NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
«ISWAS» 8N WONSERAÖEEL
lerman Oosterbaan.
MTTSK
e qualiteit.
attentie op
sn Japonstofh
Wi OM
Petten,
1894.
Kermis of niet?
Drie en dertigste Jaargang.
No. 31.
1
geheel
zeer ruime keuze.
BUITENLAND.
INGEZONDEN.
s.
1
uitgebreide sorteering
BINNENLAND.
VOOR
eene
Uw Abonné.
Sans—Souci.
alles volkomenheid
L
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
nummers van 't Nieuws r/d
I
Corea. De Japansche Regeering wapent de
reserve, en de Chineescbe verbood den uitvoer
van rijst en koren.
Het in den grond geboorde transportschip be
hoorde tot de van een Engelsche maatschappij
gekochte schepen. Het aantal der opvarenden
wordt nu weer opgegeven 1700 te hebben be
dragen.
De stemming der Japansche pers blijft oorlogs
zuchtig, en de bladen toonen aan, dat de zenuw
van den oorlog, het geld, niet ontbreekt. Er zou
in de schatkist een grooter saldo zijn, dan voor
de eerste behoeften noodig is,terwijl de Regeering
voor latere behoeften zju kunnen overgaan tot
de uitgifte van biljetten.
Onder deze omstandigheden is het begrijpelijk,
dat de Regeering zich laat leiden door de open^
bare meening, vooral omdat de verkiezingen
voor de deur staan.
In Rusland blijft men den toestand met bezorgd
heid gadeslaan. Men meent dat Engeland aan
leiding tot een inmenging zal vinden, en het
vroeger verlaten station Port Hamilton weer
zal bezetten.
Casimir-Perier heeft den Maire te Dijon
3000 fr. doen toekomen voor het standbeeld, op
een der openbare pleinen aldaar op te richten
ter eere van Carnot.
In Duitschland blijft de pers er steeds krach
tiger op aandringen, dat de Regeering tegenover
Griekenland de rol van deurwaarder op zich zal
nemen; de verkoeling tusschen den keizer en het
Grieksche hof schijnt den bladen moed te geven,
dat de Regeering het niet bij woorden zal laten.
Mynheer de Redacteur 1
Uw Amice Sans-Souci heeft in No. 30 van
uw blad eens weder de pen gevoerd en dit was
mij een aanleiding U heden ook een artikeltje
aan te bieden.
Het viel mij op dat de heer 8.—8. aan vangt
meteen klacht over den komkommertijd, wanneer de
schrijvers slechts „zeer slappe, flauwe, waterachtige
kost kunnen geven.Och, mijnheer Sans—Souci,
dacht ik, bepaalde die kwaal zich slechts tot het
zomer-saisoen, doch helaas, bij velen is die ziekte
van veel langeren duur, ja de vraag rijst of het
bij sommigen wel geneeslijk is. Immers wat wordt
er in menig nieuwsblad al gebazeld over alles,
ja soms over niets. Hoe hebben wij het
vorige jaar kolommen moeten zien gevuld met
nieuws over de Jong, die beschuldigd werd twee
vrouwen te hebben verdonkeremaand. En dan
onlangs die kamer-ontbinding met den aankleve
daarvan. Er wordt, meen ik, te veel geschreven,
de kolommen voor het nieuws zijn bij vele bladen
te lang en om ze te vullen moet er wat water
door de soep, ook al wassen er geen komkommers.
Waar echter de heer S.— S. vreest dat ook in zijn
artikel geen „pitu zit, was m. i. die vrees ten
onrechte. Immers dat hij de straatbengels en den
genen, die hen achter de schermen opstoken, eens
duchtig onder handen nam, wie zal het laken
De tuchtroede (ook in eigenlijken zin) moet bij
dezulken niet gespaard worden.
En dan spreekt de heer S. S. over de produc
ten van de heeren Hommes en Propstra voor de
Bakkerijtentoonstelling te Amsterdam, en wie zal
die waterachtig vinden? De schoone en fraaie
koek is toch goede kost en in een brood van 250
kilo, van zoete melk en puik tarwebloem ge
bakken, zal toch waarachtig wel pit zitten. Ja, M.
de Rdat reuzenbrood heb ik met eenige anderen
in oogenschouw genomen, en wij stonden verbaasd
over de afmeting er van. Bij de eenvoudige doch
smaakvolle versiering van dit brood kwam duide
lijk uit het opschrift: Hulde aan II. M. de Ko-
ningin-Regentes.
I'e bedoeling is zeker goed, en ’t is mijn innige
wenscb, dat de heer Propstra succes met zijn in
zending moge hebben.
De heer 8.—8. spreekt vervolgens over weer
voorspellingen en knoopt daaraan vast een bespre
king over een alhier te stichten zwem-inrichting. Dit
gedeelte van zyn opstel is misschien niet vrij van
„waterachtigheid-1 maar hoe kan dat ook anders
bij een zwem-inrichting, reeds zoo dikwerf be
sproken. Maar de weervoorspelling Weerprofeten
vinden bij mij weinig geloof, M. de R. 1 ’t Zjjn
broodetende profeten en dat zelfde No. 30 waarin
de correspondentie van den heer 8.—S. voorkomt,
heeft mij nog in mijn ongeloof’ gesterkt. Majoor
Welput voorspelde een tijdperk van warmte en
I in het gemengd nieuws óp de achterpagina spreekt
I do weerprofeet Falb van onstuimig weder, onweers-
trof mij, daarin n.l. staat vermeld dat Bolsward
kan bogen op lieve omstreken, waarop de te
wachten vreemdelingen o. m. attent worden ge
maakt. En nu mijn vraag M. de R.l Zou de
bedoelde correspondent mij eens willen meedeelen,
waar die lieve omstreken hier zijn te zoeken
Onafzienbare weilanden en stoffige wegen zon
der hoornen zijn wel omstreken, maar juist geen
„lieve/
Wellicht zijn de eerste dit voor bewoners van
bergachtige streken, maar voor bewoners van
Noord- en Zuid-Holland, (uit welke provinciën
hoofdzakelijk de kolvers komen en die waarlijk
ook niet overveel aan natuurschoon verwend zijn)
bieden ze slechts een gewoon dagelijksch gezicht
aan.
Ik vind het uitstekend, dat men bij een a.s.
grooten wedstrijd op alle mogelijke wijze bezoek
tracht te trekken, doch dat men dit doet door
vermelding van dingen die niet bestaan, acht ik
zeer verkeerd, dit wekt natuurlijk ontevredenheid
en het maakt den inzender er van belachelijk.
U dank zeggende voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
ABONNEMENTSPRIJS80 Cenla per 3 maanden. g
Franco per poet 95 Cents. t voorraad
C buien enz. ja, na gezegd te hebben dat het van
25 tot 31 Juli steeds droger zal worden, laat hij
er onmiddellijk op volgen dat het laatste dezer
maand „onweeracbtig“ zal zijn. Rij me wie’t kan?
Verleden Woensdag werd mij Uw blad onder
een flinke regenbui bezorgd, vergezeld van een
hevig on weder, dat te ongeveer 10 ure eindigde
met een slotnummer, waarvan niet slechts „’t Lange
Land11 maar de geheele stad dreunde, en ieder hevig
schrok. Den volgenden Donderdag viel metbuitenge-
wone mildheid de regen opnieuw neder, zoodat
geconstateerd is, dat hier ter stede van Woensdag
avond tot Donderdagnamiddag meer dan 1,5 dM.
water is gevallen. Wij kunnen ’t er voorloopig
dan ook mee doen, en ik houd hét nu met den
profeet, die een tijdlang droogte voorspelt.
Ten slotte krijgen de liefhebbers, of eigenlijk
de nietliefhebbers van goede concerten nog een
lang niet zachten duw van den heer 8.8. Ik
moet toestemmen dat 80 inteekenaren op bedoelde
lijst weinig is, maar dat dit juist of alleen de mu-
ziekminnaars zijn, wordt door mij sterk betwijfeld.
1 Behalve „uitgaan voor een prikje11 kunnen er nog
J andere redenen bestaan die sommigen van intee-
kening terughielden. Er zijn er ook die tegen
woordig een dubbeltje wel eens omkeeren, voor
ze ’t uitgeven, ook heb ik van enkelen gehoord,
dat ’t kogel fl eseb je met 4 glazen11 of „’t glaasje
bier“ hun niet smaakte, omdat het tarief der con
sumptie hun niet beviel.
Ik breng hierbij nog mijn dank aan den heer
S.8. Al was het ook, dat ik ditmaal niet geheel
met hem instemde, en al meende ik zijn gevoelens
hier en daar te moeten toelichten, toch hoop ik
spoedig eens weder iets van zijn hand te mogen
lezen. Met belangstelling volg ik steeds zijne ar
tikelen en het was ook die belangstelling, die
mij deze regelen uit de pen deed vloeien.
De komkommertijd die evenwel den heer
8.8. niet behoeft af te schrikken duurt dit jaar
stellig kort, want met het regenachtig weder wil
die vrucht niet gedijen.
M. de R. Vindt U in dit artikeltje nog zooveel
pit, dat U het een plaatsje waard acht, zoo is
het mij wel. Ter verontschuldiging kan dienen,
dat ik gedurende dit geschrijf herhaaldelijk in
mijn gedachtenloop gestoord werd, door de deur
schel. Mijn gemoed werd ontstemd door de vele
venters met groenten en indien U ’t goedvindt,
wil ik U daarover de volgende week eens mijn
gevoelen meedeelen.
Bolsward, 30 Juli 1894.
Uw getrouwe lezer,
ESTERVAN.
betreden wordt. Welnu, die volwassenen in de
bedoelde dorpen Won-eradeel’s gaan, als Patri
monium gelijk had, zonder kermis evengoed
ten onder in „de vele en velerlei ellende die de ker
mis op maatschappelijk, zedelijk en ook geestelijk
terrein na zich sleept.11
Een inwilliging van Patrimonium’s verzoekschrift
zou mijns inziens bij lange na niet doeltref
fend zijn, het kwade dat deze vereenigiug in een
kermis ziet, zal volstrekt niet voorkomen worden,
het publiek zou zich algemeen zeer verzetten tegen
een gunstig Raadsbesluit op dit request.
Dat dit laatste echter niet komen zal, betwijfel
ik dan ook geenszins, veeleer hoop ik, dat het
besproken adres den Raadsleden eens mag opwek
ken om zorg te dragen dat Bols ward’s a.s. kermis
weer eens een „ouderwetsche11 wordt.
Dat zal doeltreffender het kwaad bestrijden, dat
uit een water- en melkkermis voortvloeit, dan
een algeheele afschaffing.
Mijn eindconclusie is dus:
„Geen afschaffing, maar verbetering!
„Leve de kermis!11
Bovenstaand adres was wellicht tot verras
sing van veleningekomen in de jongstleden ge
houden raadsvergadering.
Het heeft bij mij de vraag doen rijzen, die ik
aan het hoofd van dit artikel stelde.
Kermis of niet?
Kermis verklaar ik bij dezen rondborstig, maar,
haast ik mij er bij te voegen, dan niet meer een
kermis zooals wii die in vorige jaren hadden, een
kermis, die eigenlijk niets op een kermis gelijkt,
maar een flinke, vroolijke jaarmarkt, met een
comedie, spellen, stoom- en andere draaimolens,
poffertjes- en de onontbeerlijke oliekoekkramen,
waardoor èn Bolsward’s ingezetenen zich ver
maken èn waardoor veel buitenvolk naar de stad
getrokken wordt,iets wat de winkelier en de koffie
huishouder toch gaarne zien.
En zoo’n kermis met die verschillende vermake
lijkheden zal toch voorwaar niet op „maatschappe
lijk, zedelijk en ook geestelijk terrein veel en veler
lei ellende na zich slepen.11
Het is toch waarlijk niet te veel gevergd, dat
er ééns in het jaar gelegenheid tot ontspanning voor
de ingezetenen is en als die ontspanning nu maar
van zoodanigen aard is, zooals ook slechts een wel
ingerichte kermis die kan geven, dat men zich be
paald vermaakt, dat men geniet, veel zien kan
wat men nog nooit zag of waarvan men door de
gebonden werkzaamheden verstoken is om het
elders te gaan zien, dan zal men ’s avonds vol
daan huiswaarts keeren na gesmaakt genoegen en
er niet aan denken zich aan buitensporige uit
spattingen over te geven, die natuurlijk lichame
lijk en zedelijk verderfelijk zijn.
Een ieder is lang niet in de gelegenheid om er
gedurende eenige dagen van het jaar eens met
vrouw en kroost op uit te gaan, om na de vele
drukten eens te verpoozen en in de eene of andere
stad zijn zinnen wat te verzetten.
Was dit zoo, ik zou de eerste zijn met Patrimo
nium om te zeggen„schaf de kermis af, de men-
schen kunnen voor een bagatel elders veel meer
genieten dan hier en zullen daarom hoogst waar
schijnlijk van alle vermakelijkheden die de kermis
biedt,toch geen gebruik maken!11
Doch het is niet zoo: het gros der menschen
moet thuis blijven, kan er niet jaarlijks eens uit
wippen, omdat werkzaamheden en huiselijke om
standigheden het hun meestal beletten.
Welnu voor dezulken moet de kermis blijven
bestaan, zij moeten jaarlijks eens een „verzetje11
hebben, zij moeten ook de gelegenheid hebben
om „de bloemetjes eens buiten te zetten.11
Doch er worde voor gezorgd, desnoods met finan-
tiëelen steun, dat er voor hen dan een kermis komt,
waarop veel te zien en veel te genieten is.
Niet anderhalve kraam, zooals wij dit de laatste
jaren gewoon zijn, een oude draaimolen en niet
eens een comedietent of ander spel. Zoo’n kermis
kan men wel houden, daarop vermaakt niemand
zich, zulke dagen geven aanleiding tot brooddron
kenheid, tot drinkgelagen en vechtpartijen, alles
voortspruitende uit verveling, die een noodwendig
gevolg is van de slechte inrichting van een jaar
feest, het vermaak en de ontspanning ten doel
hebbende.
Ik zou met de strekking van Patrimoni
um’s verzoekschrift mede kunnen gaan als zij
gevraagd had: „afschaffing van de tegenwoordige
kermis11 en daarop het verzoek had laten volgen
dat de overheid er moreel en finantieel voor zou
waken, dat dit eeuwenoude volksfeest weer in eere
hersteld werd, dat het weder werd wat het zijn
moest: een feest voor oud en jong, dat de kermis
weder werd een tijd van ontspanning en gepast
genot.
En meent Patrimonium nu in den geest van
het volk te spreken, door de afschaffing van de
kermis te vragen? Voorzeker niet, al is dit feest
bij haar in discrediet, bij de groote menigte is
dit niet het geval. Men wil kermis, men zou zich
bij de afschaffing lang niet tevreden bet ionen.
Waar zou onze traditioneele kaatspartij blijven,
waarop Bolsward roem draagt Hoe slecht zou
het er uitzien met de jaarlijksche harddraverij die
steeds honderden belangstellende toeschouwers
trekt? Wie zou er meer (en terecht) mopperen
dan de commissie voor de keuring van tuigpaar-
den, waardoor onze goede stad steeds zoo’n fleu
rig aanzien verschaft wordt? Het vuurwerk ook
niet te vergeten, dat de Maandagavond steeds tot
een der drukste van de kermis maakt en waar
aan men in Bolsward reeds zoo gewoon is ge
raakt dat men het noode zou willen missen.
Arum, 27 Juli. Het Bestuur der Spaarbank
alhier deed heden de gewone jaarlijksche reke
ning en verantwoording.
De activa bestond op 1 Juli uit:
Hypoth. schulden met de renten f50082,86
Schuldv. met de renten -19999,16
Effecten - 13567,60
Landerijen met huur - 5787,92
Overige vorderingen - 106,31
Kasgeld - 1721,83s
Goederen - 75,00
Totaal ƒ91340,685
Passiva: Inleggers ƒ82466,18
Ned. Bank - 1800,00
Rente - 5,10
Totaal ƒ84271,28
Reservefonds 7069,40
De heeren Vitus Bruinsma en van Zinderen
Bakker zijn uit den Sociaal-democratischen Bond
getreden, wegens het karakter van het blad Recht
voor Allen, dat toch altijd het orgaan van den
Bond heet te zijn, maar dat meer anarchistisch
dan sociaal-democratisch was geworden.
Nog dezer dagen noodigde de redactie de anar
chisten uit om zich bij de sociaal-democraten te
voegen, een uitstekend middel om hen, die naar
eene hervorming van de maatschappij m sociaal
democratische richting streven, of de beginselen
in meer of minder mate beamen, van zich te
vervreemden.
De slechtste regeering toch die zich denken laat
is geen regeeringanarchie.
Het voorbeeld der heeren Vitus Bruinsma en
van Zinderen Bakker zal waarschijnlijk wel na
volging vinden onder de ernstige voorstanders der
sociaal-democratische beginselen.
Te Amsterdam is een nieuw dagblad ver
schenen onder redactie van den heer H. Kuijper.
Het draagt den titel van „de Arbeid11 en noemt
zich „dagblad der gecombineerde arbeiders ver-
eenigingen in Nederland.11 Het moet strekken
om do eenheid der arbeiders te bevorderen en
hunne organisatie te versterken. De redactie gaat
uit van het beginsel, dat de arbeiderspartij de
arbeiderspers onder hare leiding moet hebben.
Reiactie en administratie van het blad moeten
uitvoerders blijven van den wil der gecombineerde
vereenigingeo.
Een schema van de ontvangsten en uitgaven
geeft een batig slot van f14,000 ’sjaars.
Mijnheer de Redacteur
Zou U zoo goed willen zijn voor onderstaande
regelen jn Uw veelgelezen blad een kleine plaats
ruimte af te staan.
Een zeker spreekwoord zegt: „Door oefening
wordt de kunst verkregen11, en zeker niemand zal
de waarheid daarvan betwijfelen, maar dat het
omgekeerde kunst zonder oefening bestaat,
behoort zeker wel tot de zeldzaamheden.
Het moet een geboren genie zijn, een scheppen
de hand, welke zonder oefening beelden kan te
voorschijn roepen, die aan zuiverheid niets te
wenschen overlaten. Doch zulk een aangeboren
talent dient toch ook nog door oefening volmaakt
te worden tot, opdat in alles volkomenheid
doorstrale.
J.l. Zondag waren op het z.g. Hooge Bolwerk
vele wandelaars getuige van kunst zonder oefe
ning, en bleven met verwondering staan om te
zien naar de schetsen, welke met houtskool op
den grond geteekend werden door eene arme,
doch rijk begaafde jongen van omstreeks 12 jaar.
Om ieder lezer er een klein idéé van te geven,
wil ik een paar van de vele teekeningen opnoe
men.
Een paard en wagon, daar achter een jongen,
welke de zich achter aan den wagen bevindende
stang vasthoudt, en zooals zeer dikwijls voorkomt,
een hond die den jongen in zijn beenen trachtte
te bijten. Dan weer een paljas, een kunstenaar,
staande op twee flesschen en een stoel in do hoogte
houdende, een in biddende houding staanden
Chinees, enz. welke allen zoo netjes uitgevoerd
werden, dat een ieder er verstomd van stond, en
allen hem dan ook een voor hem passende oplei
ding toewenschten. Indien hij kapitaal bezat, zou
hij zich misschien zelf kunnen opwerken tot een
tweeden Rembrandt.
De jongen evenwel is van onbemiddelde ouders,
doch de gegoede ingezetenen, welke onze stad
zoovele telt, zullen zeker deze gelegenheid niet
voorbij laten gaan om ook van uit deze stad een
roem te laten uitgaan, daar er hier reeds zooveel
is, wat den vreemdeling een bezoek aan Bolsward
waardig keurt. Laat Bolsward ook thans toonen,
dat ze de kunst op prijs stelt en een ieder, als
het noodig is, te willen helpen om meer dan ver
dienstelijke talenten te ontwikkelen.
Hopende, dat dit schrijven zal medewerken om
de vrienden van kunst te bewegen, de handen
ineen te slaan en den jongen teekenaar vooruit
te helpen, noem ik mij,
Mijnheer de Redacteur 1
In een der jongste
Dag las ik een bericht over den te houden a.s.
grooten kolfwedstrijd alhier.
De laatste zinsnede van dit schrijven, dat hoofd-
zakelijk moest dienen om bezoekers te lokken*
Bolswardsche Courant
-neoa»
Het Nederlandsch Werkliedenverbond „Patrimo
nium” afdeeling Bolsward,
Overwegende de gespannen verhoudingen en druk
kende, ja vaak verontrustende toestanden, die er
bijna allerwegen ook inde plaats onzer inwoning op
maatschappelijk gebied bestaan;
van oordeel dat geen volksvermaak, dus ook geen
kermis verbetering of verandering te dezen opzichte
geven kan;
meenende met eenigen grond te kunnen beweren,
dat de kermis immer op maatschappelijk, zedelijk
en ook geestelijk terrein veel en velerlei ellende na
zich sleept;
spreekt als zijne vaste overtuiging uit, dat de Raad
in het welbegrepen belang der Stad en hare burgerij
zoude handelen, indien het hem mocht behagen een
besluit aan te nemen, dat de afschaffing der kermis
tot strekking had.
Met verschuldigden eerbied wendt zich weshalve
het Nederl. Werkliedenverbond „Patrimonium” af
deeling Bolsward tot U met beleefd, maar dringend
verzoek, de kermis voortaan in onze Gemeente niet
meer te doen plaats hebben.
Hetwelk doende.