NIEUWS-EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WONSER ABEEL i I Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. No. 21. 1895. DONDERDAG 2 MEI. ii BINNENLAND. VOOR f 5172,74 f 23,25 - 2306,— en ver- 210,24 84,50 46,36 ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. in de 29 - 1336,20 geene 9065,44 - 472,62“ - 126,35 -10373,37 nihil. id in voorrd. - 42,205 nihil. id. - 5,- VERSLAG van den TOESTAND van het Waterschap WONSERA- DEELS ZUIDERZEEDIJKEN over het jaar 1894, uitgebracht door het dijksbestuur in de vergadering van volmachten den 23sten April 1895. ƒ13666,65 3. Kasverificatiën. De boeken en de kas van den ontvanger werden 29 Maart en 7 December 1894 ge verifieerd en in orde bevonden. Aldus uitgebracht in de voorjaars vergadering van de volmachten van het waterschap den 23sten April 1895. Het Dijksbestuur voornoemd, R. H. ZIJSLING, Dijkgraaf. P. PEEREBOOM, Secretaris. j 31,25 11,20 a &XXXXXKXXXhXXVXXXX a. zeedijk 3. b. Visscherij dijkvaart c. huur van huizen en presentie- 105 d. huur v. land - e. grondpachten - 4. Bijdragen, provinc. en andere 5. Kad. omslag 6. Renten van uitstaande ka pitalen en terug-ontvangst dier kapitalen 7. Geldleeningen 8. Alle andere ontvangsten en ver- Fran. Crt. Een onzer lezers deelt ons een staaltje van bureaucratie mede, dat aan het onge loofelijke grenst. En, we zouden er ook niet op ingaan als wij van de waarheidsliefde van onzen zegsman niet overtuigd waren. Als naar gewoonte had hij op het ont vangen eener waarschuwing, nu ongeveer een half jaar geleden, zijn aanslag in de Personeele Belasting ten volle laten betalen en borg vervolgens, als afgedaan, het biljet op. Doch wat gebeurde. Dezer dagen ontving hij opnieuw een waarschuwing tot betaling, en niet wetende wat er aan de hand was, ging hij met waar schuwing en biljet naar den ontvanger en vroeg wat dat beteekende. En nu bleek het dat een ambtenaar ten belastingkantore zich indertijd had vergist, toen hij moest uitrekenen hoeveel er nog per saldo te betalen was en had bij die ge legenheid een halve cent te min geiekend. En voor die halve cent werd nu een waar schuwing gezonden en berekend óók. Aan de zijde van hem die de fout gemaakt heeft had toch o. i. de beleefdheid medege bracht op andere wijze dit zaakje uit de wereld te helpen; en is het nu te verwon deren dat men door deze handeling mis schien weder één ontevreden belasting be taler méér heeft gekweekt? En aan wien in den regel de schuld Amst. Crt. De voorstelling bij Carré Zondagavond kenmerkte zich door een allervermakelijkst incident. Toen tijdens het waterballet een der bootjes, waarin de Engelschman met zijn groom, den ingang van het circus de plaats die de jeunesse dorée zich bij voor keur uitkiest om de voorstelling te volgen voorbij dobberde, enterde een der daar staande, blijkbaar in vroolijke stemming verkeerende heeren met zijn haak-rotting het huikje. En hoe het nu eigenlijk kwam, of de Engelschman, die moeite deed, om de en terhaak te verwijderen, den man meetrok, dan wel of deze van achteren een beetje werd opgeduwd, een feit is het, dat onze vriend, na nog een wanhopige poging te hebben aangewend om zijn labiel evenwicht door het grijpen van het bootje in een sta biel dito te veranderen, met den Engelsch man en met den groom te water geraakte en aldus onvrijwillig meewerkte om het suc ces van het koddige watertooneeltje te ver- hoogen. Onder het gejuich van het publiek werd hij, door den Engelschman en zijn groom telkens onder water geduwd en door het dienstmeisje met het kindje op sleeptouw Wonseradeel. Onze bouwboeren hebben een „ongemakkelijk drukken* tijd ’n hiele ongetiid* achter de rug. Het gunstige weer en den laten tijd maakte, dat zij zonder ophouden konden doorwer ken. Ja, sommigen waren zoo „heet ge bakerd*, dat zij zelfs des Zondags noch hunne paarden, noch zich zelven rust gunden. Vooral de paarden hebben het moeten ont gelden, zoodat er vrijwat paardenvleesch op den akker gebleven is. De voerlui wisten niet waar zij het eerst of laatst moesten wezen, ’t Ging hen als de ververs in den schoonmaaktijd: allen wilden tegelijk van hunne diensten gebruik maken. En daar het aantal gardeniers, die er zelf geen paard op na houden, vrij groot is, waren de voer lui een tijdlang gerespecteerde en onmis bare personages. Ook de machinelui, die tegenwoordig den boer opgaan om voor hem het zaad naar de nieuwste nieuwerwetsche manier in den grond te brengen, hebben meer moeten loopen dan menig dorpsbrie- vengaarder, al hoe druk die het zich ook maakt. In zoo’n drukte komt weer leven in de brouwerjj (lees bouwerij), die zoolang dood geweest is. Jammer is het maar, dat zoo’n leven niet gezond is. Hoe verklaart gij het anders, dat er nu al weer mannen zijn, krachtig en gezond, die niet kunnen werken omdat er geen werk meer voor allen is? In dezen tijd van ’t jaar moest van zooiets geen sprake kunnen zijn. En wat dit leven bovenal hoogst onge zond maakt is dit: Kinderen, jongens zoo wel als meisjes, die op de schoolbanken moesten zitten, werken op het veldvrou wen, die in hare huishouding niet kunnen gemist worden, doen mannenwerk en de mannen moeten ondervinden dat er voor hen niets te verdienen valt. Dat is een door en door ongezonde toe stand, waarop niet genoeg kan gewezen worden. De rechten van het kind, zoowel als die van de vrouw en den huisvader, vragen dringend verbetering. genomen, naar den stal geloodst, waar hij achter de groene gordijnen verdween. Naar wij hoorden, was deze circus-bad- gast een Hagenaar. In de Tielsche papierfabriek geraakte Zaterdag een jongmensch van 17 jaar met de eene hand beklemd tusschen twee gloei ende cylinders. De hand werd geheel plat gedrukt, en een gedeelte van den arm werd verbrand. Zaterdag hield de commissie, gevormd uit de Amsterdamsche burgerij, teneinde tot een bevredigend resultaat te komen over de twistpunten tusschen patroons en gezellen, een conferentie met het comité uit de sta kende meubelmakers. Als een „typisch geval* bij de staking te Haarlem, vermeldt het Haarl. Dagbl. het volgende Een vrouw kwam dezer dagen bij een timmermansbaas te Haarlem vernemen of haar man te werk was gekomen, of dat hij bij de stakers aan het wandelen was. Het laatste was het geval. Het vrouwtje maakt rechtsomkeert en ging haar man zoeken. Een paar uur later kwam ze met haar man, stevig bij den arm gehouden, bij den baas vragen of hij weer aan het werk mocht gaan. „Als hij wil kan hij weer begin nen*, gaf de baas ten antwoord. „Willen?* en meteen duwt ze haar man de werkplaats binnen en zegt met een welsprekend gebaar „Pas op hoor, dat je zoo iets niet weer uithaaltden heelen winter zonder werk geloopen en gebrek geleden omdat er niet was, en zou je nu er werk is, er uitloopen, pas op hoor 1“ en wat opgewonden verliet het vrouwtje de werkplaats den baas bedan kende voor zijn goedheid. Onder de gemeente Lonneker heeft Zondag eene samenkomst plaats gehad van sociaal-democraten, die in optocht derwaarts waren getrokken uit Enschede, Hengelo, Al melo en Goor. In het gebouw „Verlichtings- oord* werd het woord gevoerd door Reens uit Amsterdam en Herwarden uit den Haag, die spraken over de Meibetooging, den acht- urigen arbeid, en de afschaffing van het privaat bezit. Een paar duizend personen, waaronder vele vrouwen, waren opgekomen. De samengekomenen, die ongeveer één uur bijeen kwamen, keerden te halfzeven weder huiswaarts. Alles liep rustig af. De op komst was niet zoo groot als het vorige jaar. De Koningin-Regentes had, naar de N. R. Ct. mededeelt, den kerkeraad der Hervormde gemeente te Nijmegen kennis gegeven, dat de Koninginnen op 19 Mei de godsdienstoefening zullen bij wonen en sprak den wensch uit, dat de oudste der dienst doende predikanten deze zou leiden, als daartegen aeen bezwaar bij den kerkeraad bestond. De kerkeraad heeft geantwoord, dat bij hem noch bij den oudsten predikant (ds. ter Haar) bezwaar bestond om aan den wensch der Regentes te voldoen, doch dat de predikant, die op 19 Mei de voormiddag- beurt had (ds. Smits), weigerde zijn beurt af te staan. Daarop kwam namens de Regentes be richt, dat zij van het voornemen om met de Koningin de godsdienstoefening bij te wonen, afzag. Het is te verwachten, dat, tot loon van zijn onwellevendheid, de heer Smits dien Zondagmorgen niemand in de kerk ziet dan de ouderlingen, diakenen en collectanten van dienst. De (orthodoxe) minderheid uit den kerke raad had zich tot de Regentes gewend, om ds. Smit te doen optreden, die de oudste in jaren was. Daarop is de mededeeling gevolgd dat de Koningin de godsdienstoefening niet zou bij wonen. Toen Vrijdagmiddag HH. MM. de Koninginnen naar het Centraalstation reden, viel uit de bouquet, die de jonge Koningin in de hand had, een bloem op ’t Damrak bij het Stationsplein. Een jongen raapte haar op en een in zijne nabijheid staande heer en dame, die de bloem hadden zien vallen en haar gaarne wilden bezitten, koch ten haar van den knaap voor een rijksdaal- der, een buitenkansje, waar hij wat blij mee was De heer die het souvenir aan onze Ko ningin kocht, was en dit maakt het ver haal nog aardiger niet eens een landge noot, maar een Duitscher. Het goudschip. Het is gebleken dat de verleden jaar om de Lutine gelegde zak ken zand op hun plaats zijn gebleven, en een wal om het schip vormen. De werk zaamheden worden nu voortgezet, op Ter schelling wordt hier nog al aardig wat aan verdiend. HOOFDSTUK I. Zeewerende en andere werken. Afdeeling I. Zeewerende werken. §1. Toestand in het algemeen. De geheele lengte van de zeewering is 8242 metersde hoogte 4 meter boven volzee. De dijk is geheel beschermd. Van de voormelde glooiing is 75 meter beschermd door steenglooiing ter breedte van 8,90 meter. Van deze breedte is 6,40 meter van basalt en 2,50 meter van Drentsche veldsteen voorzien. Hoogste punt der glooiing 1,20 meter boven volzee, onder vallingen van 10 en 4 op 1. Eene lengte van 170 meter wordt be schermd door steenen voeting, vervaardigd van Drentsche veldsteen en aangelegd achter het paalwerk, van de hoogte van volzee onder vallingen van 2 op 1. Door paalwerk alleen is beschermd eene lengte van 7997 meters. Voor stroomleiding en strandwinning be staan langs de geheele zeewering 38 palen hoofden, de lengten varieeren van 17 tot 209 meters; de totale lengte is 2771 me ters; de hoogten zijn in den regel aan het punt van uitgang tegen de palen 0,70 me ter volzee, verloopeude aan de uiteinden tot 0 volzee. 2. Toestand i n h e t b ij z o n d e r. De toestand van den aarden dijk, van de steenglooiingen, steenen voetingen, van het paalwerk en de palenhoofden is vol doende. §.3. Van de stranden. In de stranden hebben geene veranderin gen plaats gehad. 4. Onderhoud. Het gewoon onderhoud heeft hoofdzake lijk bestaan in het maken van 143,9 me ter dubbel werk en kistpaal, 174 meter kist- paal en 156 meter walheien. Buitengewoon onderhoud was niet noo- dig. Van stormschade bleef de zeewering bevrijd. De voorraad nood- en herstellingsmate- rialen bestaat gewoonlijk in paalhout voor 100 meters dubbelwerk en kistpaal, 25 las ten Drentsche steen en 25 lasten wrak. Afdeeling II. Gewoon en buitengewoon onderhoud van andere niet zeewerende werken. Sedert de hoefslag van den rijdweg met een platte laag steen is bevloerd wordt aan onderhoudskosten een niet onbelang rijk bedrag bespaard. De bruggen, hekken, stekken en gebouwen, werden ook in dit jaar in voldoenden toe stand onderhouden. De gewone herstel lingen werden verricht. Buitengewoon on derhoud was niet noodig. HOOFDSTUK II. Bestuur. Afdeeling I. Personeel Door overlijden ontvielen aan de ver gadering van volmachten de heeren J. B. Sieperda, die sedert 4 November 1878 en W. A. Peereboom, die sedert 6 November 1882 zitting had. In hunne plaats werden gekozen en namen 22 October 1894 zitting de heeren H. Zijsling Dz. te Tjerkwerd en J. Haitsma Mulier te Bolsward. Bij Koninkl. besluit van 21 December 1893, no. 13, werd met ingang van 1 Januari d.a.v. als dijksgedeputeerde herbenoemd de heer D. J. Bokma. Den 1 sten April is opnieuw als secretaris ontvanger van het waterschap opgetreden de heer P. Peereboom, hiertoe in de ver gadering van 29 Nov. 1893, tengevolge periodieke aftreding herbenoemd en vergadering van het dijksbestuur van Maart 1894 beëedigd. Tot bode of bediende van het waterschap werd opnieuw benoemd S. Frankena te Bolsward. Afdeeling II. Hoofdzakelijke werkzaamheden richtingen. 1. De vergadering van volmachten on derzocht en stelde vast de rekening en verantwoording der ontvangsten en uitga- ven over 1893, de watersehapsbegrooting en de staat van uit te voeren werken voor 1895. Door haar werden voorts vastgesteld a. eene verordening tot regeling van som mige huishoudelijke zaken, bedoeld bij het Algemeen reglement, b. een nieuw regle ment van orde, c. nieuwe instructiëu voor den secretaris, den ontvanger en den dijks- opzichter. 2. het djjksbestuur hield de gebruike lijke aanbestedingen van materialen, die van het uit voeren der onderhoudswerken, verpachtingen van het recht van beweiding van den zeedijk, het vischrecht in de dijk vaart, de verhuring van het aan het wa terschap behoorend perceel land. Het stelde vast een reglement van orde voor zijne vergaderingen en eene instructie voor den bode of bediende. Het bracht verslag uit omtrent den toestand van het waterschap over 1893 en verifieerde twee maal de boe ken en de kas van den ontvanger. Het re gelde de werkzaamheden voor de verkiezing van twee volmachten. Het hield zich voorts onledig met het voorbereiden der voor stellen die ter tafel van de vergadering der volmachten moesten worden gebracht en het opmaken van de nieuwe waterschaps- liggers. 3. Behalve met de gewone administra tieve werkzaamheden hield de secretaris zich bezig met het ontwerpen der nu vast gestelde verordeningen, reglementen van orde en instructiën, met het regelen der werkzaamheden voor de nieuwe water- schapsliggers, het opmaken van het kohier van omslag, het bijwerken der kiezerslijsten, het verrichten der werkzaamheden voor de verkiezing van volmachten enz. De ontvanger wijdde zich aan het innen der dijkslasten en werd daarin bijgestaan door den bode of bediende. Afdeeling III. Vaststelling van nieuwe of wijziging van bestaande verordeningen, instructiën enz. Reeds onder afdeeling II vernield. HOOFDSTUK III. Geldmiddelen. 1. O n t v a n gst e n. 1. Batig saldo der rekening van 1892 2. Huur van eigendommen en van de zeeweringen Beweiding van den ƒ1165,50 C» nihil. id. 1580,31s 17154,69s §2. Uitgaven. 1. Jaarwedden gelden 2. Vergaderings-, reis- blijf kosten 3. Lijsten van stemgerechtig den en verkiezingen 4. Verschotten leden dijksbe stuur, van den Secret, enz. 5. Druk- en advertentiekosten, kantoorbehoeften, huur van de waterschapssecre- tarie, zegel- en registra tierechten 6. Kosten van den ligger 7. Gewoon onderh. v. werken 8. Buitengew. id. 9. Herstelling stormschade 10. Nood- en herstellingsmater. 11. Grondl. verzekeringsk. enz. 12. Renten en aflossingen 13. Opeischbare schulden 14. Alle andere uitgaven Bolswardsclie Courant j 1 j I e

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1