NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOTSWW EN WONSERADEEL
VOLKSVOEDING.
I
fj
1894.
Drie en dertigste Jaargang.
No. 9.
J DONDERDAG 1 MAART.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
I
I
VOOR
op gegeven (per KG.)
?r-.
39,5
6,4
mansbode, als het inkomen kleiner is of het aan-
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
50
40
4
200
200
30
20
200
6,6
1,5
2,6
3,6
3,6
0,2
0,8
Haagsche broodfabriek
Leidsche
Amsterd.
11
10
10,5
0,4
6,4
4
s
I
347,4
3,4
54,0
107,4
347,4
3,4
145,0
ongebuild.
12,5
11,7
gr-
eiwit
42,7
2,6
4,7
46,4
2,9
Vijf en twintig vreemdelingen, welke te
Nizza woonden en in verbinding stonden met de
anarchisten, zijn over de grenzen gebracht.
Maandag zijn te Parijs ook weder negen anar
chisten gearresteerd, bij wie tahijke papieren en
brochures zijn in beslag genomen.
Te Lyon is in een druk beklant magazijn
een met dynamiet geladen bom ontploft. De stof
felijke schade is zeer aanzienlijk.
Het voorrecht van met een jury te doen te
hebben. Te Caen stond de gewezen burgemeester
Mériel aldaar terecnt, die driemaal dezen post
bekleed had, zeer populair was eu zich jegens de
Voor onze defensie wordt jaarlijks een
twintig millioen en meer uitgegeven. Dit is veel
geld, maar niet te veel, wanneer daardoor onze
weerbaarheid zoover dit mogelijk is wordt
gewaarborgd. Een belangrijk deel van die weer
baarheid bestaat in het bezit van doeltreffende
verdedigingsmiddelen voor de hoofdstad des lands.
Welken indruk maakt het echter wanneer men
het volgende leest
De heer K. Eland, kolonel bij den generalen
staf, sprak in de vergadering ter beoefening van
krijgswetenschap over oud en nieuw, betreffende
de inrichting der stelling van Amsterdam/
In de eerste plaats besprak hij de vestingwet
van Mulken 1870 en de verschillende wijzigingen
daarin gebracht door de Ministers Engelvaart,
van Stirum en de aanneming der gewijzigde wet
onder generaal Weitzel. In de wet was echter
meer de aandacht geschonken aan de Noord-Hol-
landsche Waterlinie, dan aan de stelling Amster
dam dit gebeurde eerst in 1876 toen Klerck
Min. van Oorlog werd. Toen echter Klerck was
afgetreden gaf zijn opvolger Beyon (1877) een
geheel ander ontwerp en ook diens opvolger, de
Roo van Alderwerelt (1878), kwam weer met
een nieuw plan. Door den dood van dezen Min.
volside in 1879 den Beer Poortugael hem op,die
zich weer vereenigde met de stelling-Engelvaart,
op enkele kleine onderdeelen na.
Een ministerieele crisus deed kolonel Reuther
als Minister van Oorlog optreden en het plan dat
deze gaf is tot dusver in hoofdzaak gevolgd in
de laatste 10 jaar heeft het echter eenige wijzi
gingen ondergaan.
Tusschen al die Ministers van Oorlog bestond
verschil van gevoelen, soms een zeer groot, en
wanneer nu toch maar aan eiken Minister de
millioenen worden toevertrouwd tot uitvoering
van zijn plan, dat door zijn opvolger weder ge
heel of gedeeltelijk gewijzigd wordt, dan ligt het
toch in den aard der zaak, dat er aanzienlijke
sommen nutteloos worden uitgegeven. En daar
voor is ons land niet rijk genoeg.
Zou het geen zaak zijn, dat eerst eens voor
goed werd uitgemaakt, hoe de stelling Amster
dam moet worden verdedigd?
De „Oranjeboud van Orde“ vierde zijn
eersten verjaardag. In een opstel, aan dezen
herinneringsdag gewijd, erkent Sta Pal, zijn or
gaan, dat deze instelling weinig of geen mede
werking van de zijde van het publiek heeft
ondervonden en „zijn schatkist zoo leeg is als
een uitgeblazen eierdopToch heeft zij reeds
nuttige en mooie zaken begonnen. Als zoodanig
noemt het blad een ontwerp-reglement Arbeids-
kas, de stichting van bescheiden heidegeluk op
het Hofveld te Apeldoorn, het begin van een
heidehoeve onder Barneveld, een goede portie
ervaring en een orgaan dat er wezen durft11. Hij
is van plan nog een poosje voort te gaan op den
ingeslagen weghet hangt maar van de lezers
van S. P. af en verder van alle Nederlanders of
dit poosje kort of lang zal duren.
De Gemeenteraad van Schoterland is blijk
baar niet overstelpt met werk. Hij heeft nu eene
quaestie aanhangig gemaakt, om te overwegen,
of liever, hij heeft al overwogen en zich thans
tot de Gedeputeerde Staten gewend met de vraag
of een handelaar, lid van den Raad, zijne arti
kelen van de gemeente mag betrekken
Een handelaar in steenkolen namelijk, koopt
zijne cokes van de gemeentelijke gasfabriek.
Dat de gemeentewet verbiedt dat raadsleden
aan de gemeente leveren, heeft een goeden grond
allicht zouden, in kleine gemeenten vooral, raads
leden de begunstigde leveranciers worden. Men
zal echter moeten erkennen, dat de gemeentewet
in dit opzicht soms wat al te streng wordt uit
gelegd en er te weinig rekening met de toestanden
wordt gehouden.
700 gr. brood
melk, enz.
250 gr. aardapp.
bruineboonen
rookspek
boter
karnemelk
3,1
2,2
0,4
4,3
23,7
19,8
12,4
107,0 65,9
Hoe moet het nu echter gaan, vraagt De Werk-
i i i 1 i i r 1_ r
tal kinderen grooter, als er zieken zijn enz. Ware
mijn opstel door den schrijver met meer aandacht
gelezen, dan zou hem gebleken zijn dat ik vol
strekt niet beweerd heb, dat in al die ongunstige
gevallen met de tegenwoordige hulpmiddelen zou
kunnen worden voorzien, dat echter dan ook nog
groote verbetering in de voeding mogelijk is door
meer gebruik te maken van de goedkoopere le
vensmiddelen, alsstokvisch, haring, karnemelk,
vlotemelk, slachtafval, paardevleesch, konijnen enz.,
doch dat verder, behalve door loonsverhooging,
hier slechts radicale genezing mogelijk is en
daarover handelt juist het grootste gedeelte van
mijn opstel door doeltreffende maatregelen,
welke de vele uitstekende voedingsmiddelen, die
thans nog geheel verwaarloosd worden, voor het
volk bereikbaar kunnen maken.
Welke begunstiging of knoeierij echter met
mogelijkheid zou kunnen ontstaan als een raadslid
bij de gemeente ter markt gaat, zal wel niemand
kunnen zeggen, en de gemeentewet bevat dan
ook geene bepaling, die dit verbiedt. Werd dat
denkbeeld gehuldigd, dan zou, consequent toe
gepast, een raadslid zelfs geen gas mogen ge
bruiken als de gasfabriek eene gemeentelijke in
stelling is.
Mr. S. van Houten. Naar aanleiding van
mr. van Houten’s 25-jarig Kamerlidschap bevat
de Prov. Gron. Ct. een hoofdartikel, waarin aan
den ijver en de bekwaamheden van dezen afge
vaardigde in allen deele de hulde gebracht wordt,
die zij verdienen, maar waarin toch onomwonden
verklaard wordt, dat mr. Van Houten de eerste
zal zijn om te begrijpen dat hij „onder ons zgn
invloed heeft verspeeld." En als men dan vraagt
wie die „wij" zijn, antwoordt de schrijver:
Zie, ik heb geen enkele opdracht en heb met
niemand ruggespraak gehouden. Ik heb geen na
vraag gedaan, en zal het ook niet doen, of de
redactie van dit blad het met mijn beschouwing
eens is. Het zou kunnen gebeuren, dat ik door
dezen of genen der oude getrouwen gedesavou
eerd werd.
Niettemin houd ik het voor zeker, lettende op
de strooming der tijden en de stemmen, nu en
dan vernomen, dat er onder hen, die by vorige
gelegenheden met belangelooze toewijdin. de ver
kiezingen van den heer van Houten steunden,
zeer weinigen zullen zijn, die hem over anderhalf
jaar of zooveel eerder als de omstandigheden
veroorloven hun stem zullen geven.
Als de hoer van Houten ooit te Groningen
herkozen wordt, zal hy dit te danken hebben,
behalve aan persoonlijke relatiën, aan den steun
dergenen, met wie vroegere voorvechters zijner
candidatuur wel eens een harden stryd te kam
pen hadden.
Die mindere ingenomenheid is, blijkens het ar
tikel, in de eerste plaats te wyten aan zijn hou
ding onder het tegenwoordige ministerie, maar
ook b.v. aan zijne houding by het bank-octrooi,
en in ’t algemeen aan het feit, dat de heer Van
Houten in al die 25 jaren op hetzelfde standpunt
is blyven staan, terwijl de begrippen van den
schr. en zijne vrienden zich onder den drang der
omstandigheden min of meer hadden gewyzigd.
Of’ het den schr. niet eenig leed zou doen,
deze figuur later in de kamer te moeten missen
Zeker, maar Groningen is het land niet en de
I kiesdistricten zijn vele. „Er zullen er altijd zijn,
I wien hy een vertegenwoordiger by uitnemendheid
zal kunnen wezen. Zyii bekwaamheid en werk
kracht doen hem een plaats in de kamer waar
dig blijven. Alleen, hij moet die van ons niet
weer verwachten."
Te Tilburg heeft eene vergadering plaats
gehad van de anti-sociaaldemocratische spoor-
wegvereenigiug Recht en Plicht. De vergader
zaal was stampvol. Uit Utrecht waren een 140
man opgekomen. Verscheidene sprekers traden
waarschuwend op tegen de opruiers en deden het
wenschelijke uitkomen, dat het spoorwegpersoneel
door aansluiting aan de directiën de welvaart
der spoorwegmaatschappijen hielp bevorderen.
Door eene goede verhouding tusschen ambte
naren en beambten wordt dit doel in de hand
I gewerkt.
In den laatsten tijd hoorde men op vele
I dorpen in het Westen van N.-Brabant bijna
I dagelijks van inbraak en diefstal, zelfs zóó, dat
I de bewoners hunne eigendommen niet meer vei-
I lig waanden en des nachts de wacht hielden.
I Gelukkig is thans de dievenbende ontdekt.
Bij een landbouwer te Moerstraten onder Wouw
I meenden de dieven hun slag te slaan en kropen
I des nachts op het dak om langs den schoorsteen
I in huis te komen. De bewoner hield echter met
I een geladen geweer de wacht en liet hen stil
I begaan. Nauwelijks waren zij op goede hoogte
I gekomen of de boer loste een schot en trof een
I der inbrekers in den buik. Gelukkig voor den
I dief, was het geweer met hagel geladen. De
I dieven zijn hierdoor echter bekend geworden en
I achter slot gebracht. Naar men verneemt, is het
I eene bende uit Klutsdorp (Lepelstraat), die er
I haar werk van maakte des daags de herbergen
I af te loopen en ’s nachts bij afgelegen boeren-
I woningen in te breken.
De Vereeniging „Ons Huis" te Amsterdam
I heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met
I het verzoek, het iogediende wetsontwerp op de
I personeele belasting in dien zin aan te vullen,
I dat onder de vrijstellingen worden opgenomen
I „vereenigingen, die zich ten doel stellen het be-
I vorderen der volksontwikkeling door leerzame
I en gezellige bijeenkomsten, zonder dat daarbij
I winsten worden beoogd."
„Ons Huis1 was in de personeele belasting
I aangeslagen voor f 452.94, wat wel met de wet
I strookte, maar toch zeker niet overeenstemde
I met de bedoeling der wet, om vrij te stellen
I „maatschappijen tot algemeen nut", waartoe zy
I ontegenzeggelijk behoort, al worden er ook som-
I tyds voorstellingen in gegeven tegen eene kleine
I bijdrage van de bezoekers.
Geel en De Schaaf, de beide personen, die
I beschuldigd waren op den 2en Kerstdag de politie
I met steenen te hebben geworpen, zijn door de
I rechtbank vrijgesproken, op grond dat het feit
I niet is bewezen.
I Beide beklaagden werden op last van de recht*
I bank onmiddellijk in vrijheid gesteld.
eerste posten dezelfde zijn als in de vroeger
melde menu’s.
700 gr. brood
melk, enz.
700 gr. (1 L.) aardapp. 13,0
stokvisch
boter
mosterd
karnemelk
In de Vragen des Tijds heeft onlangs dr. A. J.
C. Snijders van Zutfen een opstel over verbetering
der Volksvoeding geschreven, dat echter beden
kingen uitlokte in de Werkmansbode. Daarin
werd o. a. opgemerkt, dat voor de voeding van
een soldaat 28 cts. daags wordt uitgegeven, ter
wijl dr. Snijders slechts 21 cts. rekent voor het
door hem aanbevolen kosten-rantsoen.
Tegen deze bedenking komt dr. Snijders in de
Nederlander o. a. in de volgende woorden op
„Ik moet erkennen, dat het werkelijk een origi
neel denkbeeld is, de behoeften van den mensch
aan voedingsstoffen af te meten naar het aantal
centen, dat er voor betaald wordt, en dat nog wel
door het Rijk maar toch vrees ik, dat die methode
bij hen, die eenigszins nadenken, weinig opgang
zal maken. Tot nog toe hebben zij, die in staat
zijn dergelijke quaesties te beoordeelen, juist de
omgekeerde de eenig rationeele methode
gevolgd, die reeds boven vermeld werd, namelijk
door eerst vast te stellen, hoeveel minstens van de
verschillende voedingsstoffen noodig is, en eerst
daarna te onderzoeken, hoeveel dit kost en hoe
men op de goedkoopste wijze er aan kan voldoen.
Het is bovendien bekend, dat het rantsoen van
den Nederlandschen militair veel grooter is dan
het gemiddelde rantsoen van een goed gevoeden,
krachtigen arbeider in het gewone leven, zooals
dit door talrijke proeven practisch is vastgesteld.
Nu ontken ik volstrekt niet de wenschelykheid,
dat de werkman ten allen tijde over een even
ruim rantsoen moge beschikkenintegendeelik
hoop van harte, dat de tijd spoedig moge aanbre
ken, dat dit het geval is. Doch op dit oogenblik
bestaat die mogelijkheid in den regel nog niet
en eerst bij aanzienlijke loonsverhooging zal dit
het geval zijn en daarmede zal nog wel eenigen
tijd verloopen. Moeten wij nu, totdat die wensch
in vervulling komt, met de handen in den schoot
blijven zitten en, daar wij rekening moeten hou
den met de feitelijke toestanden op dit oogenblik,
geene enkele poging tot verbetering aanwenden
Mij dunkt, dat dit onverantwoordelijk zou zijn en
dat het hoog noodig is, in het waarachtig belang
van den arbeider en zijn gezin, om reeds te
trachten bij de tegenwoordige loonen de voeding
zoodanig te verbeteren, dat zij althans aan de
minimum-eischen beantwoorde en uit voedzame
spijzen besta. Want als men de hoeveelheden in
mijne rantsoenen eens vergelijkt met de cijfers,
die verkregen zijn bij het onderzoek van den kost
der arbeiders, die bij de heerschende voedingswijze
den „buik vol" eten, dan ziet men eerst recht,
hoeveel de laatsten te kort komen en hoe men
daarin, zonder meerdere kosten, verbetering kan
aanbrengen.
Bovendien heb ik in mijn opstel slechts rant
soenen vermeld van 21 cent, ten einde aan te
toonen, dat de werkman voor dien prijs zelfs van
uitstekende dierlijke voedingsmiddelen, als varkens-
vleesch, haring enz. kan gebruik maken. Doch
De Werkmansbode heeft over het hoofd gezien,
dat op dezelfde bladzijde van mijn opstel wordt
gezegd, dat men die rantsoenen nog met veel
goedkoopere, van 18-20 cent, kan af wisselen,
zoodat, als per dag 21 cent beschikbaar is, nog
een voldoend bedrag overblijft voor suiker en
andere benoodigdheden, door dat blad vermeld.
Tot staving mijner meening zij het mij vergund
hier een paar van die goedkoopere rantsoenen
mede te deelen, waarbij de cijfers voor de twee
eerste posten dezelfde zijn als in de vroeger ver-
3,1
2,2
1,0
3,9
39,6
1,2 2,0
7,7 2,4
106,7 54,2 502,6 18,9
gr. gr. cents
vet koolhydr. prijs
6,6
1,5
0,9
4,0
2,6
0,8_
518,6 18,2
gr. gr. gr. cents
eiwit vet koolhydr. prijs
42,7
2,6
stad ook zeer verdienstelijk gemaakt had, maar
geëindigd was met op listige wijze, door de slimste
vervalschingen van opgaven, verdichte brieven
van landlieden, die hij zelf met verdunden inkt,
op slecht papier en met de onzinnigste fouten placht
te schrijven, enz. gemeente-gelden tot een bedrag
van 80,000 frs. te verduisteren. Aanvankelijk
was het publiek zeer vijandig jegens hem gezind,
maar uit het tuigenverhoor bleek, dat die man
zijns ondanks, toen hij niets meer in de wereld
bezat, „zedelijk gedwongen" ’t Is eene uitdruk
king van den verdedigerwas geworden om ten
derden male het burgemeestersambt te aanvaarden
en dat hij den dag vóór zijn huwelijk alles aan
zyne aanstaande bekend en deze het ontvreemde
uit hare middelen vergoed had. Snikkende en
weenende verhaalde de ongelukkige alles en viel
eindelijk bewusteloos op de bank der beschul-
den neer.
De gezworenen hadden 120 vragen te beant
woorden, 8 voor elke der 15 gepleegde valsch-
heden in geschrifte. Zij antwoordden op alle ont
kennend en onder de toejuichingen van het pu
bliek werd de beschuldigde op vrije voeten gesteld.
De Duitsche Keizer is graaf Caprivi persoon
lijk met zijnen verjaardag gaan feliciteeren en
heeft hem een groote bokaal met twee bekers ten
geschenke gebracht. Deze voorwerpen zyn van
groen glas en bewerkt met een ornamentatie naar
de bedoeling des Keizers op de bokaal prijkt
het Rijkswapen en de wapens der Bondsstaten.
Sommige leden der keizerlijke familie zijn hem
insgelijks persoonlijk komen gelukwenschen.
In een volgend nommer van hetzelfde blad
de Nederlander beweert dr. Vitus Bruinsma, dat
in de bekende beschouwingen van dr. Snijders
niet juist rekening is gehouden met den prijs van
het hoofd voedsel, het brood. Dr. Snijders rekent
dien, meent hij, wat laag. Hij trekt voor 700 gram
brood (welke soort wordt niet opgegeven) het
bedrag van 6,6 cent uit, dat is dus nog niet 9,5
cent per KG. Nu is het waar, dat de broodprijzen
in de verschillende steden en dorpen nogal uiteen
loopen, doch zóó goedkoop is het brood nergens,
gelooft dr. V. B.
In de Jaarcijfers van de Commissie voor de
statistiek wordt als middenprijs gedurende 1892
op gegeven (per KG.)
Tarwebrood. Roggebrood.
gebuild.
15,5
13,7
15,4
Op kleinere plaatsen is het brood nog vrij wat
duurder.
In mijne woonplaats, zegt hij, kost op dit oogen
blik een ongebuild tarwebroodje, wegende 800
gram, 11 cent, dat is 13,5 per KG. Neemt men
dezen prijs voor het brood voor de berekening
der goedkoope rantsoenen, die dr. Snijders in het
vorig nummer geeft, dan stijgt het bedrag van
het geheele rantsoen van ruim 18 tot ruim 21 cent,
wat een belangrijk verschil geeft. Het te laag re
kenen van den broodprijs is ook de reden, waar
door het aanhangsel van het jongste opstel van
dr. Snijders in de Vragen des Tijds, waarin hij
dien prijs met dien van suiker vergelijkt, zoo
hierop de accijns ware afgeschaft, veel van zijn
waarde verliest. Ook omtrent de prijzen van andere
voedingsmiddelen geldt deze opmerking, hoewel
in minder sterke mate. Indien dr. Snijders, wat de
prijzen betreft, meer met de werkelijkheid te rade
ging en dus onderzocht wat de werkman inderdaad
voor zijn levensmiddelen moest betalen, zouden
zijn rantsoenen er minder goedkoop uitzien, maar
zou hij ook minder in conflikt komen met de
werklieden en hun vrouwen, die de inkoopen
moeten doen.”
Dr. Snijders antwoordt, dat niet hij de werke
lijkheid voorbijziet, doch dat het juist dr. Bruinsma
is, die aan dat euvel mank gaat.
„Dr. Bruinsma ontleent zijn cijfers slechts aan
drie broodfabrieken in Nederland, waardoor na
tuurlijk een zeer onzuivere basis wordt verkregen.
Mijne cijfers daarentegen zijn, zooals ik in mijn
opstel in de Vragen des Tijds medegedeeld heb,
ontleend aan mijn werkOnze voedingsmiddelen,
waarin de prijzen zijn verkregen door het gemid
delde te nemen der broodprijzen van niet minder
dan 14 grootere en kleinere steden in Nederland
en van verschillende fabrieken en bakkers aldaar.
Als middenprijzen worden daar opgegeven voor
gebuild tarwebrood15,9 ct. per kilo
ongebuild 11,8
roggebrood 8,4
welke prijzen voor tarwebrood dus zeker niet
te laag zijn, eerder iets hooger dan uit de Jaar
cijfers.
Hoe dr. Bruinsma dan ook uit zijne cijfers een
conclusie kan trekken ten nadeele van mijne be
rekeningen over de quaestie van den suikerac-
cijns, is mij een raadsel, tenzij hij wel het
Naschrift, doch niet het Opschrift zelf in de Vragen
des Tijds heeft gelezen.
„Daar immers heb ik duidelijk gezegd, dat voor
den middenprijs van ongebuild tarwebrood in
Nederland door mij is gevonden ongeveer 12 cent
per kilogram, terwijl het gemiddelde der drie
cijfers van dr Bruinsma slechts 11,6 cent bedraagt
en dus nog lager is. Bovendien zou mijne bere
kening nog meer ten voordeele van het brood
uitvallen, als een deel van het tarwebrood, zooals
feitelijk bij den werkman het geval is, door rogge
brood werd vervangen."
„In mijne rantsoenen in het vorig nommer van
uw blad wordt gezegd, dat voor het brood de
zelfde prijzen zijn gerekend als in het nommer
van 9 December j.l.
Daar had dr. Bruinsma kunnen zien, dat door
mij gerekend is500 gram roggebrood a 4,2 cent
en 200 gr. tarwebrood (ongebuild) a 2,4 cent.
Het laatste is dus berekend a 12 cent per kg. en
de prijs van het roggebrood is op dit oogenblik
feitelijk nog veel lager, daar die sedert 1892 enorm
gedaald is en o.a. in mijne woonplaats thans slechts
6 cent per kg. bedraagt.
„De prijzen van mijne menu’s in het vorig nom
mer zouden dus eerder lager dan hooger gesteld
moeten worden en ik meen dat hij, die mijne
berekeningen nauwkeurig onderzoekt, mij niet zal
kunnen verwijten, dat zij op losse gegevens steu
nen, hetgeen bij zulk eene belangrijke quaestie
van mijne zijde onvergeefiijk zou zijn."
Eolswardsche Courant
t>
I
l
7,7
n
w
Y)
y>
10,7
1,8