NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD OLSWARD EN WONSER.ADEEL Onze Rechtsspraak. 1894. Drie en dertigste Jaargang. No. 3. BUITENLAND. BINNENLAND. INGEZONDEN. lüSHMKRM VOOR Nu ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver- volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XCXCXXCXCXXCXXC^XDX/CXXiXXXCX: DONDERDAG 18 JANUARI. ^XCXCXZXiXZX: XXX XXXXXX X XZ X BERLIJN, 16 Jan. Bij de opening van den Landdag, wijst de Troonrede op het stijgend te kort op de begrooting en de daaruit voortvloei ende moeilijkheden, welke op haar beurt zijn ontstaan uit de toenemende eischen aan de af zonderlijke Staten gesteld. Dit kan slechts ver anderen door eene nieuwe financiëele regeling en vermeerdering van de eigen inkomsten der Staten. De troonrede kondigt maatregelen aan om de ongunstige tijden voor den landbouw te trachten te overwinnen. De rechtsverhoudingen der grond bezitters zullen moeten gewijzigd worden. De troonrede besluit met te zeggen Bij de toenemende scherpte van den strijd tusschen mee- ningen en belangen moet er een vergelijk getrof fen worden met het doel voor oogen, dat het wel zijn van het vaderland boven alles gaat. De Temps deelt mede, dat de commissaris van politie Clément een huiszoeking bij een Parijsch anarchist gedaan heeft, wiens naam echter nog verzwegen wordt, omdat hij verscheiden verwanten in een der Ministeries heeft, wier posi tie zeer geschokt zou worden, indien zijn naam bekend werd. Te Bordeaux zijn door de politie drie man nen betrapt, terwijl zij bezig waren anarchistische biljetten aan te plakken. In de zakken van een hunner vond men een kennisgeving van de Spoor wegmaatschappij, dat aan zijn adres eenige pakken waren aangekomen. Deze pakken werden in be slag genomen en bleken allerlei anarchistische brochures en nummers van de Pi re Peinard te bevatten ook bij een huiszoeking werd van dien aard nog een groote voorraad gevonden. De sociaal-democraten in de Saksische Tweede Kamer hadden dezer dager, een voorstel ingediend ter invoering van het algemeene, ge lijke en directe kiesrecht met waarborg van het stembriefgeheim, met een minimumleeftijd van 31 jaar. De Kamer had echter geen zin om tijd te verliezen met de behandeling van dergelijke, geenerlei kans van slagen hebbende voorstellen, maar weigerde overeenkomstig eene door den vice-president gegeven verklaring over dit voor stel te beraadslagen; het verwierf, behalve 14 stemmen der sociaal-democraten, geen enkele stem. Er zal wel niemand gevonden worden, die met onze negentiende eeuwsche rechtspleging dweept. Ons civiel recht is duur en omslachtig, ons straf recht ook omslachtig. De overtuiging, dat ons ci viel recht duur is, werd door het volk belichaamd in het spreekwoordDie pleit om eene koe, die geeft er ééne op toe. En dat ons civiel recht al zeer langzaam werkt zal vooral aan die onzer lezers, die zich het proces over de erfenis van Mej. Snouck van Loosen herinneren, wel be kend wezen. Vooral als procedeerende partijen er warmpjes in zitten, kan een proces bijzonder lang duren. Bekend is dan ook de volgende anec dote. Een advocaat van naam had zich eindelijk uit de zaken teruggetrokken en die overgedaan aan zijnen zoon. De jonge voortvarende man erfde van vaderlief een proces, dat reeds twaalf jaren hangende was. Hij pakte die zaak flink aan en had binnen korten tfid dat proces tot een goed einde gebracht. Triomfantelijk liep hij naar zijnen vader, om hem dit heugelijk nieuws mede te dee- len, maar wie schetst zijne verbazing toen zijn vader uitriep: Ezel! ik heb twaalf jaar lang jaar lijks een aardig sommetje aan dat proces verdiend, en met een beetje beleid hadt gij dat ook kun nen doen. Wanneer men nu vraagt, waaraan het ligt, dat onze rechtspleging zoo duur en omslachtig is, dan ligt dat niet aan onze rechters maar aan onze wetten. Want de Nederlandsche rechter staat zeer hoog. N og nimmer is in ons vaderland een rech ter beschuldigd, dat hij zich zou laten omkoopen, ja zelfs niet daarvan verdacht, en al wordt van zekere zijde de justitie uitgekreten voor eene klas- sen-justitie, die beschuldiging, hoewel wij voor ons daar weinig waarde aan hechten, schijnt zelfs voor hen die ze uiten niet ernstig gemeend, want anders zouden die beschuldigers niet klachten in brengen bij die justitie, wanneer ze zich in hunne rechten verkort achten. Onze wetten, zeiden wij, zijn er schuld aan, dat de procedure zoo omslachtig is. Dat komt, dat de wetten gemaakt zijn in het voordeel van den be klaagde; zijne schuld moet wettig en overtuigend bewezen zijn, alvorens hij veroordeeld kan wor den, en in civiele zaken moet een of ander arti kel al zeer duidelijk uitwijzen, wie het recht aan zijne zijde heeft, alvorens aan ééne der partijen zijne eisch wordt toegewezen. Wij achten dit stelsel met al zijne gebreken, nl. langzaamheid, en de gelegenheid, die het geeft om aan procedeerenden, die te kwader trouw zijn eene procedure in het oneindige te rekken toch nog altijd het beste. Vooral in strafzaken zouden wij eene andere wijze van handelen ten strengste af keuren. O, voorzeker thans ontsnapt menigeen aan den wrekenden arm der gerechtigheid, die zijne straf meer dan dubbel verdiend had, enkel, omdat het door de wet gevorderde bewijs niet kan gele verd worden, maar daar staat tegenover, dat de dwalingen der justitie, die in vroeger jaren zoo menige bladzijde van onze rechtsspraak ontsier den, thans tot de uiterste zeldzaamheden behooren. Dat de civiele zaken dikwijls zoo lang duren voor ze berecht zijn, daarvan is dikwijls het pu bliek zelf schuld. In plaats van zich te wenden tot advocaten van beproefde bekwaamheid en eer lijkheid, verkiest vooral de burgerman meestal de hulp van een zaakwaarnemer, die en door zijne onkunde op juridisch gebied en door zijne zucht, om maar eens recht veel te verdienen voor zijn cliënt in waarheid een zakwaarnemer kan genoemd worden. Men kan toch het grootste recht aan zijne zijde hebben, en door verkeerde behandeling van zijne zaak het doel niet bereiken, waarmede men eene procedure begonnen is. Zoo lazen wij dezer dagen van een geval, dat wij vermakelijk zouden noemen, wanneer het niet zoo diep treurig was. In November 1891 ver kocht iemand aan een ander op eene koemarkt twee koeien. Die ander betaalde maar niet. Ma ningsbrieven hielpen niets en eindelijk dagvaardde de schuldeischer den schuldenaar om binnen vijf dagen zijne schuld te betalen. De ander betaalde niet, en de zaak kwam voor de rechtbank. De schuldenaar bestreed de schuld niet, maar ontzegde den ander het recht, om hem op zoo korten ter mijn te dagvaarden, daar men dat alleen koop lieden mag doen, en hij geen koopman was. Nu loopt het proces allereerst daarover, of de schul denaar al of niet koeien-koopman is, en dat die zaak niet gemakkelijk te beslissen is, mag daaruit blijken, dat over die vraag het Hof te Amster dam eerst 30 Jan. (dus twee jaar later) in hooger beroep uitspraak zal doen. Hoe lang dus nog het eigenlijke proces duren kan is niet te berekenen. Om nog eens op onze strafzaken terug te komen. Verscheiden bladen ijveren sedert lang voor de oprichting van politie-rechtbanken ten onzent, zoo- als die in Londen bestaan. Hoe die rechtbanken werken, moge uit het volgende voorbeeld blijken. Wanneer in ons vaderland iemand zich aan een gering misdrijf schuldig maakt; b.v. aan geweld dadig verzet tegen de politie of een geringe dief stal, in ’t kort die overtredingen waarop eene zeer korte gevangenisstraf staat, dan wordt er proces verbaal tegen hem opgemaakt. Dan kan hij blij ven wachten tot de dagvaarding verschijnt, die hem voor de rechtbank roept, en die komt soms maanden later, wanneer de delinquent de bijzon derheden van het geval meer dan half, de getuigen die zijn misdrijf moeten bevestigen die bijzonder heden zoo goed als geheel vergeten zijn. Het Mijnheer de Redacteur! Beleefd verzoek ik UEd., het onderstaande in Uw blad op te nemen. Zondagavond had hier voor den werkman een buitengewoon feest plaats. Het Muziekkorps van Bolsward n.l. had de Werkliedenvereenigingen te dezer stede aangeboden voor hen een Concert te geven, waarvan door de afd. Alg. Nederl. Werk- liedenbond en door de R. K. Werkliedenvereeni- ging alhier een dankbaar gebruik werd gemaakt. Meer dan twee honderd werklieden met hunne vrouwen waren dan in de Sociëteit „de Doele” vereenigd. Precies te acht ure werd door een der Voor zitters deze feestelijke bijeenkomst geopend, elke corporatie het welkom toegeroepen en gewezen op de goede verstandhouding die over ’t algemeen in Bolsward heerscht tusschen de burgers en de werklieden. Daarop werd het programma uitgevoerd door het’ Strijk- en Harmonieorkest, bestaande uit een tiental nummers, en volgens ’t oordeel van een deskundige was die uitvoering zeer verdienstelijk. Dat de aanwezigen genoten en met belangstelling de muziek aanhoorden, bleek uit de stilte, die er gedurende het spel heerschte. Een gepaste afwis seling werd verschaft door het voordragen van eenige comische stukjes. Dit verhoogde wel degelijk het genot, daar ze in ieders smaak vielen door de uitstekende manier waarop ze werden voorge dragen. Te half twaalf was het laatste nummer gegeven, waarna een der Voorzitters met een hartelijk „tot weerziens" de bijeenkomst sloot. Ik meen niet te overdrijven, wanneer ik zeg, dat ieder voldaan huiswaarts keerde, en het lof felijk streven van genoemd Muziekkorps, door den werkman, zonder onderscheid van religie, deze uit spanning te verschaffen, verdient lof en hulde. Waar in den tegenwoordigen tijd in den strijd tusschen standen en partijen, deze dikwerf scherp tegenover elkander staan, is het zeker een geluk kig verschijnsel dat in onze goede stad Bolsward wettig en overtuigend bewijs van zijne schuld is dan ook daardoor dikwijls zeer moeilijk vast te stellen, en hij wordt dus of, niettegenstaande hij misdreven heeft, ontslagen van rechtsvervolging, óf hij wordt veroordeeld voor een feit, dat hem eigenlijk reeds uit het geheugen is gegaan. Of het eerste of het laatste meer demoraliseerend op hem werkt, zullen wij maar niet beslissen. Vooral op den zeer jeugdigen overtreder kan zulk eene wijze van rechtspleging niet anders dan den meest demoraliseerenden indruk maken. Stel u voor een jeugdige dief, die wegens een geringe diefstal zes maanden nadat hij den diefstal begaan heeft, veroordeeld wordt tot 14 dagen gevangenis straf. Wat zoudt ge zeggen van een vader, die zijn zoon op een ernstig vergrijp betrapte, en hem daarvoor zes maanden na dato een pak op zijn broek gaf? Hoe geheel anders is dat in Engeland. De bovengenoemde overtreder op heeterdaad betrapt wordt dadelijk na opgemaakt proces-ver- baal voor de politie-rechtbank gebracht. De rechter ondervraagt hem, de getuigen worden gehoord en weinige uren na het gepleegde misdrijf is de ge- heele zaak berecht, en heeft de overtreder zijne straf of zjjne vrijspraak, een manier van doen, die bet prestige der politie niet weinig verhoogt. Ten slotte nog een enkel woord over eene in stelling, die in het buitenlandsche rechtswezen be staat, maar ten onzent ontbreekt, nl. over de jury. W e hoorden meer dan eens den wensch te kennen geven, om in Nederland eene jury te hebben. Maar wij dweepen niet met eene jury. Hun die beweren, dat eene jury ook ten onzent noodig is, omdat er gevallen kunnen zijn, waarin iemand zeer zeker schuldig is voor de wet, maar onschuldig voor de rechtbank van de billijkheid, en dat onze rechters dan de bevoegdheid missen, om vrij te spreken, voe gen wij toe, dat onze wet zulke gevallen voorzien heeft door aan den Kroon het recht van gratie toe te kennen, welk recht dan ook altijd in zulke gevallen door de Kroon werd toegepast. En de practijk deed ons niet veel moois zien van de jury’s. Toen in Ierland het schrikbewind der Tenians eenige jaren geleden woedde werden brandstichting en sluipmoord ongestraft gelaten, omdat de juryleden dikwijls partijgenooten van de beschuldigden waren. Twee eeuwen geleden kon iedere schapendief of van schapendiefstal verdachte in Engeland, of zijne schuld bewezen was of niet, er vast verzekerd van zijn, veroordeeld te worden, om opgehangen te worden, enkel en alleen, omdat er in de jury’s ten platte lande veel vetweiders zitting hadden. En wat wij nu in Frankrijk zien gebeuren, ver sterkt ons in onze meening. De groote Fransche bladen spreken onverholen hunne vrees uit, dat de jury, die geroepen zal worden, om Vaillant te oordeelen den moed zal missen, om naar plicht en geweten te stemmen, alleen, omdat de anar chisten de vreeselijkste bedreigingen uitbraken tegen de jury, wanneer die Vaillant mocht ver- oordeelen. Zulke bedreigingen maken natuurlijk indruk op den eenvoudigen burger, die eens om de vijf jaar als rechter optreedt, maar laten den rechterlijken ambtenaar natuurlijk koud. En hoe eene jury in de handen van een welbespraakt advokaat de speelbal was, is ook meer dan eens vertoond. Neen, wij voor ons houden het met het Neder landsche systeem, dat het zonder jury doet. de verbroedering door zulke gelegenheden zoo wel dadig en krachtig wordt in de hand gewerkt. U, Mijnheer de Redacteur, dankende voor de verleende plaatsruimte, Uw dw. dienaar, D. de VRIES. Bestuurslid der R. K. Werkliedenvereeniging. Bolsward, 16 Jan. 1894. Twee jaren geleden zoo wordt aan de Amsterdammer meegedeeld kostte het in- landsche mee! minstens f 13 per 100 kilo. Op den In dezer en reeds lang te voren kon men best Amerikaansch meel koopen voor f 7.50. Nu weten, wij wel. dat het moeilijk is, van Amerikaansch meel alléén goed brood te bakkenmaar inlandsch meel ter vermenging met het Amerikaansche koopt men bovendien thans gemakkelijk voor f9. Niettegenstaande deze enorme daling der meel- prijzen kost het brood nog evenveel als twee jaren geleden. Daarbij komt nog, dat de prijzen der nevenar tikelen zooals krenten, sucade, rozijnen enz. mede enorm gedaald zijn. Waar krenten vroeger 20 cent kostten, betaalt men thans 5*4 cent. Wij weten wel, dat de bakkers, die over ge noeg kapitaal konden beschikken, een paar of anderhalf jaar geleden, bij de toen reeds sterk dalende markt, groote inkoopen hebben gedaan; maar deze hoeveelheden waren zeker reeds een half jaar geleden verwerkt, zoodat het onom- stootelijk is, dat sedert 1 Juli de broodprijzen niet in eenige verhouding staan tot die der meel- prijzen en der aanverwante artikelen. Een brutale dief te Amsterdam. Een onzer meest bekende vleeschhandelaren, zegt de Echo, is de dupe geworden van een handig jonkman. Buiten aan zijn gevel hingen onder meer ook twee flinke hammen. Dit was opgemerkt door een voorbijloopenden grijpvogel (straatdief) vrij netjes gekleed en fat soenlijk in manieren. Zeer brutaal neemt hij een ham van den baak en loopt er mee naar binnen. Toevallig is de patroon zelf achter de toonbank. Geheel onbevangen vraagt de dief: „Och me neer compliment van mijnheer P. aan de overzij of u deze ham even wilt wegen, mijnheer heeft hem van buiten gestuurd gekregen/ Zonder argwaan legt de slager hem op de schaal en met de woorden14 pond en 4 ons* wordt hij weer overgereikt. Met een „dank u wel" ver dween de vriend. Toen ’s avonds „ingestald“ werd, kwam de vleeschhandelaar tot de overtuiging, dat hij zijn eigendom had overgewogen en weggegeven. Een zware taak heeft het Rotterdamsch Nieuwsblad ondernomen. Het heeft een prijs uit geloofd van duizend gulden voor hem, die zich bijzonder onderscheiden heeft door zijne deugd. Nu was het in den tijd van Salomo reeds be kend, dat de goeden meer dan één zijn. Dit blijkt thans ook uit de dagelijksche vermelding van personen, die zich door daden van toewijding of opoffering hebben doen kennen, en als de lijst gesloten is en opgemaakt wordt, dan zouden wij niet gaarne zitting hebben in de jury, die be slissen moet wie de deugdzaamste man of vrouw is. Eén omstandigheid echter is in haar voordeel het geldt de keuze tusschen altemaal brave men- schen en men mag dus hopen, dat zij bij hunne ver dere deugdzame eigenschappen, ook bescheiden heid zullen bezitten het kenmerk van ware verdienste, zooals men zegt en zij die niet bekroond worden, ook niet jaloersch zullen zijn op hem of haar, die den prijs behaalt. Reclames of verwijtingen heeft deze jury dus minder te wachten dan andere collegiën van beoordeelaars. Uit Friesland schrjjft men Bij de vele klachten, in deze en de vorige week over de sterke afstrooming van het binnenwater naar zee, door schaatsenrijders aangeheven, men gen zich nu ook nog de ontevreden uitingen van vele landbouwers in de lage streken van Fries land. Zij wenschen, dat, nu het water reeds lager in pijl is dan in het laatst van den vorigen zomer het stroomen, hoe eer zoo liever worde gestaakt. Geschiedt dit niet, dan komt het ijs onmiddellijk in aanraking met het overstroomde land en het gevolg zal zijn, dat bij vernieuwde vorst door dit jjs de graswortel uitgerukt wordt en het lage land in productievermogen belangrijk achteruitgaat. Wat al meermalen is opgemerkt, nl. dat door de uitvoerige openbaarheid aan de samen komsten der sociaal-democraten enz. gegeven, deze beweging in omvang Reeft gewonnen, wordt door de Amst. Ct. in haar nommer van heden opnieuw betoogd. Zij vangt aan met de volgen de historische herinnering. „Er is een tijd geweest dat er omtrent een tiental sociaal-democraten, die ergens in een achterbuurt vergaderden, ellenlange verslagen in sommige bladen hier ter stede werden gegeven. Het gevolg was, dat het publiek nieuwsgierig werd en zich een voorstelling van die vergade ring maakte, alsof er duizenden bijeenkwamen. De socialisten van die dagen waren den ver slaggever, die zoo trouw propaganda voor hen maakte, zeer dankbaar, want zij wierven leden, zoodat men spoedig in het publiek durfde komen. Toen de couranten in hun naijver er zich allen mede gingen bemoeien, groeide de belangstel ling, en weldra vertoonde men zich op straat en ontstonden de relletjes, waarvoor de verslagen der dagbladen de kijkgrage menigte leverden." Het blad brengt daarna in herinnering hoe in de vergaderingen der sociaal-democraten de ver slaggevers der bladen werden uitgescholden en beleedigd en thans de redacteurs worden aange vallen, teneinde iets nieuws te zeggen, daar over andere onderwerpen men slechts herhalen kon wat al tallooze malen was gezegd. De Amst. Ct. is van oordeel, dat men aan de sprekers in die vergaderingen te veel eer bewijst door hunne toespraken mede te deelendat de pers tegenover hare lezers andere plichten heeft, en dat zij zich bepalen moet tot het mededeelen van gebeurtenissen en hetgeen daartoe aanlei ding gaf. De firma wed. J. de Jonge te Amsterdam bood aan de vereeniging „Gratis brood" 8000 brooden aan. De vereeniging had met groote erkentelijkheid het aanbod aanvaard, maar de voorwaarden ge steld, dat de brooden „in grootte en hoedanigheid gelijk zouden zijn aan die, welke in de inrich ting op den Singel verbruikt worden." Daarop heeft de firma geantwoord, dat het monster van wel 10 pet. minder qualiteit is dan zij gewoon lijk levert, doch dat zij voor ditmaal ook een brood van inferieure qualiteit zal leveren, maar nu 1100 kilo, in plaats van 1000 kilo. Zij stelt nu van hare zijde de voorwaarde, dat onpartij dige arbiters zullen benoemd worden om te con- stateeren, dat het door haar te leveren brood minstens aan het ontvangen monster voldoet. De afwjjking van de algemeen erkende leer, dat men een gegeven paard niet in den bek moet zien, werd op magnanieme wijze door de weduwe beantwoord. Donderdag zijn eenen man te Kruiningen de beide handen tot aan de polsen afgezet. De ongelukkige was de vorige week Donderdagavond, door de duisternis misleid, in eene bevroren sloot gevallen en vóór hij er uitgehaald kon worden, waren zijne handen bevroren. Als middel tegen de werkeloosheid beveelt de heer van den Houten Willems te ’s-Gravenhage de droogmaking van de Zuiderzee aan. Hij acht het een onbetwistbaar feit, dat de uitvoering van dat plan gedurende vijf en twintig jaar werk zou geven aan hoogeren en lageren. Naar veler meening is dat volstrekt zoo onbe twistbaar niet. Om het werk te ondernemen moet men echter geld hebben, en om dit te verkrijgen raadt de heer van den Houten Willems het Zuider- zee-comité aan eene ptemie-leening uit te ach rij ven. De loten zouden f' 100, f 50 en f 25 kosten en hij is van oordeel, dat de deelneming in die lea ning algemeen zou zijn. Ieder zou gaarne een prijs van f 100,000, f 50,000 enz. trekken, of wilde men geen geld uitloven, dan zou men een zeker deel van den ingepolderden grond als premie kunnen toekennen, waardoor men, volgens hem, nog gemakkelijker zou aflossen en met gesloten beurzen betalen. Menig winner echter z >u dan in een toestand komen van den man, die een olifant uit een loterij trok. S? - o/» 6 I Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1