NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD EN WWSS8AÖBSI.
De Halfgekken.
Uit de Raadszaal.
I
No. 27. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895.
I
DONDERDAG 23 MEI. J
soliecle JVE
VOOR
tegen b i 1 1 ij k e p r ij
heeren Wartna,
HOTEL-
A’dam, 19/5 '95.
I»
I
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Vergadering van Dinsdag 21 Mei 1895-
thans op Oud-Holland, IFereMtentoonstel-
ling 1895.
De oorsprong der Doolhoven is van eene
Wanneer hij een bus had ge- è'zeér vroege dagteekening. Voorheen be-
van het weer af. Het is daarom maar te
wenschen, dat de zomer van 1895 rijk mag
zijn aan zomersche dagen.
En thans acht ik het oogenblik gekomen,
U langs alle bezienswaardigheden rond te
leiden. We zullen beginnen met het begin
met Oud-Holland. Nauwelijks zijt ge de
schildwachten, (alle in Oud-Hollandsche
kleederdracht, gewapend met pieken, enz.)
die de wacht aan de Hoofdpoort houden,
gepasseerd, ot ge bevindt U op de Oud-
Hollandsche gracht, vroeger reeds in het
voorbijgaan vermeld. Unksoi^Ma^dj^^^
Nieuw Marktplein,
heeft nog een groot
V.
Zoo is dan de tentoonstelling geopend.
Evenals bij de opening, was ook het weder
de volgende twee dagen zeer uitlokkend
j 1. Zondag had men dan ook niet over ge
brek aan bezoekers te klagenBurgemeester
Fabius* toch kon aan den avond van den
12en Mei de heugelijke tijding verspreiden,
dat Oud-Holland dien dag door 9999 per
sonen was bezocht, en dat men 1000 guldens
had ingebeurd. Maandag bedroeg het getal
bezoekers ook nog 9000. Voorwaar een
flink aantal, als men tenminste in aanmer-
Idng neemt, dat bijna iedereen wist, dat er
nog zoowat niets in orde was. Een ieder
wreef zich de handen bij de gedachte, dat,
als alles zóó doorging, de Tentoonstelling
niet aan dezelfde kwaal zou lijden als al
hare zusters, n.l. dat ze zou sluiten met een
nadeelig saldo. Maardaar komt Dins
dag, en uit is het met het mooie weer. De
stormwind huilt en giert eenige dagen lang,
eene ijskoude regen klettert tegen de venster
ruiten, en Donderdagavond hebben portiers
en oppassers handen vol werk, om één,
(zegge één) bezoeker toegang te verleenen
totde terreinen. Zoo ge ziet, vormde het
aantal bezoekers in het begin der week een
schril contrast met dat aan het eind.
Trouwens, ’t gaat met eene tentoonstelling
al precies als met eene kermisalles hangt
Bij de gehouden raadszitting waren alle
leden tegenwoordig, behalve de heer Wartna,
die kennis had gegeven verhinderd te zijn.
De notulen der vorige vergadering werden
gelezen en goedgekeurd, waarna de Voor
zitter mededeeling deed, dat alleen was in
gekomen een missive van den onderwijzer
N. van der Baan te Dokkum, dat hij de
betrekking aan de school voor m. u. 1. on
derwijs alhier aauneemt, en zoo spoedig hij
kan in functie hoopt te treden, wat even
wel niet voor 1 Juli zal kunnen geschieden.
Punten van Behandeling.
Het eerste punt was de aanbieding van
de staten tot oninbaarverklaring van hoof-
delijken omslag en belasting op het houden
van honden over 1894. Dit wordt, evenals
het 2de punt, de staten tot af- en over
schrijving van en op posten der gemeente-
begrooting over 1894, ter visie gelegd om
dit in de volgende vergadering te behan
delen.
Het 3e punt was een concept besluit tot
wijziging der begroeting 1894, om de posten
in overeenstemming met de werkelijkheid
te brengen, een administratieve maatregel
die het vaststellen der gemeenterekening
moet voorafgaan. De ontvangsten der ge
meenterekening bedroegen f 105,721,83
de uitgaven f 105,338,23
en dus een batig saldo van f 383,60.
Deze rekening wordt in handen gesteld
eener Commissie, de heeren Wartna,
Schievink en Lunter.
Het volgende punt betrof de geldleening
groot f 17,000 ten behoeve van de Gas-
fabriek. Burg, en Weths. vragen machtiging i
tot het aangaan dezer geldleening, hetzij
onderhands of bij openbare inschrijving tegen
3*/a% rente en met een jaarlijksche aflos
sing van f 1000. Omdat spoedig een ge
deelte der aannetningssom moet worden
betaald, vraagt het D. B. urgentie voor de
behandeling. Het voorstel wordt daarop
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Daarna kwam in behandeling het adres
van den heer G. D. Knetemann om grond
in grondpacht te bekomen. Burg, en Weths.
adviseerden hierop afwijzend te beschikken,
om redenen waarop ook vroegere aanvragen
om dit terrein zijn afgewezen. Tevens
wenschen zij de sloot te behouden voor
afscheiding van terrein en voor waterafvoer.
Met algemeene stemmen wordt overeen
komstig dit advies besloten.
Het zesde punt was de behandeling der
missive van Ged. Staten inzake de gemeente-
begrooting over 1895.
De beer Eisma kwam uitvoerig op tegen
deze missive. Het deed hem leed dat Ged.
Staten den Raad willen noodzaken de som
voor jaarwedde van een inspecteur van po
litie op de begrooting te brengen, en hij
beaamt niet de gronden, waarop Ged. St.
dit voorstaan. Dit college beweert, dat een
Inspecteur noodig, ja noodzakelijk is voor
onze gemeente, omdat zij instemmen met
den Burgemeester, die de wenschelijkheid
betoogt, dat er een direct verantwoordelijk
persoon moet zijn, die de bevelen ontvangt
en boven de anderen is geplaatst, alzoo een
„onderchef."
De opmerking van Ged. St. dat één die
naar van politie boven den anderen komt
te staan, klinkt vreemd, immers alle die
naren van politie staan onder bevelen van den
Burgemeester en houden geregeld toezicht
op de naleving van wet en verordeningen.
Ged. St. wenschen niet uit te maken of de
uitgaven der politie wellicht op andere wijze
voor verlaging vatbaar zijn, daar het slechts
de vraag geldt of de plaats van den afge-
getreden inspecteur weder behoort te wor
den vervuld.
Toen in 1886 geen Commissaris werd
aangesteld, doch inplaats daarvan een hoofd
agent, vervolgde de heer Eisma, was ik daar
minder mee ingenomen, doch ’t was een
voldongen feit en de Burgemeester deelde
bij gelegenheid mede, dat hij als Voorzitter
van den raad de verantwoordelijkheid op
zich nam en ik mij niet bezorgd behoefde
te maken. In 1889 werd de wenschelijkheid
besproken, dat bij een eventueele vacature
bij de politie de Raad zou worden gehoord.
Acht de Burgemeester het nu noodig dat
een der agenten den titel draagt van In
specteur, dan gaat zulks den raad niet aan,
en kan deze wel uit de beambten gekozen
worden.
Wij hebben hier te rekenen met den
dagelijkschen dienst en in gewone omstan-
dighedenv daar bij stoornis der openbate
toe, alsof ik ver, heel ver weggedragen werd
van de wereld en onwillekeurig riep ik uit
„Ik ben verIk ben ver Toch wist ik
wel, dat ik niet van de aarde verwijderd
was, maar het leek me toe, alsof er tusschen
mij en de overige wereld een afstand was
als tusschen de zon en de aarde
Dit geval is zeker iets buitengewoons, doch
de volgende komen bij anders geheel nor
male menschen dikwijls voor. Zoo kon bijv,
een dame geen doosje lucifers zien, zonder
bang te wezen dat daardoor brand zou ont
staan. Het was, alsof zij vreesde, dat de
lucifers er uit zouden springen en ontvlam
men. Zij nam daarom de doos, wikkelde
er iets om, ging heen, keerde er weer naar3r.
terug en begon hetzelfde weer te doen, tot n
twintig, dertigmaal toe. Zij was nooit ge-
rust over haar arbeid. Deze vrees voor
brand, want dat was het eigenlijk
werd een onuitstaanbare kwelling voor haar.
Honderdmaal stond zij midden in den nacht
op om zich te overtuigen, dat de lucifers tt-
haar niet bedreigden. n.
Een ander geval van ongerustheid, van
onuitstaanbaren angst voor iets wordt ver
teld van een brievenbesteller, die de brieven
bussen langs de straten moest ledigen en
die regelmatig te laat kwam. Voortdurend
bestraft over deze gewoonte en met ontslag
bedreigd, vertelde hij ten slotte, wat hem
overkwam.
ledigd en gesloten, bekroop hem steeds de
vrees, dat hij vergeten had haar te sluiten.
Nauwelijks had hij eenige schreden gedaan
of hij keerde terug en beproefde of de bus
goed dicht wasmaar nauwelijks was hij
er weer eenige schreden van verwijderd, of
diezelfde angst, dat hij toch misschien had
vergeten de bus te sluiten, kwam weer over
hem, en werd, hoe verder hij ging te hevi
ger, zoodat hij ten slotte nog weer terug
holde om de flus te onderzoeken.
Hoe hij zich ook verzette, hij moest tel
kens weer opnieuw kijken.
De man werd bij de administratie over
geplaatst en voldeed daar uitstekend...
Dat zijn eenige weinige afwijkingen van
de werking onzer hersenen. Ze komen in
minder mate, ze komen momenteel voor,
soms een enkel oogenblik maar, maar zij
komen ook in sterker graad en voor langer
tijd voor. Heelemaal vreemd zijn ze wel
aan geen onzer, al gaan ze ons voorbij
meestal, zonder indruk achter te laten.
Krankzinnigheid is het niet, zelfs geen vrees
voor krankzinnigheid behoeven dergelijke
toestanden te wekkenin den regel onder
scheidt zich de persoon in geen enkel op
zicht van anderen, die hun volle verstand
hebben. De wetenschap schijnt er geen vat
op te hebben, evenmin als op zoovele andere
abnormaliteiten van den geest, waaronder
de menschen lijden. Doch wel weet zij, dat
het de meest zenuwachtige menschen zijn,
die aan deze afwijkingen lijden en dat dus
ook alweer hier de spreuk bewaarheid wordt
„Een gezonde geest heerscht alleen in een
gezond lichaam.* En om ons lichaam ge
zond te houden, daarvoor kunnen we ons
best doen.
Een Fransch geneesheer, dr. Caze, heeft
een diepe studie gemaakt van wat hij noemt
„de half-gekken* onder de menschen. De
lieden, die hij daarmede bedoelt, zijn vol
strekt niet zinneloos. Eén punt slechts uit
gezonderd, zijn zij in alle opzichten normaal
in denken en handelen. Doch dat maakt de
zaak slechts te vreemder.
Aan de hand van genoemden geneesheer
zullen wij enkele dier gevallen nagaan. Dr.
Caze heeft bijv, gevonden, dat eensklaps ge
deeltelijk het geheugen kan verdwijnen. Hij'
haalt daarbij de geschiedenis aan van een
EÏ'HuudEB
van Bolsward zullen Woensdag 2
Mei 1895, ’s middags 12 uur, publi<
aanbesteden
Het vernieuwen va
de vaste brug bij d
Panfabriek ond(
Bolsward.
Het bestek en de teekening liggen
lezing en inzage ter Secretarie, waar
inschrijvingsbriefjes vóór de besteding in
leverd moeten worden.
INLICHTINGEN zijn te bekomen
den gemeente-architect.
Burgemeester en Wethouders voornoei
P. PEEREBOOM.
De Secretaris,
I111KH.J,A A. 01AJjï
ondervonden in zeer geringe matewie heeft
niet vaak naar een naam gezocht, dien hij
toch zoo goed kende, naar een woord, dat
als ineens uit zijn geheugen is verdwenen.
Ook komen talrijke voorbeelden voor van
een tijdelijk verlies van het geheele geheugen.
De rechtbanken hebben dikwijls lieden voor
zich gezien, die zich inderdaad niets konden
herinneren van een daad, die ze gepleegd
hadden. Zoo verhaalt de Fransche geleerde
van een jongen werkman, die door zijn pa
troon naar een anderen knecht was gezon
den om deze een stuk gereedschap te bren
gen, en die twee dagen later gewond ont
waakte in een ziekenhuis en zich ten hoogste
verbaasde en zelfs verontwaardigd was, toen
men hem vertelde, dat hij twist had gehad
met een zijner makkers en door dezen ge
slagen was.
Geheel andere verschijnselen zijn de zoo
genaamde hallucinaties of „verbeeldingen*.
Dr. Caze haalt het voorbeeld aan .van een
dame die overigens volkomen bij haar ver
stand was, maar die zich steeds verbeeldde,
dat witte muizen over haar lichaam, haar
kleeren, haar eten zelfs liepen. En daardoor
was zij, natuurlijk, steeds in een toestand
van opgewondenheid.
Een andere vrouw, overigens van een zeer
zenuwachtig gestel, moest steeds acht geven
op haar ademhaling, beweerde zij. Ze was
vast overtuigd, dat indien zij een oogenblik
van onoplettendheid had, zij zou ophouden
adem te halen. Zij bewoog een harer vin
gers op en neer in de maat harer ademha
lingen of wel zij begeleidde die met het
schokken van haar stoel. Het was onmoge
lijk om haar te ontrukken aan deze gedach
ten. Indien zij een oogenblik over iets an
ders sprak, dacht zij toch aan haar ademha
ling. Indien zij zich zelf dwong er niet aan
te denken, kreeg zij een vreeselijk gevoel
van angst over zich. Deze gewoonte ver
dween eens even plotseling weer als ze ge
komen was.
Een andere hallucinatie is de onoverwin
nelijke gewoonte om alles te tellen. Een
zeer beschaafde Parijsche dame leed daaraan.
Trad zij in een kamer, dan moest ze de stoe
len tellen, die daar waren, de voorwerpen
op de tafel, de bloemen en de teekeningen
van het behangsel en vloerkleed. Sprak zij,
dan telde ze de woorden, die ze sprak, die,
welke men baar antwoordde, en dat deed ze
zoo goed, dat ze, geheel opgaande in haar
berekening, niet meer wist, wat ze zei.
Vreeselijk was ook het geval van een man,
die, plotseling, en met zijn volle verstand,
zich ineens verbeeldde, dat hij ver van alle
dingen verwijderd was. Het was hem, als
of hij, afgescheiden van het heelal, omringd
was door duizend isoleerende dingen, die hem
scheidden van de buitenwereld. Als de aan
val voorbij was, kon hij zich nog alles her
inneren en wist hij precies te vertellen, wat
hem overkomen was. Het was, zeide hij, alsof
een donkere atmosfeer mijn lichaam omgaf
ik zou niet kunnen zeggen, hoe diep, hoe
duidelijk dit gevoel was. Het scheen mij
Kijkjes op de Wereldtentoonstelling
r»
stonden er in de voornaamste steden van
Europa Doolhoven, tot vermaak en uitspan
ning voor de Burgerijzoo werd het Doolhof
te Versailles om deszelfs schoonen aanleg
van fontein- en waterwerken zeer geroemd.
Ook in ons Vaderland is het Doolhof, op
den alouden Burgt van Leiden, genoeg be
kend. En waar is oud of jong, vreemdeling
of inwoner te Amsterdam, die niet, zelfs
herhaalde malen, eene namiddag heeft door
gebracht in het Amsterdamsche Doolhof, zoo
rijk aan vermaken voor alle standen en in
gericht op eene wijze, waar de beschaafde
burger en vreemdeling zich niet voor behoeft
te schamen, waar zedelijkheid zich met ge
paste vroolijkheid en vermaken, niet alleen
in het Dooien, maar tevens in de voorwerpen
van kunst zoo ruimschoots zich kenmerkt,
welke door den tegenwoordigen eigenaar
zeer verfraaid en verbeterd zijn.
In vroegere dagen telde men te Amster
dam drie Doolhovenals uitvinder der
Doolhoven noemt men David Lingebach, een
vermaard treur- en blijspeldichter die in de
16e eeuw hier ter stede geleefd heeft. Van
deze drie Doolhoven is één overgebleven,
en zijn de twee andere, om de kostbare ver-
eischten voor zulk eene inrichting, te niet
gegaan. Het oude Doolhof, zoo rijk aan
Fontein-Springwater, Berg- en (Grotwer
ken, Doolpaden en Beplantingen, biedt Oud
en Jong de schoonste vermaken aan.
Men komt eerst op een fraaie binnen
plaats, in het midden ziet men de Fontein
en Grotwerken, door een ijzeren Balustrade
afgescheiden, zoodat de jeugd die wel kunnen
aanschouwen doch geenszins door het Fon
teinwater besproeid worden, tenzij de grond-
pjjpen spelen en de voorafgegane aarschuwing
niet geacht wordt.
Nu treedt men het Doolhof binnen, de
eene deze, de andere geene weg door hetzelve
nemende, en elkander dikwerf ontmoetende
en vastgeloopen, den naasten weg ter ont-
koming wijzende. Gezonde en geenszins
gevaarlijke oefening voor de jeugd voor waar 1
Van het dooien voldaan, kunnen de bezoe
kers in een ruime fraaie zaal plaats nemen.
Hier ziet men voorwerpen van allerlei
aard, daar wordt het oog der bejaarden zoo
wel als der jeugdigen, verrast door de vele
voorwerpen en mechanische beelden, welke
deze galerij versieren, afbeeldingen van
Oostersche Paleizen en Tronen, Vader-
landsche Mannen en Vrouwen, beroemde en
beruchte Personaadj es van elders, gedoscht
naar stand en leeftijd, worden hier in leer
rijke trekken aangewezen. Men doet de
jeugd vooral stilstaan bij het logenachtige
Besje van Meurs, in Amsterdam bij jongen
oud bekend. Voor kunstkenners inzonderheid,
is het o verwaardig het beeld van den reus
Goliath, een meesterstuk van meer dan
kolossale grootte, door wijlen den vermaarden
Amsterdamschen Beeldhouwer Vinckenbrink
in hout vervaardigd, on zich door raderwerk
bewegende, ook de beeltenis van David met
den slinger en van van Speijk, zullen elk
voldoen, die met kunde en aandacht ziet.
Alles wordt door orgelspel afgewisseld.*
Wordt vervolgd.
H. BURGERSDIJK.
Bolswardsche Courant
VAN HET
en REISWEZEN.
p