NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 1 s OLSWABD BH WONSBRAÖEEI.. I 1894. I Drie en dertigste Jaargang. No 48. BINNENLAND. Evenals tot heden zal in 1895 het RAADSVERSLAG der Ge meente WONSERADEEL’ als gratis Bijvoegsel bij de Bolswardsche Courant verschijnen. VOOR die S T A il X 1 i; l I» s. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XXXXXXXXX^XXXXXXKXX^ DONDERDAG 29 NOVEMBER. $xxxxx«xxxycyc dcxcxcxcxzxc Over dit onderwerp lezen wij in het Zondagsblad van de Amsterd. Crt. het volgende: Ze staat voor ’t raam, ’t jonge mevrouwtje, en tuurt naar de lucht. Bepaald zonnig is ’t niet, maar ’t regent toch ook niet en’t is wel ver velend om haar lief, klein wiegekindje te moeten verlaten, maarer is niets aan te doen. Ze moet die visites nu maar maken, reeds telang stelde zij ze uit. ’t Jonge meisje zit te lezen, hè! zoo'n heerlijk boek, om niet van uit te scheiden. Daar slaat het twee uur en met ’t slaan der klok komt mama binnen: „Kind, je weet, wat je mij beloofd hebt wij moeten heusch eens wat visites maken. Met een zucht staat ’t meisje op en kleedt zich aan. ’t Is wel prettig om van school en in de wereld te zijn maar visite maken... o, foei! De oude dame zit genoegelijk voor ’t raam te breien met iets van de rust en de vrede van een mooien berfst-namiddag. Er wordt geklopt, ’t is de koetsier. gaat mevrouw ook uit vandaag?* Nee ja toch kom maar om half drie voor.ik moet visites maken. musschen, hadden ’t druk over haar nieuwe ja ponnen, heel oninteressant. „Toen kwam de oude mevrouw Vermeer, ’t mensch wordt oud en wordt er niet amusanter op? „Jongens, wat een menschen“, merkt meneer droog op? „O! je bent er nog niet; Marie Brons is er ook nog geweest om haar aanstaande te presenteeren, een nette man, maar heel stil, zij had al de praats. Ze bleven gelukkig niet lang en ik stond net op ■’t punt van naar de keuken te gaan om te zeggen, dat Leentje maar wat flensjes moest bakken voor dessert toen de jonge Barents kwam. „Barents. Barents*, herhaalde meneer. „Och, je weet wel, die naar Indië is gegaan, ’t was vroeger zoo'n joviale jongen, maar nu is hij vervelend geworden? „H mdie lui uit de Oost hebben anders nog al veel conversatie*, waagt meneer in ’t midden te brengen. „O’t kan ook wel aan mij gelegen hebben, ik verzeker je dat ik dood op beu ik heb tenminste al aan Anna gezegd, dat ik de heele week niet meer thuis ben, je wordt suf van al die visites? Moraal. Visites zijn een plaag voor dengeen, die ze aflegt en een plaag voor dengeen, die ze ontvangt. Bolswarcl. Heden geeft onze Gemengde Zang- vereeniging hare tweede uitvoering. Daar wij kennis nameu van het programma kunnen wy wel zeggen, dat dit veel belooft en nummers be vat die niet op elk programma voorkomen, wel het beste bewijs, dat de directeur flink in de muzieklitteratuur thuis is. Nu is het niet ons doel dit programma te verraden, dit moet voor de belangstellenden nog eene verrassing blijven, maar het stuk door den directeur tot hoofdnum- mer gekozen, trekt in ’t bijzonder onze aandacht en daarom willen wij van den inhoud van dit stuk een klein overzicht geven. Wy doelen hier op „de Zwaan van Adrichem? Ballade van W, J. Hofdijk, gecomponeerd door Iz. A. Houck. De keuze van dit werk is wel eene zeer verdienste lijke, want ten eerste is het geheel oorspronke lijk Nederlandsch, en ten tweede is het volkomen voor de krachten van de vereeniging berekend. De schoone ballade van Holdijk biedt den com ponist de gelegenheid zijne gave te toonen, en Houck heeft op meesterlijke wijze hiervan ge bruik gemaakt. Reeds de inleidende akkoorden, die het thema van het slotkoor intoneeren, bren gen ons dadelijk in de gewenschte stemming. Het eerste koor wordt door de alt ingezet, dan volgt de bas totdat het geheel in schoone tonen schil dert hoe bij het dalen van den avond de zwaan- jonkvrouwen, ontdaan van hun veeren pakje als schoone maagden, dartle.id stoeiend zich in ’t zwanenmeir of op den groenen oever vermeien. Daar weerklinkt een frisch en krachtig lied van jongelingen, die van ’t jagen terug komen. Zij bespieden de argloos spelende jonkvrouwen en vooral Jonker Ludolf wordt getroffen door zoo- De huisnaaister is er en de meisjes verheugen er zich op om eens flink mee te naaien, ’t is toch leelijk weer. „Ja, maar*, zegt de oudste, „’t klaart op ik zou zelve ook veel liever thuis blijven, maar weet je, we zijn al zoo ten achteren met onze visites en*. „’t Is goed“, antwoordde haar zuster, op een wanhopenden toon van plichtbesef Ik zal mij klaarmaken*. en gemeente-veld- wachter alhier weten, dat vechten strafbaar is, hebben zij dit in hunne drift toch vergeten, toen zij de vorige week na hevige ruzie tot daden overgingen, waarvan zij, worden ze door anderen bedreven, gewoon zijn procesverbaal op te maken. Ooststellingwerf. Hekserij. Wie hoort er niet van en dan nog eens van, trots de sterk toenemende ontwikkeling, ’t Schijnt wel, dat alle heksen niet op den brandstapel zijn omge komen of dat de booze geregeld zorgt voor aan- kweeking van nieuwe, die tusschenbeide hare laaghartige stukken uithalen. Nu eens treffen zij een onschuldig wicht, dan een volwassene nu eens maken zij dat de boeiin geen boter kan karnen, dan beheksen zij eene of' andere spijs om zoo een persoon onder hare macht te bren gen, ja soms gebeurt het zelfs, dat zij een varken betooveren. Zoo had iemand in deze gemeente een varkentje gemest en was niet weinig in den schik, dat eindelijk de slachttijd aanbrak. Het dier werd op de gewone wijze van kant gemaakt, het spek werd flink, eigenlijk wel iets meer dan gewoon ingezouten, en toch na verloop van weinige dagen bleek het geheel niet meer bruikbaar. Wat anders dan hekserij kon hiervan de oorzaak zijn? De heks werd dan ook spoedig gevonden in den vorm van een oude vrouw jonge meisjes schijnen nimmer de knnst van „betooveren* te verstaan, of men moest er onder rekenen, dat zij haren invloed soms op mannen uitoefenen, deze moest er natuurlijk voor boeten en toen zij dan ook spoedig daarna de woning voorbij kwam, kreeg zij een lesje, dat met allerlei liefelijke bijnamen eindigde. Inplaats van zich dit alles te laten welgevallen, liep het oudje naar de politie en liet proccs-verbaal opmaken. Hoe snood toch De man zal bij het verlies van zijn varkentje nu misschien ook nog straf ontvangen. Wonseradeel. Het mond- en klauwzeer onder de koeien breidt zich in deze gemeente steeds meer uit. Niet alleen in Tjerkwerd, Corn- werd en Arum, maar ook in Schettens, Ilichtum en Witmarsum is het uitgebroken. Van sterfte hoort men nog weinig, wel, dat het voor het vee .en de veehouders een groot last is. Toch is het nog al een geluk te noemen, dat de koeien wegens het gevorderde jaargetij gestald zijn. Het ongerief’ en de kosten aan eene ontijdige stalling verbonden drukken nu niet dubbel. Fran. Crt, Sneek, 27 Nov. De Chr. Gereformeerden alhier, die zich niet kunnen vereenigen met de vereenigde gemeenten A. en B., hebben gisteren een burgerhuis gekocht aan de Prinsengracht, dat voor een bedehuis zal worden ingericht. In de Drie gekruiste Broederstraat zal even eens een burgerwoning in een Godshuis worden hervormd en wel door een groep, die zich hier van de Baptistengemeente heeft afgescheiden. De firma Bouma en Zonen alhier, die, zoo- als bekend, hare betaling heeft moeten staken, zit voor een passief van f210000; terwijl’t actief nog geen f 40000, naar men zegt, moet bedragen. Waar de 50 °/0 moet vandaan komen, die men crediteuren wenscht uit te keeren, is voor velen hier een raadsel. Warns, 24 Nov. Een varken gemest en geslacht door den heer F. de B. alhier, heeft zich verdienstelijk gemaakt door een buitenge woon gewicht. Het dier, slechts 36 weken oud, woog schoon aan den haak, niet minder dan 387 ponden. Balk, 26 Nov. Voor enkele dagen vroeg een jongeling alhier om werk het werd geweigerd, daar hij ongehuwd was en men aan jong gezel len geen werk verschafte. “Dan maar trouwen*, dacht de jonkman, en werkelijk kwam hij met zijn meisje overeen om Hymens kluis in te gaan. Makkum. Onze vroegere plaatsgenoot de heer H. Britzel, heeft met goed gevolg het can- didaatsexamen in de theologie, 1ste gedeelte, aan de Universiteit te Amsterdam afgelegd. Witmarsum, Bedankt voor het beroep naar Beetsterzwaag door den heer E. J. Homan predikant alhier. Arum. Terwijl de rijks- veel bekoorlijkheid. Eensklaps trilt een kreet in ’t ronde, de jonkvrouwen zien zich bespied, kla gend vlieden zij, doch van één ring had Jonker Ludolf zich meester gemaakt, zoodat eene jonk vrouw terugblijven moest, die angstig in ’t riet zich verbergt. Dit tafereel heeft Houck zeer schoon weergegeven, de overgang van het arge loos spelen en de ontsteltenis is treffend. Nu volgt een voor ons zeer aantrekkelijk gedeelte: Jon ker Ludolf betuigt de zwaanjonkvrouw zijne liefde, doch deze eischt eerst zijn woord dat hij zijn trouw nooit breken zal, waarna beide in een gevoelvol duet dien eed herhalen. Een vrouwenkoor beschrijft ons nu, hoe zij den ridder volgend hem eene trouwe gade wordt, totdat na zeven lange jaren het hart van Ridder Ludolf door eene andere Jonkvrouw wordt be koord, dagen bleef hij van den huize en dan toog hij naar het Leidsche burchtslot, waar hij door vleiende woorden Jonkvrouw Lijsbeth’s liefde trachtte te winnen. Deze vraagt hem hoe zij eene liefde kan vertrouwen, die zich aan gespook ver slaaft. Daarop verloochent Jonker Ludolf zijne liefde voor de zwaanjonkvrouw en nadat een vrouwenkoor weergegeven heeft, op welke wijze hij uiting aan zijne liefde voor Lijsbeth geeft, breekt hij zijnen eed, eens zijne gade gegeven. Dit is zijn verderf, donkere sombere tonen dui den dit aan. Op ’t hooren van een zachten klaag toon, die door ’t burchtraam naar binnen dringt, zinkt Jonker Ludolf dood ter neder en een witte zwaan zweefde om den torentrans. Nu wordt de zang afgewisseld door een treur- marsch welke wederom in een treurzang over gaaf. Dan verhaalt het slotkoor nog: dat nie mand wist waar de zwaanjonkvrouw gebleven was, maar dat de wachters van ’s Ridders slot wisten te vertellen van een witte zwaan die in ’t nacbtelyk uur droef klagend om Arcums muren zweefde. Zooals wij reeds zeiden heeft de componist meesterlijk van deze ballade partij getrokken, muziek en tekst zijn in volmaakte overeenstem ming. Het is dan ook niet ten onrechte dat wij den Heer Iz. A. Houck tot een onzer beste Neder- landsche toonkunstenaars rekenen. Met ingenomenheid zien wij de uitvoering te gemoet en wij wenschen van harte dat de ver eeniging zich in een even groot succes zal mogen verheugen, als bij hare eerste uitvoering en daar door de directeur zijne moeite beloond zal zien. Hebben we voor eenigen tijd er op gewezen, dat de belangstelling in de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen nog al te veel ontbreekt bij menschen, van wie verwacht kan worden, dat ze toch wel bekend zullen zijn met het groote be lang dier grootsche stichting, in ons departe ment heeft men sinds eenige jaren de ervaring opgedaan, dat de belangstelling in de Buitenge wone „Nuts“-vergaderingen bijna geheel is ver dwenen. De tijd van de deftige „Nutslezin gen is voorbij en nu zijn velen van oordeel, dat hieruit volgthet „Nut* heeft ook zijn tijd gehad. Dat laatste zouden we met den meesten nadruk willen tegenspreken. Als men kennis neemt van hetgeen nu nog door de Maatschappij wordt ge daan, dan mag het gezegd worden de stichting van Nieuwenhuizen heeft niet alleen recht van bestaan, maar moet door toetreding van velen steeds in bloei en omvang toenemen. Wat de „Nuts“-)ezingen betreft,ja, die heb ben hun tijd gehad, sedert men èn in woord èn in schrift bekend gemaakt wordt met alles, wat er op ’t gebied van elke wetenschap, van elke kunst, van elk bedrijf merkwaardigs wordt ont dekt of verbeterd. Het aantal „vereenigingen* is sedert de oplichting van „’t Nnt* verbazend toegenomen, zoodat er zelfs wel eens reden voor gevonden wordt, om te zeggen, dat hun aantal al te groot wordt, omdat de een de ander en de ander de een tamelijk overbodig maakt. Jaren geleden behoorden de „Nuts“-avonden tot de gezelligste onder de gezellige uitgaan- avondjes. Tegenwoordig worden er zóóveel ge legenheden tot uitgaan aangeboden, dat de Bui tengewone Vergaderingen van „’t Nut* in den laatsten tijd slechts door enkelen bezocht worden. Om nu de belangstelling in die vergaderingen zoo mogelijk weer eens wat op te wekken, heeft het bestuur van het Nuts-departement alhier be sloten, om in navolging van hetgeen ook in andere plaatsen geschiedt, in plaats van eene „lezing* eens dramatische en letterkundige voordrachten te doen houden. Voor de buitengewone verga dering, die Donderdag 13 December a. s. zal worden gehouden, zijn daartoe uitgenoodigd Mej. A. Heyblom en de heer O. Kühn, ex-leerlingen van de Tooneelschool te Amsterdam. Zij zullen een achttal stukken ten gehoore brengen, waar onder twee blijspelletjes en één dramatisch frag ment (Anna Bolein van Schimmel). Ongetwijfeld zullen zij een avond van „kunstgenot* verschaf fen. Het „Amsterdamsch Weekblad* zegt van hen„de goede naam, welke beide artisten zich reeds ruimschoots verworven hadden, deed ons een waar kunstavondje verwachten en zeker velen met ons, daar de zaal geheel met belangstellenden gevuld was. De uitvoering van het afwisselend programma was uitstekend. De tooneelstukjes en de verschillende voordrachten werden vlug en met entrain gespeeld. Niet het minst voldeed het Dra matisch Fragment „Anna Bolein*. Hierin ver toont mej. Heyblom haar dramatisch talent in volle kracht.* Uit Almelo werd geschreven; „dat de leden van het departement de poging van het bestuur. Een zeldzame brand. Zaterdagmiddag had te Leiden een brand plaats, welke er bijzonder dreigend uitzag. Op het goederenterrein van den Staatsspoor weg lag een stapel leege petroleumvaten, welke uit een tankwaggon werden gevuld. Eenige personen waren bezig met een pot met lijm Je naden van enkele vaten dicht te maken. Op nog niet opgehelderde wijze deelde het vuurtje, dat de lijm moest warm maken, zich aan de vaten mede. In een oogwenk stond alles in brand. Gelukkig kon men den tankwaggon nog weg halen, zoodat het onheil beperkt bleef. Een deel der vaten werd in het water geworpen en bleef daardoor behouden. Toch geraakten nog vier reeds gevulde vaten in brand. De schade is niet aanzienlijk. Men schrijft uit Charlois (Z.-H.): De aflevering van beetwortelen voor de suiker fabrieken is afgeloopeu. Nog nooit was de teelt van dat product zoo buitengewoon groot als dit jaar. Jammer dat het suikergehalte gering was, hetgeen rechtstreeks ten nadeele van den boer komt. ’t Is ons vroeger wel eens overkomen, dat een jongen met het bericht thuis kwam dat hij een anderen knaap uit bet water had gehaald, voor welk nieuwsbericht, door getuigen bevestigd, hij dan eene kleinigheid ontving. Later bleek het opgeraapt te zijn geweest, terwijl de jongens het ontvangen geld deelden met hem die zich op zettelijk in het water had laten duwen. Zoo heeft nu te Amsterdam een werkman een knaap „gered*, dien hij eerst zelf in de Brouwers gracht had geworpen. Ook hem was het te doen om de belooning voor de redding van drenkelin gen. Arnh. Crt. In de Amst. Crt. worden eenige merkwaar digheden aan de hand gedaan, die passen zouden op de tentoonstelling voor het hotelwezen. Een verzameling wrakhout van huwelijks- schuitjes. Een onderzoek naar den verhoudings-coëfficiënt tusschen de beleefdheid van een kellner en de meerdere of mindere gehechtheid van de bezoe kers aan het fooienstelsel. Een uitgebreide verzameling reizigersmopjes. Een brochure, handelende over den invloed van massage op de reputatie van hotels. Uitge geven te Wiesbaden en Domburg, Duitsche en Hollandsche tekst. Een litteraire verhandeling over den invloed van het hotel- en reiswezen op het blyspel-reper- toire van de laatste vijf-en-twintig jaren. Een verzameling hotel-rekening als bouwstof voor een verhandeling over het verband tusschen lengte en voornaamheid. Door de redactie der N. R. Crt. is reeds ontvangen voor het Heilserum f4240. Over den loop, dien de discussiën over de Slaatsbegrooting zullen nemen, verkeert men nog in volslagen onzekerheid, zegt de Haagsche cor respondent der N. Gr. Crt. Vrij algemeen verlangt men geen scherpe debatten over ’t verledene, maar een onvoorzichtig woord kan het vuur doen opvlammen. Hoe het zij, de groote strijdvragen zullen bij Hoofdstuk V, bij Marine en Oorlog komen. De subsidiën voor meisjesscholen, de geweren en de schepen zullen ’t het hardst te verantwoorden hebben. Als de heer Van Houten zich wat in schikkelijk toont tegenover de rechterzijde en er is geen reden om dat niet te verwachten zullen de geweren althans voor een groot deel worden toegestaan en de schepen eveneens. Maar dit verbond is juist de zwaake zijde van het Kabinet. De coupé staat voor, mama en de zusjes ver dringen zich voor het raam. Papa laat de jongelui uit. Zij, stralende van trots en geluk in haar nieuwe fluweelen japon met een hoed met veeren op haar mooi haar, waar haar lief gezichtje zoo guitig onder uit komt kijken. Nog even haar pelerine recht getrokken, een blik van tevreden goedkeu ring op haar wit glacé handschoenen geworpen. Ze is klaar. Hij is onberispelijk gekleed, wringt de groote handen in te nauwe handschoenen, kijkt brommerighij zou ’t lieve kind zoo gaarne eens een paar uurtjes voor zich alleen hebben gehad, zoo gaarne eens gedwaald hebben door ’t sombere bosch maar. ze zijn pas geëngageerd en. moeten visites maken. „Wel jammer, hè vent*, fluistert ze, „maar 't moet*. Pas terug uit Indië, heerlijk! O, wat kropen die jaren om, wat verlangde ze naar den zoon, die zoo ver weg moest. Maar nu heeft ze hem terug, ’t is alsof hij niet is weg geweest. Hij is wel veranderd, breeder ge worden, ook stiller, men wandelt niet ongestoord onder de palmen, er is iets ernstigs in zijn oog, iets stroefs om zijn mond, maar gelukkig! voor haar is hij nog dezelfde Vol attentie! hij wist zoowaar haar vaste plaats aan tafel nog en zoo al haar gewoonten. En nu zijn al de jongeren uit en hebben ze samen met hun beidjes een langen middag voor zich. God! welk een weelde voor het moederhart! om alleen en ongestoord haar lieveling, haar oudste te bezitten. „En nu uw haakwerk, hé moeder U bent toch zeker weer aan een sprei bezig net als vroeger en als die af is, tracteert u zeker, niet waar?* Ze krijgt er tranen van in de oogen, dat hij ’t zich nog herinnert. „Neen, mijn jongen vandaag voer ik niets uit ik neem vacantie. nu ik jou heb? Arm moedertje ik kan niet bij u blijven, ik moet visites maken. Mevrouw zit lusteloos en slaperig aan tafel, de soep is aangebrand, het vleesch te gaar, er is niets voor dessert; ze was van plan geweest zelve iets te maken, maar.... „Was je niet wel?* vraagt meneer, meer knorrig dan belangstellend, „je ziet er zoo moe uit, wat heb je?“ „Ik? niets, maar weet je, ik kan niet meer, den heelen middag heb ik visite gehad. Eerst de jonge mevrouw Smit, een aardig vrouwtje, maar vol van haar kind, alsof al die schapen niet eender waren? Mevrouw zelve heeft geen kinderen. „Toen kwam mevrouw Mulder haar dochter presenteeren? „Zoo*, valt meneer in, „heeft die al een groote dochter? „Ja, ze gaat al uit, een jaar of 18, een mooi gezichtje, een beetje onbeduidend. Pas waren ze weg of de meisjes Dumont kwamen. Echte huis- Bolswardsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1894 | | pagina 1