NIEl NSEBAOEEI. BOLSV 1 i I Cadeaux 1894. e Jaargang. No. 34. g. j. keilma: Wat zal mij n j ongeil worden JSTUS. Inmaak Snijboon Vli^gea INGEZONDEN. BINNENLAND. 4 I i BUSSEN. FLESSCHEN.TENTIEBLAD Nieuwste Modellen MOLENS. MESSEN. ?n. voor ^itBtekers o ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het voornemen moet bestaan zegt de Haag- sche correspondent der TV. Gr. Ct., om na de adresdebatten in September en het onderzoek der begroetingen, het voorstel van den heer Hartogh van het wetb. van bur- de invoering van de 1 voor liefhebbers van geurige, sneeuww brandende qmliteits SIGAREN, verpakt, nette kistjes van 25, 50 en 100 stuki zijn in verschillende prijzen verkrijgbaar bij Welnu, n al moeten n de gelegen. nen wordeu men zich kiest. v )T dat deel van den arbeid^ Jiat Geachte Redactie Uwe lezers zullen waarschijnlijk uit de ver schillende nieuwsbladen gezien hebben, dat dit jaar het Jubiléjaar is van Generaal Booth’s werk in het openbaar, en dat het Leger des Heils deze gebeurtenis feestelijk herdenkt in bijna 40 ver schillende landen en kolonies, waar het Leger gevestigd is. In Engeland werden de Jubiléfeesten gevierd in de maand Juli in het enorme Crystal Palace by Londen en in eenige van de grootste zalen in die stad. Er werd algemeen erkend, dat dit feest de merkwaardigste, godsdienstige demonstratie was, die ooit in de hoofdstad van Engeland en wordt slechts door de gemeentebesturen of, op het platteland, door de Regeering verleend aan personen van onbesproken gedrag, die geen ander bedrijf uitoefenen. Er wordt van de han delaars in ’t klein, tappers, voor zoover deze worden toegelaten, geen vast recht gehevende heffing is evenredig aan het verbruik. Van Za terdagavond 5 uur tot Maandagmorgen 8 uur mag niet worden verkocht. Er zijn in Noorwegen maar 12 plaatsen, waar getapt mag worden voor eene bevolking van anderhalf millioen. In de lokalen mag niets anders worden verkocht. Er zijn daar geen tafeltjes, geen zitplaatsen, geen dagbladen, zoodat wie er binnentreden, dit uit sluitend doen om te drinken. De meeste gemeenten hebben alle vergunningen gegeven in handen eener Maatschappij. De kaste leins van die drankhuizen genieten een vast sa laris en winst op andere eet- en drinkwaren. Zij hebben er dus geen belang bij klanten te lokken. De winst op den sterken drank wordt door de Maatschappij aan philantropische inrichtingen gegeven. Zij bedraagt ongeveer 160,000 kronen. Thans is het denkbeeld aangenomen om de vergunning tot opening van tapperijen afhanke lijk te maken van eene volksstemming, waaraan alle inwoners boven de 25 jaren, ook vrouwen, deelnemen. Het schatdelven is aan de orde van den dag. Nu weer wordt bericht, dat een timmerman op het erf van mej. wed. J. L. van Dijken te Oosterhoogsbrug bezig met graven voor palen voor een daar te plaatsen ijzeren hek, op eene diepte van ongeveer een meter gekomen, iets voor de spade zag vallen, dat meer op een steen dan op iets anders geleek. Bij nader onderzoek bleek, dat het ijzeren voorwerp een kistje was, gevuld met pl. m. 100 stuks oude munten, zil veren en, naar men meent, ook gouden, dun en afgesleten, waarop verschillende jaartallen, zelfs van 1392, voorkomen. Kindermoord te Bassum, Uit Bussum wordt gemeldIn de Nassaulaan, ten huize van den behanger, de heer MJaders, is Zondag tijdens diens afwezigheid een vreeselijk drama afgespeeld. Het oudste dochtertje, een lief aanvallig meisje van ongeveer 11 jaar, is er n.l. met een gordijn koord gewurgd. Na het plegen van de vreeselijke daad ging I de meid onmiddellijk de naaste buren met de gruweldaad in kennis stellen. Hevig ontsteld I waarschuwden dezen natuurlijk aanstonds de I politie die spoedig ter plaatse verscheen, evenals I de justitie en de burgemeester. Het arme kleine meisje was echter reeds dood, I alle pogingen om de levensgeesten nog op te I wekken waren zonder eeaig gevolg. De heer Mijnders, de vader van het arme I kind, had eerst zes weken geleden zijn vrouw I verloren en nu treft hem weer deze slag. Nog I twee kinderen heeft hij nu over, een van vijf en I een van drie jaar. I De ongelukkige vader hoorde het geval eerst, I toen hij, Zondagavond met den laatsten trein thuis I komend, zijn huis vol vreemden vond, die hem I het vreeselijke nieuws meedeelden. Uit gesprekken met de buren moet opgemaakt I worden, dat tusschen de dienstmaagd en haar I vrijer, het plan om den afwezigen meester te be- I stelen, Zondag tot rijpheid kwam. De militair heeft den ganschen dag in het huis I van den heer Meijnders doorgebracht. Te 8 uur I zijn beiden met het vermoorde kindje nog voor I het huis geziendoch daarna hebben de dienst- I bode en het kind een wandeling door het „Spieg- I hel“ gedaan. Koelemans schijnt zich toen ook I verwijderd te hebben, maar is kort daarop weer I naar de woning in de Nassaulaan teruggegaan, I met het doel om de kast, waarin geldswaarden I geborgen waren te openen. Daarmede schijnt hij I nog al moeite te hebben gehad, want toen de I dienstmaagd en het meisje tegen 9 uur terug- I kwamen, was het plan nog niet volvoerd Toen schijnt hij door het kind verrast te zijn. I Teneinde den diefstal of de poging daartoe ge- I heim te houden, moest het meisje voor goed het I zwijgen worden opgelegd. Het driejarig broertje, dat te bed gelegd was I moet aan den rechter van instructie verklaard I hebben, dat Jet, aldus was de voornaam van de I dienstbode, zijn zusje de eene hand voor den I mond heeft gehouden en met de andere bij de I keel heeft gegrepen. De soldaat is na den moord, zoo spoedig mogo- I lijk naar zijn garnizoen teruggekeerd en kwam I daar te 9.20 uur aan. Bij een nauwkeurig onder- I zoek van zijn uniform zijn aan een paar knoops- I gaten van zijn korten jas bloedvlekken ontdekt I ook vond men op die jas eenige haren die in I kleur met die van het slachtoffer overeenkomen. Bij het verhoor dat beide verdachten op ver- I schillende uren bij het lijk ondergingen, heeft de I meid verklaard, dat haar vrijer den moord heeft I gepleegd, terwijl deze laatste zeide, dat de meid I het kind had geworgd. Koelemans was na het tweede verhoor, dat hij I laat in den avond onderging, zoo zenuwachtig, dat I hij bij het verlaten van het huis zich niet staande I kon houden en door twee personen moest wor- I den ondersteund. Toen de beide verdachten Maandagavond naar I ’t station vervoerd werden, om naar Amsterdam I te worden overgebracht, kon de politie de woede I der volksmenigte bijna niet bedwingen. Het was noodig de sabel te gebruiken om te I voorkomen, dat de justitie haar taak uit de han« I den werd genomen, Ziedaar eene vraag, die tal van ouders bezwaart I en heel moeielijk te beantwoorden is. Die het I voorrecht, als ’t een voorrecht is heeft in I eene groote stad te wonen, vindt allicht eene ge- I legenheid zijne zonen aan den gang te krijgen. I In zoo’n groote stad bloeien gemeenlijk de am- I bachten, en handel en nijverheid trekken heel wat I krachten, en de scheepvaart en het spoorwegver- I voer behoeven ook de hulp van vele handen. Maar ten platten lande zit menig ouder met de I handen in het haar. De ambachten bloeien er ge- I meenlijk nietmen treft ten platten lande ook niet I eens steeds de knapste ambachtslieden aan. Daar I is ook geene gelegenheid om volledig bekwaamd I te worden. j Onze maatschappij is nog niet zoo ingericht, I dat men op de dorpen ook kan opgeleid worden I zóó, dat men een bekwaam ambachtsman wordt. I Daar hebt ge het meubelvak. Als uw zoon kas- I tenmaker wil worden, dient ge hem naar eene stad I te zenden; maar dat kan de beurs niet lijden. Hij I kiest dan in godsnaam maar wat anders, w’ant hij I moet toch wat leerenhij wordt schoenmakerI Maar geen beste, want de rechte lust ervoor ont- I breekt. De gevallen, waarin een jongen ten platten I lande zich maar een handwerk of beroep kiest, I zonder daarvoor lust te gevoelen, zijn legio. Is de I vader een ambachtsman, dan zal hij in de meeste I gevallen zijn jongen of jongens zijn ambacht leeren, I maar om de concurrentie niet te vermeerderen, neemt I hij zelden de zoons van anderen in zijnen dienst. I Dit gaat zoo ver, dat er tal van dorpen in ons vaderland worden aangetrotten, waar men geen kleermaker, nog veel minder een meubelmaker vindt. De jongens van visschersdorpen zijn bijna ge dwongen visschers te worden. Bezaten nu die visschers de middelen om groote vaartuigen te laten bouwen, die bestand zijn tegen de Noord zee, dan ging ’t nog welmaar V5 van sommige visschersdorpen moet zich wegens te kleine vaar tuigen, bezighouden met de kustvisscherij en deze levert onder de sobere broodwinningen wel een der soberste op. Meest alle kustvisschers hebben een hekel aan het varen. Waarschijnlijk worden allen, door den strijd om het bestaan ontmoedigd. Men zou anders tal van gezonde, flinke visschersjongens verwijzen naar de Marine. Janmaat heeft het goed aan boord; hij krijgt er eten, waarnaar menig werkman zou watertanden. Is het niet jammer, dat hier en daar in het vaderland, waar vooral in den winter gebrek aan werk is, de jongelui zich niet opmaken om plaats te krijgen op ’s lands vloot Is het dan niet meer waar, wat de dichter zong „Het water is ons element, De zee bruist onze glorie Maar gij hebt een zoon, die volstrekt geen aan leg heeft een ambacht te leerenhij wil eene administratieve betrekking bemachtigen. Mooi zoo Naar de hoogere burgerschool. Ze is niet op de plaats, waar gij woontook niet in de nabijheid. Nu, zend dan uw jongen naar stad. Wel ja! Maar de duiten, die heeft men maar niet voor het grijpen. Als de middelen het toe laten, kan het geschiedenmaar hoe vaak is dit anders Laat uw jongen dan wat anders worden Ik zou zeggen, dat in de naaste toekomst wat meer moet gedaan worden aan vakscholen ten platten lande. De dorpelingen kunnen maar voor een zeer klein gedeelte hun zoons naar hoogere burgerscholen zenden, en dan gaat dit nog be zwaard met verbazende opofferingen. De leerlingen van hoogere burgerscholen worden hier en daar zonder examen (tot volontair bij de spoorweg maatschappijen) toegelaten. Dat moest niet zoo zyn. Kan men niet even kundig en ontwikkeld zijn, als men bijv, eene school met uitgebreid leerplan heeft doorloopen Gelijke monniken, gelijke kappen, zou ik meenen. Als men, een paar wintermaanden uitgezonderd, eene courant in de hand neemt, vindt men er steeds oproepingen in voor het doen van examens. Commissiën voor dit en voor dat examen. Men kan de Nederlandsche natie splitsen in geëxami- neerden en examineerenden. En wat een adspi- ranten Floevelen worden dus teleurgesteld Dat zou nog niets wezen, indien er maar ge legenheden waren om een handwerk of wat anders te leeren. Al die voorbereiding voor examens kost niet alleen veel tijd, maar veel geld en het vermeer dert de zenuwachtigheid van onzen tijd. Welken arbeid men zich ook kiest, dien met de handen of met het hoofd, ’t doet er niet toe, onze tijd maakt het noodzakelijk, dat de kosten voor opleiding niet te hoog mogen gesteld worden. Vooral de burger heeft het met zijn jongens, om hen aan den kost te helpen, zwaar te ver antwoordden. Voor het landbouwonderwijs wordt veel gedaan, zeer veel meer dan vroegertoch zou het wenschelijk en noodig zijn, dat in elke flinke landbouwgemeente wintercursussen van vier a vijf maanden werden gehouden voor de zoons van landbouwers. Die cursussen moesten kosteloos gehouden worden. De vraagwat moet mijn zoon worden, moet niet aan het toeval worden overgelaten. De ouders hebben er belang by, maar de Staat ook. was, die ooit gezien was. Gij hebt misschien ook gehoord, dat de nabij heid van Nederland en Engeland den Generaal in staat stelde aan onze uitnoodiging gehoor te geven, toen wij hem vroegen het Jubilé ook in Nederland te komen vieren. Nederland heette hem warm en met geestdrift welkomer kwamen ongeveer 8000 menschen bijeen om hem te begroeten op het prachtige landgoed, dat ons zoo vriendelijk werd afgestaan door Baron van Boetselaar van Oosterhout. Ik wenschte wel, dat ik kon aankondigen, dat Generaal Booth tijd kon vinden, om een bezoek te brengen aan Friesland, maar daar dit niet kan, wenschte ik toch aan Friesland het voordeel te geven, getuige te zijn en deel te nemen, aan een onzer velddagen en wij hebben daarom besloten het Jubilé van Generaal Booth’s werk in het openbaar ook in die provincie te vieren. Wij danken aan Mr. de Block van Scheltinga de gelegenheid, dat te kunnen doen en daardoor een zeer groot aantal van onze vrienden, die be lang stellen in het werk van het Leger des Heils in de Noordelijke deelen van ons land een ge noegen te verschaffen. Ik geloof niet, dat iemand, die ooit het Oranje woud zag of er van hoorde spreken, zal ontkennen, dat het zeer moeielijk zou zijn, een plaats te vinden in eenig deel van Nederland, die het overtreft in natuur, zoowel als door de kunst aangebracht schoon en dit feit, gevoegd bij de algemeene belangstelling, welke een feest van dezen aard altijd opwekt, zal stellig allerlei klassen van menschen naar deze plaats doen komen, waar wij voor dien dag onze tenten zullen opslaan. Wij zullen een’ drukken dag hebben. Daar zullen bijeenkomsten gehouden worden van onder scheiden aard, terwijl de geheele Nederlandsche staf tegenwoordig zal zijn om deze vergaderingen te leiden onder het onmiddellijk toezicht van mij zelf en Mevrouw Oliphant, die als gewoonlijk ons bet voorrecht zal schenken, haar welsprekendheid in woord en gezang te genieten. Daar zullen Heiligingsbijeenkomsten, Heils- en Getuigenis meetings gehouden worden, zoowel als kinderbijeen- komsten en maatschappelijke vergaderingen, terwijl onze soldaten met een flink muziekkorps aan het hoofd een marsch willen maken rondom het liefe lijke woud. Gedurende den dag zal gesproken worden over den vooruitgang van het Leger in Nederland; bij zonderheden zullen worden medegedeeld, omtrent de plannen en voorstellen in verband met het Jubilé van Generaal Booth, met de uitvoering, waarvan wij begonnen zijn en waarmede juist in het Oranje woud voor het Noorden een aan vang zal gemaakt worden. Een nieuwe Divisie-Officier zal aangesteld worden en de plaats innemen van Adjudant Tjaden, die vertrekt voor een nieuw werk in het zuidelijk deel van ons land. Een andere belangrijke gebeurtenis is de aan wijzing van Kapitein Feenstra, een geboren Fries voor het „dorpswerk“ in Friesland. Hij zal een verslag geven van zijn werk met de „ïjalk“ in het verleden en bij zal spreken over zijn werk in de toekomst. Om onze vrienden en het publiek in het alge meen in staat te stellen om deel te nemen in de vreugde en de werkzaamheden van den dag zijn wij bezig schikkingen te treffen voor de bezoekers die per trein, boot of tram moeten komen; wij trachten goedkoope reisgelegenheden te verkrijgen en wij zullen den toegang tot het terrein van 40 cent terugbrengen op 25 cent met inbegrip van pro gramma. Hier is nu een goede gelegenheid om het werk van het Leger des Heils te zien en iets te ver nemen, omtrent hetgeen het doet in de andere deelen der wereld; wij rekenen er daarom op, dat zeer velen gebruik van deze gelegenheid zullen maken en zich het genoegen geven een dag door te brengen met het Leger des Heils in het Oranje woud. Ik ben, geachte Redacteur, hoogachtend, Uw dienstw., W. ELWIN OLIPHANT. e de herziening tsvordering en nten-.wet zoo mogelijk af te doen. Veel i PERSEN. I LEPELS. KASTEN. DEKSELS. KERSEN. PRUIMEN Erwtentellers GIETERS. SPUITEN. nten-.wet zoo mogelijk af te doen. Veel I meer zal er in geen geval in ’t loopend jaar I kunnen geschieden. Van de kieswethervorming I zie ik in het geheele volgend jaar nog niets ko- I men, zelfs al zullen we in de troonrede er nog- I maals op worden voorbereid. Maar eerst bij de I adresdebatten zullen we daarover licht zien ont- I steken. j Omtrent de bedrijfsbelasting zegt dezelfde be- I richtgever Er komen, reeds nu, tal van tegenstrijdigheden I en onbillijkheden aan ’t licht. Om een paar voor- I beelden te noemen. De houder van een café met I muziek, die tot hiertoe in het patent f 1,50 per I avond betaalde, dat is circa f550 per jaar, zal I misschien in de bedrijfsbelasting voor f60 a f80 I worden aangeslagen. Bordeelen en dergelijke in- I richtingen zullen enorm bij de nieuwe regeling I profiteeren, terwijl reizigers en boekhouders, kleine I winkeliers en dergelijken bijna zonder uitzonde- I ring meer zullen betalen dan vroeger in het patent. I Daarbij komt, dat de aanslagen der verschillende I commissiën uit de colleges van zetters op verre I na niet gelijk zijn en ’t geval is mij reeds ter I oore gekomen, dat twee compagnons, die uit de- I zelfde zaak, ieder voor de helft, dezelfde inkom- I sten genieten, doch die in verschillende afdeelin- I gen der stad wonen, voor vrij uiteenloopende I bedragen zijn aangeslagen. De practijk zal dan I ook spoedig doen zien, dat de wet op menig punt I wijziging of een andere, meer gelijkmatige toe- I passing vordert. Het nog niet betaalde hoedje, ’t Was in de 1 Sarphatistraat. Nou weet iedereen die wel eens I in die straat geloopen heeft, dat het daar, vooral I in de buurt van de Hoogeschool en het Tulp- I plein kolossaal hard waaien kan. Nou kwam d’er I gister iemand, die gewoonlijk den geheelen dag in I een boekwinkel in de Kalverstraat zit, en dus I niet zoo precies met dien toestand op de hoogte I is, toevallig daar voorbij. Met mooie gele schoentjes aan, in een licht grijs pakje gestoken en met een I spiksplinter nieuw keurig wit strooien, nog niet betaald hoedje, model 1894, op het hoofd, stapte hij, den neus in den wind, voort. Daar, eens klaps scheidt de onverbiddelijke wind het jonge mensch van den hoed, waaraan hij reeds zoo gewend begon te raken, en die hem reeds liet geworden was, en wat nog erger was, stuwde de hoed voord, die, rollend door plassen en achter volgd door het grijze jonge mensch, regelrecht op een aankomenden tramwagen aanholde. De koetsier, medelijden krijgend met den hoed, stopte zijn wagen om het overrijden te voorkomen, maar de gevolgen van dezen hoed-lievenden daad waren anders dan de man zich had voorgesteld. De hoed rolde kalm onder den wagen door, maar het jonge mensch liep er tegen aan, en bezeerde zich aan de knie. Hinkend vervolgde hij zijn hoed verder. Een rijtuig kwam van den ande ren kant aanook dat stopte voor den voor nie mand en voor niets uitwijkenden hoed. Voorbijgangers bleven staan kijken naar dezen wedloop op de lange baan anderen hielpen den ongelukkigen jongen man zijn hoed vervolgen, en ten slotte liepen de grjjze jongeling, een sla gersknecht, een juffrouw met een hoedendoos, een dienstmeisje, een tramconducteur, een schoen poetser, een tramkaartjes-verkooper, een paar heeren en, om het beste voor het laatst te be waren, een paar Engelsche dames achter den hoed aan. Toen eindelijk een hunner er in geslaagd was, het hoofddeksel te grijpen en het aan den eige naar teruggaf, was hij geheel van kleur veranderd, evenals de vervolgers. De laatsten waren door de inspanning van wit rood geworden, de kleur van den hoed echter was nu vuil-bruin. En het was pas een nieuwe; model 1894 Amst. Crt. Volgens het rapport van den Minister van Binnenlandsche Zaken in de Staatscourant open baar gemaakt, telt de eerste ban der schutterij (ongehuwden en kinderloozen) 3O,97S man de tweede ban 12,161, te zamen 43,137, waaronder 9494 die vroeger bij het leger of de marine ge diend hebben. De feitelijke sterkte der schutte rijen bedroeg op 1 November des vorigen jaars 51,333, waarvan 11,522 vroeger hebben gediend. De rustende schutterijen telden 76,129 man, waaronder 13,830 oud-gedienden. De feitelijke sterkte der rustende schutterijen bedroeg op ge noemd tijdstip 79,590 man, waaronder 11,401 oud-gedionden. In het geheel waren er op 1 November 1893 119,166 schutters, met inbegrip van de rustende. De beschermende rechten in Duitschland hebben tengevolge, dat de levensmiddelen daar duurder zijn dan bij ons. Vandaar dat vele grens bewoners bij de winkeliers te ’s Heerenberg hunne inkoopen deden. De Emmeriksche win keliers hebben zich hierover tij hunne Regeering beklaagd en thans is verboden iets, hoe geiing ook, in Nederland te koopen, zonder er inkomende rechten voor te betalen. In een particulieren brief uit Noorwegen aan het Vaderland wordt een uitvoerige schets gegeven van de wetgeving op den sterken drank. Daarin lezen wij, dat het verbruik slechts onge veer 3 liter per hoofd bedraagt, wat vooral is toe te schrijven aan de herhaaldelijk verscherpte wet van 1842. Het minimum der hoeveelheid, die mag verkocht worden en bij ons 2 liter be draagt, is 40 liter. Die verkoop is nog beperkt e Courant 1 1 Bolsw: t 91. •(TAAKT*

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1