NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD I lil ïunn&ri? 1 Drie en dertigste Jaargang. 1894, No. 21. mn BUITENLAND. BINNENLAND. ■■r VOOR ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. I» $XXX XCDX XXCDXXC^DXXC XCXCXC XXXX^ DONDERDAG 24 MEI. jxxcdcdxzozxcxcxc l ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ■I daarop het antwoord niet gereed met het oog op de ondervinding Bij zooveel onproductieven wetgevenden arbeid bij zooveel woorden en zoo weinig daden. Is het wonder? A. C. 1 i Ons huidige parlementaire stelsel munt nu een maal niet uit door vlugheid. Wat vroeger door den wil van een enkele, door diens onbeperkte macht, in weinige dagen, soms in eenige uren tot stand werd gebracht, heeft thans jaren noodig, om langs den parlementairen weg, die over tal rijke hindernissen loopt, eene daad te worden. Een electricien beweerde onlangs, dat in de 20ste eeuw, die door de electriciteit zal worden beheerscht, het parlementarisme niet langer zal worden geduld. In hoever deze beschouwing in het afgetrok- kene waarheid behelze, zij aan de toekomst over gelaten. Doch dat ons parlementair stelsel in lijnrechte tegenspraak is met de vlugheid van de electrici teit, die, naar wordt beweerd, ons zooveel sneller doet leven, is een feit dat niet bevestigd behoeft te worden. Als wij nagaan, over welke maatschappelijke vraagstukken de logge geesten in de laatste jaren tot overeenstemming waren gekomen en men de balans opmaakt van de wenschen der meerderheid van ons volk, die verwezenlijkt zijn geworden, dan komt men tot een allerdroevigst resultaat. Om slechts enkele vraagstukken te noemen. Hoelang is men het niet eens over de noodza kelijkheid van een snellere rechtsspraak over den leerplichtover een betere regeling onzer defensie over den persoonlijken dienstplichtover een be tere regeling der financiëele verhouding tusschen de gemeenten en het Rijk, om over de uit breiding van het kiesrecht thans niet te spreken. En wat is er van al die noodzakelijk geoor deelde verbeteringen in de laatste jaren tot stand gekomen Bij het optreden van het vorige Ministerie koes terde men de beste verwachtingen, dat eindelijk de beloften, zoo herhaaldelijk bij de stembus af gelegd, in vervulling zouden gaan. Men had in dit Ministerie krachten, waarop alle hoop gevestigd was. Een man als Tak, die, om slechts een enkel feit te noemen, in de en- quête-commissie zulke schitterende bewijzen ge geven heeft, bekend te zijn met de nooden en be hoeften van de arbeidende klasseeen man van wiens kunnen en willen men zich algemeen over tuigd hielddie, indien het kiesrechtvraagstuk, waarover men mocht aannemen dat de natie het nog niet geheel eens was, van de baan zou zijn, met talrijke hervormings-wetten voor den dag zou zijn gekomen, werd tot werkeloosheid gedoemd en daardoor voor jaren weder een rem gehaakt in het raderwerk onzer wetgeving. En waarom ïndien men na den strijd kalm zijn conclusie trekt uit hetgeen zijn tegenstanders tegen hem hebben aangevoerd, dan blijft er weinig anders over dan te komen tot deze gevolgtrekking, dat de geheele strijd in hoofdzaak over een vormen- kwestie heeft geloopen. Tak is geen populair man. Hij heeft gehandeld in strijd met de parlementaire vormenhij heeft de allures van een dictator aangenomenhij heeft gespot met het zelfstandig oordeel der Kamer. Ja, welk verwijt heeft men niet geladen op den gelukkig breeden rug van dezen kloeken Zeeuw, die, zich niet blindturend op de letter, getracht heeft tot bet wezen der zaken door te dringen en zich als een man niet van de phrase, doch van de daad heelt doen kennen. „Het belang van het vaderland,deze phrase wordt in elke kiesvereeniging, in elke bijeenkomst der Kamer gehoord. Doch blijkt zij wel meer dan een phrase, waar men het doel, de daad, steeds en overal voorbij streeft ter wille van den vorm Hadden zij, die overal en ten allen tijde deze leuze doen weerklinken op het klavier, waarmee de volksconsientie in slaap gespeeld wordt, zich niet tienmaal behooren te bedenken, alvorens den loopenden wetgevenden wagen, waar het te voorzien was, dat bij den val van Tak weder stagnatie zou komen, een spaak in het wiel te steken Want bij al den goeden wil, die wij het hui dig ministerie toeschrijven, lijdt het geen twijfel of er zullen weder jaren verloopen eer aan al de bovengenoemde wenschen kan worden voldaan. Zeker, men heeft ook thans weder het kiesrecht- vraagstuk op den voorgrond geplaatst en men zal tijdens de voorbereiding daartoe door een regeling der gemeente-financiën in haar verhouding tot het Rijk, den weg banen om die kieswetregeling in haar geheelen omvang af te doen. Maar blijft bij dat voornemen de vraag niet open, hoe lang dat wel zal duren En in dien tusschentijd zal men blijven voort gaan met de wenschelijkheid en de noodzakelijk heid te betoogen van het afdoen, het in daden omzetten van de talrijke beloften, waarvan wij boven gewaagden. Waar de zaken zoo staan en elke stembusstrijd nieuwe teleurstellingen baart, is het daar wonder dat het volk vervalt tot een demoraliseerende on verschilligheid, tot politieke lusteloosheid Is het wonder, dat enkele Hollanders, die zich nog Hollander voelen, zich in allen ernst afvragen bij de kalmte, die bij en na den jongsten politie- ken strijd heeft geheerscht, of er nog wel „fut* in onze natie zit? Waar men ten onzent klaagt over weinig be langstelling, over gebrek aan politiek leven, ligt De heer d’Allessandro heeft aan de Fran- sche reddingmaatschappij een toestel aangeboden, bestemd om golven te bedaren, en uit een net van licht, maar vast materieel vervaardigd. Dit net biedt den wind geen punt van aanval en vervult dezelfde taak als eene op de oppervlakte van het water rustende oliemassa. De uitvinder werd tot de vervaardiging van zijn net gebracht door het door vele zeelieden opgemerkte feit, dat de drij vende planten „Filuin“ die zeer veel in de Noord zee voorkomen, de eigenschap bezitten, de golf beweging te matigen. Proeven methet toestel, dat zooveel mogelijk naar bovengenoemde plantensoort nagemaakt is, zijn in de nabijheid van Quiberon genomen, waarbij een net gebruikt werd van 80U M2 oppervlakte en eene maaswijdte van 5 M2 met een touw om zoomd. De resultaten waren zoo gunstig, dat de Fransche Minister van Marine aanleiding heeft gevonden om deze zaak te onderzoeken. In de omstreken van Tours hebben regen en wind groote schade aangericht. Uit meer dan 30 gemeenten wordt gemeld, dat de storm, die daar Vrijdagavond heerschteonberekenbare schade heeft aangericht. De oogst is daar door den hagel bijna geheel vernield. De stad Tours stond door vreeselijke stortvloeden voor de helft onder water, de bliksem heeft mede vrij wat ver woesting veroorzaakt. De geheele schade bedraagt ongetwijfeld verscheidene millioenen. Op de noord kust van Frankrijk heeft het mede duchtig ge spookt. Te Haarlem zijn bij de jongste verkiezin gen in de stembus een twintigtal briefjes gevon den met den naam van den candidaat in opge plakte drukletters. Dit wordt door de kieswet verboden het gewicht van dit verbod zal men niet zoo algemeen beseffen. Een der kiezers, dr. L. Mulder, teekende protest tegen de geldigheid van die biljetten aan. Blijkbaar had deze heer nog niet genoeg van de verkiezingen. - Daar het getal dezer biljetten te gering is om invloed uit te oefenen op den uitslag der verkie zing, zal aan den eventueelen weusch van den protestant, om het nog eens over te doen, wel geen gevolg worden gegeven. Volgens den heer Haffmanns laat zich voor de Katholieken de toekomst goed aanzien. Ondanks de liberale partij in de tegenwoordige Kamer veel talrijker is dan in de vorige, bestaat er toch geen gevaar dat het Ministerie de Katho lieken zal grieven. Op den steun der Takkianen toch valt voor dit anti-Takkiaansch Kabinet niet vast te rekenen. Schijnbaar mogen de liberalen eene partij vormen, daar zij aan dezelfde zijde der Kamer gezeten zijn, maar gij begrijpt toch wel dat de overwonnenen onder hen den over winnaars geen goed hart toedragen. Wraak nemen is zoo zoet. Wanneer de Takkianen kans zien dit Kabinet den voet te lichten, geloof me, zij zullen niet in gebreke blijven. Dus het Ministerie Roëll kan ons best eens noodig hebben en dat is het wat wij noodig hebben. Dit heeft te meer waarde, nu wij Katholieken de eenigen zijn die steun kunnen verleenen. De anti-revolutionairen wegen tegen elkaar op en zijn dus zoo goed als vernietigd. Eigenlijk bestaat thans de Kamer uit drie groepen: liberalen, radicalen en Katholieken. Wij hebben de liberalen geholpen om aan de radicalen den bons te geven en zijn dus aange wezen om te beletten, dat de radicalen weder- keerig aan de liberalen den bons geven. Dit zullen de Katholieken dan ook stellig doen zoo lang zij fatsoenlijk behandeld worden. Wat de „figaro* van Scheveningen zegtEr is geen mooier strand dan dat te Seheveningen en wat ons daar zoo aan doet hechten zijn de Fransche neigingen en gewoonten, die zich hoe langer hoe meer uitbreiden, dank zij mr. Ie Grand, onzen gezant te Holland, en mad. Ie Grand. Op de concerten van het Kurhaus kan men bijna altijd verzekerd zijn er den heer Camille Labouret, legatie-raad, met vrouw en dochter te vinden, die eerst met de Haagsche aristocratie samenkomen op het strand. Couranten, programma’s, restau rants, alles is Fransch te Scheveningen. De direc teur, Mr. Goldbeck, oud-consul van Engeland te Frankfort, is een ware gentleman, bijgevolg een echt Parijzenaar.* Een beetje te bar maakt de Figaro het wel met zijn verfransching van onze bekende badplaats. De nieuwe Minister van Oorlog heeft, naar de Tel. verneemt, als bepaalde eisch bij zijn op treden gesteld, dat het leger zal bewapend worden met de nieuwe geweren van minimaal kaliber, waarvan de kosten desnoods uit eene buitenge wone leening zullen moeten worden gevonden. Een milicien in een onzer garnizoenen ont ving een brief van zijne ouders. Daar hij niet lezen kon, verzocht hij een zijner kameraden, hem den brief voor te lezen. Hij wilde echter niet gaarne, dat ook deze van den inhoud kennis nameen ander kameraad was zoo welwillend om des lezers ooren dicht te houden, opdat hij niet hooren zou wat hij las. Men deelt dit als waar gebeurd mede, wat wij wel eenigszins betwijfelen. Bij de verkiezing op 9 April werd de afge vaardigde van Haarlem, mr. Farncombe Sanders niet herkozen. Toen tengevolge van het vrijvallen van het mandaat, op den 15en Mei er eene nieuwe vei- kiezing moest plaats hebben, werd de heer Farn combe Sanders gekozen. Wij meenden de oorzaak hierin te moeten zoe ken, dat bij de verkiezing op 9 April de Haar- lemsche kiezers de herkiezing van den heer San ders zóó zeker achtten, dat zij nalieten zijne can- didatuur krachtig te steunen en velen van hen thuis bleven. Nu er op 15 Mei een zeshonderd kiezers meer aan de stemming deelnamen, was dan ook de uit slag, dat hij gekozen werd. De Residentiebode geeft echter eene geheel an dere uitlegging aan de zaakde kiezers te Haarlem vernieuwden op 9 April het mandaat van den heer Sanders niet, omdat bij een voorstander was van de kieswet-Tak; maar nu op 15 Mei de heer Tak was afgetreden en dus zijne kieswet vervallen was, kozen zij hem en de Residentiebode ziet hietin een „welsprekend bewijs van den afkeer der Haar- lemsche kiezers van de kieswet-Tak“. Wij hebben in hetgeen aan de verkiezing op 15 Mei te Haarlem is voorafgegaan niets van die wijsgeerige opvatting van den kiezersplicht be speurd en naar onze bescheiden meening heeft hier de Residentiebode gedaan wat men wel eens noemt chercher midi a quatorze heures. Arnh. Crt. Een jongmensch in den Haag, die Zondag middag van het balkon van de stoomtram naar Scheveningen afsprong om zijn hoed, die afwoei, te grijpen, geraakte onder den volgenden wagen. Zijn arm werd verbrijzeld. Zijn toestand is hoogst ernstig. Men schrijft uit den Gellerschen Achter hoek aan de Arnh. Crt-. „Allerwege hoort men klachten over de toe neming van het getal landloopers sedert de af schaffing der patentwet. Nu deze lieden geen pa tent meer behoeven te betalen, kunnen zij des te gemakkelijker met eenige pakjes papier of een mandje met kramerijen gewapend hun „vermomde11 bedelarij uitoefenen, „vermomd*, zoolang bedelarij nog niet geoorloofd is. En oppassen voor dit volkje van bedelaars moet de eenvoudige landbewoner, zoolang zooveel ruwheid onder die lieden heerscht. De burgemeester van Wehl heeft dan ook in gezien dat het beste middel, deze lieden van de Heur te houden, is, hun geen giften meer te geven, hetzij ze het beroep van orgeldraaier, fluitist, pa pier- of luciferskoopman uitoefenen en in dien geest zijne gemeenteleden gewaarschuwd. Indien nu ook andere burgemeesters hetzelfde doel nastre ven, zouden zij hun gemeenteleden een grooten dienst bewijzen. Tegen de regeling van het kiesrecht voor de Gemeenteraden en eene zelfde wet die de regeling van dat recht voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten bevat, heeft het Han- delsblad ernstige bedenkingen. Het schrijft daar over: In de vorige Kamer werd dit verschil, bij het onderzoek der kiesrechtvoorstellen in de afdee- lingen zeer juist uiteengezet. Bij de raadsverkie zingen, zoo werd aangevoerd, treden geheel andere zaken op den voorgrond dan bij de keus van Kamerleden. Bij die voor de Staten-Generaal draagt ieder de gevolgen van zijn uitgebrachte stem, zoolang hij in het land blijft; maar wie tot een raadsverkiezing heeft medegewerkt, kan zich gemakkelijker aan de gevolgen onttrekken door naar een andere gemeente te verhuizen. Het verwisselen der eene gemeente met de andere komt zeer veelvuldig voor; daarom is de band minder hecht dan die met het geheele land en mag een geruime tijd van vestiging geëischt worden alsvorens het plaatselijk kiesrecht wordt verkregen. Do gemeenten hebben, op enkele uitzonderingen na, geen accijnzen meer, maar heffen bijna uitsluitend directe belastingen, waarin de meeste ingezetenen niets bijdragendit kan een reden zijn, om voor het plaatselijk kiesrecht een aanslag in de directe belastingen te vorde ren, al vervalt deze eisch bij de keuzen voor de Tweede Kamer. Bovendien is de gemeenteraad een besturend lichaam, dat binnen zijn kring wetgevende macht uitoefent; terwijl de Tweede Kamer controleert en de wetgevende macht met de Eerste Kamer en de Kroon deelt. Al deze redenen moeten leiden tot de gevolgtrekking, dat het plaatselijk kiesrecht zijn eigen eischen heeft en niet tegelijk met dat voor de Staten geregeld behoeft te worden. Integendeel: die re geling hangt ten nauwste samen met plaatselijke financiën en de bevoegdheden der plaatselijke besturenmet andere woorden, zij behoort te geschieden tegelijk met eene herziening der ge meentewet. Dan kan wellicht tevens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging worden inge voerd, gelijk in Zwitserland gebleken is in klei neren kring goed te kunnen werken. Evenals velen heeft de Provinciale Gronin ger Courant zeer weinig hoop, dat er in de eerste twee of drie jaren met dit kabinet iets terecht zal komen van de kiesrecht-uitbreiding. Dat onder deze omstandigheden een politiek debat uitblijft, is nog zoo zeker niet. Het is dui delijk genoeg dat de openingsrede er naar heeft gestreefd, dergelijk debat op dit oogenblik af te snijden. Het is zelfs niet onwaarschijnlijk dat als wel beraamd uitvloeisel van de zucht van het kabinet niet aanstonds slaags te raken, het gedeelte in de openingsrede moet aangemerkt worden aan de oorzaak der ontbinding gewijd en dat al heel weinig gelijkenis vertoont met het standpunt door de drie hoofdpersonen in het kabinet in den ver- kiezingstrijd aangenomen, van welk standpunt de echo ons tegenklinkt in het zeer kort, maar niet zoo onschuldig woord, waarmede de Voor zitter der Eerste Kamer zijn functie heeft hervat. Er is dan ook in het oprakelen van gedane zaken voor het land en de liberale partij allerminst heil gelegen, en uit de wijze, waarop de lijst van kandidaten voor het voorzitterschap der Tweede Kamer is tot stand gekomen, mag men afleiden, dat de linkerzijde der liberalen er niet anders over denkt en dat zij er ver van af is dit kabinet van meet af den voet dwars te zetten. Maar van den anderen kanthet kabinet, ’t welk zelf er kent dat de verkiezingen waaruit het is voort gekomen, zijn uitgeschreven „met het oog op een bepaald staatkundig vraagstuk*, dient nu dit vraagstuk niet zoo ingewikkeld te maken dat een uitstel in de oplossing noodig wordt, hetwelk den tijd, die het billijkerwijs dient te worden gegund, al te zeer overschrijdt. Indertijd zijn de spijkers vermaard geworden aan welke zeker minister van financiën zijn belastinghervormingen wist op te hangen. Of de samenkoppeling, die Tak verwierp en dit kabinet toelacht, zulk een spijker moet worden? Het ware te verklaren en te rechtvaardigen, dat de regeering er toe werd gebracht daaromtrent nog klaren wijn te schenken. Te Streek stapten j.l. Vrijdagmiddag twee jongens van 11 en 7 jaren in den trein naar Bozum. Men had vooraf 52 stuivers geïnd bij een kruidenier, welke genoemde som hun vader schuldig was. Met den volgenden trein terugge keerd, ging men direct weer plaats nemen voor Workum. ’t Toeval wou dat een bekende de knapen met geld voor ’t loket zag, waarop bei den ’t hazenpad kozen en eerst ’s avonds laat druk rrokende en tegelijk worst etende in de ouderlijke woning terugkeerden. Het Rott. Nbl. geeft de volgende schets omtrent de eedsaflegging der leden van de Tweede Kamer. In zijne kracht was de generaal van der Schrieck laatstleden Vrijdag, toen hij „den troep* in ’t „gelid* kommandeerde. Daar moest eeds aflegging plaats hebben en bij die plechtigheid mocht de strengste discipline niet ontbreken. Allen behoorlijk in rij en gelid, ieder naar zijn korps en naar zijne brigade. Geen Amsterdammer in de Rotterdamsche Ijjn „van Alpiien* die een beetje links afweek, werd „naar achter* gekommandeerd „Schsepman blijf in de lijn!* En zoo meer. Eindelijk stonden de heeren in een drie- of vierdubbelen halven cirkel. De Ministertafel werd overschaduwd en bijna teruggedrongen door dien drom. De Ministers kregen ’t te warm en Van Houten zocht „den Troon* op als hechte steunpilaar voor zijn inde verdrukking gekomen figuur. Travaglino had ’t erg benauwd te midden van den troep. Onze parlementaire tom pouce was alleen hoorbaar door zijn plechtigen eed, zichtbaar was hij niet. Men hal hem eigenljjk op de schouders moeten tillen om wat beter te kunnen zien. En daar ging ’t, langs de rij af, tweemaal achtereen. De heer Veegens dat komt nu van die geavan ceerdheid was wat al te haastig. Hij sprak den eed uit voordat de generaal het formulier had voorgezegd en hij was zoo goed niet of hij moest ’t toen nog eens overdoen. Tydens, die met achttien andere heeren „de belofte* aflegde, ver klaarde enkel. „Dat verklaar en beloof ik,“ zeido de commies-griffier hem toen berispend voor de heer Tydens „beloofde* nu bovendien. De heer d’Ansembourg, die nog niet in de Kamer had gesproken, had blijkbaar debuut-koorts, want met een zenuwachtig Duitsch-Fransch accentje zwoer hij zoo haastig als een schooljongen, die, met respect gesproken, „mesjeu* vraagt een drin gende commissie te mogen doen. De Savornin Lohman was bij de eedsaflegging toevallig niet in de contramine met dr. Kuyper; ook de heer Lohman legde immers den eed af, ofschoon vroeger zijne overtuiging hem nu en dan zeide dat hij enkel kon beloven. Nu ziet men, dat gemoedsbezwaren tegen een politieken eed wel eens wisselen naar gelang van het jaargetijde. De Nederlander bevat de met veel zorg uitgevoerde, zeer goed gelijkende portretten der acht Ministers. Een beknopt overzicht van hunne loopbaan vroeger in andere bladen opgenomen komt in den tekst voor. Ook hun leeftijd wordt vermeld, behalve die van den heer van der Sleijden, welke eveneens in die vroegere mededeeling ontbrak, alsof de heer van der Sleijden eene dame was, wier ouderdom niet openlijk wordt genoemd. Omtrent het veelbesproken telegram, door drie Kamerleden bij de verkiezing te Eist, der waarts gezonden, deelt de Haagsche correspondent van de Midd. Crt. mede Op het telegraafkantoor in den Haag is de copie van hun telegram gevonden op een voor het publiek bestemden lessenaar en door den vinder medegenomen, die er geen geheim van heeft gemaakt. Tot juiste waardeering van de daad der drie heeren kan misschien het feit die nen, dat het telegram was geschreven op de achterzijde van een menu van een voornaam restaurant. 0 r L' HMM Bolswarclsche Courant I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1