NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD De a. s. verkiezingen. I 1894. Drie en dertigste Jaargang. No. 13. I A I VOOR r l Eea bezoek, aas <k SteoohuUeii- ©a&sdj te ARUM. Bolswardsche Courant ■3 de Maar ’t is L. STA I»S A I lil WS. een van a 1 ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XXXXX XXXX^ XXXXX X XXX& DONDERDAG 29 MAART. $XXXXX XXXX XXX xxxxx x$$ Werkverschaffing! Wat is daar al veel over geredeneerd en gedebatteerdwat een zee van inkt is daarover al verschreven hoevele „des kundigen" en „leeken" hebben die zaak gewend en gekeerd, bekeken en nog eens weer bekeken, uitgeplozen en uitgerafeld, om ten slotte moede loos en machteloos te erkennen„de zaak is ons te moeielijk. Wat al soorten van werkver schaffing zijn voor en na geboren, alleen, om na langen of korteren tijd, den dood van eenen tering lijder te sterven. Naar eene productieve werk verschaffing is minstens evenveel gezocht als naar L Bedankt voor het beroep naar Enschedé door den heer R. J. van der Veen, predikant bj de Ger. Gemeente alhier. Bolswarcl. Maandag 26 Maart 1894 (2de Paaschdag) werd in „de Doele“ eene derde bui tengewone voorstelling gegeven door het Neder- lanische Tooneelgezelschap „Het vrije tooneel" van Amsterdam. Was de opkomst van ’t publiek bij de eerste voorstelling zeer gering, (onbekend maakt onbe mind) bij de tweede was ze veel beter (de per zik smaakte naar meer) en bij de derde was de zaal van „de Doele" veel te klein, om de groote schare van belangstellenden te bevatten, die zoo wel van elders als van hier was opgekomen, om te genieten van uitstekende tooneelspelkunst. Want genoemd gezelschap (dat had men onder vonden) is volkomen in staat, dat genot te schenken. Geen enkelen keer kan men zich (zooals dit bij vele tooneelgezelschappen dikwijls ’t geval is) vroolijk maken over het stumperachtige, houte rige, onhandige in ’t spel van een of meer me despelers. We zien hier niet één of twee ster ren van de eerste of tweede grootte naast een aantal gloeien ie spijkers, zoodat door het ver blindende licht der eerste het matte schijnsel der laatste niet wordt opgemerkt of een of meer ko misch effect teweeg brengt, dat den indruk van ’t geheel schaadt, neen, hier zien we eene uitstekende samenwerking van zuivere, heldere lichten, (al zijn ze niet van den eersten rang) zoodat de totaal-indruk steeds zeer gunstig js. Dezen keer werden opgevoerd Kapitein Cadillac, blijspel in één bedrijf en Martin of de kruier van Hdore, tooneelspel in 3 bedrijven, naar het Fransch van A. d’Ennery. In het blijspel toonden de heer B. Delmonte en Mevr. 8. de JongCohen ons op nieuw, dat ze in tooneelspelkunst eene hoogte hebben be- I reikt, die door slechts enkele dilettanten bereik- twee (langs en bij deze weer. Ieder op de werkbank. Op bosje stroo uit elkaar. Het den steen der wijzen. Zou die steen dan nu in Arum gevonden zijn? Wij zijn niet optimistisch genoeg om voorgelicht door de ondervinding zulks te bewerenmaar, dat de werkverschaffing daar dezen winter voor ’t eerst in practijk ge bracht eene toekomst heeft, dat gelooven wij zeker. Sta mij toe, u in de werkplaats binnen te leiden. Even buiten het dorp komen we bij een boe renwoning. Op het erf staat, afgezonderd van de boerenplaats, een oude schuur en hier moeten we zijn. Een groote hoop stroo voor deze schuur wijst er op, dat er hier in dit artikel gedaan wordt. Maar hoe en wat Treedt het gebouw binnen en uwe nieuwsgierigheid zal spoedig bevredigd wor den. „Daar is leven in de brouwerij" zegt ge. Het ratelen en gonzen der machines, het geklikklak der naalden, het ruischen van strooschelven, die van boven gehaald en losgemaakt worden en bovenal het gesnap van verscheidene jongensstem men treffen uw oor. ’t Is er niet zeer licht in de werkplaats, neen, t moet er bepaald op donkere dagen wel wat al te donker zijn naar ons voor komt ’t is er laag onder het dak’t is er vol, erg vol zelfsmaar stoffig en onfrisch is ‘t er volstrekt niet. Eu wat uwe eerste op- of aanmer king betreft, ge moet wel in aanmerking nemen, dat de onderneming bij wijze van proef is aange vangen en het gebruikte gebouw als noodhulp dienst doet, welwillend voor het goede doel door den eigenaar, den heer Kooistra, voor dezen win ter afgestaan. Laat ik er dan ook terstond bij voegen, dat zonder twijfel voor eenen volgenden winter voor een geschikt en doelmatig gebouw zal gezorgd worden. De zomer staat voorhanden om voor de volgende campagne geheel klaar te zijn. Nadat we ons een beetje georiënteerd heb ben, valt in de eerste plaats ons oog op den stroo- snijder. Een werkman is hiermede bezig, handig en vlug als man van ’t vak om het stroo op de vereischte lengte te snijden. Langs de beide lengtewanden van de schuur zien we 1 ieder wand één) werkbanken staan banken zijn de .jongelui druk in de heeft een soort ijzeren raam dit raam legt hij een raam wordt toegevouwen, met vlugge steken wordt het bindgaren door het stroo genaaid, het raam wordt weer uitgevouwen en een soort stroo- matje is klaar, ’t Is aardig om te zien hoe behen dig en vlug dit alles in zijn werk gaat en wanneer wij hooren, dat men sedert November eerst het vak beoefent, dan weet men niet, wat meer te prijzendo ijver van den directeur, die een totaal onbekend werk zoo gauw tot een doodgewone zaak wist te maken, of de handigheid der jongens, die er zoo goed den slag van beet hebben. Maar wat moeten nu die matjes? vragen de bezoekers. Dat zult ge zien. Twee matjes worden naast elkaar gelegd en vlugger dan we het kunnen neerschrijven aan elkaar genaaidhandig worden de beide lengtezijden met elkaar verbonden vastgenaaid of geknoopt al naar ge ’t noemen wilt en de stroohuls is klaar. Of ook één matje is voldoende om een kleiner soort stroohuls de wereld in te sturen. En die matjes dan? „O, dat zijn vischmatjes,“ wordt ons gezegd, „die dienen bij het inpakken van visch." Nu, ’k moet zeggen, dat de visch wel minder zindelijk en minder zacht kon verpakt worden dan op deze manier. We gaan naar de machines, die al lang onze nieuwsgierigheid op de proef hebben gesteld. Twee machines staan daar naast elkaar, door twee jongelieden, op eene manier als naaimachines, gedreven en schijnen een wedstrijd te houden, wie wel het vlugst en het meest kan werken, ’t Is een lust om te zien hoe vlug en hoe netjes zij een matje klaar hebben. Het naaiwerknatuur lijk alweer stroo wordt er onder gehouden, het rad wordt in beweging gezet, de naald vliegt door het naaiwerk halt: 't is klaar. Afgeknipt, er uit gehaald, aan den jongen toegeworpen, die het kostuum verder moet voltooien er moet weer een huls van gemaakt worden en alweer vooruit! Wij bewonderen de snelheid van dit fabriceeren als de machine plotseling ophoudt. De rampen gaan ook al mee. De naald gebroken De machine werkeloos de jongen werkeloos! Maar de opzichter heeft zoon zaakje wel meer onder de oogen gezien. Eene andere naald geno men, voorzichtig er in gezet en geprobeerd, neen! ’t wil nog niet recht vlotten, het stroo houdt er te veel aan. Nog eens anders. Klaar is ’tDe werkelooze jongen kon natuurlijk niet zoo stijf daar bij blijven toekijken. Hij moesteens eventjes bij de andere jongens zien, „kom jongens", wordt er ongeduldig geroepen. En daar gaat ie weer, en hard gaat ie ook. „Wat zijn,die jongens er flink bij!" zegt ge. „Jawel", wordt uingelicht, „maar ’t gaat ook bij ’t stuk, weet u. Hoe meer hulzen ieder maakt, hoe meer hij verdient. Eerst moest natuurlijk het werk geleerd worden en kon het stukwerk niet toegepast wordenmaar na Januari zijn we daarmee begonnen en ’t marcheert goed. Er worden nu 1000 stuks gemaakt tegen 400, toen er nog niet per stuk gewerkt werd." En die machine daar bij den ingang, wat voert die uit „O, dat is de perser. Ziet ge, daar worden de hulzen in partijtjes in pakken geperst, opdat ze bij het vervoer zoo weinig mogelijk ruimte zul len innemen." En daar dicht bij valt uw oog op den garenwinder of haspel, die steeds in be weging is, om de leege klossen van de werklui te vullen. Dat ze druk werk heeft, behoef ik u niet te zeggen. „Schaftenwordt er geroepen en een nieuw bewijs hoe er met ijver gewerkt wordt die uit roep moet nog eens als een bevel herhaald wor den, voor alle plaatsen verlaten en alle werktui gen in rust zijn. Wij verlaten nu het gebouw, zeer voldaan over wat we hier gezien hebben. Maar nu de onderneming hoe staat het met de finantiéele resultaten Moet er veel geld bijgelegd worden „Zooals er nu gewerkt wordt, zal dat nooit veel kunnen bedragen", wordt ons verzekerd. Zich zelf heelemaal redden, dat gaat niet, ten minste nu nog niet, maar men heeft hoop, dat men het wel zoover zal brengen. Er zijn echter twee omstandigheden, waarop men niet gerekend had. Vooreerst de hooge strooprijzen. Doordat er er niet veel hooi gekomen is, wordt heel veel stroo als beestenvoer gebruikt en zoo werd de prijs hooger opgevoerd dan die in jaren geweest was. Dan was het een tegenvaller, dat het stroo hier uit den omtrek niet geschikt is. Dit stroo is te grof en te hard. Het moet fijn en buigzaam wezen; het moet goed dekken en dat doet het stroo van de klei niet. Daarom moet veel stroo uit de woud- streken aangevoerd worden, wat natuurlijk door transportkosten den prijs nog meer verhoogt. „Hoe gaat het met den aftrek van het fabrikaat? „O, dat gaat uitstekend. We kunnen ze lang zoo gauw niet maken, als ze ons besteld worden. En dat we nog al wat afleveren zult ge begrijpen, als we u zeggen, dat we wekelijks 5000 K.G. stroo verwerken. „En de verdiensten?" Ja, die zijn natuurlijk bij het stukwerk voor verhooging vatbaar. Toch brengt menig jongen al eenen aardigen stuiver in de huishouding. Zoo ge gezien hebt, zijn er tegen de 4) jongens in het werk. De leeftijd loopt van 12 tot 17 jaar. Welnu, de verdiensten bedragen van 2 tot 3 en een halve gulden. En weet ge, waarmee veol gewonnen is? An ders loopen de meesten dezer jongens in den win ter op straat om en ge weet, wat kattekwaad en erger dan dit er dan uitgevoerd wordt. Nu is het rustigde jongens zijn onder toezicht. En in het gunstigste gevalals deze jongens werk hadden, dan moesten ze in de bedompte, stoffige braakhokken staan. Ge weet, hoe teer op dien leeftijd de edele deelen van het lichaam zijn en hoe licht in de braakhokken de longen iets kunnen opdoen, waarvan latere ziekten en langdurige sukkelingen het gevolg kunnen zijn. Er is al veel gewonnen, dat de jongens aan zulke schadelijke invloeden onttrokken zijn. „Het viel ons straks op, hoe ordelijk en ferm alles toeging. Werken er misschien alleen de flinkste en fatsoenlijkste jongens „Neen, dat moet ge niet denken. waar, ze houden zich best. Een paar zijn er weg gestuurd geworden; en er wordt streng de hand aangehouden, dat alles ordelijk en geregeld toe gaat. Óp vloeken, dat eerst schering en inslag was, is boete gesteld en die boete, welke in de eerste week tusschen 1 en 2 gulden bedroeg, is nu al gedaald tot zes centen. Op de werkstaat- jes, waarvan ieder op het eind der week er eene ontvangt, wordt ook aanteekening gehouden van het gedrag, opdat de ouders daarmee voortdurend op de hoogte blyven." Vraagt ge: wie is de insteller van deze nieuwe werkverschaffing? De hervormde kerk en vooral haren voorganger ds. Mekking, komt daarvan de eer toe. Friesche courant. Al wat vooruitstrevend is in den lande, heeft luide gejuicht, toen het officieele bericht van de ontbinding van de Tweede Kamer bekend werd, maar thans is de tijd van jubelen voorbijer moet gehandeld worden. Er is door de Kroon een beroep op de natie gedaan, of zij uitbreiding van het kiesrecht, zoover als de grondwet toelaat, wenschelijk acht, en op dat beroep moet een ant woord gegeven worden. Met andere woorden, de kiezers moeten nu overwegen, en dat wel nauw gezetter dan ooit, wie zij als bun vertegenwoor diger naar het Binnenhof zullen zenden. De Liberale Unie van welke de meeste liberale kiesvereenigingen in den lande deel uitmaken, heeft in een manifest aan de liberale kiesvereeni gingen kort maar duidelijk uiteengezet, waarom het thans gaat. „De verkiezingen beoogen de samenstelling van eene Kamer, die in hoofdzaak zal zijn eene Kamer, geroepen om de kiesrecht- hervorming tot stand te brengen, en waar de ont bonden Kamer daarover niet tot overeenstemming heeft kunnen geraken meent de Liberale Unie (en deze meening onderschrijven wij ten volle,) dat alleen die candidaten mogen worden gesteld, die met volle overtuiging aan de finale kiesrecht- uitbreiding verlangen mede te werken in den zin waarin de Begeering haar voorgesteld en de Mi nister Tak van Poortvliet haar met kracht ver dedigd heeft, dat voorstanders van wijzigingen waardoor het doel der voorgestelde hervorming niet zou worden verwezenlijkt, behooren te wor den bestredendat ook wat de opvatting der grondwettige quaestiën aangaat van de liberale candidaten instemming mag worden verlangd met de zienswijze dezer Regeering, die, uit de ver kiezingen van 1891 voortgekomen, tot dusver eene staatkunde heeft gevolgd, waardoor het in haar gestelde vertrouwen volkomen gerechtvaardigd is." Ziedaar in weinige woorden het zondenregister van dat gedeelte der liberale partij, die zich tegen het ontwerp-Tak hebben gekant, kernachtig uit gedrukt. De Liberale Unie zegt tot van Houten c. s.: Gij liberalen hebt U niet ontzien een minis terie te bestrijden, dat daaraan zijn ontstaan te danken had, dat de liberale partij in 1891 einde lijk wederom de overwinning bij de stembus be haalde. Een ministerie, dat niets anders gedaan heeft dan een programma uitvoeren, dat tot grond slag had de leus, waaronder in 1891 de liberale partij zegevierde. Gij hebt dat gedaan alsof Ge niet bij ervaring wist, hoe tweedracht en nog eens tweedracht de kanker was die de levenskracht der liberale partij ondermijnde, en toen Ge eindelijk inzaagt, dat langs den weg van overtuiging voor U als liberalen onder de leus van uitbreiding van Kiesrecht gekozen, uw verzet niet langer houd baar was, hebt Ge U met groot misbaar op eed en geweten beroepen, en verklaard dat beiden U verhinderen Tak’s ontwerp te aanvaarden, omdat het in strijd was met de grondwet. De fractie van Houten heeft dus niet geaarzeld Minister Tak en zijne zes ambtgenooten die geheel homogeen met hem zijn, te beschuldigen van een ontwerp in te dienen, dat in strijd was met de Grondwet. Minister Tak en zijne zes ambtge nooten Pierson, 8midt, van Dedem, Jansen, Seyf- fardten Lely zijn volgens die Heeren óf menschen, die het met hunne verantwoordelijkheid als Mi nister niet zeer nauw nemen óf dezulken aan wien het inzicht ontbreekt, om de geest van de Grond wet te vatten. En wanneer men nu daarbij in het oog houdt, dat proffessoren als de onlangs overleden Buys (en wie kende hetNederlandsche Staatsrecht beter dan hij) prof, de Louter, de nauwgezette jurist Levy en tal van autoriteiten op staatsrechtelijk gebied pertinent verklaren, dat 'Tak’s ontwerp niet in strijd is met de grondwet, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat dev conservatief-liberalen daarom het ontwerp als on grondwettelijk hebben bestreden, omdat ze in hun hart tegenstanders waren van eene uitbreiding van het kiesrecht zoover als de grondwet toelaat. De kiezers, die dan ook in 1891 hunne stem op de conservatief-liberalen hebben uitgebracht, in de verwachting dat deze als Kamerleden aan de liberale leusuitbreiding van kiesrecht zoover de grondwet toelaat, getrouw zouden blijven, vin den zich deerlijk teleurgesteld. En voor zulk eene zelfde teleurstelling moet men zich thans dubbel wachten. Het is thans de plicht van de liberale partij om hare candidaten te toetsen op de wijze als door de Liberale Unie in haar Manifest wordt voorge steld. Zoo, maar ook alleen zoo, kan Taks ont werp wet worden en de eendracht in de Liberale partij worden hersteld. baar is. Wij hebben het reeds eerder gezegd en herhalen uit volle overtuigingze kunnen zich zeer goed meten met acteurs en actrices van be roep, die door onbevooroordeelde en bevoegde critici worden geprezen. Het tooneelspel was, naar we vernemen, nog nooit door „Het vrije tooneel" opgevoerd. Bols- ward genoot er dus de primeur van. Dat heeft ons zeer veel genoegen gedaan want al is Martin een stuk uit de oude doos en al heoben velen in vroeger dagen de groote Driessens zien optreden in de hootdrol, deze opvoering heeft weer duidelijk doen uitkomen, dat aan het oude steeds nieuwe aantrekkelijkheid kan worden ge geven, wanneer de vertolking slechts den stempel draagt van eene oorspronkelijkheid, die in staat is, belangstelling te wekken en die aan de eischen eener eerlijke, onbevooroordeelde kritiek kan voldoen. En dat was hier wel degelijk het geval. Een woord van hulde aan den heer J. Montezinos voor de uitmuntende creatie, die hij te aanschouwen gaf en hooren deed van den eerlijken, vlgtigen, spaarzamen en daardoor vermogend geworden kruier! Zeer juist en naar waarheid stelde hij voor in zijnen verblinden vadertrots, in zijne blijdschap bij ’t bezoek aan zijn zoon, die, naar hij meeude, zoo oy uitstek zijn best deel, om tot een nuttig lid van de maatschappij op te groeien, in zjjue verpletterende droefheid toen hg van een woekeraar vernam, dat die zoon een losbol en verkwister was, in zijne aandoenlijke onderwerping, waarmede hg zijn oud handwerk weer opnam, toen die zoon hem arm had gemaakt en in zgne onuitsprekelyke blydechap, toen hij berouwvol terugkeerde en omzijn moed en mensch- lievendheid deelgenoot werd van een aanzien- lyk handelshuis. De hoofdpersoon werd op waardige wijze ter zijde gestaan door Mevr, de Wijs, die eene zeer juiste uitspraak paart aan eene hoogst natuur- lyke actie, door den heer B. Delmonte, die ten volle bleek opgewassen te zijn tegen de groote moeiely ^hedeii, die in de rol van Armand moeien worden overwonuen, door Mevr. 8. de Jong Cohen, die door haar eenvoudig, naïf spel zoo’n weldadigen indruk maakte, door den heer J. de Jong, die uitnemend de kunst bleek te ver staan, ook zonder veei uitwendige, traditioneels middelen een sterk sprekende type te maken van een karakterloozen woekeraar, door den heer J. Delmonte, die in houding, gebaren en spreken zóó juist een goed-ronden zeeman voorstelde, dit men geneigd zou zgn, hem te gelooven, als hij verklaarde: „tk ben werkelijk zeeman”, door mej. J. Ude, die weer toonde, dat zy zich op het tooneel weet te bewegen: haar spel is door en door natuurlijk en hare uitspraak onberispelijk. De heer I. Zonligt, die in beide stukken als oe- diende fungeerde, tooudo, dat men ook aan kleine, weinig beduidende rollen studie kan Desleden: hy speelde inderdaad uitstekend. Het siinenspel moet ten hoogste worden ge roemd. Om niet al te wydloopig te worden, wy- zen we alleen op de bacchaualie in het eerste bedrijl (dat tooneeltje tintel ie van leven door het vlugge, schalkscue, geestige spel van mej. Ude en de heeren D. Uega Caranca, van den Berg en B. Delmonte) en op het afscheidstooneel in het tweede bedryihier moest men het stille spel van het viertal Martin, Geueviève, Armand en Amélie bewonderen. Luid en langdurig applaus bewees, dat het pu bliek hoogst voldaan was over alles, wat het ge hoord en gezien had. We hoorden er van spreken, dat er kans be staat „Het vrije tooneel" hier in de kermis van dit jaar eenige malen te zien optreden. We zijn er zeker vau, dat men daarmee algemeen zeer mgenomen zou zijn. Hebben we by die gelegen heden in den regel met veel meei uan café-chan- tant-specialueiteu van den (hoeveelsten raug gehoord, wanneer „Het vrye tooneel" komt, zal er inderdaad genoten kunnen worden van ware kunst. We roepen dit gezelschap dan ook harte gemeendtot weerzienstoe. Zondagavond had op de bovenzaal van den heer L. Nolle eene voorstelling plaats van de Rederykeiskamer „De Jouge Redenjker." Eerst werd opgevoerd: „Een Orang Brani, kinder-tooneelstukje in twee oedry ven. W e meenen hiervan te moeten zeggen dat de uitvoering niets te wenschen overliet, en dat de personen, welke er in voorkwamen, zich zeer goed in hun rol wisten te verplaatsen. Vervolgens werd opge voerd „Na regen Zonneschijn" in een belryf, een stukje dat wel niet veel beteekent, maar toch goed werd vertolkt. Ten derden De Nieuwe Landheer”, kluchtspel in een bedryt. Alle per sonen wisten oyzonder goed in hun rol mede te gaan, terwijl de kieeding er ook veel toe bijdroeg om de klucht te doen slagen. Vooral kwamen de lachspieren in beweging bij het optreden der notabelen. De tooneelstukjes werden afgewisseld door aardige voordrachten, welke zeer in den smaak vielen. Door den Eere-voorzitter werd het woord gevoerd, en er op gewezen, hoe nuttig het lidmaatschap dezer rederykerskamer was. De avond werd besloten door een druk en geanimeerd bal.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1