NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOXSWARO EN W0NS8R ABEEL 1894. Drie en dertigste Jaargang. No. 18. 1 MEL DONDERDAG 3 MEI. j BUITENLAND. BINNENLAND. VOOR kwam hij onder een wiel, met het nood- ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Gisteren hield in de Fransche kamer de socialistische afgevaardigde Jaurèi eene interper- latie over de fondsen, door kapitalisten en hoog geplaatste geestelijken aan de anarchisten ver schaft. Hij vroeg o. a., wat de redenen waren dat de Regeering niet tusschenbeide was gekomen volgens hem schond de Regeering de wet, onder het voorwendsel de anarchisten te bestrijden. De interpellatie verwekte een hevig tumult bij de rechterzijde. Nadat de Minister van J ustitie den interpellant beantwoord had, werd deeenvoudige orde van den dag, waarmede de Regeering zich vereenigd had, aangenomen met 440 tegen 179 stemmen. Toestanden in Spanje. Zeven en vijftig maanden, zoo wordt aan de Kölnische Zeiting uit Madrid geschreven, heeft de onderwijzer de volksschool te Venuela, Rafael Garcia, tevergeefs op betaling zijner bezoldiging gewacht. Na vreeselijke ontberingen heeft hij zich nu met zijne vijf kinderen naar Malaga begeven, om er zijne opneming in het asyl te verzoeken, of anders op straat te bedelen. Deze eenvoudige mededeeling, vervolgt de cor respondent, zegt, geloof ik, meer dan vele woorden in staat zijn te doen, en dergcljjke gevallen her halen zich hier op schrikbarende wijze. Te Wetteren is eene werkstaking der wevers begonnen. In de fabriek van Beernaerts, welke circa 1000 arbeiders gebruikt, kan een volwassen wever 3 a 4 stukken per week afmakeu. Daar voor ontvangt hij 3 frcs. per stuk, dus 9 tot 12 free, in de week, ongerekend de boeten en andere afhoudingen, welke zijn weekloon soms nog met 1 of 2 frcs. en meer komen verminderen. De werk lieden vroegen verhooging van 1 centime por meter, maar de patroon antwoordde, dat zij voort aan 50 centimes per stuk zouden verminderd worden. De hou ling der werkstakers is zeer kalm zij wekken algemeen medelijden. waar zijn en waarheid betrachten is hierin zoowel noodig als met opzicht tot de patentaanslag, het verder aan het lot en de wet overlatende of men bij de „woeling om verandering" zal winnen of verliezen. Met 1 Mei staan wij in dit opzicht op een keerpuntlaat ons er zooveel mogelijk toe mede werken dat alles den besten kant heengaat. Met opzicht tot hetgeen aan belastingen moet worden opgebracht is 1 Mei ook in dit opzicht van beteekenis, dat het biljet voor de personeele belasting moet vernieuwd worden Gelukkig voor controleur en zetters, dat hierin alles bij het oude is gebleven. Veel er van is gesneden brood, zoo- dat de regeling niet bijzonder veel inspanning vordert. Gelukkig voor hen heeft de Minister Pierson niet beantwoord aan zijn aangekondigd voornemen om die belasting voor 1 Mei 1894 te herzien. Misschien heeft de kieswet-historie, die alle tijd en belangstelling in beslag nam, hem hierin ver hinderd. Maar het zou ook kunnen zijn, dat door devermogens- en bedrijfsbelasting reeds hooi ge noeg aan de vork is geregen om het te brengen ter plaatse waar het behoort. Misschien dat het niet vervullen van die belofte of dat voornemen van den Minister het allermeest betreurd wordt door den kleinen middenstand in de groote steden, die werkelijk al te zwaar door de personeele belasting wordt getroffen. slagen immers waren ze reeds zoo vertrouwd, dat alles ging als van een leien dak, maar de bedrijfs belasting is nieuw en deze nieuwe bezem zal wellicht niet schoon vegen, althans in het begin niet. Is het altijd af te keuren om wonden te zoeken en onwaarheden te debiteeren, teneinde door de „Voor wie nadenkt en verder ziet dan het oogenblik, is er in den tegenwoordigen staat kundigen en maatschappelijken toestand van Ne derland, evenmin als in eenig ander land in Euro pa, geen ruimte voor onbepaald uitstel bij groote hervormingen. De democratie staat voor de deur. Van de ontvangst, die men haar bereidt, hangt af, of haar komst vreedzaam zal zijn, dan wel een tijdperk van algemeene woelingen zal openen.” Het kiesrechtvraagstuk, zegt het Vaderland en wij stemmen er mede in moet tot op lossing komen. Het blijft den pohtieken toestand drukken en beheerschen, en een gezonde ont wikkeling onzer staatsinstellingen is niet mogelijk, zoolang van dat vraagstuk de bevredigende op lossing niet is gevonden. De samenwerking van hec Kabinet, dat haar geven kon, zoodat aan alle agitatie een eind zou zijn gemaakt en de jeugdige Koningin, als zij straks den troon be steeg, den kiesrechtstorm ui’geraasd zou vinden, is verbroken, langs andere lijnen en door an dere mannen zal de oplossing beproefd moeten worden. Snel zal het niet gaan, want voor de losse gedachten, met kwistige hand uitgestrooid, is de bodem der ontkieming geenszins bereid, en men zal zich wijselijk wel wachten gronl te geven voor al te gemakkelijke critiek. En on mogelijk is het in elk geval, hoe men scherme met het woord finaal, dat op den weg, dien men zal inslaan, een waarlyk finale oplossing wordt gevonden, een, die willekeur afsnijdt en onte vredenheid bezweert. De zaak zal aan de orde blijven, tot schade van anderen nutten arbeid, totdat de leus van Tak tot waarheid is geworden: het stemrecht aan allen, die voorzien in hun onderhoud en dat van hun gezin. Het Dagblad is nog niet tevreden. Zij zou alleen de Kamerontbinding als zegen waardeeren, wanneer voor de volkomen zegepraal van het georganiseerd anti-radicalisme op wetgevend ge bied door haar de weg was gebaand. „Dan zou de strijd, iu de Lentemaand gevoerd, den vrijheidsboom die in Nederland tevens de oranjeboom is nieuwen bloesem verzekeren, welke een rijken oogst van degezegendste vruchten voor Land en Dynastie zou boloven." Dit is mooi gezsgd erg mooi gezegd. Een groot deel van de mislukking der ver kiezing, zegt de Midd Ct., is te wijten, aan het niet zuiver houden van de queeitie, aan de ver mengingen van tal van dingen die er geheel buiten stonden. „De virtuositeit van de N .R. Ct. zigt de M. Ct. waarvan, door dit blad werd blijk gegeven in het bedenken van valsche leuzen, in het onzuiver m iken van den strijd en in het vech ten tegen personen in plaats van het kampen voor beginselen mag ongeëvenaard heeten. „Het is voor het plutocratisch conservatisme inderdaad een buitenkansje geweest dat dit blad zich zoo geheel en al met eene toewijding eene betere zaak waardig in zijn dienst heeft gesteld. „Terecht is dan ook opgemerkt, dat, wat vroeger speciaal in de residentie te vinden was het stijve conservatisme, thans zjn zetel in de koopstad aan de Maas heeft opgeslagen. De Rotterdamsche egoïstische politiek met h ire persoonlijke antipathie tegen den Minister Tak van Poortvliet heeft zich bij deze gelegenneid in al haar kleinheid doen kennen." Een twaalf-jarige knaap uit Vaals, die een vrachtkar tegemoet was gegaan, om daarmede een eindweegs te kunnen rijden, was ongemerkt onder de kar gekropen teneinde zich in een daar gespannen zeildoek te verbergen. Ongelukkig was het doek met vrachtgoederen gevuld en kon hij daar geen plaats vinden. Terug willende krui pen, kwam hij onder een wiel, met het nood lottig gevolg, dat hij door het zware voertuig werd verpletterd. Gefopt. Een veehandelaar, in een stadje van ons vaderland, had voor den laatsteu winter op zekeren dag goede zaken gedaan. In de stad had hij veel bankpapier ontvangen. Uit een sigarenwinkel nam hij een kistje siga ren mee, op welke sigaren een nagemaakt bank biljet. De Nederlandsche Bank betaalt 25 sigaren enz. was neergelegd. Te huis gekomen, doet hij dat valsche biljet bij de echte bankjes, en telt een en ander nog eeus over. Daar hoort hij zijn knecht en besluit een grapje met den hals te hebben. „Jan" roept de baas en reikt, toen de knecht binnenkomt, hem de sigaren- banknoot over, met de woorden„daar kerel, ik heb een goeden dag gehadjij hebt nooit een buitenkansje, hier, pak aan Jan dankte duizend maal en ging verheugd heen. Toen de veehandelaar den volgenden dag iu de stad was, en eenige betalingen moest doen, was het eerste wat uit zijne portefeuille te voor schijn kwam, het valsche banknootje. Bij ver gissing had hij zijn knecht een echt present ge daan. Een vrouivelijke deurwaarder. Onder de rechthebbenden op een boedel in de gemeente Smallingerland heefteen hevige vechtpartij plaats gehad. Een hunner werd zoodanig gewond, dat heelkundige hulp moest worden ingeroepen. Een vrouw, die ook tot de erfgenamen behoorde, had manskleeren aangetrokken, een hoed op ’t boot'd «n een tt>k in de hand, om de rol van deur- gevallen, door ’t water gesleurd en grootendeels van haar kleederen ontdaan, waarop ze zeer ge havend het hazenpad koos. Eenigen tijd geleden werd het ooievaarsnest in het dorp Woubrugge door een wijfjesooievaar betrokken; het mannetje liet op zich wachten. Dezer dagen kwamen er een paar vreemde ooie vaars opdagen, die zich op dat nest wilden in- stalleeren, hetwelk tot een verwoed gevecht, een tegen twee, aanleiding gaf. De slotsom was, dat bet wijfje voor een oogenblik van het nest ver dreven werd, waarop de vreemde indringers haar eieren, i in getal, in den bek namen en op het dak van het huis van den heer Guldemond te pletter smeten. Na het verrichten van deze euvel daad vertrokken zij weder en kon de verdrevene haar nest weder betrekken. De Nijmeegsche „bom" in de gang der Hoogere Burgerschool blijkt niets meer te zijn geweest dan een stuk bamboesriet met eenig vast ineengestampt kruit. De leerling der derde klasse, die de daad heeft opgelegd, wilde een overigens zeer af keurenswaardige grap uithalen, door in den corridor een miniatuur-ontploffing te veroor zaken. Als eenige straf is hij voor veertien dagen van de school verwijderd. De koopman in Volta-kruisen, die Zaterdags gewoonlijk op het Vredenburg te Utrecht, zijn handel drijft, volgt tegenwoordig eene andere methode dan tot dusverre om de aandacht van het publiek te trekken. Hij gaat, naar het Utr. Üagbl. verhaalt, naar oude gewoonte, op een stoel staan, kijkt minachtend naar alle richtingen rond, neemt de uiteinden van zijn zwarten kne vel tusschen duim en vinger van beide handen en draait die tot een punt. Dan neemt hij een witte flacon van zijn tafeltje, schenkt zich een weinig water in een glas, en drinkt dat uit ter wijl hij met do tong klapt, alsof hij zijn publiek wil duidelijk maken, dat hem dit lekker smaakt. Daarna kijkt hij met eenige tevredenheid zijn toenemend auditorium toe, en groet dit beleefd door het afnemon van den hoogen hoed. Spreken doet hij geen woord. Hij neemt een spel kaarten in de hand, schudt die dooreen alsof het om zijn leven te doen is, en gooit dan die kaarten een voor een met eene vlugge vin gerbeweging in dè lucht. En als al die kaarten op deze wijze over het Vredenburg zijn geslin gerd daar gaat wei een minuut of vijf mede heen, gedurende welken tijd de boeren hem stom van verbazing aanstaren neemt hij een wald hoorn, en doet daarop allerlei vergeefsche en potsierlijke pogingen om er geluid uit voort te brengen. Eindelijk, tot zijne blgkbare vreugde, gelukt he n dit, en blaast tij een deuntje, waar mede hij ook tegelijk de spraak schjjnt terug te krijgen. Weer neemt hij zijn hoed at en spreekt Zoo waar als ik hier onder den blooten hemel sta, ik kan raden wat jelui tegen elkaar gezegd hebt. Jan die zei tegen Piet: is die mijnheer gek? en Piet zei tegen Janneen, die meneer is niet gek, maar die speelt een ballet. Maar Jan en Piet hebben het allebei mis, want ik ben niet gek en ik speel geen ballet. Maar ik sta hier voor jullie belang, niet voor mijn eigen voordeel, tnair alleen voor mijn naam en mijn reputaasje als fatsoenlijk mensch. En dat hoef ikeigenlgk niet eens te doen, want jullie kennen me wel; mijn naam is genoeg bekend. Of lezen jullie geen couranten, journalen en dagbladen Daarin heeft toch ielereen kunnen lezen, dat ik door den beroemden professor Volta ben aangesteld hier verhoogt hj het effjct door het gele lint met koperen medaille om den hals te hangen tot eenig translateur voor Nederland en de koloniën van zijne beroemde kruisen, die naar hem Volta- kruisen worden genoemd. En na deze inleiding gaat hij voort met de beschrijving der geneeskrachtige eigenschappen van die kruisen, leest dankbetuigingen van door alle dokters hopeloos verklaarde, maar door hem genezen patiënten, en neemt, teikens als daarin de naam van het Opperwezen, of zelfs maar van een burgemeester van een of ander dorp genoemd wordt, den hoed af, en eindigt zijn speech, door met daden te bewijzen hg steekt daartoe een zich aanmeldenden boer met kiespijn een kruis in den mond, en geneest hem sebiet en „voor goed" dat mijn kruisen onfeilbaar zijn. En als hij dau zijn dreigement uitgespro ken heeft, dat als hij eenmaal van den stoel zal afgestapt zijn, die kruisen voor geen rijksdaalder meer van hem te krijgen zijn, want als men niet gretig van zijne menschlievendheid profiteeren wil dan „verdraait hij het ook dan worden van alle zijden handen omhoog gestoken, om zoo’n kruis machtig te worden. Nu, hij laat geen enkelen liefhebber onbevre digd, en onder nadrukkelijke verklaring, dat de menschen niet mieten denken met een sjarletan, kwakzalver of tandentrekker te doen te hebben, maakt Cohen goede zaken. Eene verhuurster van een perceel met ver gunning tot verkoop van sterken drank in het klein te ’s Gravenhage, wenschte dat huis niet langer te verhuren aan den tegenwoordigen huui- der, maar liever aan een ander, die 50 cent per week meer huur ziu betalen. Nu heeft de ver gunninghouder de vergunning gister aan B. en W. teruggebracht met mededeeling dat er nog heden gepatenteerd zou worden verkocht tabak, sigaren en bier, waardoor het norceel ine-evolse de wet De „Temps'1 over de verkiezingen.„Het is voor den heer Tak meer dan een nederlaag, een val", schrijft de Temps, over den uitslag der Ned. verkiezingen. Wat volgens het Fransche blad opmerking verdient, is het groot aantal li beralen in de nieuwe Kamer; maar hun partij is in tweeën gesplitst en onder de afgescheidenen vindt het ministerie zijn meest onverzoenlijke tegenstanders. „Dit is een kwaad, aan hetwelk de partijen in Ne Ierland langen tijd geleden hebben en dal in de toekomst een betreurenswaaidigen invloed dreigt te oefenen op den loop der staatkunde. De antirevolutionairen op hun beurt zijn er door ge troffen en hebben aan deze versnippering hunner krachten de vermindering te wijten van hun aan tal en misschien het onherstelbaar verlies van hun invloed. „Zonder een oordeel uit te spreken over de meerdere of mindere behendigheid vandetaktiek door den heer Tak met zoo treurigen uitslag ge volgd," zegt de Temps verder, „is er alle reden om de onvermijdelijke verdaging van de kiesrecht- uitbreiding te betreuren. Dergelijke hervormingen kunnen niet te spoedig, niet te gewillig gedaan worden. Al wat ze vertraagt, leidt tot een uit zetting van haren omvang en vermindert hare weldadige uitwerking. Een kieswet, die in het eerste oogenblik een waarborg van socialen vrede was geweest, wordt een oorzaak van tweedracht wanneer zij ter elfder ure aan onhandig verzet wordt afgedwongen. „Maar dit is niet alles. Wie zalregeeren? En hoe zal men regeeren? Zal men trachten, de een heid der liberale partij te herstellen? Of zal men de scheuring voor goed bekrachtigen? Zal men met het kiesrechtontwerp de groote financieele hervormingen opgeven, die vcor de helft door Na lo. Mei 1894 geen patentrecht meer. Het patent had in ’t volksleven een eigenaar dige beteekenis gekregen. Zeer velen waren er, die het niet beschouwden als een belasting die het Rijk hief van nering en nijverheid, maar als een geldelijke bijdrage, waarvoor een zeker recht werd verkregen. Als het b. v. een werkman verveelde om het ambacht „als knecht” uit te oefenen of hij de kans schoon meende te zien om meer te verdienen, dan was zijn eerste werk patent te nemendat patent stempelde hem tot „baas." Hij beschouwde het patent minder als een ge volg van zijn besluit om voor eigen rekening te werken, tengevolge waarvan hij belastingplichtig werd, maar als een zegel op en een kenmerk van zijn waardigheid als „baas." Weinig anders was het met het opzicht tot den kleinhandel. Het patent verleende het recht om handel te drijven, stempelde hem tot koopman. En als daar iemand optrad om, Hetzij voor eigen rekening, hetzij voor die van een ander goederen of waren te koopen, hij een koopje voor den neus van een grooter handelaar weg kaapte of den marktprijs deed stijgen, dan vraagde die grootere koopman allicht: maar heeft die man wel patent Een bewijs dat ook hij het recht om te koopen van het bezit van patent afhankelijk achtte. Het patent oefende alsmede invloed uit op de politie. Als daar iemand, die, ofschoon met een mandje aan den arm of met een tasch gewapend, eigenlijk het bedelvak uitoefende, patent kon vertoonen, iets wat door een gemeente- of armbestuur of an ders door een particulier licht was te verstrekken, dan was die man of vrouw in het oog van het publiek of de politie inlandsch kramerzoo niet, dan was hij bedelaar. Nog als een ander bewijs van de verre strekking die aan het patent werd toegekend, kan dienen, dat als daar een patentplichtige, in verband met zijn bedrijf, zaak of nering een gerechtelijke schuld vordering instelde, verplicht was om den rechter patent over te leggen, niet de kwitantie wegens betaald patentrec/i^, maar het patentWarf, door het gemeentebestuur van zijn domicilie afgegeven. Van een niet patentplichtige, b.v. een barbier, schoenlapper of landbouwer werd een bewijsstuk van dergeiijken aard niet gevorderd, bewijs genoeg dat het uitoefenen van eenig bedrijf of nering, in de gevallen als bij de patentwet genoemd, moest worden gekocht. Gelukkig dat het aan niemand werd geweigerd, ook zelfs niet aan minderjarigen of kinderen. En dat kunstige samenstel met zijne tabellen en nummers, zijne klassen en rangen zal tot de geschiedenis gaan behooren ons dunkt dat het niet overbodig is om zoo niet een traan dan toch een woord aan zijn nagedachtenis te wyden, en op den rug van de patentwet te schrijven „met 1 Mei 1894 dood verklaard." „Ieder woelt hier om verand’ring, „En betreurt ze dag aan dag, „Hunkert naar hetgeen hij zien zal, „Wenscht terug ’t geen hij eens zag." Zouden deze woorden ook wellicht van toepas sing zijn op het vervangen van de patentwet door een bedrijfsbelasting Er zullen er zijn, die deze verandering verwen- schen of betreuren. Advocaten b.v. en menschen met aanzienlijke tractementen of pensioenen zullen misschien niet in hun nopjes zijn, dat met 1 Mei 1894 van hen een bijdrage wordt geëischt voor de instandhouding van de groote huishouding van den Staat. In dit opzicht is de 1 Mei-verandering voor hen geen verbetering. Als iemand als zoodanig zijn kwartaal ontvangt, is ’t zoo mooi wanneer hij zeggen kandaar gaat niets af. Als een ambachtsman of neringdoende eens een postje uitgestelde schuld ontving, dan nam hij er, als ’t eenigszins lijden kon een gedeelte af om den Ontvanger een termijn op zijn patent-aanslag te betalenen hij deed het zonder morren, want hij was er immers baas, winkelier of koopman voor en bezat daarmee een recht dat anderen missen, maar toch, het moest er af en hij kon maar nooit eens roemendaar gaat niets af. Het is maar te hopen, dat zij, die tot heden aldus konden roemen, na 1 Mei niet zullen morren of klagen, maar reeds lang voor 1 Mei zullen hebben gehunkerd naar hetgeen zij te zien zullen krijgen in hun spiksplinter nieuwen aanslag in de bedrijfsbelasting. Zij willen immers niet, dat zij die dagelijksch moeten werken, zweten en tobben om zuinigjes rond te komen in hunne plaats zullen betalen opdat de Staat kunne huishouden Maar hoe zal het zijn met die werkers en zwe- ters, zal de bedrijfsbelasting van hen niets vorderen, of zullen zij terugwenschen hetgeen zij eens zagen in hun aanslag in de patentbelasting? Misschien dat zij zich voor de invulling van hun biljet met vragen nog wel eens achter de ooren zullen krabben. En dat lot zal ook den controleurs en de zetters- colleges wel te beurt vallen. Met de patent-aan- leien dak, maar de bedrijfs- van bestemming is veranderd en de vergunning momming ontdekt, de deurwaarders-vrouw aan- is vervallen, bestaat daarvoor een dubbele reden. Een zaak toch die eenmaal goed is opgezet, marcheert het best; zich tevreden stellen met dien stoplap, die cabinet d'affaires heet? Maar dan? Bolswardsche Courant j I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1