NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OI.S WARD EN WWSSRAOBtt
Uit de Raadszaal.
Thomas Harding, reporter.
Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang.
1895.
No. 16.
Aan onze Lezers!
TWEEMAAL
VOOR
haar elke week
WOENSDAG 10 APRIL 1895.
PUNTEN
BEHANDELING
spel
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
n en
unen
heid
.part
ment
werd
i van
Zelfs
bijna
heid
i van
aarde
1 is de
innen
eaan
iame-
e, de
en in
inden
eeeste
niets
e de
het
iken
van
ren,
>tok
i en
1 en
iken
eens
edig
ver-
1 voor
lenige
renals
sleed,
ieder,
tdicht
lings-
even-
n de
t ge-
lakei
eg de
r hoe
post,
als
dom
leus
ge-
gen,
XXXXhXXXXXXXX$
ZONDAG 14 APRIL.
$xxxxxxxxx:Xxxxxxx yc&
eluk-
ïlling
ND.
ir de
oude
gstig
het
den
toe-
otel
1 te
ige-
{Naar het Engelsch).
•eter»
het
e.
,n en
daar
joede
□cent
■aden
er te
iven-
Voldoende aan een reeds lang gekoesterd
voornemen en gehoor gevende aan de steeds
toenemende vingerwijzingen van geachte en
belangstellende zijde ontvangen, hebben wij
te doen verschijnen.
Behalve Woensdagsavonds zal ook des
Zaterdagsavonds een nummer van deze
courant worden uitgegeven,en dit zonder
eenige verliooging van den abonne
mentsprijs.
Wij twijfelen niet of deze maatregel zal
zeker in den smaak vallen, zoowel van onze
Abonné's als van de Adverteerders in de
Bots uur dsche, de eersten toch zullen door ons
geregeld en met meer spoed op de hoogte ge
houden kunnen worden van al het wetens-
waardige, dat in het laatste gedeelte der
week voorvalt in onze stad en hare omstre
ken, terwijl wij tevens zullen zorgen, dat
een boeiend femLeton, varia enz. het geheel
tot eene gezellige Zoudagslectuur zullen ma
ken.
De Adverteerders voorts zullen ongetwij
feld deze uitbreiding op prijs weten te stel
len, daar hun thans ook de gelegenheid wordt
geboden om hunne advertentien te plaatsen
in een Blad, dat door den dag waarop het
verschijnt, hun bij eene aandachtige lezing
eene blijvende publiciteit waarborgt.
Wij hopen daarom dan ook op hunnen
geachten steun.
Firma B. CUPERUS Az.
't nog
reiden
;elegd
onge-
geld-
tische
tram,
reizi-
1 geen
ankier
ebrek,
’’orden
Jen in
linnen
nude
i voor
i nd die
s vogel
’ij een
9 frcB.
1 paar
dikke-
innaat
at een
ulo.
m dan
wint,
r van
want,
Alle 13 leden waren j. 1. Woensdag ter
raadsvergadering aanwezig.
Na het lezen der notulen werden deze on
veranderd goedgekeurd, waarna mededeeling
werd gedaan dat bij rondgaande missive alle
raadsleden hebben goedgevonden dat de ver
plichte vergadering van 11 April op neden
avond wordt gehouden, eu verder van de
volgende ingekomen stukken
<i. Een resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van de tijdelijke geldleening;
aangenomen voor kennisgeving.
b. Een adres van de zangvereeniging „de
Lofstem'*, verzoekende, desgevorderd tegen
eene vergoeding, Donderdagavonds van 8—10
uur repetitie te mogen houden in het lokaal
van de vroegere Burgerschool, daar het lokaal
bij de Chr. school, dat daarvoor nu wordt
gebruikt, zal worden ingericht voor school
lokaal.
c. Een adres van de Afd. der Geheelont-
houdersbond, verzoekende, om reden als bo
venstaande, om de veertien dagen een avond
in genoemd lokaal in de Kerkstraat te mogen
vergaderen.
d. Een adres van G. Dijkstra, verzoekende
wegruiming van eenige boompjes voor zijne
het genoegen mede te deelen, dat wij be
sloten hebben voortaan de uitgave van de
Bolsuiardsche Courant uit te breiden, door
nieuw gebouwde wouing, en vergunning tot
het maken van een toegang tot zijn erf en
een stoep voor zijn huis.
e. Een adres van Johs. Veltman, verzoe
kende de wegruiming van het boomgewas,
voor het perceel aan het Bolwerk, om de
materialen voor een daar te bouwen woning
te kunnen aan voeren.
Deze vier adressen worden ter inzage ge
legd, om ze met advies van het D.B. in de
volgende vergadering te behandelen.
f. Een nader voorstel van Burgem. en
Wethouders om de verzekering tegen brand
schade van het gerestaureerde raadhuis te
verzekeren bij de Brandverzekering-Maat
schappij te Zutfen, met de nadere overeen
komst, dat ook de toren, de klokken en het
uurwerk in de verzekering zijn begrepen,
en dat ook bij bliksemslag of gasontploffing,
ook al ontstaat geen brand, de schade ver
goed zal worden.
Dit voorstel werd ter visie gelegd, om het
in de volgende vergadering te behandelen.
De
waren 8 in getal.
1 let eerste was het procesverbaal van kas ve
rificatie over het le kwartaal en hieruit bleek
dat de ontvangsten bedroegen f 109,883,215
de uitgaven -104J52 >,49s
zoodat in kas was f 5,253,72
Dit werd voor notificatie aangenomen.
Het tweede punt was de aanbieding van
het verslag over den toestand der gemeente
over 1894, welk verslag bij de raadsleden
zal circuleeren.
De Punten 3 en 4 betroffen het aanbie
den der rekening en het verslag der Gasfa
briek en die van de Stadsbank van Leening,
welke ter inzage werden gedeponeerd, terwijl
het verslag der Gasfabriek, hetwelk gedrukt
is, aan de raadsleden zal worden gezonden.
Deze rekeningen zullen in de volgende
vergadering behandeld worden.
Het vijfde punt was de missive van heeren
Voogden van het Alg. Stadsarmenhuis om
eenige posten at en over te schrijven van de
begrooting 1894, een administratieve maat
regel, die het opmaken der rekening dient
vooraf te gaan.
Na verleende urgentie, werd de voorge
stelde wijziging zonder hoofdel. stemming
goedgekeurd.
Daar de gemeentebegrooting over 1895
niet is goedgekeurd, is door Ged. staten toe
stemming gegeven de posten van uitgaaf,
waartegen geen bedenkingen bestaan, tot de
helft der geraamde sommen te besteden. Daar
enkele posten spoedig geheele afdoening
eischen, als het abonnement op het Staats
blad f 3.50, zegels voor registers f 100, het
onderhoud van den trekweg f 850, (daar men
de brug bij de panfabriek wenscht aan te
besteden)de premie voor brandverzekering
f 120, de schoolboeken en leermiddelen f300
en de subsidie voor de ambachtsteekenschool
f 250. -, stellen B. en W, voor, Ged. Staten
t- i
Bolswardsche Courant
VAN
'igen.
>men
ibbee
echts
dund
na te
t bet
Heen
toe te
ingen
f
En boven het telegram, waarin de geschiede
nis der ramp verhaald werd, als de eerste op
de doodenlijst, die door zoovele oogen met ang
stige spanning werd geraadpleegd, stond de naam
van Thomas Harding, reporter.
Dat was alles. Maar het publiek vernam spoe
dig de geheele toedracht der zaak.
„Ned.”
zoodrj i
d> fijif
htigU
oud®
aar <|eI
rotnee,
onder-
bijtijds
Laat mijnheer Harding eens binnenkomen!
De hoofdredacteur liet met een wrevelig ge
baar de spreekbuis vallen, eu bromde hoofd
schuddend„Waarom konden die vervelende
mijnwerkers in Lancashire nu niet een anderen
tijd gekozen hebben om hunne grieven te luchten?
De hoofdredacteur was er in de verste verte
de man niet naar om onredelijk te zijn maar
hij wenschte toch wel, dat de steenkolendel vers
voor hunne werkstaking nu niet juist een tijd
stip gekozen hadden, waarop zijn blad van alle
kanten met nieuws overstelpt werd, en er ook
binnenkort een buitengewoon levendige politieke
campagne zou aanvangen.
Mismoedig streek hij de hand over het voor
hoofd, met de beweging van iemand wiens her
sens overwerkt zijn.
Op dit oogeublik kwam er een vlug en nog
zeer jong man, eigenlijk nog niet veel meer dan
een jongen, met heldere oogen en een vrijmoe
dig voorkomen, om den hoek van den deur kijken.
Kom binnen, meneer HardingIk zal u op
een speciaal karweitje moeten uitzenden. Die
eeuwige werkstakers in de mijnen zijn weer aan
’t opspelen! Ik zou wel willen, dat ge er morgen
ochtend met den eersten trein eens heèngingt.
Gij weet, waar het zulk een zaak betreft, zou
het geen houding geven, als „De Magneet" zich
de loef liet afstekenen ik zal u ook wel niet
behoeven te zeggen, dat „de Magneet" er het
volle licht over wil laten schijnen. Dit is éën
der redenen waarom ik er juist heen zend.
Dank u, mijnheer; ik zal er met veel genoe
gen heen gaan.
Ik zal nu wel aan iemand anders die zaak vair
den moord op kolonel Benson opdragen. En
Harding
Ja, mijnheer?
Kom vooral morgenavond terug, als gij kunt.
Maar kunt ge niet, blijf dan nog wat; doch
tracht de zaak zoo grondig mogeiijk te onder
zoeken, al moet er een maand mede heengaan.
Harding was vol geestdrift voor zijn werk.
Hij gevoelde een soort van jongensachtige ver
rukking over de hoogst gewichtige opdracht,
die hem thans was toevertrouwd, want hij wist,
dat de welgeslaagde uitvoering van zulk een
zending zeer veel zou bijdragen tot zijne be
vordering.
Toen de speciale correspondent van De Mag
neet uit den eersten trein stapte, waren de steen
kolenmijnen verlaten en stonden er troepjes
pruttelende en ontevreden werklieden rondom
de ingangen der mijnen bijeen.
Dien geheelen dag draafde Harding van de
eene plaats naar de andere, terwijl hij het ver
trouwen der eigenaars won door zijn vrijmoedig
en achtenswaardig voorkomen, en dat van de
leiders der werkstaking door zijne olijkbare
oprechtheid en zijn streven om de volle en
zuivere waarheid aangaande den staat van zaken
te vernemen.
Hij bemerkte, dat hij dien avond met den
sneltrein nog wel terug zou kunnen keerenen
toen hij om kwart over zevenen in een coupé
plaats nam, was zijn verslag van de werkstaking
reeds bijna geheel persklaar.
Onder de schommelende en flauw brandende
olielamp zat hij volijverig voort te krabbelen,
bij voorbaat verzekerd van zijn succes. De
andere nieuwsbladen, had hij ontdekt, moesten
zich voor hunne mededeelingen betreffende deze
zaak behelpen met onvertrouwbare plaatselijke
correspondenten.
De trein snorde door de toenemende duisternis
voort. De vonken vlogen achterwaarts uit de
dreunende locomotief in een gouden stofregen,
als de staart van een komeet. Harding werkte
onverpoosd voort, en spande al zijne geestkracht
in bij het schrijven van een aanschouwelijk ver
slag der werkstaking.
De lichten der stad Bedford vertoonden zich
reeds in de verte, slechts op twee of drie mijlen
afstands, toen de stoomfluit der locomotief plot
seling een woest snerpend alarmsignaal hooren
liet. Daarna volgde er een hevig gekraak, het
splijten en scheuren van planken en balken, het
knappen van ijzer eu staal en hoog bovenal
de andere geluiden uitde kreten van menschen
in doodstrijd.
De sneltrein, met zijne groote menigte gekneus
de, verminkte, doode of stervende passagiers,
lag her- en derwaarts over de rails verspreid,
als een spookachtig wrak in den stillen zomer
nacht.
Het was de oude geschiedenis. Iemand had
eene vergissing begaan, en de gevolgen dier ver
gissing openbaarden zich in het verlies vaneen
aantal menschenlevens.
Tom Harding lag bewusteloos onder een gebro
ken balk, maar slechts voor korten tijd. Hij
richtte zich op, na het half wezenloos besef van
een ramp, dat hem geen gelegenheid liet tot een
onmiddellijk gevoel van pijn. Hij dacht aan zijne
moeder en toen aan zijn blad.
Die gedachte bracht hem weer tot het bewust
zijn, dat hij werk te doen haden onder het
plotseling begrip van den waren staat van za
ken, bemerkte hij, dat zijne beenen zóó vastge
klemd zaten, dat hij zich niet kon bewegen, en
dat er pijnen door zijne geheele lichaam vlijm
den, onbeschrijflijke pijnen, die hoe langer
hoe heviger werden.
Hij bewoog zich even, eu had het toen wel
willen uitschreeuwen, als het gillen en kermen
rondom hem heen niet van louter schaamte had
doen zwijgen. Zijne krampacbtig gesloten vuist
omklemde zijn notitieboekje eu zijn potlood, dat
hij nog altijd in de hand hield
Overal zag hij mannen met lantaarns loopen.
Hij riep ze tot zich, en zij kwamen onmiddellijk
en nameu den zwaren last van zijne beenen af,
waarna zij bleven wachten tot hij tusscheu de
brokstukken hout en ijzer uit zou klimmen.
Ik weet niet, wat er met mij gebeurd is, zeide
hij kreunend, maar ik ben ergens gewond. Ik
kan mij ónmogelijk bewegen. Wilt ge mij een
handje helpen?
Hij werd opgetild en op zijne rechterzijde
gelegd, midden op den natbedauwden weg. Men
hield hem een tlesch voor de lippen, en een
teug daaruit verlevendigde zijne krachten.
Waar zijn wij? vroeg hij. Is er hier een tele
graafkantoor in de buurt?
Een der mannen, die nog een oogenblik bij
hem was gebleven, om te zien of hij ook nog
hulp noodig zou hebben, antwoordde Wij zijn
hier dicht bij Bedford.
Dan moet er dadelijk een telegram van mij
naar het pcstkantoor gebracht worden, zoo
spoedig mogelijk! 't Is een zaak van ’t grootste
gewicht
Ik zou het maar kort maken. Zij zullen het
van nacht druk genoeg hebben. Hierzooriep
de man tot een jongen, die uit een naburige
boerenwoning kwam. Mijn jongen, je kunt je
nu eens heel verdienstelijk maken. Hier is
iemand, die bij het ongeluk gewond is geworden,
en graag een telegram naar huis zou willen
sturen. Er zullen ook nog wel andere bood
schappen voor je in stad te doen sijn. De man
nen hebben wij allen hier broodnoodig
De jongen, die met een doodsbleek gelaat en
angstig opgesperde oogen naar de hem omrin
gende afgrijselijke verwoesting staa.de, kwam
toesnellen en bleef naast Tom staan wiens be
vende hand met groote moeite het adres ge
schreven had pu nu de blaadjes papier uit zijn
notitieboek scheurde. Terwijl hij ze aan den
jongen toereikte, zeide hij
Zeg aan den telegrafist dat hij hiervan stellig
en zeker vóór half drie zooveel als hij kan moet
overseinenWacht nog even! voegde hij er
bijen toen schreef hij haastig
De 7 uur 15 uit Liverpool vertrokken sneltrein
botste even vóór Bedford op een goederentrein
en werd geheel vernield.
Een dokter kwam nader en bleef staan, om
naar Harding te zien.
Zijt gij zwaar gewond? vroeg hij.
Ik schijn geene uitwendige verwondingen te
hebben bekomen, zeide Harding, maar er vliegen
hevige pijnen door al mijne leden, en ik kan
mij niet bewegen.
De dokter, een ernstig en medelijdend man,
knielde neder en begon met vlugge, bedreven
hand den jonkman te onderzoeken. Hij deed
hem af en toe een vraag, en schudde dan wee
moedig het hoofd. Dat jonge gelaat, zoo vol
moed en energie, maar nu zoo pijnlijk verwron
gen, maakte zijne belangstelling en deernis
gaande.
Inmiddels had Tom den dokter in allerijl een
paar vragen gedaan omtrent de oorzaak en den
omvang der ramp, welke inlichtingen hij haastig
noteerde, om ze nog in zijn verslag op te nemen
Daarna vroeg hij bedaard
Hoe staat het met mij dokter?
Zijt gij tegen de waarheid bestand luidde de
wedervraag van den dokter.
Bedoelt ge, dat ik er aan zal sterven? Ja,
ik kan de waarheid wel hooren. Zal het spoedig
gebeuren
Zeer spoedig, vrees ik
Dokter, ik heet Harding Thomas Harding.
Ik ben een reporter van het dagblad „De Mag
neet." Ik bevond mij op den terugweg naar
Londen met een verslag van de werkstakingen
in Lancashire. Het moet vóór half drie op het
bureau van „De Magneet" wezen. Hier heb ik
een bericht omtrent dit spoorwegongeluk opge
krabbeld. Gij hebt mij nagenoeg alles opgegeven,
behalve de namen der dooden en gewonden,
die kan ik nog niet krijgen. Dokter, zoudt gij
uw best willen doen om die namen op dit papier
in te vullen Zou ik u zooveel last mogen
aandoen
Dr. May wist, dat hij een nacht vol zwaar en
afmattend werk voor den boeg had, maar hij
kon geen weigerend antwoord geven op de
smeekende uitdrukking van ’sjonkmans doods
bleek’ gelaat. Het verzoek, uitgesproken in deze
woorden, of liever aan het lijdende lichaam
ontwrongen, en daardoor zoo zonderling en
buitengewoon schijnend, en met zenuwachtige
haast gestameld, als door iemand die nog slechts
weinige oogenblikken te leven heeft en wiens
werk van het hoogste belang is, trof hem diep.
Ja, antwoordde de geneesheer, ik zal mijn best
doen, dat het in orde komt.
O, ik dank u, dokter! Er klonk bijna iets ze-
gevierends in Hardings stem. Gij zelf heet
Dr. May.
Tom voegde een paar worden aan zijn tele
gram toe
Kan de lijst dei’ dooden en gewonden nog niet
krijgen. Dr. May zal die seinen. Dit is mijn
laatste telegram. Groet moeder. Vaarwel!
Harding.
Terwijl de jongen de voltooide regels aannam,
zeide Harding hem
Zeg aan den telegrafist, dat ik aan Dr. May
geld genoeg ter hand heb gesteld, om dit als
dringend telegram te seinen. „De Magneet" zal
niet op geld zien voor dit verslag
De dokter voegde er nog een woord tot den
jongen bij, en zond hem haastig heen in de
nachtelijke duisternis.
Dokter, gij zult in mijn notitieboekje geld ge
noeg vinden om al de kosten te bestrijden. Neem
het, en betaal er mede, wat betaald zal moeten
worden. Maar bekommer u nu volstrekt niet
meer om mij. Anderen hebben veel meer be
hoefte aan uwe hulp. Ik kan nu voor ’t oogen
blik niets anders meer doen en ik zou toch
gaarne zooveel mogelijk mijn best gedaan
hebben voor mijn blad!
Hardings stem was bijna tot een zacht gefluister
gedaald, en hij kon nog slechts met groote moeite
en pijn ademhalen. Maar eindelijk scheen de
adem hem geheel te begeven, om langzamerhand
voor goed weg te sterven.
Het werk der verzorging van de gewonden en
de stervenden werd ijverig voortgezet rondom
Toms lijk, waarnaar nu niemand meer omzag.
Het was twee uur in den ochtend op het bu
reau van „de Magneet". Uit het rollen der zware
raderen op de bovenverdieping bleek, dat de
eerste vormen („de een en vier") neergelaten
werden naar de stereotiepkamer.
De geëmployeerde voor de ontvangst der tele
grammen zat te wachten bij zijne machine. De
redacteur legde het laatste en lastigste vel pa
pier van de schrijfmachine terzijde, en terwijl
hij door het raampje tusschen zijn eigen en de
telegraaf kamer keek, vroeg hij, of er nog niets
uit Lancashire vernomen was, een vraag die
hij in het laatste uur reeds verscheidene malen
gedaan had.
De hoofdredacteur kwam binnen met een uit
drukking van wrevel en ergernis op zijn gelaat.
Nog altijd niets uit Lancashire? vroeg hij.
Wat kan er met Harding gebeurd wezen? Als
hij dezen avond niet thuiskwam, zou hij het
reeds lang geseind hebben; en als hij terug was.
kon hij nu reeds lang en breed hier wezen
Juist op dit oogenblik kwam een der repor
ters vertellen, dat er geruchten liepeh omtrent
een ongeluk met den sneltrein uit Liverpool.
Sein dadelijk om nadere bijzonderheden zeide
de hoofdredacteur.
Dat heb ik reeds gedaan.
Houd tot het allerlaatste oogenblik de lijn
open, luidde het volgende bevel van den hoofd
redacteur. Harding zal er nu wel wat van ge
hoord hebben.
Op hetzelfde oogenblik liet zich hetseinschel-
letje boven het telegraaftoestel hooren. De ge
ëmployeerde antwoordde, en begon daarna te
schrijven. De hoofdredacteur gluurde met gre
tige blikken over zijn schoudei’ heen.
Te Bedford aangeboden Wat kan dit te be-
teekenen hebben? Het schijnt Hardings verslag
van de werkstakingen in Lancashire te wezen
Blad na blad kwam snel onder de hand van
den geoefenden schrijver te voorschijn. Het re
laas was levendig, aanschouwelijk en compleet,
De redacteur las het vluchtig door, en zond
inmiddels pagina voor pagina naar de zetterij.
Eindelijk volgde de onderteekeuing van het stuk.
Maar dat is bedriegei ijriep de hoofdredacteur.
Vermoedelijk is Tom door het ongeluk opge
houden, en heeft hij toen zijn verslag uit Bedford
moeten seinen, merkte de redacteur op.
Maar het eigenaardige geratel van het instru
ment liet zich opnieuw hooren
Bedford, 14, Juli. De 7 uur 15 uit Liverpool
vertrokken sneltrein botste even vóór Bedford
op een goederentrein en werd geheel vernield.
Daarna volgde het korte, maar levendige ver
haal van de ramp, vol angstige en nieuwsgierige
spanning gelezen door den kra.ihtigen man, die
ter zijde van den schrijvenden geëmployeerde
stond.
Al weer bedriegerij riep de redacteur uic,
maar hij hield plotseling op, want het laatste
blad was gevuld.
De schrijver was doodsbleek geworden, en
zijne hand beefde zenuwachtig, toen hij zijne
pen nederlegde en op een knop van het toestel
drukte. De hoofdredacteur was de eerste, die
het blad papier doorlas, terwijl de inkt der moe
dige woorden nog vochtig was
„Kan de lijst der dooden eu gewonden nog
niet krijgen. Dr. May zal die seinen. Dit is
mijn laatste telegram. Groet Moeder. Vaar
wel! Harding."
De hoofdredacteur liet het papier vallen en
ging heen.
„De Magneet" bevatte dien morgen twee par
ticuliere telegrammen, die in buitengewone mate
de aandacht trokken.' In strijd met de vaste
gewoonten van het blad, waren deze berichten
beide geteekend en ouder elk verslag stond
de naam van Thomas Harding,