NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSERADEEE
EEN ÏERKEEflD SYSTEEM.
1894.
B
Drie en dertigste Jaargang.
No. 44.
DONDERDAG 1 NOVEMBER.
^XXXXXXXXX^ XXXXXXXX
1
ONZE IJSBAAN.
i
BINNENLAND.
BUITENLAND.
I
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
I
I
I
De Reichs-Anzeiger bevatte gisteren de be
sluiten van den Duitschen Keizer, waarbij graaf
Caprivi ontheven wordt van zijn ambt als Rijks-
kanselier en Minister van Buitenlandsche Zaken,
en graaf Eulenburg ontslagen wordt als Minister-
piesident en Minister van Binnenlandsche Zaken
in Pruisen. Verder deelt het officieele blad de
benoeming mede van den Stadhouder van Elzas-
Lotharingen, prins Chlodwig von Ilohenlohe-
Schillingsfürst, tot Rijkskanselier en tot Minister-
Pingjum, 25 Oct. In de gisterenavond al
hier gehouden vergadering van het Departement
„WitmarsumPingjum“ der Maatschappij totNut
van ’t Algemeen, werd, onder meer, verslag uit
gebracht over het afgeloopen boekjaar. Hieruit
bleek o. a. dat het ledental der Afdeeling met 1
vermeerderd was; de inkomsten hadden bedragen
f 208.655, de uitgaven f 210.61. Verder, dat van
de beide instellingende bibliotheken en de spaar
bank, steeds meer en meer gebruik wordt gemaakt.
De bibliotheken zijn dan ook door subsidie van
het Hoofdbestuur veel uitgebreid. Alhier werd
eene bibliotheek voor jongelieden gevestigd, te
Zurich, waar zich ook leden bij ons Departement
hebben aangesloten, is een begin gemaakt met
het stichten van twee dergelijke instellingen, n.l.
een voor jongelieden en een voor ouderen. Neemt
men in aanmerking, dat er vooral in de jaren,
dat de kinderen van school komen tot wanneer
zij van de volksbibliotheek kunnen gebruik maken,
behoefte is aan goede lectuur, opdat de leeslust
niet geheel verflauwe, dan is de vestiging van
eene bibliotheek voor jongelieden zeker een zaak
van groot belang.
Niettegenstaande de tijden slecht zijn neemt
de spaarbank in bloei toe. In de laatste drie jaren
is zelfs het aantal inleggers van 301 gestegen tot
411, terwijl de inlage van f 61165 gestegen is tot
f 82466. Het getal inleggers is toegenomen met
ruim 36%, het kapitaal met ruim 34%, voorzeker
wel een bewijs, dat de spaarbank meer en meer
bekend en bemind wordt.
Door hooibroei brandde in den nacht van
Woensdag op Donderdag een blok hooi af, dicht
bij eene oude boerenplaats, staande tusschen hier
en Wons. Bij de nieuwe boerenhuizinge, waarmede
men druk aan ’t bouwen is, staan meerdere hooi-
hoopen, wachtende tot de schuur gereed is. Ook
in een dezer hoopen bemerkte men heden (Don
derdag) vuur. In allerijl werd de brandspuit
van Witmarsum ontboden. Den geheelen dag heb
ben de spuitgasten moeten werken om te voor
komen dat de brand uitsloeg. Gelukkig dat het
vuur op die wijze kon bedwongen worden, anders
zou wellicht de geheele nieuwe plaats een prooi
der vlammen geworden zijn, daar de hoopen dicht
bij de huizinge stonden en met den harden wind
de vlammen onmogelijk te blusschen waren ge
weest.
Ooststellingwerf. Nu het weder herfstig
begint te worden, zijn veel koeien hier reeds op
stal gezet. De weiden worden dan ook nat en
drassig, terwijl het gras weinig voedingskracht
meer bezit. Men handelt daarom verstandig de
dieren zoo spoedig mogelijk te stallen, want over
’t algemeen is het waar, dat zij, die de koeien
het langst buiten laten, op stal het sterkst moe
ten voeren, om het vee in denzelfden staat te
houden. Voordeel geeft dus een lang verblijven
buiten niet. De voorraad hooi, welke bij de
meesten niet voldoende zal blijken, is door velen
dus reeds aangesproken, maar in den eersten
tijd kan nog al veel bij voeder, hoofdzakelijk spur
rie en knollen, verstrekt worden. Evenwel zijn
er nog boeren, die ’s daags bij gunstig weder de
koeien buiten laten en ’s nachts stallen. Fran. Ct.
Onder het opschrift„Ongewenschte gevol-
I gen van belastingvermindering4, schrijft dr. B. in
bij haar op dat er ooit van bekrimpen sprake I
kon zijn.
Over zaken sprak hij haar nooit, daar begreep I
zij niets van en zij verlangde het ook niet. Keek I
hy soms wat somber dan heette het: „Och kind! I
’t is niets, zaken!4
En dan was zij weer gerustgesteld.
Zaken, daarover ongerust zijn was veel minder I
erg dan wanneer poes of kanarievogel iets man- I
keerden. Hij gaf haar huishoud- en kleedgeld I
genoeg, ruim zelfs. Maar het wittebrood is ge- I
getenhet gezin wordt grooter, de verrukking I
der eerste liefde maakt plaats voor kalmer ge- I
voelens. De behoeften nemen toe, de kring der I
vrienden wordt uitgebreider. Het huishoud- en I
toiletgeld is op lange na niet toereikend meer. I
Mevrouw klaagt er over, mijnheer antwoordt scherpI
voor ’t eerst verwijt hij haar dat ze niet zuinig I
genoeg is. Dat laat zij zich niet zeggendit kost I
al zooveel, en dat en dat. Bezuinigen, dat kan I
zij niet, dat was zij nooit gewend. Eindelijk ver- I
hoogt hij de toelage eenigszins; het helpt niet I
veel, zij ziet er tegen op hem meer te vragen, I
dit maakt hem maar knorrig. In stilte verwijt I
zij hem, dat hij gierig is, te veel gehecht aan het
geld, later zegt zij het hem in ’t gezicht. Driftig
praat hij van slechte tijden, zware verliezen, zij
gelooft er niets van. Eén doel kent zij maar,
zooveel zij kan hem geld afhandig te maken,
door listen, fijne berekeningen, en helaaswan
neer dat niet genoeg helpt, maakt zij schulden
buiten hem omdikwijls dekt zij die schulden
door het verknopen van haar juweelen of snuis
terijen, en geen van beiden vermoedt hoe zij den
voet heeft gezet op een helling die onfeilbaar naar
den afgrond voert.
I Hij is tevreden, nu hij geen vragen om geld,
geen klachten meer hoorthij bewondert in stilte
I zijn huishoudelijke, zuinige vrouw, die met zoo’n
I beetje rondkomt, zijn vrienden geven de hunne
I veel meer huishoud- en toiletgeld en zij gaat voort
I hem te bedriegenzij vindt er geen gewetensbe-
I zwaar in. Waarom is hij ook zoo vrekkig? Zij
I kwam toch niet als bedelaarster in zijn huis. Van
I haar geld gunt hij zich immers ook vrije beschik-
I king en laat haar en de kinderen maar tobben
I met dat bedroefde beetjede verhouding tusschen
I hen kan niet anders dan lijden door deze stille
I grief in haar hart. Zij kan hem niet vergeven
I dat hij de koorden der beurs zoo strak houdt.
De storm breekt los, hetzij bij zjjn leven, hetzij
I na zijn dood en nu moet zij zich bekennen, dat
I de arme man reeds veel te veel gaf, dat zij boven
I hunne krachten leefden en dat haar lichtzinnig-
I heid de ramp nog grooter maakte.
j Had hij dan niet wijzer gehandeld reeds bij het
I begin van hun huwelijksleven haar inzage te geven
I van zijn boeken Zonder valsche schaamte haar,
I die beloofd had zijn gezellin te zijn in armoede en
I rijkdom, in wèl en in wee te bekennen. Zóó en
I zóó staan onze zaken. „Wij kunnen er komen,
I mits wij eenvoudig beginnen en het zuinig aan-
I leggen. Zooveel kan ik je geven, meer nietzie
I dat je er mee toekomt! Waarlijk ik gun je veel
I meer, maar ’t is in je eigen belang niet meer te
I verteren.4
Dit moge weinig zijn of veel, dit bewijs van
I vertrouwen zal de vrouw hooger waardeeren, dan
I als hij haar een karig weekgeld afstaat, dat zij
I niet dan ten koste van kibbelen en knoeien kan
I vermeerderen.
I Wanneer zij niet al te onbeduidend en ver-
I kwistend is, zal zij haar best doen om met het
I geld dat haar man haar redelijkerwijze kan af-
I staan voor huishouding en kleeding, beter toe te
I komen dan met meer, dat haar, als ware zij een
I bezoldigde huishoudster, in een vaste som wordt
I toegemeten.
Het huwelijk is een vennootschap. De beide
I vennooten moeten samen met hun beste krachten
I medewerken tot bloei der firma. Hoe zal dit
I echter geschieden als er geen volledig vertrou-
I wen tusschen hen heerscht? Als de eene vennoot
I zonder een wettige reden op te geven, de andere
I niet laat deelen in de winsten niet alleen, maar
I haar buiten staat stelt haar plicht te doen
1 De man verdient, de vrouw geeft uit met ver-
I standig overlegdoch hoe kan zij overleggen en
I sparen als zij niet weet wat er verdiend wordt,
I als men van haar bezuinigingen verwacht,
I van welker noodzakelijkheid men haar niet wist
I te overtuigen
I Voor den bloei van het huisgezin zal het on-
I getwijfeld veel voordeeliger zijn als de man ein-
I delijk eens breekt met het week- of maandgeld-
I systeem, maar eenvoudig met zijn vrouw omgaat
I als met een flink kameraad, een vertrouwd com-
I pagnon, aan wie hij de regeling der huishoude-
lijke zaken met een gerust hart overlaat.
i Aan haar is het dan zich dat vertrouwen waar-
I dig te tooneu en hem te steunen in zijn taak, die
I in de tegenwoordige tijden - men weet het ge-
I noeg hoe langer, hoe zwaarder wordt.
Amst. Crt.
Bij de laatste raadszitting is ingekomen een I
adres van de als rechtspersoon erkende Vereeni- I
ging „Ijsclub Bolsward4, verzoekende onder- 1
handsche inhuring van de landen, waarop in 1890 I
de ijsbaan is aangelegd. In het adres herinnert I
het Bestuur er aan, „dat het aanleggen, onder- I
„houden en exploiteeren der Ijsbaan ’s winters
„belangrijke sommen kost aan werkloon, hetwelk
„dan door ingezetenen wordt verdiend, terwijl
„honderde kinderen gratis toegang tot de baan
„wordt verleend, dat de wedstrijden, door de Ver-
„eeniging gehouden, tal van vreemdelingen in de I
„stad doen komen, zeer ten voordeele van de ne
ringdoenden,
„dat de bestendiging van die gunstige positie
„alleen mogelijk is, als de Vereeniging in de ge
degenheid wordt gesteld tot billijke inhuring der
„bedoelde landen.4
Het ligt allen nog versch in het geheugen hoe
deze baan den eersten winter reeds dadelijk aan
velen nagenoeg de eenige gelegenheid bood om op
schaatsen te rijden, wijl dien winter de vaarten
niet sterk waren, en ondanks dien „kwakkelwinter4
toch hier kon gereden worden, ja zelfs hardrijde
rijen konden worden gehouden.
De tweede winter met meer vast ijs, was voor
de baan minder voordeelig, te meer daar het weer
telkens deze onderneming parten speelde. Toch
kon hier veilig schaatsgereden worden, toen het
pas een paar nachten had gevroren. De winter
van 1892/93 heeft mede bewezen, dat de baan een
wezenlijk belang is voor de gemeente. Hoe stroomde,
ondanks het ongunstige weder, van alle zijden
het publiek toe, toen eenige Engelschen en Hol
landers hier het IJskolfspel vertoonden, wat de
oprichting van de IJskolfclub alhier ten gevolge
hadHerinneren wij ons tevens hoe door deze
ijsbaan het mogelijk werd dat dat jaar de eerste
flinke rijderij alhier op de korte baan kon worden
gehouden, waarop de beroemdste rijders zich met
elkaar konden meten, en hoe den vorigen winter
hier de strijd op de lange baan werd gevoerd,
dan is dit alles meer dan voldoende om te doen
zien, dat deze onderneming is, eene gelegenheid
voor de ingezetenen tot uitspanning en in bet be
lang der plaats tevens. Het Bestuur heeft dan het
vorig jaar ook niet geaarzeld zich aan te sluiten
bij den Nederl. Schaatsrijdersbond, en ’t is te
verwachten dat ook hier af en toe de internationale
wedstrijden zullen worden gehouden. Het Hoofd
bestuur van den Bond toch heeft de baan uit
stekend bevonden, en haren steun toegezegd.
Wij vertrouwen dan ook dat ons Gemeente
bestuur, dat indertijd heeft toegestaan dat deze
landen ingedijkt en voor dit doel werden gebruikt,
het nu der Vereeniging mogelijk zal maken op
den ingeslagen weg voort te gaan. De gemaakte
groote onkosten voor den aanleg, het gebleken nut
dezer ijsbaan, zullen eene aansporing zijn, het
Bestuur eenigszins tegemoet te komen in de hooge
huursom voor het land, ’t zij dat het onderbands
voor een matigen huurprijs wordt afgestaan aan
de bestuurders dezer baan, of wel, door het. te
verhuren met de bepaling dat het Bestuur ’s win
ters het recht heeft deze landen onder water te
doen zetten en op de gebruikelijke wijze te
exploiteeren. De finantieele opoffering van gemeente
wege zal in meer dan een opzicht in ’t belang
zijn van alle ingezetenen.
’t Is een algemeene klacht, dat er thans zooveel
huisgezinnen zijn, die boven hun krachten leven
telkens hoort men van een „krach4, families be
treffend, van wie men zoo iets het minst had
verwacht, en als dan de sluier gelicht wordt van
hun huiselijk leven, staat men verbaasd en bijna
ontzet over de massa’s zoogenaamde huiselijke
schulden, die als een kanker hun welvaart ver
teerden. „Zij hebben de tering niet naar de nering
gezet4 is het gewone praatje, en gewoonlijk is
het de vrouw aan wie de grootste schuld gege
ven wordt.
„Zij is slordig, niet overleggend, geen goede
huishoudster, zij had bijtijds den rem moeten aan
leggen. Zij gaf te veel uit aan toilet, zij ging te
gaarne uit en zag te veel menschen.4
’t Kan alles waar zijn en toch is bet hoogst
onbillijk alle schuld op hare schouders alleen te
^Zij "had de catastrophe moeten zien aankomen
Zeker! ’t Ware beter geweest als zij zich zoo
vérziende had getoond, maar ontbraken haar niet
juist de middelen om dat te kunnen Hoe zou
zij op het denkbeeld gekomen zijn dat de zaken
niet goed gingen, dat de inkomsten verre beneden
de uitgaven bleven, dat de afgrond bij het jaar
jammerlijk vergrootte als haar man nooit met een
enkel woord op deze gaping wees
Wat wist zij van zijn zaken? Stelselmatig
hield hij haar sedert hun trouwdag buiten alles.
Het huis werd goed gemeubeld, zij hield er van
alles keurig in orde te hebbenbij liet haar begaan.
Uo8 mooier zij het maakte hoe beter, Hun hu
welijksreis was een droom van genothij toonde
zich onbekrompen, royaal. Zij genoot onbezorgd
Hoe zou zij de waarde van het geld kennen
Bij haar aan huis ging ’t er dagelijks ruim toe.
Zij was niet anders gewoon zij trouwde een man,
die goede zaken heette te doen’t kwam met
het 8. W.Bij de behandeling van het adres van
antwoord in de Tweede Kamer heeft de heer van
Kerkwijk aangedrongen op vermindering, kon het
zijn afschaffing van de grondbelasting, om daar
door den kwijnenden landbouw tegemoet te komen.
De mogelijkheid en wenschelijkheid met het
oog op de vermogensbelasting voor ’t oogenblik
daargelaten, valt het te betwijfelen of zulk een
maatregel w°l altyd of zelfs wel in de meeste
gevallen aan de eigenlijke landbouwers zou ten
goede komen, zooals blijken kan uit de volgende
feiten.
Een bekende familie in het noorden van
Frankrijk bezit in Noord-Brabant en Zeeland
een vijftigtal beste hofsteden in eigendom.
Door de peraequatie der grondbelasting is de
belasting voor elk dezer hoeven verminderd met
f 50 tot f 100. Dit maakt een jaarlijksch bedrag van
f 3 f 4000, die thans door deze buitenlandsche
eigenaars minder worden betaald aan de Neder-
landsche schatkist en als zuivere winst door hen
kan worden beschouwd, want geen enkele pach
ter heeft eenigen afslag gekregen. Een enkele,
die het waagde schoorvoetend de billijkheid van
zulk een afslag te betoogen, werd, en van het
standpunt der eigenaars waarschijnlijk te recht,
er op gewezen, dat de waarde van den grond
voor hem (pachter) toch dezelfde was gebleven.
De jaarlijksche inkomsten van het kantoor van
zekeren ontvanger der directe belastingen zijn
door dezelfde peraequatie verminderd met f 10,000.
Dit kantoor loopt over drie gemeenten meer dan
een derde der ongebouwde eigendommen dier
gemeenten behoort aan buitenlanders, die dus
ieder jaar thans een voordeel genieten van ten
minste f3000. Want hoewel goed bekend in die
streken, is mij ook daar van vermindering van
pacht niets ter ooren gekomen trouwens zulk
een afslag had aldaar evenmin plaats voor de
pachters, wier eigenaars hier te lande woonach
tig zijn. Voor en aleer in de richting van ver
mindering van deze belasting voort te gaan, mo
gen zulke gevolgen, die toch niet precies in de
bedoeling liggen, nog wel eens ernstig overwo
gen worden
Wij ontvangen, zegt het Hbl., bij voortdu-
I ring ernstige klachten over de straatschenderijen
I en den overlast, dien vrouwen en kinderen heb-
I ben van onze straatjongens, groot en klein.
Het is een schande voor ons land, dat vrouwen
I en kinderen dus straffeloos gehinderd en gekweld
I kunnen worden. En vooral is het een schande,
I dat „het publiek4 bijna altijd partij kiest voor
I de gemeene en lafhartige kwajongens.
j Indien men geen snel recht verkrijgbaar stelt
en geen politie-rechtbanken invoert, zal de kwaal
I verergeren in plaats van te verbeteren.
Is het zoo moeilijk deze hervorming in te
I voeren Zelfs geen voorstel er toe wordt in de
I Kamer besproken.
Een onzer Londensche correspondenten, de heer
Grein, heeft in enkele artikelen op ons verzoek
I medegedeeld, hoe in een stad van vijf millioen
I inwoners de orde gehandhaafd wordt. De jonge
boosdoeners worden onmiddellijk gestraft, en ze
I zijn bevreesd voor de gart.
i Onze Parjjsche correspondent zal weldra mede-
deelen wat in Parijs gedaan wordt om de „straat-
wilden4 in toom te houden, en uit Berlijn en
I Weenen zullen we ook een beschrijving ontvangen
der maatregelen, waardoor straatjongens en straat
slijpers onder de tucht der wet gebracht zijn.
I Moeten alleen in Nederland langzame, om
slachtige rechtspleging en onvoldoende straffen
het der politie onmogelijk maken hare taak te
vervullen
I Want, we herhalen het, niet de politie, maar
I de wetgeving heeft schuld.
In alle afdeelingen der Kamer werd ge
klaagd over de opruiende taal, in sommige ver
gaderingen en bladen geuit en over de rustver-
I storingen, waartoe de bedoelde samenkomsten en
het venten dier bladen aanleiding geven, waaruit
telkens ongeregeldheden voortvloeien totgrooten
overlast van de rustige ingezetenen. Groot verschil
van gevoelen heerschte over de maatregelen tegen
het aangeduide kwaad te nemen. Aanbevolen
werd een wetgeving tegen de misbruiken der
absolute vrijheid van drukpers en van die van
vergaderen, door o. a. te bepalen dat alle dagblad-
I artikelen onderteekend moeten zijn, waarin echter
I andere leden weinig heil zagen, die hunnerzijds
I ongaarne de grondwettig gewaarborgde vrijheden
wilden prijsgeven. Sommigen vestigden de aan
dacht op het strafbaar stellen niet alleen van
opruiing tot strafbaar feit, doch ook opruiing
tegen de rechtsorde, zooals bijv, aanzetting tot
I het niet-betalen van belasting. Van uitbreiding
I van de bevoegdheid der burgemeesters om het
I venten van aanstoot gevende blaadjes te verbie-
I den, werd wegneming van de aanleiding tot wan
ordelijkheden verwacht. Verscheidene leden zoch
ten de oorzaken van onrust in de te zachte be
handeling, die de gevangenen ondervinden. Ten
I slotte verzocht men den Minister wat hij denkt
te moeten doen om de opruiingen en de rustver-
I storingen tegen te gaan.
I Nog een slachtoffer. Simon Alot, de man
die op aanwijzing van den jeugdigen Klaas Boes
I gevangen werd genomen, wegens den moord te
I Scbagen, is, daar hij nog steeds buiten werk is,
I ten laste van zijn vader, die het zelf allesbehalve
I breed heeft.
I De treurige toestand van dezen laatste heeft
I eenige personen bewogen wat voor hem te doen,
H. M. de Regentes deed f 25 zenden.
president en tot Minister van Buitenlandsche
Zaken, en van den onder-staatssecretaris van
Elzas-Lotharingen, van Köller, tot Minister van
Binnenlandsche Zaken.
Den aftredenden Rijkskanselier Caprivi werd
door den Keizer de ridderorde van den Zwarten
Adelaar verleend met briljanten. Graaf Eulenburg
„ontving de huisorde der Hohenzollerns.
Het feit, dat er in de nieuwe Belgische
Kamer van Vertegenwoordigers eene sterke min
derheid van socialisten zitting heeft gekregen,
doet zijn invloed gelden op de Regeering. De
Indép. Beige vernam dat in de troonrede wets
ontwerpen zullen worden aangekondigd over ar-
beidsverzekering, een pensioenkas, den werktijd
in de mijnen, de Zondagsrust, enz.
De leider der te Brussel gekozen clericalen
verklaarde openlijk, dat hij en de meeste leden
der rechterzijde aan de „onweerstaanbare4 socia
listische beweging en aan de billijke eischen der
socialisten door democratische hervormingen wil
len tegemoet komen. Het minimumloon, de maxi
mum werktijd, de zorg voor invalieden en vete
ranen van den arbeid, ook voor werkloozen
dat alles moet worden geregeld. Het kiesrecht
voor de gemeenteraden moet zoo ver mogelijk
worden uitgebreid en bij alle verkiezingen moet
het proportioneel stelsel worden ingevoerd „om
bet geduchte gevaar der dualiteit der rassen, dat
zeer dreigend zich vertoont4, af te wenden.
De genoemde afgevaardigde houdt het er voor,
dat de Katholiek-conservatieve partij, om te blij
ven bestaan, „gedecideerd den democratischen
I weg moet opgaan.4
I De socialistische Peuple constateert, dat de so-
I cialistische afgevaardigden nog vóór zij den mond
I hebben opengedaan, de bourgeoisie tot groote
J concessiën hebben gedwongen.
De liberalen zullen, al kunnen zij dan geen
I deel meer nemen aan de leiding, zeker met be-
I langstelling de nieuwe face zich zien ontwikkelen.
I Immers, de idealen, welke zij zich schiep, zijn
I zoo ver niet verwijderd van het doel, dat men
I thans tracht te bereiken.
o
Bolswardsche Courant
I
1
■'F
j