
De laatste twee regels stemt de kermis niet mee
in. Haar vreugde biedt zij op de verleidelijkste
wijze als ’t zonlicht haar niet beschijnt. Zij be
hoeft het kunstlicht het meest en in enkele ge
vallen verlangt ze geheel geen licht. Daar is zij
niet beter om, maar zij is niet anders, zij parodieert
de woorden van Spohr en zegt:
„Vrolijk wordt d’avond door ’t gaslicht verguld,
„d’Uchtend in slaaperige nevelen gehuld.”
Met de eerste twee regels stemt ze gaarne in,
en ze doet het voorkomen als of ze voor zich den
avond en den nacht koos, om het getal der vluch
tige levensseconden met eenige te vermeerderen.
Dat ze gebruik maakt van een bedriegelyk mid
del, och, daarvoor is ze immers de kermis.
„Dankbaar genieten is wijslijk genieten.
„Laat ons de dorrende bloemen begieten!
„Heden, wat morgen ook kwijne of verwelk,
„Opent het bloempje der vreugde zijn kelk.”
Dat is nu maar de kunst. Te genieten, werke
lijk te genieten, dankbaar te genieten. Laat ons de
dorrende bloemen begieten. Och, de kermis heeft
ook dorrende bloemen en zij doet ook bloemen
verdorren. Ja, ook bloemen, die noodig afgesneden
moeten worden, heeft ze. Maar al weer, zij kan ’t
niet helpen. De kermis is wat wij van haar maken,
en wanneer Spohr u toe roept: „Laat niet ver
kwijnen het bloempje der vreugd,” dan zegt hij
niet: zoek de vreugde der kermis, en ook niet,
ontvlucht hare verleidingen, maar dan spoort hij
.u aan, ten allen tijde, ook op de kermis, zoo te
genieten, dat niet daarna een worm, die berouw
lieet, aan het bloempje der levensvreugde komt
knagen, zoo dat het aan ’t kwijnen slaat.
Dwaas, die het leven niet heden geniet, maar
ook ongelukkig die ’t genot alleen zoekt in dwaas
heden en zinsbegoochelingen aanziet voor levens-
van een en ander, vervalt hjj in eene geldboete
van f25 voor elk feit en bij niet tjjdige inleve
ring der arbeidersstaten in eene geldboete van
f 1 voor elk verzuim.
INGEZONDEN.
Eene wandeling van Bolsward
naar Amsterdam.
Gelijk de meeste onzer lezers bekend zal
zjjn, ondernam de Heer J. Reintjes j. 1. Vrijdag
nacht een voetreis van Bolsward naar Amsterdam.
Op ons verzoek was genoemde Heer zoo be
leefd het verslag zijner reis voor ons Blad af te
staan, dat wij hieronder laten volgen.
Amsterdam, 21 Aug. 1893.
Met genoegen voldoe ik aan Uw verzoek, en
daarmede aan mijne belofte U mijne voetreis na
der te omschrijven.
Ik twijfel er niet aan of de verschillende tele
grammen aan Westerbaan gezonden, zullen ook
U ter inzage zijn gekomen.
Toen ik het gezellige Bolsward verliet, had ik
flink weer om te loopen en vorderde ik best, want
reeds ’s morgens ruim 8 uur was ik in de Lemmer,
maar nu begon de Dagvorstin gewelddadig op te
treden en wel zoo, dat ik door de warmte ge
dwongen mijn verder gaan moest opgeven. Ik
was te 12 uur in Kuinre en ging daar slapen
met het doel des avonds om 10 uur weer te ver
trekken. Maar, o wee, de Natuur was in een
diepe duisternis gehuld, ik kon geen hand voor
oogen zien en daarbij viel de Hemelsche dauw
zoo met stroomen neer, dat ik besloot maar weer
te gaan rusten, hetgeen ik dan ook deed tot Zon
dagmorgen halfvier. Ik bereikte toen Zwolle om
één uur; hoewel ik ook hier aan de Hondsdagen
herinneringen genoeg kreeg, begon ik toch haast
te maken en vertrok na een uurtje aldaar te
vertoeven in de richting van Elburg en kwam
Zondagavond 10 uur in Harderwijk aan. U be
grijpt, dat niemanl noodig was mij in slaap te
wiegen, doch niettegenstaande dat, was ik reeds
om 3 uur weer uit de veeren, en heb dus slechts
4 uur geslapen. Ik ging toen weer op pad, maar
kon het laatste deel van mijn weg eenige uren
verkorten, door niet over Hilversum en Weesp,
maar over Naarden en Muiden te gaan.
De weg is over het algemeen zeer goed; al
leen van de Lemmer tot Zwolle een afstand van
minstens 10 uur zoekt de vermoeide wandelaar
te vergeefs een boom om zich in de schaduw
eens te verkwikken.
Op de Veluwe viel mij de weg buitengewoon
mee, over het algemeen nog al veel schaduw.
Zoo kwam ik dan heden morgen om 11,40 hier
aan.
Het was een aardig tochtje, doch ik moet er
kennen, dat het mij goed is bevallen en dat ik
mij zeer wel bevind.
Veel lust tot schrijven had ik eigenlijk heden
niet, doch ik had dit U te stellig beloofd. U
neemt het mij in deze omstandigheden zeker niet
kwalijk, dat ik ’t wat vlug op papier heb gezet.
Doe s. v. p. mijne complimenten aan alle vrien
den, die mij de eer hebben gedaan bij mijn ver
trek tegenwoordig te zijn en zeg hen, dat ik hun
een dergelijk reisje kan aanbevelen.
Ontvang zelf vooral mijne vriendschappelijke
groeten,
JACQUES REINTJES.
Handelsblad.
„Mij van een rijwiel wenschende te ontdoen
plaatste ik eene advertentie in het Handelsblad.
Dinsdagmorgen kwam daarop een net gekleed
jongmensch als reflectant vragen het aangeboden
wiel te zien.
In het minst geen argwaan koesterende, vooral
ook daardoor, dat het bedoelde jongmensch ge
deeltelijk gekleed was in wielrijders-costuum, met
insigne van den Wielrijdersbond voor zijn pet,
liet ik hem op zijn verzoek de machine probeeren
en een eindweegs wegrijden.
Om den hoek eener straat verdween hij echter
uit het gezicht, ik wachtte een uur op zijne terug
komst, waarna ik de politie van het gebeurde in
kennis stelde. Tot heden is het haar echter nog
niet mogen gelukken den sluwen oplichter op het
spoor te komenevenmin ben ik tot nu toe we
der in het bezit van het mij op zoo listige en
verregaand brutale wijze afhandig gemaakte wiel
gekomen.
Een nieuw soort van mangelhuis! Op een
uithangbord op een der Amsterdamsche grachten
leest men het volgende: „Hier mangeld men groote
en kleine wasschen, glasch en aardewerk/
Utt Leeuwarden schrijft men aan het Hbl.
In het bestek van de door B. en W. op 26 Aug.
a.s. te houden aanbesteding van het doen van
verf werken aan onderscheidene gemeente-gebou-
wen is den aannemer de verplichting opgelegd,
geen werklieden beneden 20 jaren in dienst te
nemen en een minimum-loon van 12 cent per uur
uit te betalen. lederen Zaterdagavond zal hij ten
kantore van den directeur der gemeentewerken,
moeten inleveren een door hem en de werklieden
onderteekenden staat, vermeldende het loon, dat
hij aan eiken persoon per uur in de afgeloopen
week heeft uittetaald en den leeftijd der werklie-
In de Italiaansche hoofdetad had gisteren
opnieuw eene anti-Franschgezinde betooging
plaats. De politie moest de menigte uiteendrij
ven.
Omtrent het gebeurde op Zondagavond wordt
nog het volgende medegedeeld. Op het Colon-
naplein werd een volksconcert gegeven. Men
eischte evenals den vorigen avond het Italiaan
sche Koningslied en daarna het Pruisische
„Heil dir im Siegerkranz11. De volksmenigte
stemde jubelend mede in en daartusschen weer-
<lonken allerlei kreten, als Leve Duitschland
Weg met Frankrijk! Weerwraak voor onze broe
ders Studenten trokken met Italiaansche vlag
gen voorop, het ruime plein over en de steeds
aangroeiende menigte sloot zich bij hen aan. Op
de vraag waarheen weerklonk het van alle zij
den naar het Palazzo FarneseNaar de Fran-
sche ambassade! Dood aan de moordenaars on
zer broeders
Toen de menigte op het ruime plein aankwam
waaraan het paleis Farnese ligt, was zij wel tot
20,000 man aangegroeid. Steeds meer en meer
drong zij op tegen het militair cordon, hetwelk
de Fransche ambassade beschermde, toen opeens
dit doorgebroken werd en op hetzelfde oogenblik
vloog een regen van steenen in de vensters van
het gebouw, zoodat aan verschillende zijden de
glasscherven rinkelend neervielen. Met een balk
werd daarop de deur van het hotel gerammeid,
maar terwijl de doffe slagen over het plein weer
galmden, kondigde trompetgeschal het aanruk
ken van cavalerie aan. Binnen een uur tijds
was het plein schoongeveegd en in een leger
kamp herschapen.
Omtrent de kansen op aanneming van de
Kieswet schrijft de Haagsche correspondent der
Middb. Crt.:
Verscheidene leden der Kamer, die liever een
ander, een beperkter kiesrecht zouden willen dan
het nu voorgedragene, zullen inzien, dat eene be
slissing, waardoor de aanhangige voorstellen wor
den afgemaakt, hunne wenschen niet nader tot
vervulling zal brengen. Want wat zal vermoede
lijk het gevolg van zoodanige beslissing zijn
Men moge thans beweren, dat de Koningin-Re-
gentes in geen geval van Kamer-ontbinding hoo
ien wil, en dat dus de aftreding van dit Kabinet
noodzakelijk zou worden door een zoodanige be
slissing met de optreding van een nieuw Ministe
rie met een beperkter kiesrecht-programma ik
geloof dat die bewering een verzinsel is van de
conservatieve Hofcoterie, of althans een onjuiste
gevolgtrekking uit den zeer begrijpelijken afkeer
van Hare Majesteit tegen Kamer-ontbinding. Ko
ningin Emma is veel te verstandig om niet in
te zien, dat de vervanging van het tegenwoor
dige Kabinet door een a la van Houten in de
gegeven omstandigheden een politiek waagstuk
zou zijn. En daartoe zal zij niet dwingen.
Hare constitutioneele plichten, waarvan zij in
derdaad doordrongen is, zullen haar een anderen
weg doen inslaan. Door hare hand te leenen tot
de indiening van deze voorstellen heeft zij daar
van de noodzakelijkheid erkend. Door een votum
in anderen zin van de Kamer kan op die er
kenning niet wel worden teruggekomen, omdat
door datzelfde votum de Kamer bewijzen zou niet
de vertegenwoordiging te zijn van de niet te loo
chenen meerderheid in den lande, die thans
van dat recht verstoken kiesrecht verlangt, en
aan wie de Regentes zelve dat kiesrecht geven
wilde. Dat votum van deze Kamer kan alzoo niet
rechtvaardigen het langer onthouden van het be-
gèerde recht aan die niet door de Kamer vertegen
woordigde burgers, die de Regeering, en met haar
de Regentes, daarvoor rijp achtte. En dat nieuwe
verkiezingen na eene ontbinding van de Tweede
Kamer in deze eene meerderheid zouden brengen
voor een kiesrecht in den nu voorgestelden geest,
zal wel niemand betwijfelenen dan zal de Eerste
Kamer zich niet tegen de invoering daarvan ver
zetten. De bedoelde beslissing zou dus alleen eenig
uitstel en een tijdperk van ernstige beroeringen
veroorzaken. Er zullen geen vijftig leden zijn,
die daarvan de verantwoordelijkheid willen dragen.
Hecht voor Allen laat, na op zijne wijze
eene voorstelling gegeven te hebben van het
voorgevallene bij de straattooneelen, welke na
de meeting van Woensdagavond te Amsterdam
zijn voorgevallen, met grootere letter deze op
ruiende woorden volgen
„Wij achten het onverantwoordelijk voor zich
zelf, zijne vrouw en kinderen, om ongewapend
zich te wagen aan sabelhouwen en stokslagen
der politie. Slechts als we gewapend zijn, evenals
de politie, dan staan onze kansen gelijk. Nu
loopen we alleen kans, om door de huurlingen
der bourgeoisie mishandeld te worden. Wanneer
zal het volk, opgeroepen door het trommelen der
burgerij, gewapenderhand zijne rechten doen
gelden? Wanneer zal ook hier het lalanterne
door de straten donderen? Wanneer De autori
teiten schijnen alles te doen, om deze ure te
verhaasten. Welaan, dan ten strijde
Dit is, zegt het Handelsblad, gewetenlooze taal.
De schrijver er van weet zeer goed, dat, als de
militaire macht optreedt, de dus opgeruide onge-
Ook andere Amsterdamsche bladen spreken
hunne afkeuring uit over het straatkabaal en
doen uitkomen, dat op die wijze het doel, het
welk men zich voor oogen stelt, niet zal worden
bevorderd: in Nederland is men niet gewoon
wetten te maken onder den invloed van straat
kabaal.
Het Dagblad van Nederland schrijft
„Jammer dat een deel onzer socialistische
werklieden zulk een meeting alweder heeft doen
eindigen met een straatkabaal. Waartoe diende
de tocht naar mr. Rutgers’ huis De heer Rut
gers, men wist het, was niet thuis en deze af
gevaardigde had misschien wel de hardste woor
den gebezigd, maar zijn oppositie was in elk
geval veel minder gevaarlijk dan die van zoo
vele anderen.
Zoolang het socialisme zoo slecht geleid wordt
in de hoofdstad, zal het bij de Nederlandsche
werklieden onmogelijk de sympathie kunnen
vinden die het elders zich zoo snel verworven
heeft.
Te Hilversum heeft een knaap zich deer
lijk de handen verwond bij het vasthouden van
een op de hei gevonden losse patroon, terwijl
zijn neef die door een slag met een hamer deed
ontbranden. Dr. Berkenstein, die toevallig in de
nabijheid was, verleende den jongen onmiddellijk
de hoog noodige hulp.
Bij het veelvuldig gebruik dat tegenwoordig
van de Gooische heide gemaakt wordt tot het
houden van schietoefeningen, zoowel met scherpe-
als losse patronen, is het zoeken van ledige hulzen
voor de jongens in de buurt een geliefkoosd werk
dat echter noodlottige gevolgen kan hebben.
Een man in het Kortenbosch te ’s-Graven-
hage, die Vrijdag ondertrouwd was, mishandelde
zijn bruid, na terugkeer van het Raadhuis zoo
danig, dat zij „moord14 riep, waarop de politie
de deur der woning forceerde en den woesteling
onder hevig verzet naar het commissaria it van
politie overbracht.
Door de politie te ’s-Gravenhage is huis
zoeking gedaan in de woning van een man, ver
dacht van het maken van valsche munt. Een
drietal valsche rijksdaalders werd in zijn bezit
gevonden, doch geen vormen of gereedschappen.
Het Geïll. Pol. Nieuws merkt op dat in
de laatste maanden verscheidene personen te
Amsterdam terechtstonden wegens het ten ver
koop in voorraad hebben, verspreiden en uitgeven
van zedelooze boeken, photographieën, enz. Die
zaken werden steeds behandeld met gesloten deu
ren. „Daar echter de beklaagden zóo bang wa
ren voor publiciteit, dat zij ons zegt het blad
in het rechtsgebouw aan de trap reeds op
wachtten met verzoek de zaak niet te vermelden,
gelooven wij dat het kwaad wellicht beduidend
zou verminderen, wanneer die zaken in het open
baar werden behandeld. In den Haag worden
zeer dikwijls zulke zaken in een openbare zitting
behandeld, terwijl te Amsterdam de preutschheid
wel wat ver wordt gedreven, tot groote blijdschap
der beklaagden, wier handel in onzedelijke boe
ken en platen winstgevend genoeg is om een ad
vocaat te nemen en boete te betalen, terwijl zij
zich nog wel eens tweemaal zouden bedenken,
als zij wisten met naam en adres in het open
baar te worden gesignaleerd. Dat onzedelijke
boekjes hoogst demoraliseerend werken op de
jeugd, zal niemand durven tegenspreken zij, die
uit een zoo immoreel bestaan geld willen slaan,
moeten dan ook de gevolgen maar afwachten.
Een Amsterdammer is het slachtoffer ge
worden van een wielrijdenden oplichter. De op
gelichte schrijft daaromtrent het volgende aan het
rijwiel wenschende te ontdoen
genot.
Bolswardsclie Courant
D. VAN DER MEER.
„Snel als der stroomen staag wentelende baren,
Kollen daar henen de dagen, de jaren.”
Laat niet verkwijnen het bloempje der vreugd,
Knapen en meisjes het bloeit in een jeugd.