NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD «JLSWARP BI» WONSERADEEL 1893. Twee en dertigste Jaargang. No. 44. BUITENLAND. INGEZONDEN. BINNENLAND. VOOR 1 ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XiZtCXXTXXDCX^XZrCXXZrCXXXiX: DONDERDAG 2 NOVEMBER. 0 ^.xxxxxxxxx ^xxxxxxxx x De Duitsche Rijksdag zal reeds den 16den November a.s. bijeenkomen, wijl de Rijkskanselier een spoedige behandeling wenscht der ontwerp- handelsverdragen met Servië, Rumenié en Spanje. Verder is dan de begroeting te behandelen, en daarna komen de nieuwe belastingen op wijnen tabak aan de orde. De telegrammen uit Rome maken wederom van onlusten op Sicilië gewag. In het stadje Mil- locca had de politie den president en drie be stuursleden van een werkmansclub gearresteerd. Het volk liep te hoop en het waren de vrouwen, die zich aan het hoofd stelden om een aanval op de gevangenis te doen en de arrestanten te bevrijden. Toen Zaterdag een afdeeling troepen te Millocca aankwam, zijn een groot aantal in woners, onder wie circa 40 vrouwen, in hechte nis genomen. In vier plaatsjes van de provincie Palermo zijn een aantal opruiers gearresteerd. De Regeerings- commissaris Sensales is van Sicilië naar Rome wedergekeerd. Hij adviseert om verschillende ge meenteraden alsmede een aantal clubs, die de op roerige beweging onderhouden, te ontbinden. Voorts zou een korps bereden politie moeten ge vormd en een goede regeling van de looncon- tracten tusschen werklieden en grondeigenaars moeten ontworpen worden. De bandieten blijven inmiddels toonen, dat de tot dusver genomen militaire maatregelen hen niet afschrikken. Uit Raffadali nabij Girgenti wordt weer een nieuwe ontvoering van een rijken grondeigenaar gemeld. Een losgeld van 40000 lire wordt door de roo- vers geëischt. Zaterdagnacht omstreeks half vier is op de Zuiderzee tusschen Marken en Urk de tjalk Jantina .Maria, groot 105 ton, beladen met steen kolen en bestemd voor Bolsward, gezonken. De schipper, Tije Fekkens uit Veendam, alsmede de opvarenden, zijne vrouw, kind, dienstbode en twee knechten, zijn gered doordien zij in de boot gingen, waarin zij, na tot ongeveer half tien te hebben rondgezwalkt, werden opgemerkt door Arie Klaasens Kzn., schipper van den botter II K 133. die hen opnam en naar hunne woonplaats Harderwijk overbracht. De tjalk was tegen zeegevaar verzekerd. Ten einde de werking van het perronkaar- ten-stelsel te neutraliseeren, betaalt de restaura teur van het station der H. IJ. S. M. te Delft de kosten van het perronkaartje terug aan ieder, die in de 2de klasse wachtkamer iets gebruikt. Een landbouwerswoning onder Haarlem- merliede met 11 H.A. weiland bracht in publieke veiling op f22,490; 12 jaar geleden was die hof stede aangekocht voor f 36,000. Met het oog op den druk der tijden, maken zich meerdere ge zinnen, zoowel in deze gemeente als te Haar lemmermeer, tot landverhuizing gereed. Een mooi voorbeeld gaven enkele landheeren onder laatstgenoemde gemeente en Sloten, door 5 en 10 pet. mindering in pachtsom toe te staan, in hoofdzaak tot aankoop van veevoeder, door dat de hooioogst gering was. Naar aanleiding der berichten omtrent de mindere productie van Waalsteen over het jaar 1893 meldt men ons, dat hoewel de prijzen van inferieure soorten wel is waar iets verbeteren, de toestand der industrie zoodanig is, dat vele fabri kanten er ernstig over denken cm het volgende jaar niet te werken; treurig voorwaar, voorzoo- velen die hun brood in die industrie moeten ver dienen, evenzeer als voor de bevolking der veen derijen en de binnenlandsche scheepvaart, die zware belastingen moeten opbrengen en moeten goedvinden dat aan gebouwen, zooals het station der Staatsspoor in den Bosch, het gebruik van Belgische steen wordt toegestaan, ondanks de al- gemeene bekendheid dat die in kwaliteit verre achterstaat bij Nederlandsche Waalsteen zoolang de Nederlandsche werkman en de Nederlandsche industrieel wel moeten zorgen voor tijdige beta ling van de steeds meer en meer drukkende be lasting, doch bij de uitvoering van openbare wer ken moeten toezien, dat de vreemdeling de voor keur verkrijgt als er wat te verdienen is, zoo lang zal er weinig vooruitzicht zijn op eenige ver betering in dezen waarlijk treurigen toestand. Eene goede gedachte was het dus van de Ver- eeniging van Nederlandsche Steenfabrikanten, om te trachten aan dezen onhoudbaren toestand een einde te maken en de Regeering te vragen om van Staatswege eene commissie te benoemen, teneinde een vergelijkend onderzoek te doen plaats hebben tusschen Belgische en Nederland sche steenvoor onze Nederlandsche industrie en den Nederlandschen ambtenaar hopen wij dat die resultaten eenige verbetering mogen aanbren gen. De Turf- Steen-industrie. In de N. R. Ct. komt een artikel voor van den heer C. T. Stork te Hengelo, waarin hij zich beklaagt dat bij de levering van verschillen de werken ten behoeve der gemeente Rotterdam de Nederlandsche nijverheid wordt uitgesloten. De heer Stork, die nopens een viertal gevallen meer nauwkeurige mededeelingen doet, besluit zijn schrijven als volgt: „Men zal mij mijnheer de redacteur naar ik hoop wegens dit schrijven niet verdenken per soonlijke grieven te willen uiten. Door hier mijne ervaring mede te deelen, weet ik zeer goed dat de kansen voor mijne firma om aan de gemeente Rotterdam te leveren niet beter worden. Men zal van mij ook niet vermoeden dat. ik begin toe te geven aan protectionistische neigingen Waar echter onze Nederlandsche machinenij- verheid vaak met moeite, maar toch met goed gevolg weet te strijden tegen buitenlandsche concurrentie, daar acht ik het den plicht van een groote gemeente als Rotterdam haar daarin te steunen, en niet haar daarin tegen te werken. Meent de directie van gemeentewerken, dat de Nederlandsche machinenij verheid niet kan con- curreeren, dan ontzeg ik haar bij allen eerbied voor hare overige bekwaamheden het recht hierover een oordeel uit te spreken. Zij geeft zich zelfs de moeite niet te onderzoeken wat Nederlandsche machinefabrieken kunnen pres- teeren.* Zoo de justitie er nog niet in geslaagd is om de vermiste vrouwen van de Jong te vinden wat verklaarbaar is en zoo de moorde naars der dienstbode van de familie Viotta, en die der vrouwen te Haarlem, en de bedrijvers der moorden te Gouda, te Hontenisse enz. door haar nog niet zijn ontdekt, daarom is het nog niet gedaan met de gerechtigheid in Nederland. Men oordeele Twee kinderen werden voor den Utrechtschen rechter gebracht. De akte van beschuldiging luidde, dat zij des nachts zich hadden schuldig gemaakt aan diefstal in vereeniging, door middel wan overklimming, van goederen aan eene kerk toe- behoorende. En wat bleek ten slotte, dat terechtstonden een meisje en een knaapje, arme kinderen, die op een Zondagmorgen vroeg een beetje gras wa ren gaan halen voor ’t konijntje, op een berm of akkertje achter de kerk, welk gras daar ge maaid lag, maar als „strooisel11 liggen bleef. Het gestoiene was zóóveel, dat een der rechters vroeg: „Zeg eens, veldwachter, denk je dat de waarde van 't gestoiene wel tot 4 centen zou komen Dit geval werd gevolgd door een ander, waarin terechtstonden twee knaapjes, wien te laste gelegd was dat zij een boer de vruchten van een appel boom hadden ontroofd, de veldwachter had gezien doch van de overzijde der rivier, dat door steen worpen de appelen in grooten getale neervielen en deze door de knapen werden „gezakt*. Door de rivier kon hij niet bij hen komen, maar door ’t opheffen van zijn stok had hij hen op de vlucht gedreven! En wat bleek hier? Dat de knaapjes, nog te onvast van hand en oog, hunne keisteen tjes niet eens in de goede richting van den boom hadden kunnen krjjgen, en geen appel meester waren geworden. Procesverbaal, ernstige behandeling door de rechtbank en een eisch door den officier van justitie van 10 dagen gevangenisstraf voor elk der beklaagden. De exploitatie van de gemeentelijke Duin waterleiding te Middelburg over 1893 levert een nadeelig saldo op van f 11,745. Een arme drommel had zich uit armoede opgehangendoch eer hij dood was, werd het koord door eenen voorbijganger doorgesneden, en de wanhopige was verplicht, tegen wil en dank in het leven te blijven. Nu heeft de zelfmoordenaar zijn redder een gezegeld papier gezonden, om dezen langs rech terlijken weg te verplichten hem, dien hij het leven redde, ook voor het overige zijner dagen den kost te geven. De toestand van den heer Keuchenius blijft volgens de Standaard, nog altoos even tragisch. De kwaal, die hem heeft aangegrepen is niet tot staan gebracht. Uit Wageniogen meldt men ’t Was Maandag, bij gelegenheid der loting voor de nationale militie, zeer rumoerig in de stad. Den ganschen dag liepen velen van de lo- telingen in beschonken toestand langs de straten en kwam het hier en daar tot vechtpartijen, waarbij van messen werd gebruik gemaakt. De socialisten wisten van deze gelegenheid partij te trekken en organiseerden in den avond een optocht, waarbij de bekende liederen werden gezongen en de roode vlag ontplooid. Bij ontstentenis van een commissaris van po litie (de nieuwbenoemde is nog niet aangekomen) trad de burgemeester, mr. Hesselink van Such- telen, zelf handelend op en trachtte het zingen te beletten, terwijl een politieagent de vlag af handig maakte. In het gedrang, dat daardoor ontstond, werd den burgemeester een wond met een mes toegebracht in het onderlijf, terwijl de oudste wethouder eveneens eene verwonding be kwam. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ontbo den de twee geneesheeren bevonden echter, dat de wonden niet gevaarlijk waren. Een paar belhamels werden in hechtenis ge nomen, waarop het volk samenschoolde voor het stadhuis, vriilatins der arrestanten eischte en kinderen nog een tijd onder de onbekwame lei ding, eer men er toe komt, den overigens goede menschen hun brood te ontnemen. Maar hapert er iets aan de opvoeding in het gezin, waarin de wees geplaatst is, zóó dat scheiding noodzakelijk is, dan kan zonder veel bezwaar verandering aan gebracht worden, het aan andere pleegouders wor den toevertrouwd. Doch dit is toch nooit de liefderijke opvoeding, die het kind in het ouderlijk huis ten deel ge vallen zou zijn? ’t Is waar, maar de toewijding van een vreemde kan het ver brengen. Raadpleeg maar eens de ervaringen van de Maatschappij tot opvoeding van Weezen in het Huisgezin. Deze Maatschappij, in het jaar 1874 opgericht, stelt zich ten doel, zooveel mogelijk tegen billijke vergoeding, de opvoeding van weezen in huisgezinnen te be vorderen. Zij wijdt hare zorgen aan de opvoe ding van weezen tot hunne meerderjarigheid of tot aan het tijdstip, waarop zij zelven in hunne behoeften kunnen voorzien. Zij kan vele bewijzen aanhalen van een verzor ging van „het vreemde kind“, niet slechts getui gend van gezond verstand, maar van een geduld dat groot, van een liefde, die onuitputtelijk is. Zijn ook hare pleegouders niet volmaakt; ook wij, vaders en moeders hebben onze gebreken en de aan hare zorgen toevertrouwde weezen zijn niet alleen toonbeelden van leergierigheid, gezeg gelijkheid en braafheid. Gij vergeet, zoo zult Ge, geachte Redacteur, mij misschien toevoegen, Ge vergeet, dat er in de door U aangehaalde woorden verder gezegd wordt, dat de theorie van weezenverpleging in het huis gezin on voor waardelijk juist is, maar dat dit, op groote schaal toegepast, in de praktijk vastloopt op het groote bezwaar, om een voldoend aantal ge zinnen te vinden, waarin weezen inderdaad opvoe ding krijgen. Neen, ik vergeet dit niet; ik steler de ervaring van genoemde Maatschappij tegenover, dat zij nog nooit een wees heeft moeten afwijzen, omdat geen geschikt gezin te vinden was. Met uitzondering van het eerste jaar had zij steeds meer aanvragen van pleegouders, dan weezen om te plaatsen. Er is dus vooreerst nog geen reden om op te houden in de richting der Maatschappij voort te arbeiden. En hoe nauwgezet gaat zij bij de plaatsing te werk. De weezen worden alleen geplaatst in goed ter naam en faam staande gezinnen. Het huisge zin en de maatschappelijke positie der pleegouders moeten van dien aard zijn, dat daarvan geen na deel voor de weezen te vreezen zij. Tot pleeg ouders worden zooveel mogelijk menschen gekozen van denzelfden stand en dezelfde godsdienst-ge- zindte als waartoe de ouders der kinderen behoor den. Plaatsing bij armlastige gezinnen is uitge sloten. Ook worden de kinderen niet geplaatst in gezinnen, die zonder de geldelijke tegemoetkoming voor de verzorging tot den armen staat zouden vervallen. In geen geval mag het kind tot arbeid of loon trekkende diensten gebruikt worden, voor dat het voldoend onderwijs genoten heeft en zulks zonder gevaar voor zijne lichamelijke en zedelijke ontwik keling geschieden kunne. Wanneer weezen aan de zorg der Maatschappij worden toevertrouwd, vinden wij eerst een plaats op Zandbergen, het Doorgangshuis der Maatschappij nabij Amersfoort. Daar wordt eerst getracht, de kinderen te leeren kennen, omdat ook de a.s. pleeg ouders iets meer wenschen te weten dan het ge slacht, den leeftijd en de godsdienst-gezindte hun ner pleegkinderen. Daar worden de kinderen eeni- gen tijd, nagegaan om te weten, welke pleegouders en welke omgeving voor de behoeften en den aan leg van het kind vereischt worden. Bovendien is deze inrichting onmisbaar, bij noodzakelijk ge worden verplaatsing of tot herstel na ziekte of bij overgang van dienst of betrekking. De directeur der Maatschappij, de waardige Heer M. W. Scheltema Ez. woont aldaar en bij hem zijn steeds voor wie pupillen aan de zorg der Maatschappij toevertrouwden of aan een dezer ver want is of in een hunner bizonder belangstelt, vol ledige inlichtingen te verkrijgen. Ook na de meer derjarigheid der weezen of als zij in eigen be hoefte kunnen voorzien, worden zij nog niet aan zich zelven overgelaten, maar blijven bestuurders der Maatschappij over hen toezicht houden of geven hun raad, voor zoover dit noodig is of die ver langd wordt. Deze Maatschappij, die langzaam maar zeker in bloei toeneemt, verdient den steun van velen, die zich nog onthielden voor haar iets af te zon deren. Begunstiger is hij, die f 2,per jaar bij draagt; lid, die minstens ƒ5,contribueert of 100 in eens aan de Maatschappij voldoet. In Bolsward en hare omgeving, waar Uw blad gaarne gelezen wordt, zijn enkele begunstigers en leden dezer Maatschappij, maar hun aantal is nog veel en veel te klein. Mogen mede door dit ge schrijf velen opgewekt worden, het belangrijke vraagstuk der weezenverpleging ernstig te over wegen en zich daarna tot den Directeur-Secretaris, den WelEd. Heer M. W. Scheltema Ez., Zand bergen bij Amersfoort wenden met de toezegging van een geregelde geldelijke bijdrage. Met de opname dezer regelen zult Gij ver plichten, Geachte Redacteur! Vergun mij, naar aanleiding van het artikel in Uw laatste nummer, getiteld: „Een woord over de Neerbosch-quaestie*, overgenomen uit de Arnh. Courant, een enkele opmerking te maken en voor deze in Uw blad een plaats te vragen. Het spreekt van zelf, dat Gij door opname van dat stuk, toont in te stemmen met de strekking van genoemd artikel. Dat niet alleen, wat de hootdzaak aangaat, maar ook in de onderdeelen. Deze zijn, ook naar mijne meening over ’t al gemeen zeer juist. Dat hier de hoofdschuldigen in de netelige Neer- bosch-quaestie genoemd worden, zij, die met een buitengewone mildheid hun giften toezonden, zon der te weten, of de directeur de noodzakelijke geschiktheid voor opvoeden in zulk een stichting had of zonder ook aan te dringen op degelijk en scherp toezicht dat moge een harde waarheid zijn, maar kan niet worden ontkend. Zulke juiste opmerkingen worden meerdere ge maakt. Maar naar aanleiding van het door mij aangehaalde, wordt dan ook gezegd dat „de Chris telijke liefdadigheid die leert, dat daarbij de eene hand niet mag weten, wat de andere doet, strijdig is met de door praktijk en wetenschap als juist erkende beginselen der arm verpleging*. „Elke ondersteuning van armen, in welken vorm ook moet in gemeen overleg geschieden. De schrijver karakteriseert hier de Christelijke liefda digheid als eene, welke zonder gemeen overleg handelt, welke in strijd komt met de door prak tijk en wetenschap als juist erkende beginselen. Ik sta zeker niet alleen, als ik daartegen protes teer. Het Christendom staat nooit vijandig tegenover wetenschap en praktijk, integendeel waardeert deze als middelen, om tot helderder kennis van God en 't goddelijke te komen. Ook bij de lief dadigheid versmaadt zij de voorlichting van geen van beide. En de hier, evenals zoo menigmaal, misbruikte bijbelplaats wil slechts opkomen tegen „het huiche len bij het geven van een aalmoes, om door de menschen geprezen te worden11Het ideaal van liefdadigheid zal toch moeten blijven: op kiesche wijze den arme wel te doen, zonder zijn besef van eigenwaarde, zijn natuurlijke fierheid hem te ont nemen. Maar, waar de laatste reeds zoovelen is ontzonken aan wie de voornaamste schuld mag tegenover dezen de liefdadigheid niet zonder nauwkeurig toezicht te werk gaan. Maar ik mag hierover nu niet uitvoeriger schrij ven, omdat een andere opmerking in het door U overgenomen stuk mij trof en noopte er iets tegen te schrijven. Het zijn de woorden: „Kleine gestichten vormen het ideaal van wee- „zenverpleging, een betere zelfs dan verpleging in „het huisgezin; want is de theorie, waarvan deze „uitgaat, onvoorwaardelijk-juist, in de practijk „loopt zij als normaal, dus op groote schaal toe gepast, middel op het groote bezwaar vast, om „een voldoend getal gezinnen te vinden, waarin „weezen inderdaad opvoeding krijgen. Er worden „al zooveel eigen kinderen zonder eigenlijke op voeding d.i. zedelijke vorming groot". Kleine gestichten het ideaal van weezenverple ging. Veroorloof my een vraag: zijn weezen andere kinderen dan zij, die niet zoo vroegtijdig de ouder liefde en zorg moeten ontberen? Immers neen. Acht ge het dan het ideaal van alle opvoeding: een verpleging van alle kinderen in kleine gestich ten? Dwaze vraag, zegt Ge. Maar als Ge dan voor het niet-ouderlooze kind gewenscht acht, de opvoeding in het huisgezin, is dan ook niet het meest gewenschte voor een weesde plaatsing in het gezin? Zeker, eenvoudiger en gemakkelijker is het hem of haar toe te vertrouwen aan een daarvoor opge richt gesticht. Daar zijn zelfs sommige kinderen voor welke de huiselijke opvoeding niet de meest ge wenschte is, voor welke de tucht van een ge sticht ik denk nu niet alleen aan weeshui zen, ook b. v. aan opleidingsscholen te ver kiezen is. Maar over het algemeen is de huiselijke op voeding van het kind de natuurlijke, ook voor den ouderlooze. Kan aan den ouderlooze het ouder lijk huis niet geheel worden vergoed, men kan hen, toch wel een vader, en een moeder geven, die zich geheel als zoodanig aan hem toewijden. Ieder kind heeft zijn eigen humeur, zijn eigen aardigheden, waaraan niet genoeg zorg besteed kan worden, als het met 40 a 50 anderen tegelijk wordt opgevoed, ’t Kind, dat in zoovele gevallen verlangt, zijn hart eens uit te storten, kan dat niet doen in een weeshuis. Ik ding hiermede niets af van de toewijding van vele „weesvaders en weesmoeders*. Als het aantal der door hen op te voeden weezen klein genoeg is, kan dit ook goed geschiedenmaar wij moeten rekening houden met het bepaalde maxi mum van 40 a 50. En dan is de gewenschte teedere betrekking tusschen de weesouders en al de kinderen onmogelijk. Niet dus op de weesouders werp ik een blaam, Uw dw., B. steenen naar de politie wierp, waarvan er o. a. één een ruit der secretarie verbrijzelde. Maandagnacht te twaalf uren zijn vijf-en-twin- tig artilleristen, onder bevel van luitenant Maes, naar Wageningeu vertrokken. De militaire macht was door den burgemeester gerequireerd. landscho firma’s, nu onlangs weder de levering van twee buizenketels ten dienste van het Cen traalstation voor electrische verlichting aan de firma Willmann Co. te Dortmund, terwijl de Nederlandsche nijverheid zeer goede waterbuis ketels vervaardigen kan. deren ongewenscht. Daar komt nog iets bij blij ken zij, die aan het hoofd van het gesticht ge plaatst zijn, ongeschikt, hoe moeilijk is het dan, deze hun ontslag te geven. Meestal laat men de Ik cursiveer. Bolswardsche Courant I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1893 | | pagina 1