NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OLS WARD BK WOKSERADEEL
Uit het leven.
1895.
No. 10.
Vier en dertigste Jaargang.
g DONDERDAG 7 MAART. t
BINNENLAND.
BUITENLAND.
VOOR
ïen.dat
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
■de voor
mg van
was ge-
den zich,
i op Uï
en geen
geschie-
nooiste'
zen dag
hebben.
gelach
gd eet
evenals
larrow,
tolierei
vingen
te vo|.
ergeefs,
werpen
>r war
iaank<
ladelijl
oog 6j
an zpt
sn, lu
idkeel:
te Tokio ontvangen berichten uit het hoofdkwar
tier aldaar, de gebeele streek tusschen Saygentai
kruisen een bijzonder goede plaats vondenver
der in zwart fluweelen korten pantalon en zwart
kreet, wellicht had ik hem zelf geslaakt, werd ik
wakker.
tot eene hoogte doen stijgen, die ons staatsleven
ernstig zou bedreigen.
Bolswardsche Courant
-
'OUW op,
het oord
lar ’t ii
dit be-
Irongeo,
i, hreni
n en oi
aikbaar.
schaps-
knoopt,
sn meet
veemai
vraagt
3 zwart
z wij kei
gen van
ar ze te
Heeft
lan kan
igen al-
sop be
ton wtje
lie o<J
vallen,
n stuk-
iezelfdt
e neeroi
■in heel
egt ook
Is baan
en kun-
h zitten
en haak
te kans
liet wil-
rol leven
gons van
en.
drukke,
Ie nood-
die mij
voort te
«eland
goeds.
)aar i.
ie sou
srdeelc
cresset
welke
logde,
od de
beboet
dexan-
schijnt,
ouwtijd
in, vet.
r perse-
ïrooter.
rdeeler
roebel
getuigs
tn hoe-
ins op
>r, trad
net een
bij zijn
at aan.
vraagt
feen wil
tn ziji
it voor-
i dezen
effende
groot
trekken
i en
i rustin-
dat ge-
n.
zijde ge-
n strijd
mij be-
bestaan,
n op de
beter op
□jes, die
iseei
n in i
aan dei
dikwijl
3 daan
wormei
ingenfe
men op
zijden kousen, in lage schoenen met zilveren ges
pen eindigende. Een degen op zijde en een claque
in de band voltooiden het costuum, dat, met gemak
en losheid gedragen, het oog zoo aangenaam ver
raste, dat den volgenden dag een kamerheer van
wege H. M. de Koningin-Regentes den schilder
kwam vragen, om een nauwkeurige beschrijving
van het bijzonder sierlijk costuum, dat algemeen
zoo bewonderd was geworden. Wie weet welke
groote gevolgen dit nog voor het hoftoilet heeft!
’t Zal mooi zijn Vooral dat „wit vest, waarop
ridderkruisen een bijzonder goede plaats vinden
Door den heer A. C. Weitheim werd als
voorzitter vsn kindervoeding met de bekende
in de Amsterdammer van gedachte gewisseld over
het door deze vereeniging uit te voeren plan om
busjes onder gegoede kinderen voor hunne arme
makkertjes te doen circuleeren.
Het blijkt nu, dat het idéé van den heer Wert
heim ook elders, al is het in anderen vorm gun
stig werkt.
De hoofdonderwijzer te Lippstadt merkte dat in
zijne school vele kinderen waren, die gebrek aan
voedsel hadden. Een enkele wenk van hem had
tengevolge, dat verschillende leerlingen zich voor
namen dagelijks een aantal boterhammen voor hun
minder bedeelde makkers mede te brengenja,
dit idéé vond zooveel bijval, dat een der ouders
dadelijk 10 mark den onderwijzer voor dit doel gaf.
Aannemende dat pianospelen arbeiden is,
heeft de politie te Haarlem zich stipt aan de letter
van de wet gehoudenmaar zou men hier geen
verschil moeten maken tusschen arbeid, die de
krachten van de kinderen ondermynt of, als bij
de acrobaten, hun leven in gevaar brengt, en het
toepassen van een talent dat slechts als een genot
werd beschouwd, en, wel verre van de krachten
te ondermijnen, deze ontwikkelt en verhoogt, zon
der eenige schade voor den jeugdigen beoefenaar,
’t Is waar, het jongetje gaat nu niet naar school,
maar wij gelooven niet dat zij, die zich aan de
kunst gewijd hebben, het een gemis zullen achten,
zoo zij niet thuis zijn in de grammatica, de his
torie, de aardrijkskunde enz.
Wij meenden eerst dat het een aardigheid of
misschien wel een reclame was, maar, daar tiet
bericht niet is tegengesproken, moet men aanne
men dat inderdaad door de Haarlemsche politie
proces-verba il is opgemaakt tegen de moeder van
den pianist Raoul Koczalski wegens overtreding
voorde aroeidswet, waarbij het is verboden kinde
ren beneden de twaalf jaar arbeid te laten verrich
ten.
Dat de Haarlemsche politiebeambte vrij wel
alleen staat in zijne opvatting van de wet, mag
men afleiden uit het feit, dat de burgemeester,
die toch het hoofd der politie is, toestemming
tot het concert heeft gegeven, terwijl hij toch
wist dat Kozalski heette tien jaar te zijn en de
justitie, van wie de vervolging zou moeten uit
gaan, daartoe geen last heeft gegeven.
Dienstdoenders noemt men wel eens politie
ambtenaren, die dergelijke processen-verbaal op
stellen. Arnh. Crt.
Het stelstel van lichaamsmeting naar den uit
vinder de Bertillonnage genoemd, wordt sedert
Oct. jl. te Rotterdam toegepast, voorloopig op
vreemde individuën, als kwartjesvinders, enz. die
meermalen, na over de grenzen te zijn gezet, zon
der papieren en onder een anderen naatn weder
het land binnenkomen. De resultaten zijn, volgens
de N. R. Ct., reeds verrassendsedert die lieden
weten, dat zij te Rotterdam worden gephotogra-
pheerd en opgemeten, komen daar in de laatste
weken geen vreemde kwartjesvinders meer.
In de Vragen des Tyds bespreekt mr. J.
D Veegens, on er den titel Parlementaire wind
stilte®, den politieken toestand van het oogenblik.
Door het niet tot stand komen der kieswet rust
op de staatslieden, die hiervan de oorzaak waren,
verplichting der tegenwoordige peiiode van stil
stand tot den kortst mogelijken duurte beperken.
Tot het betracuten van deu grootst mogelijken
spoed, ook later by de gedachtenwisseling met de
Kamer, zijn zij jegens de natie zedelijk verbon
den. De heer Veegens wijst daarna op het on
houdbare der redenen van verontschuldiging om
de kieswet nog niet te behandelen.
„Ook andere onderwerpen blijven buiten behan
deling. Regel is, zegt hij, dat de gelegenheid tot
uitstel door de Regeeringdankbaar aanvaard
wordt. Zoo een wetteljjke regeling van den ver
plichten krijgsdienstzoo de oplossing der eeds-
kwestie; zoo de kwestie van het toezicht op
woningen jn het belang der volksgezondheid;
zoo het onderzoek dit de heer van Welderen
Rengers en de overige Friesche leden der Eerste
Kamer omtrent het arm wezen in Friesland wenscht
te doen instellen.®
Vooral echter de kieswet is dringend noodig.
„Het is te hopen, zoo eindigt de heer Veegens
zijne studie, dat van de uitvoering van het Mi
nisterieel programma thans spoedig door daden
blijke. De stilstand op wetgevend gebied heeft
toch inderdaad het zenith bereikt. Een zoo ongun
stige politieke toestand als de tegenwoordige,
waarin nagenoeg elke hervorming wordt afge
wezen op den enkelen grond, dat zij aan eenige
van de heterogene groepen der Ministerieele
meerderheid zou mishagen, werd hier te lande
nog niet beleefd. Zulk een toestand zou, werd
hij langer bestendigd dan volstrekt noodig is, de
ontevredenheid der natie met den gans van zaken
en Tafykold bezet. Den 28sten Februari heeft
rog een hevig gevecht plaats gevonden, waarin
de Chineezen 45 dooden en de Japanners 98
dooden en gewonden hadden, en na welks voor
de Chineezen ongunstigen afloop deze zich noord
waarts terugtrokken.
Omtrent den aanval van drie dagen te voren
verneemt men nader het volgende Een leger van
7000 man greep bij het aanbreken van den dag
de Japansche voorposten bij Tapingschau aan,
doch werd na een hevig gevecht teruggeslagen.
In den namiddag werd een nieuwe aanval door
een leger van 13000 man met 20 kanonnen on
dernomen. De slag begon met een hevig geschut
vuur. Zoodra de Japansche artillerie de overhand
kreeg, stormden de Japanners uit hunne stellin
gen op de Chineezen aan, die na een korte te
genstand naar Thingkau vluchtten. Het gevecht
duurde twee uren. De Japanners hadden 7 doo
den en 250 gekwetsten, waaronder 7 officieren,
de Chineezen 200 dooden.
Kimswerd. De onderwijzer J. Postma Lzn.
alhier, herdenkt 24 April a.s. zijne 25-jarige ambts
vervulling.
WestergOO, 1 Maart. Een opmerkelijk ver
schijnsel noemt men het, hoe weinig schapen
men dit voorjaar in de weiden aantroft. Als hoofd
oorzaak wordt opgegeven de geheerscht hebben
de galziekte, als medeoorzaak dat er veel wol-
vee is verkocht, omdat de prijzen gedurende het
verloopen jaar steeds hoog waren. Ook thans nog
is de handel in schapen, tengevolge den uitvoer
naar Engeland, bijzonder vlug en verwacht men
algemeen dat de zuiglammeren duur zullen wor
den. Ook de nuchter-kalveren zijn hoog in prijs
door tal van slagers worden gedurende de laatste
weken geheele scheepsladingen naar Engeland
verzonden. De prijs, voor eenige dagen nog 7 a
9 gulden, is thans evenwel gelaaid. Overigens
is de toestand van den veehandel, tengevolge
het verbod van invoer in Duitechland, België en
thans ook in Denemarken, verre van rooskleurig
te noemen. Fran. Crt.
Stavoren, 4 Maart. Het is nog winter in
zee achter de Friesche Zuidwestkust en als
er geen stormen komen blijft het nog lang
winter. Op den dijk staande heeft men moeite
open water te ontdekken. De zwanenjagers maken
slechte zaken.
Wanneer de veerdienst hervat zal worden is
niet te bepalen.
Gaasterland, 4 Maart. Hadden de arbei
ders in onze gemeente in ’t laatst der vorige week
toezegging gekregen, dat ze heden morgen kon
den beginnen te werken, het vriezen der beide
laatste nachten heeft hun hoop den bodem inge
slagen. De grond is wederom te hard. In 9
weken hebben velen hunner niets verdiend. De
Armvoogden hebben alzoo ook geen benijdens-
waardig baantje. Ook de schippers zien verlan
gend uit naar flink dooi weer; sommige hunner
liggen reeds ongeveer 15 weken aan wal. Dit
kan nog geruimen tijd aanhouden, daar het ijs
slechts langzaam achteruit gaatin de Slotermeer
is het nog verscheidene cM. dik.
Witniarsiim, 4 Maart 1895. Komen de be
lichten omtrent ongelukken als het verbranden
van kinderen enz. meestal van verre, voor een
paar dagen was alhier zulk een ongeluk bijna
gebeurd. Terwijl de moeder een boodschap deed,
bleven 2 kleinen thuis en terwijl de een op
de warme stoof zat, stopte de andere daar pa
pier in. Dit vatte vlam en ook de kleeren der
kleine. Gelukkig kwam de moeder spoedig thuis,
evenwel heeft het kind belangrijke brandwonden
opgedaan.
In Augustus zal een vergelijkend onderzoek
plaats hebben van adspiranten voor de betrek
king van surnumerair der posterijen en telegraphie,
waarvoor tien plaatsen worden opengesteld.
Voor ten hoogste twee van deze tien plaatsen
zullen vrouwelijke candidaten in aanmerking
kunnen komen. Nadere bijzonderheden bevat de
St.-Ct.
Een hof-costuum. De „Haagsche kouter®
van de P. G. Ct. deelt in zijn jongste kout mede,
„dat op het laatste gala-bal aan het hof het cos
tuum, waarin zich de schilder C. Bisschop ver
toonde, algemeen opgemerkt en geroemd werd.
Toen de welbekende artist de uitnoodiging voor
het gala-bal kreeg, vroeg hij zich afwat is
eigenlijk voor een artist, die geen betrekking of
geen rang bekleedt, een gala-toilet? Het alom
bekende zwarte pak de kleedij van dienstknecht,
edelman en lijkbidder Zeker, neen Er was ook
nog van jaren herwaarts een soort van gala-cos-
tuum in zwang, dat veel overeenkomst heeft met
dat van gemeenteraadslid en lid der eerste en
tweede kamer. Het bestaat uit een sluitende rok
met staande kraag en eenig goud passement aan
kraag en mouwen voorts uit steek en degen.
„Afkomstig uit het. laatst der 18e eeuw, bezit
het kaïakter noch elegance. Gelukkig herinnerde
zich toen onze schilder nog, dat hij destijds aan
het hof van den groothertog van Saksen te Wei
mar een costuum gedragen had, zooals het ook
in Engeland ten hove usantie is.
„Aldus geviel het, dat de schilder Bisschop zijn
entrée de salon deed in een gekleede zwarte rok
en wit vest, waarop zijne verschillende ridder-
Ik zag een man met een, met verschillende
voorwerpen beladen, voertuigje, waarvoor een ezel
was gespannen als trekdier. Hij werd overvallen
door een hevige sneeuwbuidaardoor werd de
weg zwaar, zoodat de krachten van den ezel te
kort schoten. Nu nam de man een touw, maakte
het vast aan den wagen en trok er aan uit al
zijne macht. Ofschoon van inspanning zwetende
vorderde men zeer langzaam een uitmuntende ge
legenheid voor jongens om man en ezel beide op
sneeuwballen te onthalen. Onwillekeurig volgden
mijne blikken het „tweespan®, dat aanleiding te
over aanbood tot grappige opmerkingen. Intus-
schen, de man kon niet anders en voor hem zal
het grappige er spoedig genoeg af zijn geweest.
Eerlijk gezegd, had ik medelijden met den man
en zijn ezelmaar wat waarde heeft medelijden,
als de daad om te helpen achterwege blijft? Dan
is het immers eene aanleiding tot zelfbeschuldi
ging en is de medelijdende er slechter aan toe,
dan de koude hardvochtige, die noch van het een
noch van het ander iets gevoelt.
Ik gevoelde dan medelijden. Maar gesteld nu
eens, dat ik mij naar buiten had begeven, en trek
kende aan een touw, mij aan de andere zijde van
den ezel hadde geplaatst, wat zouden de menschen
dan van mij gezegd of gedacht hebben
De alleroppervlakkigsten zouden mij hebben
uitgelachen en spottend nagewezen zij, die altijd
het oog op hunne belangen gevestigd houden en
die daarom van anderen hetzelfde verwachten of
aan hunne handelingen dezelfde beweegredenen
toeschrijven, zij zouden hebben gezegd of onder
steld, dat mijn belang bij de goede en spoedige
overbrenging van de goederen aanmerkelijk be
trokken wasen een derde groep, minder opper
vlakkig en minder belangzuchtig, zou de schouders
hebben opgebaald, zeggendedie man verricht
misschien wel een goede daad en daarom ben ik
genegen haar te prijzen maar ik deed het niet.
En nu moet ik bekennen, dat ook ik het niet
deed. En waarom niet? Óch, onder de laatste
categorie van menschen die ik opnoemde, zijn er
nogal velen, die lijden aan gemakzucht en' wel
licht behoorde ik tot de zoodanigen, toen de man
met zijn voertuig mijn woning voorbijging.
Ik zou het heel mooi hebben gevonden, indien
anderen hulp hadden verleend, maar zelf
De gemakzuchtige huldigt niet altijd het on
verschillige „laat maar waaien® systeem, o neen,
hij kan gevoel hebben, in zijn geest kan hij tot
iets besluiten, maar als het aankomt op de uit
voering blijven de knieën gebogen en de handen
slap voor zich zelf hoopt hij, dat anderen de zaak
zullen aanvatten, dan is hij vrij en kan hij zijn
gemak houden.
Gemakzucht leidt tot besluiteloosheid, besluite
loosheid tot uitstel en uitstel tot niets doen.
Om den trage te doen handelen is iets buiten
gewoons of een schok noodig, die hem, ondanks
zich zelf, doet opstaan en de handen uitsteken.
En nu hoop ik maar, dat men deze schets
beschouwt, niet als een door mij belangrijk geacht
feit, maar als een aanleiding om een waarheid in
herinnering te brengen.
De gevierde Russische schrijver Tolstoï heeft
gezegd, dat wij eigenlijk geene christenen zijn
dat zal met ons zoowel het geval zijn als met
zijne landgenooten, en oppervlakkigheid, egoïsme
en gemakzucht zullen wel mede beletselen zijn
om het christendom tot daad te maken. Wellicht
zelfs, dat de geloovigen en de ongeloovigen in dit
opzicht minder van elkander verschillen dan de
naam zou doen vermoeden.
O God, herhaalde ik, leid ons niet maar
neen, beter is ’tsta ons bij in de verzoeking.
De verzoeking omringt ons aan alle kanten
niemand achte haar macht en invloed gering of
verheffe zich hoogmoedig en profaan op zijn zede-
lijke sterkte, maai’ kieze het middel, dat hij voor
zich het beste acht, om haar weerstand te kun
nen bieden.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De Duitsche Keizer heeft alle succes' op
zijne uitnoodiging aan de Mogendheden om bij
de opening van het zeekanaal door Sleeswijk
tegenwoordig te zijnzelfs de Fransche vloot
zal niet ontbreken. Italië zendt de twee gewel
dige pantserschepen Re-Umberto en Sardegna
en twee kruisers onder admiraal Accini. Na
afloop brengt de admiraal met zijn smaldeel een
officieel bezoek aan de voornaamste havens van
Denemarken, Nederland en Engeland.
Het verzet tegen de voorgestelde tabaks
belasting wordt steeds grooter. Te Mannheim is
eene vergadering gehouden van belanghebbenden
uit Baden, Beieren, Wurtemberg, Hessen en de
Rijkslanden, waarop besloten werd den Rijksdag
te verzoeken, de belasting te verwerpen.
De Wurtembergsche tabaksindustrieelen zullen
indien het ontwerp wordt aangenomen, zich ge
dwongen zien het meerendeel hunner werklieden
te ontslaan. De magazijnen zijn overvol, de koop
lust is gering en zou bij aanneming der wet nog
zoo veel minder worden, dat men de productie
noodzakelijk zou moeten beperken.
Te Londen blijft de griep nog steeds vele
offers eischen. Admiraal Hornby is aan deze
ziekte overleden. Hij bereikte den leeftijd van
60 jaren.
In Mantschoerfie hebben de Jananners. naar
Het was avondmijn lamp brandde helder en
ik zat vergenoegd mijn krant te lezen. Wat is in den
winter dan ook aangenamer dan licht en warmte
De natuur onthoudt dit ons bij dag en daarom
is de avond steeds welkom. Wij staren dan niet
meer op het somber eentoonige, waarin de natuur
zich hult en dat zoo recht geschikt is om ons
droefgeestig te stemmen. De drukte, die de dag
taak medebrengt, is aan den kant, en wij kunnen
ons zelven bezitten, onverschillig, waartoe plicht,
belang of voorliefde ons noopt of aanspoort. De
winteravond heeft iets van dat eigenaardig be
koorlijke, dat wel scherp afsteekt bij de genoegens,
die de zomer ons aanbiedt, maar dat toch veel
vergoeding schenkt voor hetgeen de natuur ons
i laten’ onthoudt of minder doet genieten.
Terwijl ik dan daar vergenoegd zat mijn krant
te lezen, meende ik gesteun te hoorenik zag op
en een langbeenige mug zweefde om mij heen
het eigenaardig gezeur, dat hare vleugels veroor
zaakte was door mij voor een, ik weet zelf niet
welk, gesteun gehouden.
Of de nabijheid van een vijand het diertje uit
haar schuilplaats had doen vluchten Misschien.
Bekend immers is het, dat het geen zuiver gewe
ten en een slecht karakter heeft, waarom het dan
ook zich liefst in den donker of in de schemering
in beweging zet.
Maar het diertje moge dan verschrikt of ver
bijsterd geweest zijn, dat is zeker, dat het zijn
aangeboren aard alweder niet verloochende, want
het deed allerlei pogingen en gebruikte allerlei
listen om in de gelegenheid te komen mij een
droppel bloed af te zuigen. Nu zou ik in dat
opzicht niet zoo karig geweest zijn, maar de prik
die vooraf moest gaan, voelde ik liever niet. Als
uit instinctmatigen afkeer van pijn en van het
bewustzijn beroofd te worden, verjaagde ik het
diertje, telkens wanneer het mijn aangezicht of
handen van nabij naderde. Door al dien tegenstand
en het aanwenden van vergeefsche moeite scheen
de mug baloorig te zijn geworden, want opeens
vloog zij pardoes naar en tegen de lamp en
verzengde hare vleugels en pootenzij spartelde
als razend en ik merkte op, dat zij ontzettend
leed. Niet uit moedwil of wraak, maar uit mede
lijden nam ik mijn tabaksdoos en verpletterde
haar met een enkelen slag En toen was zij niet
meer.
De krant lag daar nog voor mg, maar mijn
aandacht was van 't lezen af. Ik liet mijn blik
weiden over het geschapene. Welk een verschil
in aard en aanleg, karakter en lot. Toch leeft
alles en stelt er prijs op om voort te leven en zijn
geslacht, hoedanig dat leven dan ook zijn moge,
voort te planten.
Duizend raadsels, waarvan wij er niet een kun
nen oplossen, omringen ons.
Eindelijk werd de krantenlectuur weer voort
gezet.
Ik verdiep mij nimmer in de verslagen van
strafrechtelijke processen en ik kan er geen nut,
maar wel het omgekeerde in zien, dat de kranten
zich als om strijd beijveren om het publiek op de
hoogte er van te houden. Of zou de concurrentie
ook in dit opzicht oorzaak zijn dat het publiek
gediend wordt, al is het met wansmaak
Kan een recht gemoed achting hebben voor het
Antwerpsche publiek, dat een juichtoon hooren
deed, toen het vernam dat madame Joniaux, een
vrouw, tot moordenares gestempeld en tot de
straffe des doods verwezen was? En zou het
Antwerpsche Handelsblad, dat die juichtonen af
leidde uit de eerlijkheid van dat publiek niet lie
ver van gebrek aan zelfkennis hebben moeten
spreken
Wellicht is het waar, wat iemand zeide, name
lijk, dat bij de uirgebreide en nog steeds toene
mende krantenlectuur de wereld beter zijn zou,
indien de kranten er minder op bedacht waren,
om den wansmaak van het publiek en daardoor
zichzelf te dienen.
De gedachten en beelden, die zich gedurig weer
aan mijn geest opdrongen, waren oorzaak dat mijn
krantlezen weinig aan het doel beantwoordde en
toen ik mij naar bed had begeven, kwam mij die
mug als het ware weer voor oogen. Toch sliep
ik half en half in, en in mijn sluimer zag ik iemand
die het leven volop genieten wilde en dan ook
op zijne wijze genoot, zonder te arbeiden.
Toen hij alles, wat hii bezat verteerd had en
toch zijn leven op den ouden voet wenschte voort
te zetten, deed hij evenals de vlieg, trachtende
met goed gelaat en al vleiend van de vrucht van
anderer arbeid wat machtig te worden.
Komedie te spelen kan zeker vrij lang worden
volgehouden, mits men niet aan der menschen
goeden naam of geld komt pluizen en omdat zijn
huichel en goocheltoeren juist op geld gemunt
waren, duurde 't niet lang of de menschen be
gonnen in hem een bedekten en gevaarlijken roo-
ver te zien, wiens woord van even weinig waarde
was als zijn versleten schoenzolen.
Hij had thans twee van zijne drie pijpen uitge
rookt en zou het met de laatste beproeven, waar
op geschreven stond, „neem wat men u niet geven
wil.® Maar die pijp werd hem ontijdig uit den
mond geslagen en ik zag hem geboeid, met de
handen op den rug gebonden mij passeeren. Mijn
blik volgde hem tot voor de deur van de gevan
genis en toen hij daarachter verdween, hoorde ik
den luiden nno-atkrefit„O God! Door dien