NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD WORSERADEEL
Uit de Raadszaal.
Drie en dertigste Jaargang.
1894.
Extra-Nummer.
MAANDAG 1 -JANUARI. X
Evenals tot he
den zal in 1894
het Eaadsverslag der
Gemeente Wonseradeel
als gratis Bijvoegsel bij de
Holswardsche Couran l
verschijnen.
VOOR
verkrijging ook
ook onaannemelijk geacht.
het
rX
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
gels. Ver-
limte.
•lauwbrug
te leggen
rinding te
VERGADERING OP VRIJDAG
29 DEC. 1893.
;en. Na
ijn broe-
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver-
Jöj volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
beter en gelijkmatiger verdeden van lasten,
daardoor meer in overeenstemming met de
individueele draagkracht. De menschen
worden getroffen kortom, overal is men
bezig met het zoeken naar eene oplossing
der maatschappelijke nooden opdat langs
den weg der geleidelijkheid betere toestan
den mogen worden verkregen. Dit was in
1893 het geval, hopen wij dat in 1894 niet
minder zal zijn. Hopen wij dat de nieuwe
jaarkring zonder al te groote schokken haar
baan zal afleggen, dat wij bevrijd mogen
bljjven van oorlog, epidemische ziekten en
andere ongelukken, hopen wij vooral dat
ieder onzer een open oog en open hand
moge hebben en lust, kracht en moed om
mede te arbeiden in de goede richting tot
verhooging van ons eigen levensgeluk, ter
verkrijging ook van levensgeluk voor den
breeden zoom der misdeelden, voor wien tot
nu geen vreugde is weggelegd.
Dan zal 1894 een rijk gezegend jaar zjjn
waarop wij met trots zullen kunnen terug
zien en dat wij met gulden letteren in onze
herinnering zullen kunnen aanteekenen.
Dit zij uw aller deel!
3 herhalen
nogmaals
igsche cou-
p, hoe een
een hoog
d dat ande-
n:
t de anar-
kan daar-
vloed uit-
3n in bare
misdaden
7 erzwijgen
rnodig, aan
e bewijzen
itereen tot
en hunne
geruimen
gen en tot
op hunne
maardheid
iet zwakke
at hij zien
d te volgen
e worden14,
zich op het
daar door
e de ge
kten jaar-
der erva-
zulk een
ing ter be-
oodig. Met
gewichten
itaan. De
heven van
gt, zullen
i gebaat,
rde herijk-
loopen, en
iber 1895,
Jn de tijd-
at tijdvak
ivincie zal
fgeloopen,
tl zal zjjn,
izichtiging
ist. Crt.
lophandel
stemmen
ring van
ehouden
md „de
gesteld,
t verbod
schen is
;evonden
a hebben
issctiïSn^-
bedelaai
ijnstraa|
r op da
oos nee^
90 stal.
igen tij-
ort vaat
Kooy ui
jn tot no,
ens onze
jn schijt
>en heefi
il hebber
j vaartuig
cht wordt
n Amstel
>otis niets
d op leege
dat, geel
versierd,
Iet groote.
kt zonder
Ie laatste
gezwaag
bijna 50
de borst
3n in de
it er niet
verreden
iden dag
zoodanig
- - «C
'.'I
nep, deels gezeten in miniatuur-rijtuigjes, waar-
onder een fraaie, vergulde galakoets, deels wan
delende den Circus binnen. Nadat de kleine
„groote44 gasten waren uitgestapt en een hunner
de dames en heeren aan het gezelschap voorge
steld had in de Fransche taal, oarstten de toejui
chingen reeds los, die toenamen, toen deze kleine
mensebjes achtereenvolgens als zangers en zange
ressen, als muzikale clowns, als acrobaten en als
Alle 13 leden waren tegenwoordig.
Ingekomen zjjn
a. Resolution van Ged. Staten houdende
goedkeuring der wijziging van de verorde
ning op het openbaar lager onderwijs, het
supl. kohier van hoofdelijken omslag en van
de gratificatie aan den stadstimmerman.
b. Missives van de heeren G. Schoonhoff,
Y. L. Hettema, H. Veen Pz., D. J. Brou
wer, A. Faber, P. de Jong en Mej. M. E.
VosBokma, dat zij de resp. betrekkingen,
waartoe zij in de vorige raadsvergadering
benoemd zjjn, aannemen.
c. Een missive van den heer K. Tromp,
houdende dankbetuiging voor de hem ver
leende belooning als waarn. gemeente-archi-
tect.
I Een en ander voor notificatie aangenomen.
d. Een adres van 64 ingezetenen, verzoe
kende dat het vaarwater van de v.m. Blauw
poort en het Schildwijk gedempt wordt, wijl
hierdoor een groote verbetering en verfraai
ing van de stad zal aangebracht worden.
Ter visie om met advies in een volgende
verg, te behandelen, tegelijk met een vroe
ger adres over die zelfde zaak.
De heer Eisma merkt op dat dat andere
adres reeds voor een jaar of 3 is ingekomen, en
hij vraagt of de voorstellen van het D. B.
nu weldra ter tafel komen
De Voorzitter antwoordt dat het de be
doeling is dat die voorstellen in een der
eerstvolgende vergaderingen in behandeling
zullen komen.
e. Een adres van de afd. van den Soc.
Dem. Bond, verzoekende dat de baanvegers,
indien deze noodig zijn, door de gemeente
zullen worden beloond met f 1,25 per dag,
of 15 cent per uur, wijl het onbillijk is, die
menschen eerst te laten werken en dat zij
daarbij moeten bedelen.
Ter inzage, tot de volgende vergadering.
f. Een missive van heeren Gasthuisvoog
den, houdende een voordracht van twee
personen voor de vacature in hun college,
door het overlijden van den heer D. v. d.
Werf Gz.
Deze voordracht bestaat uit de heeren
N. L. J. Bruinsma en Mr. P. Peereboom.
Burg, en Weths. hebben hieraan toege
voegd de heeren J. H. Kingma en H. J.
v. d. Oever.
In de volgende vergadering zal de be
noeming geschieden.
g. Een adres van den heer K. Tromp,
verzoekende herbenoeming tot Directeur-
Boekhouder der Gasfabriek, daar deze be-
I trekking 1 April a.s. expireert.
Ter visie tot de volgende vergadering.
waarnorgen.
Toch stelle men de beteekenis van wetten en
hervormingen niet te laag, en vergete vooral on
der de heugelijke verschijnselen, welke 1893 als
eene kostbare nalatenschap aan 1894 overlaat, niet
de gezindheid van den Nederlandschen wetgever,
om in de richting van dat maatschappelijk ge
meenschapsgevoel werkzaam te zijn. Er is eene
kiesreebthervorming op handen, welker bedoeling
is de eenheid der natie hoog te houden en het
en kan alleen ons beter maken, wanneer
wij slechts de stem willen begrijpen tot ons
sprekend uit die herinnering.
Het eeuwig spel der natuur speelt ook
hier zich af. Geboren worden en sterven,
de alpha en omega van al wat aardsch is.
Rusteloos snelt de tijd voorbij, jaarkring
volgt op jaarkring en de mensch, toch nu
en dan zich daaraan willende herinneren,
richt mijlpalen op, waarbij hij kan stilstaan
en terug zien, mijlpalen, om een oogenblik
tot zich zelve te komen en zich een terug
blik te gunnen op wat achter hem ligt. Zulk
een mijlpaal is het nieuwe jaar. Weggegaan
zijn zij, de drie honderd vijfenzestig dagen,
met al hun lief, hun leed, hun uitspanning,
hun zorg, hun voorspoed, hun tegenslag;
zij liggen achter ons, smartelijk voor den
een, gelukkig voor den ander, maar voor
allen weggegaan, voor altijd. Geen goud
kan ook maar één spanne tijds terug koo-
pen, de tijd rept de Vleugels en spoedt zich
voort, weï hem, die een goed gebruik maakte
van dien tijd, dan wordt het terugzien aan
genaam.
Men spreekt van de dooden geen kwaad,
zoo luidt het spreekwoord en het is goed,
wanneer men zich er maar aan hield. Toch
wordt vaak reeds na de begrafenis dë dier
bare overledene door het slijk gesleurdwij
willen dit echter niet doen. Er is ook wei
nig reden voor. Zag de wereld met angst
en spanning 1893 tegemoet, het jongske heeft
zich kalm ontwikkeld, is man geworden en
grijsaard, is van ons weggegaan, en het oor
logszwaard bleef in de schede, de fakkel der
verwoesting, de fiolen van haat en dierlijk
heid, zij werden niet neergeworpen op het
aardrijk, de menschheid bleef in 1893 voor
dien onteerenden gruwel bespaard. Ziekten
grepen om zich, maar gelukkig, ook ditmaal
weder hadden gelukkig de ongeluksprofeten
ongelijk; had men ons bang gemaakt dat
de gevreesde cholera in 1893 heftiger om
zich heen zoude grijpen, naarmate zij in 1892
kalmer was geweest, de voorspelling kwam
niet uit gelukkig. Het is waar, op maat
schappelijk gebied mogen wij niet roemen
over rooskleurige toestanden. Achteruitgang
is allerwege. De zaken gaan slecht, het cre-
diet neemt af, de meest soliede instellingen
wankelen, Staten betalen geen rente, de
nationale schulden nemen toe, de belasting
druk wordt steeds zwaarder, de koopkracht
vermindert en de rust in stad en land gaat
te loor, de menschen worden ontevredener
met hun lot, aan de gemeenschap worden
hoogere eischen gesteld, de jeugd wordt
bandeloozer, de eerbied van het gezag ver
zwakt, de eerbiediging van andermans leven
en eigendom wordt geringer, de zedeloosheid
neemt hand over hand toe, gevangenissen
en krankzinnigengestichten zjjn overvuld,
kortom er heerscht een ongezonde toestand.
Maar toch, wij mogen ook wijzen op licht
punten. Het mag toch wel opwekkend heeten
het verschijnsel, overal waargenomen, dat
de besten onder ons niet langer de oogen
sluiten voor de maatschappelijke ellende en
misstanden. Niet langer gaat men ziende
blind door het leven, niet langer bedekt men
als een struisvogel zich de oogen, denkend
dat omdat wij nu zelve niet waarnemen, de
toestanden ook niet bestaan.
Gelukkig wordt steeds meeren meer wak
ker het besef, dat wij niet meer mogen
huldigen het systeem van den boel maar
op zijn beloop laten en men slaat de han
den aan den arbeid om verbetering aan te
brengen waar zij het eerst en meest noodig
is, namelijk onder de arbeidende klasse.
Hier zien wij dat meergegoeden zich het
lot aantrekken der arme kinderen, wien zij
op school warm voedsel verstrekken, ginds
zien wij uitdeelingen van kleedingstukken,
elders wordt den volwassenen brood en koffie
verstrekt, en wat beter nog is dan dit alles
er vormen zich steeds meer commissie’s
om door werkverschaffing zooveel mogelijk
tegemoet te komen aan de gedwongen
werkeloosheid waarvan in onze dagen zoo-
velen het slachtoffer zijn. Maar ook door
I andere wetten wordt gestreefd naar een
PUNTEN van BEHANDELING.
1. Benoeming van twee leden der Com
missie voor de gasfabriek.
De heeren Van der Weij en Eisma wor
den beiden met 12 stemmen herbenoemd.
2. Benoeming van twee leden der Com
missie tot het ontwerpen van verordeningen
tegen wier overtreding straf is bedreigd.
De heeren Eisma en v. d. Weij worden
beiden met 12 stemmen herbenoemd.
3. Benoeming van een lid der Commissie
voor de gymnastiekschool.
De heer P. J. de Boer wordt met 12 stem
men herbenoemd.
De benoemden nemen deze betrekkingen
wederom aan.
4. Nadere behandeling van het voorstel
van Burg, en Wethouders tot het in onder
houd overdragen van een gedeelte trekweg
met missive van het gemeentebestuur van
Hennaarderadeel.
Het gemeentebestuur van Hennaardera
deel deelt in zijne missive mede, dat de
raad dier gemeente met bevreemding ver
nam dat een zaak van weinig finantieël
belang, die bovendien door hem reeds zoo
laag gesteld was, nog in nadere overweging
moest genomen worden. Met de herstelling
van den weg zal reeds een honderd gulden
gemoeid zijn, en hoewel het onderhoud op
f 10 ’s jaars is geraamd, heeft die raad toch
de geheele vergoeding slechts op f 200 be
paald, een lager som wordt door hen dan
ook onaannemelijk geacht.
De heer Pos heeft met eenige bevreem
ding dat schrijven gelezen, en het is toch
een feit dat de bewoners daar den wal als
opslagplaats gebruiken. De weg is daar van
groot belang voor de verfraaiing van
dorp en evenals wij hier indertijd een plex
gronde om een school te vergrooten wat
duur moesten koopen, zoo is het ook daar,
waar die weg van groot belang is.
De heer P. J. de Boer vindt in de bere
kening van Hennaarderadeel geen onbillijk
heid en hij kan met het voorstel van het
D.B. gelijk het 10 Oct. j.l. is ingediend,
meegaan.
De heer Schievink wil niet in herhaling
treden van wat hij vroeger zeide, maar toch
ook nu nog vindt hij f 200 toelage te veel
voor een weg, waarbij men zoo veel belang
heeft. Hoewel nu niet aan de orde, wenscht
hij toch den Voorzitter te vragen of het
bruggetje daar dicht bij ook kan worden
opgeruimd, waarop hij reeds vroeger wees.
De heer Eisma komt het niet te veel voor,
en hij meent dat het voorstel van het D.B.
dient te worden aangenomen.
De Voorzitter kan ook niet vinden dat de
eisch egoïstisch is. Men moet niet vergeten
dat het een ontredderden toestand is, en dat
indien men dit voorstel verwerpt, men ge
noodzaakt zal worden tot een kostbare her
stelling. Hij vindt inderdaad dit voorstel
in het belang van Bolsward.
Omtrent dat bruggetje kan hij den heer
Schievink mededeelen dat dit, indien nog
eenige bezwaren zijn weggeruimd, wel zal
kunnen vervallen.
Het voorstel van het D.B. wordt aange
nomen met 11 tegen 2 stemmen de Heeren
Schievink en Vos.
5. Resolutie van Gedep. Staten houdende
bemerking omtrent de gemeente- en schutterij-
begrooting over 1894.
In deze resolutie wordt de raad uitge-
noodigd de gemeentebegrooting zoo te wij
zigen, dat de bijdragen voor pensioen wor
den gebracht onder hoofdstuk IX, en niet
bij de verschillende takken van dienst, en
tevens om de som, benoodigd voor den aan
leg van een schietbaan aan te brengen, daar
art. 42 en 36 der schutterij wet deze ver-
eischt. Tegen het overschrijven van de
pensioenbijdragen bestaat geen bezwaar.
De heer P. J. de Boer heeft met leed
wezen vernomen dat Ged. Staten zich niet
kunnen vereenigen met het besluit der roy-
ëering van den post „aanleg van een schiet
baan.44 De art. 42 en 36 waarop Ged. zich
beroepen, zijn voor den raad geen nieuws.
lissaris van
het verbod
gooien. Dit
ht en tegen
de plegers moet proces verbaal worden opgemaakt.
De intentie is loffelijk, maar dat het verbod
heel veel zal uitwerken valt te betwijfelen, ’t Ltet
nu eenmaal in de natuur van de jongens om te
onderzoeken, hoe sterk het ijs wel is, en ’t ligt
met m de natuur van kantonrechters om maar
alles als overreding te beschouwen, wat door een
commissaris van politie als zoodanig wordt be
stempeld.
Als een bergstroom rolt hij voort, de tijd
Nog amper is verstomd de nagalm van
het klokgelui, dat der menschheid kond
doet dat weder de herinnering wordt ge
vierd aan de groote gebeurtenis die voor
bijna 19 eeuwen een nieuw tijdperk der
wereldgeschiedenis opende, nog klinkt ons
in de ooren de engelenzang in Bethlehem’s
vlakten den herders toegezongen, nog hooren
wij het Gloria in Excelcis wegstervend in
de lucht, of reeds klinkt ons een ander
geluid in de ooren, zwaarmoedig heen-
ruischend over land en beemd, ons oproe
pend naar het bedehuis, want het is de
laatste avond van het jaar. Ernstig en lang
zaam schrijdt de schare daarheen. Diep in
den nacht laten de stemmen Gods hun ge
luid hooren, nu eens somber en zwaar, dan
helder en doordringend als het Avé klokje,
maar altijd indrukwekkend, altijd aangrij
pend, altijd een roepstem voor die hooren
wil, een memento, toegeroepen aan geslacht
op geslacht dat thans rust onder de koude
aarde, aan geslacht op geslacht dat vergeten
is en vergaan, zonder eens meer sporen te
hebben achtergelaten. Een memento, dat
ons er aan herinnert hoevelen als wij door
alle eeuwen heen den tocht maakten op
den Sylvester avond, moedig en fier, 'het
hart vol hope, niet denkend aan den dood,
om straks aangegrepen te worden door dien
machtige en neergeworpen in het stof.
Een memento voor die hooren wil, een
memento voor allen, om althans dezen avond
een oogenblik ernstig in zich te keeren,
zich ze!ven te toetsen, zich af te vragen
of men goed deed of kwaad.
Het is een goede gewoonte om den laat
stee dag van het jaar te wijden aan het ter
aarde brengen van den grijsaard, wiens
lente, zomer, herfst en winter zich afspon
nen in zulk een korten tijd. Weemoedig
staart men terug op wat achter ons ligt,
een traan wijdt men aan de nagedachtenis
der dierbaren, die van ons zijn weggerukt,
onze nietigheid wordt ons eerst recht duide
lijk, wanneer wij daar, in het Godshuis,
ons zeiven toetsen, wanneer wij onze reke
ning opmaken om na te gaan of debet en
credit sluiten, of onze jaarrekening winst
of tekort aan wijst. Het is goed, wanneer
wij althans eenmaal in het jaar er ernstig
aan denken, dat straks ook voor ons de
ure kan slaan waarop onze kaars is afge
brand en de onverbiddelijke maaier den last
zijns Meesters zal vervullen door den broozen
draad af te snjjden die „leven44 heet. Het
is goed als wij er althans eens in het jaar
aan denken, dat als de ure daar is dat de
groote tocht moet worden aangevangen,
waarvan niemand weet waar heen, waarvan
niemand terug kwam, dat wij dien tocht
doen alleen, met achterlating van al onze
rijkdommen, al onze vrienden, dat niets ons
volgen zal, niets dan onze daden, zij mogen
dan goed zijn geweest of kwaad.
Het moge ons weemoedig stemmen, wan
neer wij denken aan die velen, die nog
nauwelijks een jaar geleden met opgewekt
heid den nieuwen jaarkring begroetten en
die nu reeds lang rusten op den doodenakker,
het moge nieuwe wonden weder doen bloe
den, of oude wonden op nieuw openrijten,
het herdenken van de dierbaren, die zijn
weg gegaan, het stemt tot hoogeren ernst
tenstraat vervoerd.
Gestikt. Zondag zijn in het vooronder van
het kraakschip De goede verwachting, liggende aan
de Wilhelminakade te Rotterdam, door kolen
damp gestikt gevonden de 11- en 14-jarige zoons
van den schipper Van der Wouden. De oudste
had, om zich te verwarmen, bij het schrijven van
een nieuwjaarsbrief aan zijne ouders, eene stoof
met een brandende briquet naar het vooronder
I i
f
I
Bolswardsche Courant
1
--------