NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWABÖ BH WOMBBABBBB Het „Ljouwter Toanielselskip llul 1895. No. 11. Vier en dertigste Jaargang. DONDERDAG 14 MAART. BINNENLAND. BUITENLAND. 7 VOOR 1. 1 1 1 Bolswardsche Courant goed geslaagde Tooneel- ook >1 ;eur i oir- ting iaar 1 mij ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. liter g te het een kan iwt, eer reel. eren een gert loer s en den, 1 uit zelf t sa lt en ieen feit, zijn naar pet- ;odil iter- met ivoe- vier eisje chte rby. ioen inn- nog ver innen ■an ’t t een 9r en >g na voor even- it nJ, n, om indelt maal nen on heil- ge- deel ivijls nie- ilen, j. Ik ge- heb sen- :ken laar ;ele- de Ga lok- -hi“ be- e te :u", al u iets itiën van oor- was arde ader, itten men dek- n. ena- ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ezijn lend, onder ‘A Waar de laatste zoo goed geslaagde Tooneel- voorstelling, alhier gegeven, door het „Ljouwter Toanielselskip, nog zoo velen in het geheugen ligt, meenden wij onderstaand verslag onzen lezers niet te mogen onthouden, ’t welk voorkwam in „de Telegraaf." te AMSTERDAM. nven- idden ndag is uit n bij den ieden lond- ezen. inset deze izing nond ziet Wat nut st in Ten behoeve van het Duitsche leger zijn proeven genomen met vijf studenten, die telkens 24,75 kilometer aflegden, belast resp. met 22,27 en 31 kilogram. Met een gewicht van 22 kilogram en matige temperatuur kon de man den afstand van 24,75 K. M. afleggen zonder dat hij daar eenige nadee lige gevolgen van ondervond bij heet weer ver- snelde ademhaling, hooge polsslag, verschijnselen welke spoedig na den marsch verdwenen, zoodat zulke marschen gemakkelijk eenige dagen achter elkaar konden worden ondernomen. O >k met 27 kilogram en bij gunstig weer be merkte men geen nadeelige gevolgen doch bij heet weer ontstond vermoeidheid, die den volgen den dag nog niet geheel verdwenen was, zoodat die dag onder minder goede omstandigheden be gon dan de eerste. Met het derde gewicht constateerde men be- XXXXX XX$ Proeven genomen met Landwehr-mannen gaven dezelfde uitkomsten. In de Oostenrijksche hoofdstad hebben Zondag verscheidene betoogingen van werklieden plaats gevonden, die intus^chen niet tot ongere- regeldheden aanleiding gaven. Des morgens richt te zich een stoet van 1500 betoogers naar het kerkhof, om kransen neer te leggen op de gra ven van de slachtoffers der Maartdagen van 1848. Er werden redevoeringen gehouden en een der tigtal kransen neergelegd. In den namiddag trok een stoet van een dui zendtal werklieden door de voornaamste straten. Voor het Parlementsgebouw werden de kreten aangeheven „Geef ons algemeen stemrechtWeg met het kapitalisme!” De politie deed de betoo gers uiteengaan, zonder dat er verder iets bijzon ders voorviel; Omtrent de krijgsverrichtingen der Japan ners in China zijn de volgende telegrammen ontvangen. De zendelingen en vreemde vloot voogden te Jingku bedankten Nodzu voor de maatregelen tot bescherming der vreemdelingen. Generaal Nodzu heeft bevolen, dat geen Chineezen in de vreemdelingenwijk mogen komen. Zeshon derd man Japanners handhaven het verbod. Een klein aantal Chineesche burgers is met de Chi- neesche soldaten over de bevroren Liau gevlucht. Tijdens den aanval op de forten lieten de Chi neezen een mijn springen, maar te vroeg, zoodat slechts een paar Japansche soldaten omkwamen. De bedoelde gevluchte Chineezen vereenigden zich in Tiëngchuantai, een versterkte stad ten Westen der Liau. Den 9den openden de Japan ners het vuur tegen de Chineezen, die 11,OOü man telden. Deze antwoordden slechts flauw en om streeks 11 uur sloegen zij reeds verward op de vlucht naar het Westen. Het vuur der Japanners richtte een vreeselijke slachting onder hen aan. Twee duizend sneuvelden terwijl het verlies der Japanners slechts ongeveer 150 bedroeg. De Ja panners maakten proviand en wapens buit. De wapens waren echter ouderwetsch en werden daarom vernield. Het leger van generaal Sung heet thans een wapen- en tuchtlooze horde. Een keizerlijke boodschap verheft generaal Nodzu tot maarschalk. De Keizerin is naar Hiro- sjima vertrokken om de ambulance teinspecteeren. Het uitstel van Li-Hung-Chang’s vertrek wordt aan het bevroren zijn der Peiho toegeschreven. Hij zal nu den 14den uit Tientsin vertrekken en den 19en te Hirosjima aankomen. De Chineesche keizer moet na den val van Niuchaog meer dan ooit naar den vrede verlangen. Bismarck heeft a gesproken, dat de Duitschers niemand vreesden dan God. Dat woord is een gevleugeld woord geworden en men haalt het dikwijls aan om te doen zien, hoezeer in den stichter van het rijk, waarvan thans Wilhelm bij de gratie Gods keizer is, het bewustzijn zetelde van wat een Duitscher is. Onlangs beweerde een Duitsch blad, dat Bis marck eigenlijk bewust of onbewust pla giaat had gepleegd. En uit het Fransch werden gezegden aangehaald, waarvan de strekking de zelfde was als het gevleugelde woord der Duit schers. Doch toen de wereld nog aan geen Bis marck dacht, toen de stamboom der Bismarck s nog geen lootje kon aanwijzen, nog niet was ont sproten waarschijnlijk, hadden de Friezen reeds vol bewustzijn gezegd: „De Friezen knylje allinne for God”. Dat waren de Friezen van vroeger, die zetelden op hun stinsen, onder elkaar ruzie zochten, wanneer een vijand van buiten hen met rust liet, en als broeders naast elkaar vochten, zoodra aan de grenzen gevaar dreigde. Dat waren de Friezen, die trotsch waren op hun rechten, op hun zeden en gewoonten, op hun volksbestaan. En toch zijn ze gaan knielen De tijdgeest is hun te sterk geweest. Wat ze „allinne for God” wilden doen, hebben ze ook voor den tijdgeest gedaan, soms niet ge willig maar ze deden het. En veel hebben ze daarbij ingeschoten Hun gewoonten zijn veranderdhun prat-zijn op hun landaard is verminderd. De Friezen zijn Nederlanders geworden. Friesland is één van de elf Nederlandsche provinciënEn is in vele op zichten niets meer. De Friezen gaan allengs op in de groote massa, en al worden hier en daar nog de echte stoere Friezen, Standfriezen aange troffen, het volk als volk is niet meer wat het geweest iszal het ook nooit meer worden. Zelfs de taal, die heerlijke taal, waarin Gysbert Japiks zong, de „broarren“ Halbertsma hun „Rymen en Teltsjes” schreven, Waling Dykstra zijn populaire voordrachten hield, schijnt langzamerhand in de „lappekoer” te worden gedeponeerd. De stem van Pieter Jelles, de dichter mij liever dan mr. P. J. Troelstra, de volksleider heeft kans te worden de stem, die riep in de woestijn. Hoe lang zal het duren, dat maar weinigen slechts kunnen lezen, wat hij als student schreef: Friezen, earje de sprake, Dy d’ affaer as erfstik üs neiliet Bern fen hjar lieafde en hjar trou, Byld fen hjar tigens en krêft Print fen hjar siele en hjar sin, Den stoer as in iik ut de Walden, Den wer, as ’t gêrs oan de poel, Büchber en glanzich en sêtt. Lit se klinke, dy sprake, As wille lüd geit om jimm’ hinne As jimm’ forsinke yn it leed, Siikje yn dy sprake wer treast Lieawje dy tael as in mem, Dy ’t jimm’ foerre mei ’t bloed üt hjar ieren Hy, dy 't him fry neamt as Fries, Frysk yn syn tael bliuw er ’t earst! En hoevelen zijn er Friesch in hun taal geble ven? Pieter Jelles zelf wanneer hoort men hem weer in zijn moedertaal? Vroeger, toen Heldt in Schoterland moest wor den gekozen, en zijn verontwaardiging werd op gewekt, toen er werd beweerd, dat Heldt „was gesproten uit de kaken van het socialisme,” toen wist hij Friesch en politiek te vereenigen. „Fy, Lützen!” riep hij dr. Wagenaar toe, die als ik mij niet vergis die uitdrukking van de „kaken” had gebruikt. „Hark ris, Pieterantwoordde dr. Wage naar in zijn mooie, ouderwetsche Friesche taal. „Hald op, jongensriep Gabe en met hun drieën hebben ze aan politiek gedaan in ’t Friesch. En tegenwoordig? De Friezen beginnen hun taal te vergeten. In de steden prevelt men: „Hest ’t deen?”, of„Hest ’t niet deen en men radbraakt het Hollandsch, mishandelt het, breekt zijn tong, doch Friesch spreekt men niet Zoo gaat ze langzaam weg, onze schoone Friesche taal, die Htis Vondel zegt, waar tegen woordig het Nederlandsch spreekt van Matson Vondelmaison dit en café dat. Er wonen verscheidene Friezen in Amsterdam. Er zijn buurten, waar men met zijn Friesch even goed terecht kan als met zijn Hollandsch. Sommige Friezen hebben ook getracht zich aan een te sluiten, doch of ’t ligt aan ’t kalme bloed der Friezen, of aan wat anders ‘Se vereenigin- gen. die nesticht werden, gingen dood, langzaam verrijken, het gemelde mag hun ijver toch hebben gestijfd. Zoo was wijlen mr. Dirks een vurig ijveraar en was hij met name in de penningkunde ook in ’t buitenland bekend. Opmerkelijk en ook weer niet (als men weet dat zulke gevallen veel voorkomen) is, dat de gewone bezoekers van Leeuwarden voor korte jaren pas naar dat mu seum gingen, doch d.t is in de laatste jaren ver anderd, zoodat niet enkel Duitscher ot Noor oe- hoefc te oordeelen. Iq 1877 bij de Friesche ten toonstelling van oudheden bleek wel de lykdom, doch het kon best mogelijk zijn, dat sinds ue verzameling is verdubbeld of verdrievoudigd. Toen maals waren er 17 zalen met gangen en trappen van ’t oud-stadhouderlyk huis letterlijk vol, al was het niet enkel van net museum. Maar toen hoorde men van gewone bezoekers alleen de na men Hindelooper kamer, Amelander kamer en de pronkkamer uit de XVlie eeuw, hoogstens nog de verzameling uit de Franeker hoogescuool (later atheneum) en wat nog in wezen was van de bekende Duitsche juffrouw Anna Maria Behur- mann. De gemeenten Opsterland en W.-Stelling werf blijven nog in de aandacht. Wat reeds vermeld stond voor de lezers; benoett met herhaald, al was het van andeier hand dan de mijne. Westsieiiiug- werf kan nog geld krijgen (ik weet niet tegen welken waarborg): Opsterland teekent treurige geldverlegenheid. Niets hoort meu meer van ue Slik- en armengelden, waarvoor adhaesie by de gemeentebesturen was gevraagd voor een adres aan de Gedeputeerden. Niet onverklaarbaar is dat daar ook sympathie bestaat voor een Nederlandsche Volkspartij, waarvan we ons nog weinig verwach tingen mogen voorstellen. Dat de armen loyaal bedeeld zouden zijn is weersproken, maar verwon deren doet het velen, dat de-gemeenter<»ad bewil ligt in honger post op de begroeting voor arm wezen dan f 46.0(10. Ook elders is de toe.-taud zeer slim. D mtumaueeel o. a. is ook erg gedrukt, en van Dokkurn gaf men indertijd een vry leer- zamen blik op toestanden ook elders. Nu in 1895 vele gemeeuteoegr lotingen werden afgekeurd, was men al teleurgesteld, maar in 1896 reeds zal geen subsidie worden verleend, tenzij de begroeiing is goedgekeurd van onvef- schillig welke gemeente. Een echtpaar, dat eerstdaags zijn gouden bruiloft hoopt te vieren, is opgenomen in het Fisthenhof te Eiburg. Die instelling is bestemd voor gereformeerde oude menschen, maar nu zijn bedoelde echtelingen leden vandedoleerendeKeik geworden en de provisoren hebben nu besloten hun geen eten of drinken meer te verschaffen; dit moeten zij van hunne betrekkingen krijgen. De Roeper klaagt nu over geiootsvervolging en de Standaard doet een beroep op de pers. Wij voelen te weinig voor dat verschil tusschen een gereformeerde en een doleerende om, vooral nu de doleantie heeft opgehouden, er iets zoo ver schrikkelijks in te zien, wanneer menschen op den hóogen ieetcijd als net gouden eentpaar, terug keerden tot den godsdienstvorm, nee grootste deel huns levens door hen aangenomen. Zy zyu nu het slachtoffer van die reeds verwelkte kerkelyke beweging. Arnh. Crt. De Friesche Crt. meldt, dat eenige jonge lingen uit Leeuwarden, die aan de vry willige oefeningen in den wapenhandel hadden deelge nomen en krachtens het door hen benaalde diplo ma reent op vrye keuze van garnizoen hadden, niettemin werden gezonden naar een andere plaats dan door ben was opgegeven. Zy voegt er by, dat aan den Minister van Oorlog een adres over deze handelwyze is verzonden. Pleizierige buren. Zekere heer V. te Schie dam heeft het genoegen te wonen naast een gezin, waar men gestoffeerde kamers verhuurt, die be trokken zijn door een paar flesschentrekkers, die nu eens onder dezen, dan weer onder genen naam hun zoogenaamden handel dry ven. Zaterdagavond nu zat de heer V. kalm met vrouwlief in zyn huiskamer, toen er gescheld werd. Het dienst meisje deed open en een haar onbekend heer stapte zonder veel omslag naar boven en de huis kamer binnen. Mynheer V., verwonderd over dit onverwacht en onaangediend bezoek, vroeg wat men ver langde, waarop geantwoord werd, op een toon, die duidelyk bewees, dat de spreker iu abuor- malen toestand verkeerde„Ik moet Stokvis nebben, waar is Stokvis, waar is de kerel, ik zal hem enz. enz.” Of mynheer V. al verzekerde, dat hier geen Stokvis was, dat de bezoeker waar schijnlijk bij de buren moest wezen, het hielp niet, Stokvis was hier en Stokvis moest voor den dag komen. Sommaties om heen te gaan, hielpen niet en ten slotte greep de heer V. ongeduldig geworden, den indringer bij de kraag en wilde hem met geweld verwijderen. Daarbij bleek echter, dat laatstgenoemde de sterkste was, hy sloeg V. de bril van zijn neus en lag weldia met hem in het portaal te rollen. Het dienstmeisje liep de straat op otn de politie, maar in geen velden of wegen was een agent te zien. Een paar brandersknechts zouden dat zaakje echter wel opknappen en in een oogwenk was de lustige bezoeker dan ook de deur uitgesmeten en op het politiebureau gebracht. Dank zij de goedhartigheid van den heer V. zal er geen vervolging worden ingesteld. Wie echter het meest om het geval gelachen zal heb ben, is de z.g. Stokvis, die een bak slaair. voor zen meer bestond en al wat Fries was of meende te zijn, nergens een plaats vond, waar ze hun taal eens konden hooren. Daarom moet het voor velen een uitkomst zijn geweest, dat het „Ljouwter Toanielselskip” hier twee avonden zou optreden. Wanneer men echter het aantal Friezen, dat in Amsterdam huist, afmat naar het aantal bezoekers dezer voorstellingen, zou men zich deerlijk vergissen. De zaal van het „Hüs Vondel” was lang niet zoo bezet, als men dat zou hebben mogen ver wachten. En toch heeft het „Ljouwter Toaniel selskip” een goeden naam Dit gezelschap is opgericht den 10 Nov. 1880, stelt zich ten doel de instandhouding der Friesche taal wat werkelijk geen overbodig iets is en tracht door het geven van opvoeringen in Leeu warden en in de provincie dit doel te bevorderen. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het „Selskip for Fryske tael en skriftenkennis” ontving het voor zijne medewerking een gouden herin nerings-medaille. Het was voor het eerst, dat de vereeniging in Amsterdam optrad. Zij gaf Trou ef Untrou en Twa is in Pear, het eerste een tooneelstuk, het laatste een blijspel, van den heer T. Velstra. Over het blijspel kunnen wij niet oordeelen. Een Amsterdamsch kwartiertje is berucht. Maar een Friesch Daar haalt nog geen Amsterdamsch het bij Het programma beweerde„ófrin pl.m. alf ure”, doch de trams in de Vondelstraat reden reeds naar den stal, toen men nog aan de Twa moest be ginnen Wij hebben er dus niet van kunnen profiteered Over Trouu> of Ontrouw als stuk zullen wij niet veel zeggen. Hier en daar is ’t „drakerig”. Er raakt een schip verloren en één man van de anderen hooren wij niet veel is gered, raakt tusschen de wilden, wenkt een Hollandsch schip en keert behouden terug natuurlijk vermomd in den beginne. Zijn meisje, dat hem eeuwig trouw heeft gezworen, doch wordt gedwongen te trouwen met een schelm, reddende uit de handen van dien aartsdeugniet met zijn schijnheilig gezicht. Doch waar hij huiselijke tooneeltjes geeft, is hij zoo waar, zoo echt natuurlijk, dat men de over dreven tooneelen vergeet. Daar is bij voorbeeld het vierde bedrijf, wanneer Jetse zijn vers voor draagt, dat hij zal opzeggen voor bruid en brui degom, Wobbel en Knobbe op de haverkist zitten en het auditorium vormen. Wobbel vooral is uitstekend. Dan het begin van het feest, gegeven ter eere van het jonge paar, de deugdzame Marye en den slechten Gysbert, waar dominee optreedt als ce remoniemeester En van de „persoanen” Binne Binnema een mooie type, zoo uit een achterlijk boerendorp op gepikt Djuwke, zyn hüshaldster” Knobbe de „aldfeint” en Jetse en Wobbel. Talrijk was het publiek gister-avond niet, doch vermaakt hebben zich allen, die aanwezig waren. Opgewekt was de stemming, zooals men dat ge woon is op tooneelvoorstellingen in Friesland, zelfs rang en stand, verschil tusschen stalles, parterre, en „boppe” (galerij) werd vergeten, toen de mu ziek het Friesche volkslied speelde en allen aan hieven Frysk bloed, tsjoch op Wol nou ris bruwze in siede, Flean op! Wij sjonge ’t baeste lan fen’e ierde, It Fry see lan fol eare in rom Toen kwam de Fries weer boven. De trompet blies, dat hij zweettede viool fiedelde, doch de stemmen zwegen niet, vóór de drie coupletten waren gezongen. Mogen de Leeuwarders eens spoedig terugko men Menigeen mag er zijn, die hun taal niet mooi vindt, omdat zij haar niet verstaan en be grijpen, doch degenen die de taal van hun ge boortegrond liefhebben en het mooie er van waardeeren, zullen hun een gulle ontvangst be reiden. Dus geen: Far wol!” Er wordt ons nog medegedeeld, dat een ver eeniging van Friezen zich hier heeft gevormd. Zij draagt den naam „Velstra” (van den schrijver der stukken, die hier boven zijn genoemd), terwijl de heer Velstra tevens als beschermheer optreedt Den 24en Maart geeft deze vereeniging een uit voering en zal dan ten tooneele brengen Twa Ringen en In Moarntiid nei de. priisutdieling. D. Ooststellingwerf. Daar er het vorige jaar veel mimier aardappelen zijn geoogst dan in 1893, begint er reeds schaarscbte te komen. Dienten gevolge ryzen de prijzen en worden de aardappe len, al naar gelang van kwaliteit, ai verkocht van f 1.80 tot t 3.00 per H.L. Wegens het vorstige weder heeft men de aardappelkuilen nog met durven openen, doch men vreest met grond, dat de vorst de aardappelen niet geheel onbeschadigd heelt gelaten. Fingjum, 7 Maart. „Uitspanning door in spanning” ons Reciteer-college streeft er steeds naar zijnen naam eer aan te doen. Wij kunnen er daarom zeker op vertrouwen, wanneer deze vereeniging aan het publiek eene „uitspan ning” geeft, dat deze het aangename met het de gelijke vereenigt, omdat zij de vrucht is van eene nauwgezette en volhardende „inspanning.” Daar om vallen zeker ook die „uitspanningen” de buitengewone vergaderingen zoo in den smaak en gaat daarvan een roep uit, die niet alleen in ons dorp, maar ook in de omstreken de verwach ting hoog houdt „gespannen.” Dit bleek vooral gisterenavond, zoowel uit het talrijke publiek uit deze plaats, als uit de belangstellenden van elders, die zich hadden „ingespannen” eene vrykaart machtig te worden, die door het Bestuur tot een beperkt getal waren uitgegeven. Dit bleek verder uit de groote verwachting, die men algemeen van de vereeniging koesterde en uit de „spanning”, waarmede ae voordrachten werden afgewacht en aangehoord. En bovenal bleek dit uit de wijze waarop de uitvoerenden zich „inspanden” om hun ne taak naar eisch te vervullen, zoodat er dan ook bij het eind maar één roep uitging: zoowel de voordrachten als de opvoering van Max Ha- velaar waren keurig. Ja, er moet heel wat „inspan ning” voorafgegaan zijn om zóó te kunnen optre den; het moet verder vrijwat „ingespannen” arbeid en studie gekost hebben om tooneel en kostumes zoo aan de eischen van het stuk te doen beant woorden. En ook het Harmoniekorps „De Harmonie” moet gewedijverd hebben met het Reciteer-col lege en al zyne krachten hebben „ingespannen” om op zulk eene voorbeeldige wyze den avond met zoovele schoone nummers op te luisteren. Moge het behaald succes de hoogst aangena me „uitspanning” voor beide vereenigingen eene belooning zijn voor de moeitevolle „inspanning!” Fran. Crt. Onder de afwijkingen van de bekende toe standen in Friesland behoort wel de buitenge wone uitbreiding van het Friesch Museum te Leeuwarden. Tal van schenkingen gewerden het voor en na en zeer rijke ook, laatstelijk die van wijlen mr. A. Ypey, die o.a. ook een ongewoon rijke gift van porselein legateerde. Al is het ook ter dege waar, dat tal van mannen zich voor en eens het hooghartige woord uit- Dat woord is en men 1 doen zien, hoezeer in den stichter' na hebben aangespannen om dit museum te doen hem bestemd, aan een verkeerd adres zag komen, slist nadeelige gevolgen. dood, zoodat er geen enkele vereeniging van Frie-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1