NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
mSWARÖ WOKSERAOEJEL
Samuel als boer op slecht land.
Vier en dertigste Jaargang.
No. 6.
1895.
DONDERDAG 7 FEBRUARI.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
'"S
VOOR
5
Ooststelling we rf.
toe?11
ons
De ramp van de „Elbe11.
I
-
Bolswardsche Courant
eeste
ge
ms,
'ijo,
ten
'de
of
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ver.
Ldel
•ek
eet
ge-
ing-
f hem
;hoon
s zoo
langt
ieken
even.
elijk;
por-
leden
i zelf
ten
i dan
zich
rpo-
lan-
r je
lede
sma-
geef
t zoo
gij
luk
u en
idere
iruik
g -
ve
en
m
ij en
een
1 de
en
al
.lijk,
zijn
toe
zijn
op
is,
•de
en
ikt
3n,
tan
n?
el-
M.
est
:door
niets
Koe
lt -
iet en
toch
rt.
.me-
van
nan-
balk
sten
en
iraal
hu!
irs
en
ir-
•Id
m
ist
de
m,
an
a«
;er
to
rod
t.
wat
>ont
i.
rat of
oe er
ee ge 1
Voorts stelde men ’t onderwijs in de Neder-
landsche taal verplichtend voor hen, die de les
sen in de moderne talen wilden volgen.
De heer Joh. Gorter vond dit onbillijk. ZEd.
oordeelde dat iemand wel een kraan in de Ned.
Taal kon zijn, wanneer hij werd toegelaten voor
de lessen in de vreemde talen, ja, de heer G.
achtte het niet eens onmogelijk dat deadspirant
soms den leeraar, die hem in bedoeld vak moest
examineeren, in de kennis der Ned. Taal over
trof. (Gelach.)
Bij onderricht in Schei- en Natuurkunde achtte
men ’t wenschelijk dat de wiskunde facultatief
zou zijn.
Het voorstel van den heer Camphuis, die zich
van het papier compleet heesch oreerde, om zyn
collega’s te overtuigen dat èn Maatschappij èn
de Fabriek er wel bij zouden varen, ais men 't
gas voor motorengebruik van 7 op 5 ct. bracht,
viel met 14 stemmen tegen.
De ambtenaren van posterijen en telegrafie
alhier hebben een afdeeling gevormd van den
Bond „De Post“ te Amsterdam.
Men is reeds druk bezig met het vormen van
een vast fonds.
In de Prov. Gron. Ct. geeft de heer A. M.
Prins den raad naast een invorder.ng van schaal-
rechten een belasting in te voeren op dorsch-
machines, zoo hoog, dat het stoomdorschwerk-
tuig niet met voordeel is te gebruiken boven den
vlegel. Hij voorziet daarvan overvloedig werk
gedurende den wintertijd ten plattelande.
Als je in de Palmstraat te Amsterdam woont
en vischvrouw bent, een woning hebt en een
twintigje in de loterij, dan ben je nou wel niet
wat men noemt een gezeten burgervrouw, maar
je kunt er toch komen.
Je hoopt altijd als je in de loterij speelt dat
je wat winnen zultkom je er uit met een niet,
dan wordt er even over de verloren centjes ge
jammerd, maar aanstonds weer gespaard om een
nieuw lootje te koopen.
Kom je er uit met eigen geld, dan is het da’s
een aanmoediging; direkt wordt er weer een
lot aangeschaft en men verkeert in zoeten hope.
Zoo ook een vischvrouw in de Palmstraat, die al
eenigen tijd gespeeld had en er voor een paar
dagen nog „in“ zat. Ze had weer 1/20 gekocht
en hoorde gistermiddag, dat de f 30,000 op 10716
gevallen was haar twintigje
Haar blijdschap steeg toen zoo ten top, dat zij
van baar negotie wegliep en den voorraad dispo
nibel stelde voor den gaanden en komenden
man, waarvan onder stompen en stooten natuurlijk
druk gebruik werd gemaakt.
Een jonge dame uit de Linnaeusstraat te
Amsterdam is Zondag bij het schaatsenrijden op
het achterhoofd gevallen, heeft daardoor een
hersenschudding gekregen en is dientengevolge
nog in den namiddag overleden.
Op de Heerengracht, tusschen de Heerenmarkt
en Brouwersgracht, haakten twee personen met
de schaatsen in elkaarbeiden vielen en een
hunner moest met een herschenschudoing worden
weggedragen.
Op de Amst. Usclub is een heer gevallen met
het gevolg, dat hij zijn been kneusde.
Een slecht begin. Een pas aangestel i spoor
wegarbeider te Deutiohem geraakte op den dag,
waarop hij zijn betrekking aanvaardde, tusschen
een wagen en een loods beklemd. Er is hoop
den man nog in het leven te behouden.
Mijnongeluk. In een der weinige Neder-
landsche mijnen, de Nordstern bjj Kerkrade heeft
een kleine ontploffing plaats gehad. Drie mgn-
werkers werden levensgevaarlijk gekwetst.
Een logementhouder te Amsterdam heeft
zich bereid verklaard, om het plan, ontworpen
door den bekenden Fneschen schijver T. G. v. d.
Meulen, te Bergum, tot het opr.chten eener Fne-
sche herberg, (type der 17e eeuw) op de wereld
tentoonstelling uit te voeren en in exploitatie m
nemen.
Reeds den dag na de ontzettende ramp meende
men dat de tegenstrijdige opgaven van de be
manningen der Elbe en der Crathie alleen te ver
klaren waren, door aan te nemen, dat er bijna
op denzelfden tijd twee aanvaringen hebben plaats
gehad. Ook de Rotterdamsche correspondeut van
de Amst. Crt. meende, op grond van het door
hem ingesteld onderzoek, te moeten twijfelen of
het wel de Crathie was, welke de Elbe in den
grond boorde.
Geheel onverwacht wordt deze twijfel versterkt.
Immers het blijkt, dat ook het stoomschip Vien
na denzelfden nacht, ongeveer op de zelfde plaats,
iu aanvaring is geweest met een schip of met
een wrak. Een der passagiers van de Vienna
heeft aan de Norddeutsche Lloyd inlichtingen
over deze zaak gegeven, zonder dat tot dusver
officieele rapporten van den kapitein van de Vien
na bekend zijn.
Dit alles is natuurlijk nog niet voldoende, om
met zekerheid aan te nemen dat onarhankelijk
van elkander twee rampen plaats hadden maar
het is een feit, dat in dat geval veel helder zou
zijn, wat nu duister is.
In verband met dit punt verdient het de aan
dacht, dat de geredden, toen nog niet bekend was,
dat de Crathie met hun schip in aanvaring was
geweest, verklaarden, dat het schip, dat de Elbe
had ingeloopen, zoo snel was verdwenen, dat men
vermoedde dat het was gezonken.
ent
ook
'Oin
van
en.
ier-
een goed
ijver veel
kelde tekort zal schieten indien ’t hem aan een
practischen blik en werkenslust ontbreekt.
Na eenige jaren zeide Samuels buurman„ik
geloof dat ge ’t er op gezet hebt om mij te over
treffen, want gij houdt reeds evenveel vee als ik;
ik moet zeggen dat je een kerel bent.“
„Dat ik u binnen weinige jaren overtreffen
zal is ook mijn gevoelen, zei Samuel, want mijn
land gaat voor-, het uwe achteruit.11
„AchteruitP“ zei buurman, verklaar me daten
zoo niet dan word ik boos op je.“ Gij kent het
spreekwoord„daar afgaat en niet bijkomt dat
mindert? Welnu van uw land gaat at en er komt
niets bij.*1
„En ik verkoop toch nimmer een kruiwagen
mest
„Maar die is ook al product van uw eigen land.
Reken eens uit hoeveel uren en dagen een klok
na een eeuw ten achteren is als hij eiken dag
ééne seconde ten achteren is. Welnu, dat on
merkbaar achteruitloopen is ook het geval met
land daar afgaat en niets bijkomt. Het ontbre
kende heb ik getracht en zal ik bij voortduring
trachten aan te vullen en als mijn jongen, die
thans twee jaar is, na twintig jaren gaat trouwen,
dan zeg ik eenvoudig wij zullen de plaats deelen,
want wij beiden kunnen er brood op hebben.
„Het is mij te geleerd, zei buurman, maar ik
geloof toch dat gij gelijk hebt.11
digd van medeplichtigheid aan den jongsten mo-
narchalen aanslag. Al de aanleggers daarvan zijn
thans in hechtenis, en drie hunner bekenden zich
reeds schuldig aan wat onder den nieuwen Re-
geeringsvorm nu natuurlijk hoogverraad is ge
worden.
De krijgswet is afgekondigd en wordt streng
toegepast.
De Chineesche vredesonderhandelaars had
den zulke ontoereikenke volmachten, dat de Ja-
pansche Regeering hen weer naar huis gezonden
heeft.
Omdat het doel van den oorlog niet bereikt is,
heeft het Japansche Parlement aan de Regee
ring een blanco krediet gegeven.
Toen Pleuntje met haar tweeden echtgenoot
acht jaren gehuwd was geweest, en zij te zamen
naar de Mevrouw waren gereisd om haar land-
huur te betalen, vertelden zij meteen, dat Sa
muel wel zou willen trouwen, maar uitziende en
wachtende was op een bedrijf.
Toen nam Mevrouw het woord, zegaende: „Ik
weet, dat gij aan het land, bij u in gebruik, veel
hebt verbeterd, maar ik weet ook, dat het mijn
plicht is te zorgen dat die verbetering u alleen
ten goede komt. Ik houd mij overtuigd en weet,
dat gij vlijtig zijt en oppassenddat gij Gode de
eer geeft, die Hem toekomt, dat gij veel laat ver
dienen en den werkman in zijn loon niet verkort.
Hoor daarom, wat ik in mijn testament heb be
paald. Gij betaalt thans f 600 huurdoor die
som met 15 te vermenigvuldigen, wordt hij tot
kapitaal gemaakt en voor dat kapitaal, namelijk
f9000 wordt de plaats na mijn overlijden uw
eigendom. Een mijner erfgenamen neemt daar
voor hypotheek tegen drie percent rente, met be
paling, dat zjj de eerste twintig jaar niet opzeg
baar is, terwijl gij zooveel kunt aflossen als uwe
omstandigheden veroorloven.
En wat uw zoon betreft, een mijner huurders
gaat een plaats verlaten, wijl hij een andere ge
ërfd heeft. Die plaats staat als slecht, dat is, als
weinig vruchtbaar bekend, juist iets voor een goed
ontwikkeld en ijverig jongmensch om op vooruit
te komen de huurprijs is laag en hij kan eige
naar worden onder dezelfde voorwaarden, als ik
voor u gesteld heb. Neemt gij mijne voorwaar
den aan?11 Pleuntje snikte 't uit van blijdschap,
zij nam in hare vervoering de hand van Mevrouw
tusschen de hare en kuste ze, terwijl haar man,
op zoo iets niet voorbereid in zijne onbeholpen
heid een paar woorden van dank stamelde.
„Mijne erfgenamen11, vervolgde Mevrouw, zijn
rijk genoeg om onbezorgd te kunnen leven, zij
zijn misschien in dit opzicht van eene andere
geestesrichting dan ik, maar ik geloof niet, dat zij
er gelukkiger om zijn zouden, indien ik het erven
van mijne nalatenschap aan geene voorwaarden
verbond. Ik acht mij gelukkig in staat te zijn,
het geluk te bevorderen van menschen, die door
hun stand en arbeidzaamheid een beter sieraad
en steun zijn van vaderland en maatschappij dan
rijke ledigloopers.
En nu, laat uw zoon beproeven of bij ’t zijn
voorganger verbeteren kan, die twaalf koeien hield
op ruim twintig bunders land.11
Met innigen dank aan Mevrouw, wegens het
verhelderen van hunne vooruitzichten en met een
hart vol dankbare blijdschap toog het echtpaar
huiswaarts.
Samuel sprong drie voet hoog van den grond,
toen zijne ouders hem de beschikking van Me
vrouw hadden medegedeeld, en eer zijne ouders
eigenlijk wisten, waar hij gestoven was, bevorid
hij zich onderweg naar zijn meisje, om haar het
heugelijk nieuws mede te deelen, dat zij eerlang
zouden kunnen trouwen.
In de eerste week van de maand Mei landde
Samuel met zijn jonge vrouw, zijne gereedschap
pen en tien koeien aan.
„Waar zijn je paard en rijtuigen vraagde een
buurman, die overkwam om kennis te maken.
„Mijn eenigst rijtuig11, zei Samuel, is die driewie-
lige kar daar. Een paard en bakwagen zullen
mijn vader en ik gezamenlijk gebruiken en on
derhouden.„Zoo, zoo“, zei buurman, „het zal er
worden uitgezocht, dat merk ik reedsnu, ’t zal
goed komen ook, want je hebt aan je tien koeien
veel meer dan genoeg. Maar als ’t meeloopt is
een goed rijpaard met karretje altijd voor geld
te koopen.
„Maar die tijd zal voor mij vooreerst nog niet
aanbreken11, zei Samuel, „want ik geef mijn vader
gelijk, als hij zegt, dat wij den tijd, waarin het
boerenbedrijf een bedrijf van weelde was, achter
den rug hebben.11
De kapitalen, zegt hij, „slinken en verdoelen
zich hoe langer zoo meerwij beleven daarom
een tijd van werken, sparen en uitkijken, waar
door wij in staat worden, om op twaalf bunders
evenveel vee te houden als vroeger en thans nog
op vier-en-twintig bunders.11 „Welzoo,11 bracht
buurman in, „je hebt goeden moed, en indien er
wat overmoed in doorstraalt, wil ik dit maar aan
uwe jeugd toeschrijven.11
Daar lagen de 22 bunders land, zooals de zee
ze voor wie weet hoevele eeuwen had neerge
worpen, en die eeuwen aan een op dezelfde wijze
met rundvee waren beweid en die geen vergoe
ding ontvingen, dan den schralen, door zijn eigen
gewicht uitgepersten mest van een tien of twaalf
tal koeien.
Samuel liep minstens eenmaal per week zijne
verschillende perceelen met de meeste oplettend
heid rond, en kende weldra al de minst of meest
vruchtbare plekken of gedeelten, nauwkeurig ge
noeg om er een kaartje van te kunnen samen
stellen.
Hij had van zijn vader den stelregel overge
nomen, dat elke gulden, met oordeel aangewend
en aan een bekwaam en ijverig arbeider uitge
keerd, minstens in den vorm van een rijksdaalder
in den zak van den werkgever terugkeert.
Hij liet de slooten om de verschillende percee
len opruimen, legde de uitkomende specie en wa
terplanten en grassen aan belten, en bracht daar
over heen de tweemalen per week verzamelde
uitwerpselen van het vee, dit laatste met specie
van den belt overdekkende. Na den hooitijd wer-
De veroordeelde mevrouw Joniaux zal zich
in cassatie voorzien van het vonnis, waarbij zij
ter dood is veroordeeld. De verdedigers meenen
een cassatiemiddel te hebben gevonden in de
nationaliteit van den president der jury, den heer
Barboux de Roosteren, die naar zij beweren een
Nederlander is. Indien geen cassatie-middel wordt
aangevoerd, is het hooger beroep louter voor den
vorm en zal het vonnis bevestigd worden, waar
door de veroordeeling definitief wordt.
Men meldt uit Antwerpen, dat de familie Jo
niaux stellig verwacht had dat de beklaagde zou
worden vrijgesproken. Er was Zaterdagnacht een
rijtuig besteld om haar af te halen.
Volgens de Chronique heeft de veroordeelde den
geheelen nacht geweend. Elk oogenblik riep zij
„Mijn arme man! Mijn arme kinderen!11 Zon
dagmorgen hebben haar man en dochters haar
in de gevangenis bezochthet weerzien was zoo
als zich denken laat, zeer smartelijk.
Het is waar, dat te Berlijn een geheime
patronenfabriek ontdekt en door de politie ge
sloten is. Naar het Berliner Tageblatt verneemt,
is hier niet aan een werkplaats van een der om-
wenteüngspartyen te denken, maar zouden wij
hier slechts met een politieovertreding te doen
hebben. De patronen zonden voor China zijn
bestemd.
Op Hawaï is ook de gewezen Koningin
Liliuokalani in hechtenis genomen, als beschul-
„Waar gaan wij naar
vraagt men zich hier af. Pas gevoelden wij
zoo gelukkig nu door toekenning van meer
subsidie de hoofdelijke omslag aanmerkelijk kon
worden verlaagd en het procent van 8 tot 5 kon
worden teruggebracht, of wij gaan door het be
houd van minister van Houten, die pertinent wei
gert aan noodlijdende gemeenten een cent meer
subsidie te doen toekomen, met rassche schreden
naar den ouden toestand terug niet alleen, maar
waarschijnlijk nog verder. In 1893 moest in plaats
van 5, weder 6 procent vau den hoofdelijken
omslag worden betaaldvoor 1895 is de omslag
weder f2000 hooger en zoo gaan wij zeer zeker
langzaam achterwaarts, tot men eindelijk den tien
den penning van ons zal vragen, of de Regeering
moet woord houden en ten laatste eene betere
regeling brengen tusschen rijks-en gemeente-finan-
ciën. Wat de heer Houwing in de Tweede Kamer
van vele Friesche gemeenten kon zeggen, dat zij
arm zijn aan rijken en rijk aan armen, is volko
men op Ooststellingwerf van toepassing. Van de
9000 inwoners dezer gemeente, zijn maar een be-
trekkeljjk klein getal in staat tot de gemeente
lasten bij te dragen toch is er een hoofdelijke
omslag van ruim f 20,000. Iemand met een trac-
tement van f700 betaalde in 1894 aan gemeente
belasting f33 en zal in 1895 nog meer moeten
bijdragen. Zelfs onderwijzers met een tractement
van f 500 a f550 werden door een onzer raads
leden tot de gegoede ingezetenen gerekend.
Wonseradeel. Herhaaldelijk kunnen wij in
de rubriek „rechtzaken11 lezen, dat personen
wegens melk ver valsching zijn aangeklaagd en dik
wijls ook veroordeeld, en ofschoon de veroordee-
lende vonnissen in den regel streng zijn, schijnt
zulks toch niet af te schrikken. Nu weer is tegen
twee melkleveranciers, een aan „Hollandia11 en
een aan de zuivelfabriek te Bolsward, proces
verbaal opgemaakt. Vooral in een tyd dat de
fabrieken eenmaal ’s daags werken schijnt het
zoo verleidelijk te zijn ’s morgens te snoepen van
de room der melk, die den vorigen avond is ge
molken. Is deze wijze van vervalschen nu wel
niet zoo erg als het oijvoegen van water, ze is
wel degelijk in ’t nadeel van den zuivelfabrikant.
Neemt men hierbij nog in aanmerking, dat eene
vervalsching niet terstond kan geconstateerd wor
den, maar moet berusten op herhaald onderzoek,
dan is het duidelijk, dat de fabrikant al vrij wat
schade heeft geleden, voor hij de hulp der justitie
kan inroepen.
Kan dit niet veranderen Zeer zeker. De fa
brikant koope de melk op vetgehalte en de zaak
is gezond. Nu de bepaling van het vetgehalte zoo
gemakkelijk en secuur is als tegenwoordig, kan
niets er meer tegen zijn. Misschien zullen som
mige leveranciers zeggen „ja, maar de fabrikant
kan ons wel wat wys maken, we kunnen hem
niet controleeren11. Dat is zoo. Maar zij vergeten
dan, dat de fabrikant daarbij volstrekt geen be
lang heeft. Immers, hoe hooger het vetgehalte
der melk, hoe meer hij moet uitbetalen en om
gekeerd, zoodat ook zulk een argument gerust
kan vervallen en er geen twijfel aan is, of spoe
dig zullen vele fabrikanten geen andere melk
meer koopen dan naar het vetgehalte.
Fran. Crt.
Sneek, 5 Febr. ’t Was Zaterdag jl. druk in
onze raadszaal. De disch onzer vroede mannen
prijkte met een paar gerechten, die een groot
deel van ’t publiek deden watertanden. Verhoo-
ging van schoolgeld aan de H. B. School en verla
ging van den prijs van het gas voor andere doel
einden dan verlichting, hoe gaarne enkelen die
gerechten niet op de spijskaart hadden gezien, ’t
hielp niet, ze stonden erop en fatsoenshalve moest
men er wel van proeven. De Commissie van Toe
zicht op ’t M. O. zag volstrekt geen heil in ver-
hooging. Ook in de vergadering van Burg, en
Weth. was men niet homogeen omtrent die kwes
tie. Toch had ’t D. B. met 2 tegen 1 stem besloten
den Raad voor te stellen het schoolgeld in de
3 laagste klassen van f30 op f35 te brengen.
De clericalen amendeerden daarop van 30 op
45, en de twee hoogste klassen van 50 op 60.
Het voorstel van Burg, en Weth. nam men
aan met 10 van de 15 stemmen dat van de
clericalen werd verworpen met 11 stemmen
tegen. Over de enkele vakken was men ’t allen
eens. Burg, en Weth. moesten bekennen dat de
prijs voor deze, fl tot f 1,60 ’s jaars, voor elk
lesuur ’s weeks, veel te laag was. Genoemd col
lege stelde daarom voor: 1 vak f 12, twee f 16,
drie f20, vier f24, meer het volledig schoolgeld,
Voor teekenen enkel moest f 10 per jaar worden
betaald.
den de belten omgezet en met beendermeel rijke
lijk bedeeld. In den laten herfst werden de minst
vruchtbare plekken hiermee overgemest. En toen
er een nieuwe Meimaand in het land kwam, bleek
het al spoedig, dat eigen vlijt rijkelijk werd be
loond, en dat de aan arbeidsloon uitgekeerde gel
den met winst zouden terugkeeren.
Dat Samuel een gierput liet metselen, waarin
niet alleen de gier uit zijn veestal en het varkens
hok maar ook alle huishoudelijke afval werd ver
zameld, is iets dat vanzelf spreekt, zoowel als dat
de vochten, die uit den mesthoop vloeiden daarin
terecht kwamen.
Ofschoon verre in den omtrek op de weilanden
buiten den hooitijd schier geen menschelijk we
zen viel op te merken, was op dat, bij Samuel in
gebruik, steeds bedrijvigheid en leven.
Of nu die omliggende weilanden reeds het top
punt van vruchtbaarheid hadden bereikt Mis
schien, ofschoon die stilte ook het gevolg zou kun
nen geweest zijn van gering doorzicht, traagheid
of misplaatste zuinigheid.
De tijd, toen de boer met een wandelstok in
de hand naar zijn „sociëteit" ging is thans voor
bij daarom is thans ook niet meer van toepas
sing de spreuk„waar de boer met een wandel
stok loopt, groeien de stekelen het hoogst.11
Op Samuels weiland werd bijna altijd gewerkt,
hetzij door hem zelf, hetzij door een arbeider. In
hoogten en dalen beide werd een breede en diepe
greppel gegraven en de uitkomende specie van de
eene in de andere overgebracht en daarna met
graszaad bezaaidwant omdat niet alles in eens
kan geschieden, vergenoegde hij zich voorloopig
met het noodigste en bereikbare.
Vau een perceel, dat in een volgend jaar voor
hooiwinning was bestemd, werden de schraalste
plekken omgespit, met gier overgoten en daarna
overgemest met slootaarde, vermengd met been
dermeel. Dit geschiedde in de maand September
reeds, dus vroeg genoeg om het bewerkte met
graszaad te bezaaien.
Aldus voortgaande duurde het niet vele jaren
of de minst vruchtbare gedeelten van Samuels
weiland overtroffen in voortbrengend vermogen
verre het overige, zoodat hij zijn veestapel aan
merkelijk kon uitbreiden.
Geen wonder dat Samuel kennis nam van de
landbouw-litteratuur en dat hij met menige goede
wenk zijn voordeel deedhij begreep echter te
recht, dat de landbouw in de eerste plaats een
practisch bedrijf is en dat daarin van
ontwikkeld verstand, oplettendheid en
afhangt, waarom een wetenschappelijk ontwik-