NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLS WARD EN WONSERADEEE
1894.
No. 49.
e Jaargang.
<W-OLAAS.>
I
r
Drie en dertig
BINNENLAND.
INGEZONDEN.
Evenals tot heden
zal in 1895 het
RAADSVERSLAG der Ge
meente W()NSERADEEL als
gratis Bijvoegsel bij de
Bolswardsche Courant
verschijnen.
BUITENLAND.
I
VOOR
F
M T A O S I fcl U W S».
i
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per .3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
i
f
$XXXI)OOOOOCXXXXXXXXX$
g DONDERDAG 6 DECEMBER.
:£x:x: xcxdcxcxcdxx: k»x_xdxx:xcxc x^
----
■1
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
E
K
Drie tot vierhonderd slachters van Brussel
en omtrek hebben vergaderd in het slachthuis
van Curemghem, om den toestand der slachterij
te bespreken, veroorzaakt door het verbod van
den invoer van Hollandsch vee. Zij hebben be
sloten eene gezamenlijke petitie aan den bevoegden
Minister te sturen om te vragen, 1. het verbod
van invoer op te heffen; 2. de wet van 1894 te
wijzigen, waardoor de slachters bemoeilijkt wor
den wegens de keuring.
Door China moet het aanbod van een Britsch
bankiershuis zijn aanvaard om het 1,200,095 pond
sterling in goud te leenen a 4‘/2 percent, eene
aanvaarding, die te begrijpen is, wanneer men
weet, dat de vorige Cmneesche leening onder
vrij wat beter omstaniligheden am de markt
werd gebracht tegen 7 percent rente. De val van
Port-Arthur deed deze schuldbrieven reeds vyf
percent beneden den pri^s van uitgifte dalen.
De georganiseerde propaganda der socialisten
onder de Parijsche studenten in het Quartier Latin
heeft een aan vang genomen. De reeks lezingen die
gehouden zullen worden over de groote oeconi-
mische en sociale vraagstukken van den dag, werd
geopend door Van der Velde, een der leiders der
Belgische sociaal-democratische partij, met eene
rede over de socialistische bewegingin België, die
zich kenmerkte door de bijzonder kalme en
beschaafde wijze waarop zij werd voorgedragen.
De spreker werd herhaaldelijk toegejuicht.
hierbij op te doen, zal afhangen of er verder uit
breiding aan dezen maatregel zal worden gege
ven.
Een Engelsche dame deelde onlangs in de
„Graphic* mede dat ze op een advertentie om
een kindermeid, zesmaal geplaatst in drie bladen,
slechts twee brieven kreeg, terwijl 40 dames
schreven op één aanvraag om een kinderjuffrouw,
in een lokaal blad. Dergelijke verschijnselen zijn
hier te lande ook niet zeldzaam.
Wat bewijzen ze eigenlijk? vraagt Het Vredig
thuis', dat men haar, die de kinderen helpt ver
zorgen, niet langer moet zoeken in de laagste
standen, omdat men inziet dat er ontwikkeling en
beschaving noodig is om met kinderen om te
gaan?
Is dat het geval, dan mag men zich wel over
werkelijken vooruitgang verheugen en dan doe
ieder zijn best om deze juiste opvatting van de
zaak hoe langer hoe meer te helpen verbreiden.
„Een schrede achterwaarts* en „Een nieuw
geweer? zijn de titels van twee belangwekkende
artikelen in het jongste nommer van de „Vragen
des Tyds“. Het eerste is van den oud-Minister
van Oorlog Seyffardt en strekt om te betoogen,
dat er „gegronde vrees bestaat dat de ontwikkeling
onzer volksweerbaarheid, die toch reeds zoo uiterst
langzaam voortschreed*, door de laatste regee-
ringsmaatregelen betreffende de vrijwillige oefe
ningen in den wapenhandel en het reservekader
„zeer zal worden geschaad.*
Het tweede is van den len luitenant der infan
terie Fabius, die op verschillende, zoo technische
als financieele, gronden de Volksvertegenwoordi
ging aanraadt geen sommen voor een nieuw ge
weer toe te staan.
Het is een van veel zaakkennis en van een
ruimen blik de sporen dragend opstel, waarin o.a.
nogmaals krachtig wordt aangetoond hoe onhoud
baar de bewering is, dat het tegenwoordig intan-
teriegeweer als repeteer wapen niet deugt. Onhoud
baar, vermits men onze miliciens het gebruik
van het huidige wapen niet naar behooren heeft
geleerd en voortgaat het hun niet naar behooren
te leeren.
minder bevoorrechte kleinen, even ontvankelijk
voor indrukken van liefde en belangstelling en
even dankbaar als de gelukkigen, die volop kun
nen genieten van al het schoone en heerlijke in
de kinderwereld. Dat is eerst handelen in den
geest van den Heilige, de hand te reiken aan eene
arme moeder, die ook o zoo graag hare kin
deren gelukkig ziet, doch te weinig heeft te geven,
om ze vreugde te bereiden.
De winter staat weer voor de deur. Ruw en on
hebbelijk als hij vaak is in zijne wijze van doen,
zouden we hem wel graag onze gastvrijheid wei
geren en een geheel seisoen overslaan, ware de
tijd op zich zelf niet te kostbaar. Als we dit
zeggen, denken we aan den winter buitenshuis,
aan de dagen van nacht en nevel, van vocht en
vuil, van dorheid en van dood. Doch waar schaduw
is, is ook licht. Gelukkig is daar ook een winter
binnenshuis, die aan huislijkheid, gezelligheid, en
allerlei genietingen vergoedt, wat de winter bij de
overige jaargetijden te kort schiet.
Menig winteravondje heeft voor ons grooter
waarde, dan de prachtigste zomeravond. Zoo
wacht ons de avond van den 6den December.
Noem één woord, dat zoeter klank heeft in het
oor der jeugd dan St.-Nicolaas. De 6e Dec. is
voor het kind de dag der dagen, waaraan hij denkt
maanden te voren, de dag, waarop een einde
komt aan zijn dobberen tusschen hoop en vrees,
waarop de werkelijkheid schitterend triomfeert
over den twijfel en hij los gemaakt wordt van
allerlei onbestemde, fantastische beelden, waarin
hij trachtte te verpersoonlijken beide liefde en
haat, straf en belooning.
Een zonderlijk wezen toch, voor kinderen, die
St.-Nicolaas. Nu eens verbleeken zij bij het hoe
ren van zijn naam en kijken met een angstig ge
zicht naar den schoorsteen, als zweefde daarboven
een bullebak, een akelig spook, gehuld in wolken
van rook en roet. Dan weer denken ze aan een
beminnelijken ouden kindervriend, wiens hand
gevuld is met suiker en zoet.
Zie daar ’t werk van onze goede zwakke huis
moeders, die zoo graag de hulp inroepen van een
geheimzinnige macht, bij hunne zware taak, het
kind te leiden langs den goeden weg. ’t Is beur
telings; „denk aan de knellende roede* en „denk
aan de geurende koek*. Velen spreken hun af
keuring uit over dit systeem van opvoeden, doch
laten wij voorzichtig zijn en ons oordeel een wei
nig opschorten. Niemand heeft ’t recht af te
breken, wat hij niet in beteren staat weet op te
bouwen! Wat spreekt ge van beginsels bij kin
deren! Laat het gewennen aan het goede en daar
mee vertrouwd worden en geloof ons, ge hebt
veel gewonnen. Eerst de practijk en dan de theorie
Eerst het verschijnsel en dan ’t „waarom*Laten
wij er voor zorgen zelf het voorbeeld der aan
schouwing te kunnen zijn.
Zonderlinge gedachten naar aanleiding van St.-
Nicolaas, zult ge zeggen, ’t Is waar. Maar toch
bestaat er verband tusschen, al zijn niet alle scha
kels van deze keten gegeven. Een korte mede-
deeling
In het begin der vierde eeuw leefde in een der
zuidelijke landschappen van Klein-Azie een be
roemd man, die den naam droeg Nicolaas de Won
derdoener. Nu beteekent Nicolaas in hetGrieksch
Volksoverwinnaar alzoo Volksoverwinnaar Won
derdoener. Te midden van den strijd tusschen
ongeloof en ’t Christendom, leefde hij oprecht en
braaf en loofde den Hemel met blijden mond.
Opgeklommen tot aartsbisschop van Mary,
trachtte hij zooveel geluk rondom zich te versprei
den als in zijn vermogen was. Als een andere
Socrates zocht hij de jeugd aan zich te verbinden,
om daarin de zaden van geloof en liefde uit te
strooien, als in een vruchtbaren akker, waarin het
niet door hoog opgeschoten doornen en dlstelen
verstikt werd. Als een andere Socrates werd hij
door keizer Licinius in den kerker geworpen,
echter zonder dat hem de gifbeker bereid werd.
Door Constantijn op vrije voeten gesteld, schaarde
hij zich op het concilie te Nicaea (325) onder de
tegenstanders der Arianen en werd hij een der voor
naamste steunpilaren van de Grieksch-katholieke
kerk. Nadat hij in het Oosten reeds lang als een
heilige werd vereerd, brachten Italiaansche koop
lieden in 1087 zijn lijk over naar Bari, op de
zuidoostkust van Italië, waar het den 9en Mei
aankwam. ^Sedert dien tijd wordt deze Meidag in
Bari en andere Italiaansche steden als een feest
dag gevierd, terwijl de dag van zijn overlijden,
de 6e December in ons land aanleiding heeft ge
geven tot de viering van een Kinderfeest.
Ziedaar een doode, die tot ons spreekt: leeft
zoo, dat men uwe gedachtenis in eere houdt
en draagt zorg voor de opvoeding der jeugd,
met groote toewijding, want de kinderen van heden
zullen de mannen en vrouwen der toekomst zijn.
En sprak ook niet een heilige mond, laat dekin-
derkens tot mij komen en verhindert ze niet
Doordrongen van de groote beteekenis dezer uit
spraken, denken we met groote vreugde aan den
St.-Nicolaasdag, als er blijdschap zal zijn in het
hart der kinderen en blijdschap in het hart der
ouders. Met opgetogenheid begroeten we de com
mission,, welke zich het lot aantrekken van de
Mijnheer de Redacteur!
Harlingen, ’t Schijnt met sommige tappers
en bierhuishouders te dezer stede ook al niet
vooruit te gaan. Een hunner is althans op den
inval gekomen zijne zaak meer te doen animee-
ren, door daaraan eene barbiersaffaire te verbin
den, tot welk doel hij een in het scheerdersgilde
bekwaam persoon heeft geëngageerd. Reeds sedert
geruimen tijd bestaat hier een dergelijke zaak.
Naar wij vernemen zullen nog meer tappers dit
voorbeeld volgen qn zal de gelegenheid om zich
te laten bedienen met vergunning dus nog meer
worden uitgebreid
Ooststellingwerf. Op de landgoederen
van den heer L. Verver te Wateren wordt thans
weder eene uitgestrektheid woeste grond bewerkt
voor boschcultuur. Grootendeels worden er op die
gronden dennen geplant en daar ieder jaar ver
scheidene hectares worden ontgonnen, breiden
zich de bosschen te Wateren al meer en meer
uit. Hoofdzakelijk geschiedt deze aanplanting
om op de minst kostbare wijze de gronden in
cultuur te brengen. Voor de arbeiders in die
streken is het eene zaak van gewicht, daar aan
velen hunner een daghuur wordt verschaft in den
tijd dat zij anders weinig kunnen verdienen. F. C.
Dezer dagen brandde te Rotterdam een
stoommeubelfabriek af. Toen assuradeurs bezwaar
maakten de schade te betalen, omdat wel een
meubelfabriek, maar geen stoommeubelfabriek was
verzekerd, bleek de eigenaar nooit anders met
stoom te hebben gewerkt dan op zijn uithangbord
en zijn enveloppen. Hij vond het voor meubelen
een aanbeveling als ze met stoom gemaakt waren.
Te Rotterdam werd op klaarlichten dag op
de Bierhaven een gelddrager van de gasfabriek
door drie kerels aangerand, die hem zijn geld
buidel trachtten te ontrukken, nadat een hunner
hem een zakje peper in de oogen had gegooid.
De aangevallene, een öljarig man, verdedigde
zich dapper en riep luidkeels om hulp. Eenige
burgers schoten toe, waarop de aanranders op de
vlucht gingen. De pepergooier werd echter inge
haald en, na door den gelddrager herkend te zijn,
ingerokend. De beide anderen ontkwamen.
De kosten van het telegram, dat door
tusschenkomst van de hoofdredacteuren van
N. v, d. D. en Hbld. aan generaal Vetter is ge
zonden, hebben bedragen, met inbegrip van die
voor de oorkonde, f' 1052,52‘/2. De bijdragen
van de deelnemers beliepen f 1090. Het over
schot, f 37,47%, wordt aan de commissie voor
het Nationaal Fonds gezonden.
De Stankfabriek. De ellende begon zich
over de geheele provincie Drenthe te verspreiden,
wat eigenlijk het optreden van de overheid ten
gevolge heeft gehad. Juist zou deze de fabriek
sluiten toen de eigenaar dit voorkwam door zelf
heen te trekken. Alles is zoo van muskus door
trokken, dat het nog wel weken zal duren eer
de herinnering verdwenen is.
Galgenhumor. Zoo wijdbeens heb ik nog
nooit gestaan, zeide een soldaat die met een been
te Soerabaije aankwam, wijl het andere hem op
Lombok was afgeschoten.
Een wakker inspecteur van politie. In Den
Haag had men de laatste weken zeer te klagen
over tuimelraam-dieven. Op een ronde bemerkte
de inspecteur Aalszt de heeren aan het werk.
Hij stelde zich verdekt op en had na lang wach
ten (de heeren werden door voorbijgangers nogal
eens gestoord) het geluk hen aan het werk te
zien. Toen hij nader trad, gingen zij op den loop.
Maar de inspecteur gelastte hen halt te houden
en dreigde hen met een revolver. Eerst toen hij
er ernst van maakte en vuur gaf, gaven twee
der drie dieven zich over.
In een logement is een geheel magazijn ge
stolen winkelwaren gevonden, waarom de loge
menthouder naar een Rijkslogement is overge
bracht, waaruit men minder gemakkelijk nachte
lijke strooptochten kan maken.
„Ofschoon in het algemeen aan onze grens
stations alle spoorwegreizigers moeten uitstappen,
is daarop steeds uitzondering toegelaten voor reizi
gers die rechtstreeks naar het buitenland door
reizen, voor oude of gebrekkige personen, voor
vrouwen die met kinderen reizen, en bij ongun
stig weder ook voor andere personen op stations,
waar het perron niet overdekt is, en wordt de
handbagage dezer personen in de rijtuigen gecri-
tiseerd*.
Dit wordt thans door den Minister van Finan
ciën medegedeeld.
De Minister zal het wel weten, maar niet ieder
een heeft die welwillendheid ondervondensom
migen slechts na eene bepaalde weigering om
de coupé te verlaten.
Bij den harmonicatrein behoeven ook thans, bij
wijze van proef, reizigers die geen ingeschreven
bagage hebben, niet uit te stappen en kunnen zij
in de wagens voor hun handbagage het verschul
digd invoerrecht betalen. Van de ondervinding
Onze gewone Verslaggever was door ongesteld
heid verhinderd j.l. Donderdag het Concert der
Gemengde Zangvereeniging bij te wonen.
De heer F. Kronig was op ons verzoek zoo
welwillend ons zijn indruk omtrent de uitvoering
mede te deelen, welke wij hieronder laten volgen.
Redactie.
Bolsward. De Gemengde Zangvereeniging
„Bolsward* gaf Donderdag 29 Novemoer hare
tweede uitvoering. Neemt men in aanmerking,
dat deze vereeniging nog zoo kort bestaat, aan
mag over het geheel de uitvoering goed genoemd
worden.
Behoudens enkele ongelukjes, mag aan de
dames en heeren medewerkenden een woord van
lof niet worden onthouden voor de moeite en
zorg, aan de uitvoering besteed. Gaan we in
enkele trekken de nommers der eerste afdeeling
na, dan veroorlooven we ons de volgende op
merkingen:
No. 1: „Ouverture Wilhelm Teil* (4 handig)
was niet zorgvuldig genoeg ingestudeerd.
No. 2: „Wilhelmus,* zeer onzeker en weife
lend ingezet, werd zonder gloed voorgedragen
en miste alzoo de uitwerking, die dit pracntige
lied anders op de hoorders kan maken.
In No. 3: Gebet en Wiegenlied (solo voor
viool) kwam door de lage stemming der piano
de viool niet goed tot haar reent, ofschoon spel
en voordracht van den violist zeer goed waren.
No. 4a: (Lockung) had iets opgewekter kun
nen zijn; 4b: (Das kleinste Lied) kwam veel
beter tot zijn recht.
No. 6 (Drie liederen voor sopraan-solo) werd
zeer goed gezongen.
In No. 7a: (fróstung) waren de bassen veel
te sterk. No. 76. en c. werden daarentegen zeer
juist gezongen en voldeden dan ook uitmuntend.
Het trok in hooge mate onze aandacht, dat er
bij de elf liederen der eerste afdeeling slechts
één Nederlandsch lied was. Het ware te wen-
schen, dat bij de volgende uitvoering die ver
houding eens werd omgekeerd. Of zijn er wel
licht geene goede Nederlandsche liederen te
vinden? We zeggen dat niet, omdat de Duit-
sche liederen minder schoon zijn, maar omdat
het zoowel aan de dames als aan de heeren dui
delijk te merken was, dat ze volstrekt niet op
hun gemak waren met het uitspreken van de
Duitsche taal.
De tweede afdeeling werd geheel ingenomen
door „De Zwaan van Adrichem* (Ao. 1086)
Ballade voor solostemmen, gemengd koor en
orkest, woorden van W. J. Hofdijk, muziek van
Iz. A. Houck. Dit werk is juist voor dilettanten-
vereenigingen geschikt, want het bevat nergens
groote zwarigheden. Op enkele uitzonderingen
na werd het dia ook zeer goed gezongen: het
liep vrij wel van stapel. Wat de solo’s betreft,
vooral de Zwaanjonkvrouw zong zeer lief.
Over het geheel kan niet worden gezegd, dat
Houck’s compositie een diepen indruk op de
toehoorders maakt.
Een woord van lof komt toe aan de leden van
het strijk-orkestzij kweten zich uitstekend van
hunne taak. En in het bijzonder een woord
van lof aan don ijverigen directeur, die na zoo
korten tijd van voorbereiding door doelmatige
oefening en degelijke studie werkelijk iets schoons
hesft doen hooren.
“t «r
Bolswardsche Courant,
Beleefd verzcek ik U voor onderstaande regelen
een plaatsje in Uw veel gelezen blad.
Het zal velen uwer lezers reeds bekend zijn, dat
mannen der wetenschap, als Pasteur, Koch en anderen,
na rustelooze en langdurige ondei zoekingen er in ge
slaagd zijn, een afdoend middel te vinden ter gene
zing van de zoo zeer gevreesde „Diphtheritis" (be
smettelijke keelziekte.)
Dit middel „Heilserum“ genaamd, komt de genees-
heeren krachtig te hulp tot bestrijding dier gevreesde
ziekte en heeft reeds voor zoover dit bij lijders aan
die ziekte is kunnen worden toegepast, in de meeste
gevallen zeer gunstige resultaten opgeleverd.
Het is evenwel jammer dat dit middel duur, voor
velen om financieele reden veel te duur is, om het
te laten toepassen, hoe innig gaarne men dit ook zou
willen.
Teneinde hieraan tegemoet te komen heeft de
Algemeene Verzekering Maatschappij „de Philantroop"
alhier gevestigd/ in hare zoo uitstekende voorwaarden
opgenomen, dat, de bij die Maatschappij verzekerde
personen, welke mochten lijden aan „Diphtheritis,"
onverminderd de uitkeering waarop men aanspraak
heeft, op kosten der Maatschappij kunnen worden
ingespoten met „Heilserum," mits deze inspuiting
geschiedt door den geneesheer die de lijdende ver
zekerde behandelt.
Als bewijs dat de Maatschappij ook in wetenschappe
lijke kringen een goeden klank heeft, laat ik hierbij
volgen een artikel, dat doctor Renssen te Arnhem,
als redacteur van het „Medisch Weekblad" in dat blad
plaatste.
„In „het Maandblad voor Ziekenverpleging" van
„5 Nov. 1891, komt het bericht voor, dat een der
„verpleegsters in het Wilhelmina Gasthuis, die aan
„Roodvonk geleden had, eene som werd uitgekeerd
„van f 120. Zij was verzekerd bij de Maatschappij
„de Philantroop" gevestigd te Bolsward, betaalde
„f 1,26 per jaar en kreeg daarvoor f 30 per week
„uitgekeerd.
„Een groot aantal verpleegsters van dit Gasthuis
„heeft zich nu ook verzekerd.
„De Philantroop" is eene weinig bekende maat-
„schappij, verzekerende bij besmettelijke ziekten
„en sedert 1886 bestaande. Er zijn 6 klassen waarin
„men zich verzekeren kan en waarbij men dan per
„week f 10 tot f 75 krijgt uitbetaald gedurende 4
„weken eener besmettelijke ziekte. De jaarlijksche
„premie bedraagt 42 cents tot f 3,15. Men is ver-
„plicht zich geneeskundig te laten behandelen, het
„ontduiken der wet op de besmettelijke ziekten
wordt daardoor onmogelijk gemaakt.
„De verzekerde winkelier, die schade lijdt door
„het gehate briefje aan zijne deur, kan nu eene
„tegemoetkoming vinden in de uitkeering.
„Het is een nuttige instelling, die, als ik mij
„niet vergis, door een onzer Friesche collega’s op
,,’t touw is gezet.
„Heden las ik eene annonce van „de Philantroop,"
„dat diphtheritislijders, bij de maatschappij ver
zekerd, gratis Heilserum kunnen verkrijgen ter
„behandeling, omdat de Maatschappij de onkosten
„voor hare rekening neemt.
„Dat er toch nog een zelfs op eene gemakke-
„lijke, zij het dan ook minder nette wijze, te be-
„halen voordeeltje voor de Maatschappij aanzit,
„mag bewijzen, dat er onlangs in September in
„den Haag eene tweede dergelijke maatschappij,
„met een half zoo groot kapitaal, 50 mille, is op-
„gericht, genaamd „de Veiligheid" die volgens een
„brief in de te Amsterdam verschijnende „Zonne
schijn” zonder veel moeite „de Philantroop" in
„alles heeft nagevoigd.
,,’t Is wel waarschijnlijk, dat dit zoo is, want de
„drukfouten in den prospectus van „de Philantroop"
„zijn zelfs door „de Veiligheid" overgenomen. „De
„Philantroop” schijnt mij toch nog veiliger dan
„de Veiligheid." R.
Met den wensch, dat ik door mededeeling der
vorenstaande berichten, er in geslaagd mag zijn de
verzekerden van mijn Agentschap eene aangename
tijding te hebben gebracht, hoop ik hen, die
zich tot nog toe niet bij de Maatschappij ver
zekerden, te mogen hebben opgewekt zich op de
hoogte te willen stellen met de nuttige werking dezer
Maatschappij, door voorwaarden van verzekering aan
te vragen, terwijl ik voor het geven van nadere in
lichtingen ten allen tijde gereed zal worden bevonden.
U mijnheer de Redacteur dankende voor de afge
stane plaatsruimte, verblijf ik hoogachtend,
Uw Dienstw. Dienaar,
J. T. WIERSMA,
Agent der Mij. „de Philantroop