NIEUWS-EN ADVERTENTIEBLAD BBESWARB EN WONSERAÖEEL Een brutale kerel. Uit de Raadszaal. No. 24. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895. i g ZONDAG 12 MEI. I ^xxxxxxxxx VOOR die het rapport der ABONNEMENTSPRIJS; 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. schen zich vooraf te overtuigen of dit ge schenk wordt aanvaard, en verzoeken daarom urgentie voor de behandeling van haar adres. De Voorzitter stelt voor, de gevraagde ur gentie te verleenen en verder adviseert hij, namens Burg, en Weths. dat het geschenk met waardeering worde aanvaard. Zonder hoofdelijke stemming wordt alzoo besloten. g. De rekening van den weg Bolsward- Harlingen over 1»94. Deze zal in handen der Commissie worden gesteld, die met het onderzoek der gemeente- rekening zal worden belast. h. De rekening der d.d. Schutterij over 18J4. Zal ook aan diezelfde Commissie worden gezonden. i. Een adres van den heer A. Banning, arts, verzoekende herbenoemd te worden tot gemeente-geneesheer, wijl 1 Augs. a.s. zijn diensttijd als zoodanig is verstreken. Zal met rapport van het Alg. Armbestuur, in de volgende vergadering worden behan deld. PUNTEN van BEHANDELING. Het eerste punt was een schrijven van den onderwijzer M. van der Veen te Wehe, dat hij, wegens belangrijke verhooging zijner jaarwedde en met het oog op zijne studie van het Engelsch, die hij te Groningen wenscht voort te zetten, genoopt is, voor de benoe ming aan de school voor m.u-1. onderwijs te bedanken, onder dankzegging voor het in hem gesteld vertrouwen. Dit werd voor kennisgeving aangenomen. Het tweede punt was nu de benoeming van een onderwijzer aan die school. De voor dracht bestaat uit de heeren N. van der Baan te Dokkum, H. \V. P. Heys te Delf zijl en H. Weersma te Oosterhout. Vergadering van Donderdag 9 Mei 1895. Alle 13 raadsleden waren tegenwoordig. De lijst der ingekomen stukken bevatte het volgende a. Een resolutie van Ged. Staten, waarbij de gevraagde machtiging, om enkele posten der gemeentebegrooting geheel te mogen uitbetalen, wordt verleend. b. De goedgekeurde rekening van en.het verslag over denMac-adam weg Sneek-Bols- ward. c. Een kennisgeving van den heer T. van der Weij, dat hij de benoeming als bestuurs lid der Zuivelschool aanneemt. d. Een missive van den heer Mr. P. Pee- reboom, dat hij deze gemeente met der woon heeft verlaten en hij dus niet meer als Voogd van het Weeshuis kan fungeeren. Een en ander werd voor kennisgeving aan genomen. e. Een adres van den heer G. D. Knete- mann, waarin hij verzoekt de sloot te mogen «dempen tusschen zijn huis en het daarvoor liegend open terrein „de Steenen'1 genaamd, omdat hij plan heeft naast zijn huis een paar burgerwoningen te bouwen. Tevens verzoekt hij, bedoelde plek grond op grondpacht te bekomen, om dat terrein dan met een open stek in de richting der andere huizen af te sluiten. Dit adres wordt ter visie gelegd om het, met advies van B. en W. in de volgende vergadering te behandelen. Een adres van eene Commissie, berich tende dat zij zich hebben vereenigd om bij de voltooiing van de restauratie van het raadhuis, een huldeblijk aan te bieden in den vorm van een gedenksteen met inscriptie. Zij wen- schen zich hiertoe tot Bolswards burgerij te wenden om giften in te zamelen, en wen- De Voorzitter stelt voor, in ’t belang van het onderwijs terstond tot de benoeming over te gaan. Hij deelt mede, ook om de onge gronde geruchten daaromtrent tegen te spre ken, dat het aan het Dagel. Bestuur, ondanks de aangewende moeite en de uitgeloofde be- looning, niet mocht gelukken een tijdelijken onderwijzer aan die school te bekomen. Het D. Best, heeft zich, althans wat No. 1 van de voordracht betreft, vergewist dat hij zijne sollicitatie handhaaft. De heer N. van der Baan te Dokkum, werd daarop met algemeene stemmen be noemd. Het volgende punt was het rapport der Commissie omtrent het onderzoek van de rekening van het Alg. Stadsarmenhuis over 1894. De Commissie heeft geene op- of aan merkingen en stelt voor, die rekening net een batig saldo van f 3184,(0* onveranderd goed te keuren, wat met algemeene stem men geschiedde. Daarna kwam aan de orde een missive van Ged. Staten inzake de gemeentebegroo ting over 1895. Ged. Staten deelen mede dat zij het rap port der raadscommissie met allen ernst heb ben overwogen, doch dat dit geen verande ring in hunne zienswijze heeft gebracht, en zij, met waardeering van de argumenten der Commissie, toch het behoud van een inspec teur van politie noodig achten, wijl dan deze de directe verantwoording voor een deel draagt, en dagelijks bevelen van het hoofd der politie ontvangt. Ged. >taten geven nog te kennen dat de inareciiausseés slechts bij storing der orde, dus alleen bij herstel en niet tot behoud der orde mogen gelden, ter wijl zij wijzen op een Kon. Besl. waarbij het hoofd der gemeente de benoeming der agenten is opgedragen, waarin ligt opgesloten dat hij ook het aantal heeft te bepalen. Ged. geven dan ook den raad in overweging om den post politiewezen met de daartoe vereischt^ som te verhoogen, en zenden hiermede de begroe ting terug, daar zij, indien de raad hieraan niet voldoet, genoodzaakt zullen zijn, de ver- eischte goedkeuring er aan te onthouden. Burg, en Weth. verklaren zich volkomen bereid de voorgestelde wijziging in de be groeting aan te brengen, en merken op, dat de som voor dit jaar geen ƒ800 doch slechts 350 behoeft te zijn en deze wel uit het fonds van onvoorziene uitgaven kan worden gevonden, zoodat de hoofdel. omslag er niet om verhoogd behoeft te worden. Ter visie tot de volgende vergadering. Nu was aan de orde de behandeling der rekening van de Gasfabriek, waarbij de heer Muller eene inlichting vroeg waaraan het moet worden toegeschreven dat het gasver bruik in de maanden Febr. en Maart, in vergelijking met Januari telkens ongeveer 300 lager was, waarop de Voorzitter ant woordde, dat verschillende oorzaken daartoe misschien samenwerkten, en wellicht het meerder gebruik van gloeilicht daarop van invloed is geweest. een prachtige lentemorgen, zoo en liefelijk als hem ons de stoutste van den meest sentimenteelen ’n dag of wat later was Toen drongen de kinderen Stam weer bij hun mama aan, dat de orgelman een poosje voor ’t raam zou spelen. Jans moest er weer op af, om ’t te vragen. Meisje, zei de vent, meisje, dat wil ik wel doen, maar zeg dan eerst aan je mevrouw, dat dit een paar centen meer kost. Mevrouw Stam had er niets, niemendal op tegen en de orgelman begon weer te draaien, ’t eene deuntje voor en ’t andere na. Toen hij zoo’n minuut of wat gespeeld had Lieve hemel, viel mevrouw Snibbel in, hoe hield ’t goeie mensch ’t zoo lang uit? O, hernam Bet, ’t gebeurt dat hy wel ’n kwartier aan één stuk draaitzoo’n or gelman kan dat nog wel langer uithouden. Maar Bet, ik bedoel niet den orgel man wat kan me dien brutalen vent sche len! Ik meen mevrouw Stam, en begrijp niet hoe zy dat zoo lang uithoudt. Na dit intermezzo vervolgde Bet hare mededeeling. Ik zei dan mevrouw, een mi nuut of vijf had hy gedraaid en toen hield hy op. Jans ging vragen of hij nu al uit scheidde, en toen zei hy Wat zou jelui denken, dat ik stoomvermogen in m’n bast had’t is nu mooi genoeg, hoor Jans ging met de boodschap naar binnen en mevrouw gaf haar drie centen, om aan den orgelman over te reiken. Toen zij hem ’t geld gaf, zei hij met ’n gemeene vloekMeent jou mooie mevrouw dat ik 'n brievekaart mot koopen Ze ken voor myn part, en toen begon ie heel lee- lyke verwensehingen te doen ’t is ’n ouwe oorlam weet u. Jans vluchtte haastig met de centen in huis en hij vloekte haar nog allerlei leelijke woorden achterna, die voor mevrouw Sam bestemd waren. Foei, foeiwat ’n brutale kerelriep mevrouw Snibbel, zeker voor de twintigste maal. Onderwijl dit gesprek tusschen mijne vrouwelijke geburen gevoerd werd, bleef de orgelman nog maar altijd voortdraaien en liet de lustige walsjes, afgewisseld door brokstukken van opera’s, zij ’t ook met valsch geluid, van zijn instrument weer klinken. Ik besloot, na ’t relaas dat ik vanmyne buren had opgevangen, te beproeven een eind te maken aan de bron van zooveel ergernis, door den orgelman vriendelyk te verzoeken om ’t er voor heden maar eens bij te laten. Weldra had ik de achterbuurt nabij mijne woning, bereikt. Zeg vriend, voegde ik den orgeldraaier toe, zou u ’t er voor heden maar niet eens bij willen latenmijn buurvrouw Ha, zoo! ben je gestuurd ik dacht al asdat je niet uit je zelvers kwam, voegde de vent mij op on beschaamden toon toe. Nou vader, vervolgde hij, ik zal voor deuze keur je zin eries doen, omdat ’t werk net I af is. Over drie dagen kom ik echter terug I en dan is ’t niet zoo gauw afgeloopen hoor dat bezweer ik je Sprakeloos van ergernis stond ik den onbeschofte na te staren, die rustig met zijn wagen, waarop ’t orgel geplaatst was, ’n tiental huizen verder reed. Wat ’n brutale rekel, riep ik luidkeels uit. Wat zegt uwee, brutaal mynheer! ’t Is ’t beste mensch dat er op Gods aardbodem bestaan kan. Bij die woorden, welke door een vrou wenstem waren uitgesproken, wendde ik mij tot de spreekster om. Zij was eene vrouw, die er wel armelyk doch tevens helder en knapjes uitzag. Naast haar, voor ’t geopende raam, zat, door kussens gesteund een bleek ziekelijk meisje, van zes of zeven jaar. Ja, mijnheer begon ’t vrouwtje, ik zeg dat die orgeldraaier de beste mensch ter wereld is. Verbeeld u, dat hij hier soms een kwartier achtereen kan spelen, alleen om onze kleine Mina wat plezier te doen, ’t Arme wurm sukkelt nou met Pinksteren al drie jaar. ’t Wil maar niets met 't kind. De dokter schijnt er ook al niet veel aan te kunnen doen en zoo blyven wij voortsukkelen. Zij heeft nergens plezier in, dan als oude Piet met zijn orgel in de buurt komt. De muziek maakt haar weer vroolijk. Ofschoon Piet van ons nooit een cent wil annemen, omdat ie weet dat Mina zoo ’r draai heeft als hy ’n moppie muziek maakt, speelt hy nergens met grooter plezier, zegt ie. ’t Is een oude gediende mynheer, een oude zeeman van de oorlogsvloot. Een val uit den mast maakte ’m ongeschikt om langer te varen en toen is ie met ’n arm zalig pensioentje van drie gulden en ’n kwartje in de week, gepensioneerd. Nou moet de man, die ’n ziekelijke vrouw en vyf bloedjes van kinderen heeft den godganschelijken dag met zyn orgel bij den weg zwalken. Voor dat orgel moet hij ook nog acht gulden huur per week betalen. ’t Is dus ’n heel gescharrel voor den ouden zeeman om rond te komen, en toch geeft ie van z’n armoedje nog veel weg. Als ièK ’n goeien dag gemaakt heeft, brengt ie voork kleine Mina wel eens ’n sina’sappel of een I stukje koek of ’n andere snaarderij mee. Vroeger was ie nog al aan de flesch, maar nou ist ie er glad af, mijnheer, enkel en alleen om z’n vrouw en kinderen wat rejaalder te kunnen onderhouden en ook om ’n armen tobber nog eens wat te kunnen geven. Na deze ophelderingen van de breed sprakige vrouw, werd de brutale orgelman in mijn oog aanstonds een belangwekkende figuur. Toen ik den musicus drie dagen later weer hoorde, zette ik mij op ’n bank neer van het plantsoentje, dat in den zomer de achterbuurt tot een kleinen lusthof maakte. Ik deed dit geenszins om de orgelmuziek onverdeeld te kunnen genieten, doch alleen om met den brutalen virtuoos nader kennis te maken. ’t Was schoon fantasie dichter zou kunnen afmalen. Voor ’t geopende raam der kleine werk manswoning stond de moeder weer naast haar lijdend kind. Een glans van genoegen verhelderde ’t matbleeke gezichtje, telkens als een nieuwe deun werd aangeheven. ’t Scheen of de orgelman nu wel stoom vermogen in z’n lichaam had. Onvermoeid speelde hij voort. ’t Geheele repertoire van zijn orgel was reeds voor de derde maal afgedraaid, toen weer de gedaante van Bet, de gedienstige geest van mevrouw Snibbel zich liet zien. Man, zei ze tot den ouden Piet, man, hier is ’n dubbeltje van mevrouw, als je nu asjeblieft wilt ophouden. De aangesprokene zag haar eenige oogen- blikken strak aan, liet toen zyn orgel zwijgen, stak de hand uit en nam tot myn verbazing ’t dubbeltje aan, met de woor den dankje meisje, ’k ben net klaar. Bij gelegenheid houd ik mij gerecommandeerd, ’t Compliment aan je mevrouw hoor Toen zag ik hoe de oud-zeeman naar ’t raam trad en Mina’s moeder ’t ontvangen dubbeltje toereikte met de woorden: ’k feliciteer je met den verjaardag van je kind hoor Ik hoop asdat de goeie God ’t weer beter mag maken. Hier, koop voor dat dub beltje wat lekkers voor ze. Daarna liet hij de rechterhand in de borstopening van zijn overhemd afglyden, diepte er een pop uit en reikte deze aan 't kind toe. ’t Meisje uitte een kreet van blijde verrassing. Hier, pak an, klein ding! zei de orgel draaier en had uit dezelfde bergplaats een prentenboek gegrepen. Toen volgde nog een sinaasappel en de kleine lijderes was zoo gelukkig als zij zich nimmer gevoeld had. Nu greep de moeder de hand van den voormaligen zeebonk zy stamelde woorden van dank en heete tranen dropen op de hand van den orgelman. Hij trok eenigszins onzacht zijn hand weg en mompelde Kom, jank nou maar nietwant de heele grap heeft niets te beteekenen - Hoe zal ik ’t u ooit kunnen vergel den zuchtte de dankbare moeder. De orgeldraaier voegde haar echter toe: wat zouden wij anders in de wereld doen, als we mekaar niet een handje hielpen. Nou nog ’n mooi mopje tot afscheid. In weerwil van mevrouw Snibbels dub beltje draaide hy er nog eens lustig op los, hetwelk Bet de verzuchting ontlokte Hoor dat nu eens aan, mevrouwzoo’n brutale kerel Vlak achter den tuin van mevrouw Snibbel, mijne buurvrouw, lag een blok eenvoudige woningen, welk blok tot een der achterbuurten der stad behoorde. De luide tonen van een draaiorgel, dat meer kracht dan schoonheid scheen te kun nen ontwikkelen, drongen sedert tien mi nuten van uit die achterbuurt door tot in de vertrekken, waar wy huisden. Wegens het fraaie zomerweer waren onze achterramen bijna dag en nacht geopend. Een heerlijke geur steeg uit de tuinen mijner buren links en rechts naar omhoog, en deden mij zelf het gemis van eenen tuin gemakkelyk vergeten. t [Het draaiorgel vergalde nochtans in dezen oogenblik een deel der vreugde, die my ’t genot van den liefelijken zomer bood. Nooit heb ik een zwak voor dergelijke instrumenten gehad, en nog minder inge nomen kon ik in den regel zijn met de virtuosen, die dergelijke martelwerktuigen in beweging brachten. Myue buurvrouw, mevrouw Snibbel, scheen blykbaar ook volstrekt niet inge nomen te zijn met de schetterende muziek, die voortdurend hare ooren folterde. Bet, hoorde ik haar roepen tot hare oude trouwe dienstbode, Bet, hier heb je twee centen, breng die aan dien orgelman en vraag of hij dan dadelijk wil ophouden en verder rijden. Best mevrouw’t is ook den Heer ge klaagd, zoo’n spektakel als die brutale kerel hier twee malen in de week in de buurt maakt. Dat is ’t Betde overheid moest 't ver bieden. Dat zeg ik ook mevrouw, en ’t is of de vent ’t er om doet, want nergens speelt hij zoo lang als juist hier in de buurt. Loop nu maar gauw heenwant anders houdt dat geschetter nooit op Bet verdween mopperend, doch geen drie minuten later kwam ze met een van toorn rood gelaat bij hare mevrouw terug, hield de centen omhoog en krijschtemevrouw ’t is schande! de kerel zegt: laatje mooie mevrouw er snuif voor koopenik zal wel verder gaan als ik hier klaar ben. Mevrouw Snibbel kreeg een even paarsch uitzicht als hare gedienstige geestzy hijgde naar adem en bracht er toen met moeite uitwat ’n brutale kerel Ja, precies mevrouween brutale kerel is ’t door en door daar klaagt ook mevrouw Stam uit de Rijnstraat over. Verleden week liet zy hem roepen door Jans, u weet wel, mijn nicht Jans, die daar dient. Zij moest hem vragen of hij een poosje voor het huis wilde spelen, omdat de kin deren, die de mazelen hadden en te huis moesten blyven, zooveel pret in het orgel hadden. Toen de brutale vent zoo een minuut of vijf gespeeld had, bracht Jans hem een cent, en raad eens wat hy zeideKind, zeid’ ie, kind, zeg an je lieve mevrouw, asdat ik dat kwartje niet wisselen kan; ’t is voor jou, hoor Foei, foei, riep mevrouw Snibbel uit volle overtuiging, wat ’n brutale vent. Ja, hernam de praatgrage Bet weer, ja mevrouw, en ’t nog erger, van mevrouw F' Bolswardsche Courant V I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1