NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD WWSSRAÖSgt BOLSWA.R.O r I I I 1894. Drie en dertigste Jaargang. Extra-Nummer. H l C. Hummelinck, op heden Zaterdag 10 Maart, in „DE DOELE’. VOOR I w Ver- nder ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. k r KORT VERSLAG der REDE van dén Heer arde, eder door aart heid aan- eene elen veel oor- aoort liefst gen- een rden rijgt, •rdt,) if de zon- rden en erug vee king XXXXXX ZATERDAG 10 MAART. XCXC5OC NC JC XCX 2 X2XXCXCXCDCXCXC I - ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver- volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. sren- n te allen Med. .H. >rda- tijd verd ■r in l be is te ct. vee- neer itige oeds t op het ge- •ing, meg met vee k of Misschien zou dit wel kunnen, maar dan zal hij toch voeder moeten koopen en hiervoor moet hij dan ook weder geld uitgeven. Tevens is de karnemelk bijna onmisbaar voor de koeien, die pas gekalfd hebben. Daarom in het belang der aanfok is zoodanige fabriek niet aan te raden, en moet de veehouder, die zijn melk verkoopt, wel rekening houden of de prijs der melk hoog genoeg is om de op brengst te dekken, die bij anders buiten de melk nog heeft. Mijns inziens zoude zoodanige fabriek betere Op deze vergadering waren uitgenoodigd verschillende belangstellenden, vooral de veehouders uit deze environs. Een vrij groot getal toehoorders was opgekomen, om den heer Hummelinck, directeur van „Hollandia” te Vlaardingen te hooren over het onder werp: Wenken ter bevordering van de be reiding van goeden zuivel. Spreker heette de aanwezigen welkom, en zeide dat deze bijeenkomst ten doel had lo. om kennismaking aan te knoopen, en 2o. om eenige inlichtingen te geven omtrent de bereiding van goeden zuivel. Het was niet Sprekers doel propaganda te maken voorde opgerichte fabriek, waarmede men zich be zig wil houden met de bereiding van melk producten, boter en kaas, en om door toe voeging van suiker, of ook zon lerdeze, de melk geschikt te maken voor verzending naar onze overzeesche bezittingen. Het is echter zijn doel door het geven van theoretische en practische wenken te spreken in het belang der goede zuivelbereiding. De zorgvuldige behandeling der melk en wat daarmede in verband staat heeft natuurlijk ook betrek king op deze fabriek. Er is een tijd geweest dat de Hollandsche en in het bijzonder de Friesche boter, en tevens de Goudsche en Edammer kaas al gemeen de aandacht trokken op de wereld markt, doch daarmede is het thans slechter gesteld. Dit vindt voor een deel zijn grond in een gebrek aan belangstelling aangaande de goede bereiding in een tijd toen men in het buitenland daarin veel vooruitging. Voor al in Denemarken is men met de zuivelbe reiding beter op de hoogte. De ervaring heeft geleerd, dat de besprekingen en geschriften over deze zaak in ons land geen belangrijke aandacht trokken. Be ter was het in dit opzicht met de markt- noteering en het marktbezoek. Dit be zorgt opgewektheid maar geeft ook stof tot teleurstelling. Wij wonen hier in een landstreek waar aan den bodem beste zuivel wordt onttrokken, en toch hebben wij de eerste plaats niet op de markten. Integendeel, het blijkt dat de aan voer van Deensche en Au stralische boter vooruitgaat, en die der Hol landsche achteruit, voorwaar een betreurens- waardig verschijnsel, en Spreker vraagt dan ook, hoe het mogelijk is, dat omtrent zulk een belangrijk product geen meer maatrege len worden genomen om de qualiteit te ver beteren. Melk. De keuze van goed vee is reeds een eerste vereischte voor goede melk, want het is bekend, hoe verschillend de qualiteit soms is, wat het vetgehalte betreft. Het is Spreker op zijne buitenlandsche rei zen zoowel in Zwitserland als in Engeland en Ierland gebleken dat de melk der Holland sche koe niet tot de beste behoort, neen zelfs achteraan staat. De Hollandsche koeien zijn de slechtste melkgeefsters ten opzichte van het vetgehalte, doch de opbrengst is weder groot. Bij de le vering van melk aan een fabriek is de vetste melk natuurlijk de beste, terwijl de verkoo- per alleen belang heeft bij de hoeveelheid, en het is wel eens moeilijk het evenwicht der belangen tusschen kooper en verkooper te vinden. Spreker heeft o. a. in de omstre ken van den Haag de ervaring opgedaan, dat men er verschillende wegen op heelt, om de melkopbrengst te vergrooten. Het is dus zaak dat de kooper zijn klant kent, en hierbij is niet altijd bedrog bedoeld. Door toediening van sommige voedingstoffen kan de opbrengst vergroot worden, doch dan deugt de melk soms al niet als zij van de koe komt. Het ware dus rechtvaardig en billijk weder zijds, dat de melk wordt betaald, naargelang de qualiteit is, en wel ten opzichte van de ue ueer »ab ukk kaijLVi zegt daarop dat ny zich met de opmerking omtrent de zegen niet kan vereenigen, wijl hij stellig weet dat veel kleinere vischjes dan 1 pond daarmede worden opgejaasd, en de zegen afschaffen zal wel niet gaan, doch in kleine wateren dienen ze geweerd te worden. Omtrent het 6-tal punten dat de Bruin in het midden brengt, merkt spreker op dat op de alge- meene vergadering reeds meerdere daarvan zijn ter sprake gebracht. Voorzeker doet de af val van siroopfabrieken, doch ook van andere, bijv, aard appelmeelfabrieken veel schade aan de visch, evenals het vlasroten, doch ook stoombooten bren- H j minder van belang is, aangezien hier geen natte spoeling wordt gebruikt. Een bedompte stallucht moet zooveel mogelijk vermeden worden en bij goed hooi is bijvoedering van lijnkoek, kokosmeet of aardnotenmeel wel gewenscht. De keuze der koeien is mede een zaak die den veehouder moet ter harte gaan. Koeien die meer dan 6 malen hebben ge kalfd, geven minder goede melk en ook koeien die een jaar hebben overgeslagen met kalven, geven dat tweede jaar geen krachtige melk. De melk van koeien moet na het kalven niet voor den zesden dag en voor zij is onderzocht bij de gewone melk gevoegd worden. Ook melk van zieke en van tochtige koeien dient afzonderlijk te worden gehou den en wat het melken zelf betreft dit moet op een geregelden tijd geschieden, de handen moeten schoon zijn, en het verdient aanbe veling ook de spenen der koeien voor en na het melken te wasschen, terwijl reeds vroe ger gezegd is, dat een koe flink moet wor den uitgemolken. Nieuw aangekochte koeien geven de eerste dagen gewoonlijk geen beste melk, omdat het op het uier staan op de markt een mis bruik is, dat in de eerste dagen op de melk van invloed is. Zulke melk dient dus ook afzonderlijk gehouden te worden en het is in het belang der veehouders dat zij de melk der koeien af en toe controleeren en dat zulks niet maar zoo wat op den gis gaat. De melk moet niet met het zoogenaamde spoelwater der emmers verdund worden en terstond na het melken op een koele plaats bewaard worden. Dit bewaren van de melk ook in het eigen bedrijf van den veehouder moet geschieden in een koelen kelder, met ramen op het noorden, terwijl Spreker daar over nog meerdere bijzonderheden aangeeft, die echter blijkens zijn eigen meening meestal tot de vrome wenschen behooren. Het karnen dient te geschieden op een temperatuur tusschen IS0 en 12° Celsius, staande in verband met het jaargetijde. Het zuringsproces mag nimmer langer dan 24 uren duren en kan door toevoeging van zure room bespoedigd worden. Door proeven wordt nu aangetoond hoe door bijmenging van zuren het verzuringsproces wordt bevorderd, en hoe men dit aan de kleurverandering van een monster gemakke lijk kan constateeren, terwijl vervolgens het vetgehalte van een paar soorten melk werd onderzocht. Aangaande het karnen gaf spreker daarop nog menig belangrijke wenk, geheel afwijkende van de gewone wijze van karnen, zooals dat hier bij den boer in ’t algemeen geschiedt. Om den karn op den vereischten warmte graad te hebben moest men een bus met warm of een met koud water bezigen, om geen water bij de melk te voegen. De karn dient onderaan een kraan te hebben om de karnemelk daardoor af te tappen, want Spre ker ontraadt het aanraken der boter met de handen. Als de eerste sporen van boter zich vertoonen moet de karn langzamer loopen, om de botervorming te bevorderen. Is de boter in korrels ter dikte van een speldeknop voorhanden, dan dient de karnemelk afgetapt te worden en de karn van boven met water van dezelfde temperatuur goed doorgespoeld te worden, en dan moet het eenigen tijd rustig staan. De boter wordt dan reeds in de karn ge wasschen en van de melkdeelen gezuiverd. Bij de kneding is dan weinig of geen melk meer aanwezig. Het zouten der boter zou ook in ’t par ticulier boerenbedrijf naar een vaste maat, dat is hier naar het juiste gewicht dienen te geschieden. De boter moet goed koel be waard worden, en vervoerd in gezuiverde vaten, die inwendig met een weinig zout bestrooid zijn. Voor de kaasbereiding geldt ook natuurlijk de zorgvuldige behandeling der melk, en vervolgens dient een kaaskamer niet vochtig te zijn, dewijl de vochtigheid op de kaas een belangrijken invloed uitoefent. Men er nog een ruim veld open, om op een bezadigde oordeelkundige wijze de jonge visch in bescherming te nemen. Door alleen visch van voldoende grootte te vangen zou de voortplanting en tevens een waardevermeerdering verkregen worden. De vermindering der visschen komt evenwel uit meer oorzaken voort. De visch heeft een ver bazend groote voortplantingskracht. Enorm groot is het getal eieren dat zij leggen, evenwel werken zoovele oorzaken storend op het jonge broedsel, dat misschien 99n/0 verloren gaat. De golfslag der stoombooten doet zeer groot nadeel aan de waarde aan vet en kaasstof. In de fabriek i Hollandia te Vlaardingen is dan ook reeds i in 1885, 1886 en 1887 dat beginsel inge voerd. Evenwel heeft het bezwaren opgele- i verd. Zij die slechte melk leverden, meenden i redenen tot ontevredenheid te hebben en i vertrouwden de zaak niet. Hoewel in hunne tegenwoordigheid de melk werd onderzocht, i bleven zij argwaan koesteren en het gevolg van een en ander was dat de directie dat stelsel weder heeft moeten prijsgeven. In een drogen zomer (als 1898) is de op- orengst der melk zeer zeker gering, doch het is gebleken dat het dan bovendien ook met het vetgehalte treurig gesteld is, zoodat in zulk een jaar de leveranciers dubbel te leurgesteld zouden zijn. Men heeft voorgesteld inspecteurs aan te stellen, die de melk controleeren konden, doch daartegen blijft steeds het bezwaar gelden dat er dikwerf een verschil is tusschen de monsters melk, zooals die gegeven wordt en die zooals zij wel gegeven kan worden. Het zal dus zijn nut hebben te weten waardoor de melk goed blijft, en welke eigen schappen deze heeft, om bij gebleken gebre ken de oorzaken op te sporen. Het is be kend dat de laatste melk der koe de beste is, het is ook daarom van groot belang dat de koe goed wordt uitgemolken. Het onder zoek der melk is dikwerf nog al omslachtig maar toch de hulpmiddelen zijn in den grond eenvoudig. Daar de ontwikkeling van vreem de kiemen in de melk nadeelig is, en dit in vloed op de geheele hoeveelheid kan hebben, is een trouwe toepassing der voorzorgsmaat regelen een eerste vereischte, en deze voor zorgen bepalen zich tot de wei, den stal, het vee, het bewaren en het vervoeren der melk. Spreker wenscht in eenige punten aan te geven, waarbij men bij de melk alzoo te letten heeft. De samenstelling der melk kan door werk tuigen daartoe expres uitgedacht onderzoent worden, maar melk die in kleur van de ge wone afwijkt, dient men niet bij de andere te voegen. Wanneer zij bijvoorbeeld een blauwachtig of roodachtige kleur heeft, of ook wanneer de geur of smaak maar even van gewone goede melk afwijkt, dient zij niet met die normale melk vermengd te worden. Melk, die spoedig tot zuring overgaat, wat men door lakmoespapier kan onderzoeken, kan natuurlijk ook goede melk bederven. Het onderzoek naar het vetgehalte kan o.a. geschieden door den roommeter, die aangeeft hoeveel vet in een bepaalde hoeveelheid melk begrepen is, en wat straks door proeven zal worden aangetoond, even als de kleurveran dering van lakmoespapier ook in de melk zelf kan geconstateerd worden. De melk weger geeft het specifiek gewicht der melk aan, doch daarbij dient nauwkeurig rekening met de temperatuur te worden gehouden. De temperatuursverandering heeft somwijlen aanleiding tot onaangenaamheden gegeven, doordat de melk aan huis gemeten warm, en aan de fabriek gekomen afgekoeld was, was de quantiteit een weinig minder. De behandeling der melk is een belang rijke zaak bij de zuivelbereiding. De stallen hebben op het vee, en dus ook op de melk eenigen invloed. De stallen moeten helder en schoon zijn; het is aan te raden het vee meer malen te reinigen en te wasschen, en ook het knippen in het najaar van het jongvee verdient aanbeveling, omdat het de uitwaseming der huid bevordert. Goed drinkwater is mede een zaak van groot gewicht, en dat goed voedsel dit voornamelijk is, zal wel geen nader betoog behoeven. Te veel vee in de weide is nadeelig vooral ook op de qualiteit der melk is dit van invloed. Dat goed, gras beter is dan onkruid, distels enz. is bekend te veronderstellen, en ook in den zomer is eenige toevoedering bijvoorbeeld van lijn- zaadmeel, aardnotenmeel aanbevelenswaar- dig. Slecht hooi heeft ’s winters ook op de melk een nadeeligen invloed, en omtrent de droge en natte spoeling doet spreker daarop nog eenige mededeelingen, echter met de bemerking dat zulks hier in deze omstreken neme niet meer stremsel dan noodig is, de stremming mag niet langer dan 15 minuten duren, de temperatuur moet zijn 45° tot 39°. Vervolgens worden omtrent den pekel nog eenige nuttige wenken gegeven, om ten slotte de gebreken van de kaas te behandelen, die voortspruiten uit gebreken in de melk of bij de bereiding en behandeling der kaas. Ten slotte werd nog ter aanschouwing ge geven, hoe men het bederf in melk kan onderzoeken, terwijl spreker nogmaals er op wees, dat een goede behandeling der zuivel de hoofdzaak is bij de zuivelbereiding, en daarop zijn auditorium dankte voor de be toonde belangstelling. De heer C. W. EISMA bracht daarop een woord van dank aan den spreker, die door deze rede getoond heeft dat de belangen van den landbouwer en den veehouder hem ter harte gaan. Niet het eigenbelang zal hem hier gedreven hebben, zulke practische wen ken ten beste te geven, waar hij aantoonde hoe men voordeelen kon behalen met wat de bodem oplevert. Deze mededeelingen zijn belangrijk voor den landman, en spreker zal zorgen dat er in .een nieuw opgericht blad „De Landmaneen verslag voorkomt, dat onder de veehouders in ruime mate zal worden verspreid. De heer Sj. R. MINNE MAvan Blauwhuis stemt in met het woord van dank door den heer Eisma gesproken, doch meent te moeten opmerken dat vele theoretische wenken voor den landbouwer te geleerd zijn en zelfs vele wenken op het gebied der practijk niet kun nen worden opgevolgd. Tevens merkt hij op, dat de boterfabrieken nog geen beter prijs voor de boter weten te maken dan de boeren, die le en 2e keur hebben, tenminste de boter der fabrieken, die onder de waag komt. Spreker evenwel betreurt het dat door handels-monopolie den prijs der boter, der zoogenaamde kaaiboter, soms kan worden gedrukt. De heerHUMMELINOK dankt daarop den heer Eisma voor zijn gesproken woord en antwoordt den heer Minnema dat een land man met een goed beslag vee zeker wel zulke goede boter kan maken als een fabriek die de melk van velerlei soort ont vangt en wat de opmerking der handels- monopoliën aangaat, zal wel steeds het eigen belang van eenigen tegen dat van anderen gekant zijn en men kan den handel moeie- hjk aan banden leggen. De heer MINN E M A zegt daarop nog dat hij het betreurenswaardig vindt te hooren dat een fabriek met alle hulpmiddelen de gewone methode niet kan overtreffen. Het doet hem persoonlijk echter genoegen want dat zal evenals hem ook anderen afhouden van de fabrieken, die als zij alle zuivel weten te be machtigen, de Friesche botermarkt naar de maan brengen en dan krijgen wij hier de toestanden als in Ierland namelijk dat alle boeren slechts zetboeren zijn. De heer HUMMELINCK sluit daarop met een woord van dank aan de aanwezigen de vergadering. 1 I Bolswardsche Courant van dige >mst Istra reel- 1 der voet ilfde deur tnin- over- ruild 11 men oen- iden, n de Goed geen nou- ..uit- ruik. roog- zal, i van i zui- ineer nee- ?zen end, )gen ader iroe- ?ene voe rder, door ht. gras issie aten Waar wij in het laatst des vorigen jaars de eer en het genoegen hadden de opdracht van een onderzoek naar de uitkomsten, die zoo hier en daar met het voederen van ingekuild gras worden verkregen in te stellen, is het uwe commissie eene aangename plicht te kunnen mededeelen, dat de uitkomsten van dit on derzoek alleszins bevredigend mogen heeten om iede- ren veehouder het voederen van ingekuild gras met vertrouwen aan te bevelen. Echter is het uwe commissie gebleken Jat het ver schil in de wijze waarop tot nog toe gras wordt inge kuild zeer uiteenloopend is, dat de methode van in kuilen een grooten invloed' op de voedingswaarde van het ingekuilde gras heeft, terwijl de deugdelijkheid van het gras ook degelijk haar invloed zal doen gelden. HUI IlUlU. ■IB

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1