NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOESWAR» EN WON SER ABEEL
d
1
Hl
I
II
Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895.
No. 41.
in
MOETEN.
BINNENLAND.
A
BUITENLAND.
>1
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
^XXXXXXXXX^XXXXXXXX^
DONDERDAG 11 JÜLI.
X XXXXX X XX^XX xxxxxx$
F
-
De Duitsche Keizer is met de Hohen-
zollern te Stockholm aangekomen.
Dadelijk daarop oegaven Koning Oscar,
de Kroonprins en de Prinsen Karei en
Eugenius van Zweden zich aan boord van
het jacht, om den keizerlijken gast te ver
welkomen. Tegen een uur stapte de Keizer
Wilhelm bij Logardstrappan aan wal. Hier
werd hij door den Koning begroet, terwijl
de kapel van het garderegiment het Duit
sche volkslied speelde. Nadat de Keizer
de eerewacht geïnspecteerd had, reed hij
met den Koning naar het slot.
De Kroonprins en de Kroonprinses waren
dien morgen uit Tullgam naar Stockholm
gekomen, om bij de ontvangst des Keizers
tegenwoordig te zijn. Voor den Keizer zijn
een aantal vertrekken in het koninklijk
kasteel in gereedheid gebracht, ook zyn
gevolg logeert daar.
Zaterdag hebben Bulgaarsche grens
soldaten een Servisch douane-kantoor aan
gevallen te Loeschnitza bij Pirot. Twee
Servische kooplieden, Michael Jankowitch
en Theodor Zakitch, werden levensgevaar
lijk mishandeld en over de Bulgaarsche
1
f2,183,092,725, terugbetaald f 1,688,483.23%
meer ingelegd dan terugbetaald f 494,609,49.
Aan het einde der maand April 1895
was ten name der verschillende inleggers
ingeschreven f39,010,013,50, zoodat het te
goed op einde Mei 1895 bedroeg 39,504,622,99
gld. In den loop der maand zijn 7004 nieu
we spaarbankboekjes afgegeven, 2484 ge
heel afbetaald, zoodat aan het einde der
maand nog 471,310 boekjes in omloop waren.
Een beursstandje. Op de Rotterdam-
sche beurs heeft ook eens een standje plaats
gehad, maar in een afdeeling, waar zoo iets
minder stootend isin den schippersboek.
Het tumult, waarbij klappen werden uit
gedeeld, was spoedig gedaan, terwijl alle
partijen naar de politie gingen om zich te
beklagen.
Te Eist heeft Maandag een ernstig
ongeluk plaats gehad. De 12-jarige zoon
van den haltechef aan „de Vork” was bij
een landbouwer gezeten op een der boomen
vaneenin bewegingzyndehooi-harkmachine.
Door het breken van het singel, werd het
jonge paard schichtig en geraakte de jongen
onder de machine, zoodat een der wielen
over hem heenging en een paar tanden in
het lichaam drongen. Zwaar gewond werd
hij naar de ouderlijke woning vervoerd.
Zijn toestand is levensgevaarlijk.
Met den handel in Drentsche wol wil
het nog niet recht vlotten. Hebben sommi
gen reeds verkocht, anderen zitten nog met
den geheelen voorraad. Me;r dan 70 cts per
kilo heeft men nog niet kunnen bedingen.
Eenigen hebben aan bekende opkoopers
verkocht tegen den hoogsten prijs, maar
wat dien prijs zal worden weet men nog
niet. Het blijkt echter ten volle, dat er
weinig levendigheid in den wolhandel
heerscht en dat de kooplieden zelf niet
recht weten, hoeveel zij kunnen besteden.
In het Maandbl. tegen de Fervalschin-
gen wordt een artikel uit een Fransch tijd
schrift overgenomen, waarin de dagelijksche
lotgevallen verteld worden van iemand, die
voor zijne gezondheid een rijkuur doet
Per tram rijdt hij van Saint-Cloud naar
de Louvre heen en terug, omdat die lijn
allergebrekkigst is, en de waggons onop
houdelijk schokken geven,- hij gevoelt zich
daarbij zeer wel; per ceintuurbaan spoort
hij rondom Parijs, omdat door de niet be
hoorlijke behandeling der remtoestellen met
luchtdruk, de trein plotseling stilstaat en een
geweldige schok daarvan het gevolg is.
Hoe slechter de trein bestuurd wordt, hoe
beter hij zich gevoelt. Maar de voorkeur
geeft onze vriend aan een boerenwagen op
twee wielen oud model waarin hij
van top tot teen door elkaar geschud wordt.
Na een halve dagreis in zulk een voertuig
wordt men zwaar vermoeidmen kan niet
verder en valt tegen wil en dank in slaap.
Men heeft geen voet verzet, en is toch zoo
afgemat, alsof men uren achtereen een sterke
lichaamsbeweging genomen had.
Het is duidelijk, dat wanneer ons lichaam
geschud wordt en voortdurend trillingen on
dergaat, men tegen wil en dank beweging
neemtalle spieren reageeren onbewustaf
onze organen ondervinden daarvan de te
rugwerking; alles beweegt zich en is in
werking. Zeer zeker wordt aldus geen gym
nastiek in een groot genre uitgeoefend, en
men moet er zich ook niet mede vergenoe
gen, maar het heeft altijd eenige waarde als
men, zonder het te weten, beweging neemt
voor zwakken en bejaarden is dit van be
lang.
Het reizen per spoor is voor zekere zieken
zeer heilzaam. Het is versterkend voor vol
wassenen en bejaarden en vei hoogt het weer
standsvermogen. Men zal zoo licht niet ge-
looven, dat een lange reis per spoor dikwijls
zoo gunstig voor de gezondheid is. Men
klaagt er over, door en door vermoeid te
zijn dat bewijst juist, dat men beweging
genomen heelt. Per spoor reizende, heeft
men dikwijls meer honger dan thuis, daar
de spijsvertering door de reis bevorderd
wordt. Sommige aandoeningen van maag en
ingewanden ondergaan door de spoorreis een
verbetering. Daarom wordt aan zieken wel
eens de raad gegeven, op een plaats te gaan
wonen, die hen noodzaakt dikwijls of re
gelmatig gebruik te maken van spoor of
rijtuig.
Door een schipper is bij Nijmegen
eene lading grind ingenomen, gebaggerd
aldaar. Bij lossing te Bolnes zijn in de grind
een twintigtal geldstukken gevonden, elk
ter grootte van een gulden. Op de eene
zijde staat een keizerskop met het rand
schrift „Hadriauus Augustus,8 aan de andere
zijde is een zittend vrouwenbeeld. De mun
ten zijn waarschijnlijk van geelkoper.
Of de kat of de hond de testatrice heeft
overleefd, meldt het Vaderland niet. Voor
de stomme dieren, evenzeer als voor het
diakonie-bestuur, is het te hopen, dat zij
den weg zijn gegaan die eenmaal ook alle
katten en honden moeten volgen, want het
verzorgen van dieren behoort toch niet tot
de bemoeiingen van eene instelling tot arm
verzorging en van eene diakonie is met te
verwachten, dat zij van pil no. 11 zal ge
bruikmaken. Arnh. Crt.
Gedurende de maand Mei 1895 zijn in
de Rijkspostspaarbank ingelegd en terug
betaald de navolgende bedragen; Inlagen
„Moeten is dwang”, zegt de spreekwijze
en omdat de minste menschen zich zonder
weerzin, door dwang iets zien opgelegd, is
’t verstandig dat hij of zij, die heeft te be
velen, voor het opleggen van iets een
zachte term gebruikt. Als regel kan dan
ook worden aangenomen dat, indien iemand
zich bewust is, dat iets behoort te worden
uitgevoerd, hij daartoe het beste bereid zal
worden bevonden, indien een bevel niet in
bevelenden maar in verzoekenden zin wordt
uitgesproken.
Nu kan zoo iets niet altijd plaats heb
ben de militaire authoriteit moet niet
verzoeken, maar kommandeeren en de Rech
ter verzoekt evenmin, maar dagvaart.
Maar die beide machten wijken zoo sterk
af van het maatschappelijk samenleven
en van het huiselijk en bedrijfsleven, dat
het niet anders kan of zij moeten bevelen
en met of tegen ’t zin gehoorzaamd worden.
Toch zal menig militair bevel menig sol
daat wel eens op de tanden of lippen doen
bijten, vooral als het komt uit den mond
van een meerdere, die bij hem als grof en
onbeleefd jegens den mindere bekend staat.
En evenzeer zal het dikwijls gebeuren, dat
een Rechterlijke dagvaarding een paar kee-
ren wordt neergesmeten en weer opgeraapt
eer men den tegenzin jegens dat dwingend
bevel dat vraagt naar tijd, noch omstan
digheden of reisgelegenheden, in een ze
keren zin heeft overwonnen.
De gewoonte om te bevelen en gehoor
zaamd te worden, draagt er misschien het
hare toe bij om met het een en ander geen
rekening te houden.
Het woord moeten wordt in zeer onder
scheiden zin uitgesproken, op anderen of
op zich zelf toegepast.
Daar is Kareltje, een levendig ventje,
voor wien ’t een groote grief is, dat hij
moet leeren. Het allerliefste is hij in de
ruimte, in de vrije lucht. Hij zou uit zijn
spaarpot wel geld willen nemen om een
geweer te koopen, maar dat mag niet en
daarom maakt hij zelf een boog met een
aantal pijlen. Als er niets te „jagen” is,
tracht hij een vlinder te vangen of een
wilde bij op een bloem te verrassen, die
hij dan vasthoudt, de wieken op den rug
gebogen om haar' den angel door het blad
van een of ander gewas te doen steken.
Somtijds ook weet hij zich op den rug van
een schaap neer te zetten en, daaraf in
’t gras te tuimelen, terwijl hij het schaap
ziet wegreunen, ’t is alles dan pret. Eu
had hij maar een paard, wat zou hij rijden
’t Staat dan ook vast, hij wordt soldaat en
kurassier, of boer.
Maar als hij dan weer thuis komt dan
luidt het: „denk aan je leswerk, Karei!”
„Och moe, morgen, morgenochtend vroeg
zal ik het afmaken hoor!” „Neen,” klinkt
het thans gebiedend en dreigend„je les
werk af of geen eten”. Wat valt het Ka
reltje hard om te gehoorzamen aan dat
moeten. Zijn leswerk draagt er dan ook de
sporen van, dat de strijd hard is geweest.
Er is nog een andere dwang, dien men
een zedelijken zou kunnen noemen, omdat
hij zijn zetel heeft bij of in ons zelf. Wij
bedoelen den dwang om te arbeiden. Wan
neer eigenbelang en plicht ooit in over
eenstemming met elkander kunnen ge
noemd worden, dan is het de plicht, dien
wij te vervullen hebben en het belang dat wij
zelf hebben bij het vervullen van den plicht
om te arbeiden. Het ontbreekt wel niet
aan menschen, die met liefde zjjn bezield
voor den werkkring of de wetenschap, die
zij zich ter beoefening kozen, aan plicht
noch belang denken of het althans niet op
den voorgrond plaatsen, maar laat ons eer
lijk zijn en bekennen, dat de meesteu van
ons weinig genegenheid voor gezetten ar
beid aan den dag zouden leggen, indien
hun belang het hun niet ten plicht maakte
om hunne krachten er voor in te spannen.
Niet zelden gaat dit zelfs zoo ver, dat er
ontbeerd en als het ware dubbel gearbeid
wordt, in het vooruitzicht of met de hoop
om eerlang of althans eenmaal zich vrij te
kunnen gevoelen van te moeten arbeiden.
Bij anderen weer is de dwang van dat
moeten en hun inwendig verzet daartegen
oorzaak, dat zij hun tegenzin wijten aan
het vak, dat zij zich kozen of waartoe zij
werden opgeleid en die oorzaak is, dat zij
het eene vaarwel zeggen om het met iets
anders te beproeven, somtijds om het spreek
woord tot waarheid te maken: „twaalfam
bachten dertien ongelukken.” Hun inwen
dig verzet tegen den dwang om te arbeiden
is oorzaak, dat daar geen vak is, dat eenige
liefde bij hen wekken kan of het moest
grens gebracht, waar zij gevangen gehouden
worden. De Servische douane-ambtenaren
zijn gevlucht.
Het is niet te denken, dat dit incident
groote politieke gevolgen zal hebben. Noch
de Regeering van Bulgarije, noch die van
Servië is erg gesteld op een hervatting van
den oorlog van 1885. Waarschijnlijk zal
dus de Bulgaarsche Regeering aan die van
Koning Alexander wel de gevraagde vol
doening geven.
Het hof van cassatie te Parijs heeft
thans uitgemaakt, dat de hertog van Brons
wijk, die 42 tnillioen frcs. naliet en de stad
Genève liet erven, domicilie te Parijs had
toen hij zijn testament maakte en dat dit
derhalve moet worden uitgelegd volgens de
Fransche wet.
En volgens deze komt aan de wettige
kinderen de helft minstens van de nalaten
schap rechtens toe. De heer Civry, wiens
grootmoeder morganatisch gehuwd was met
den hertog, zal zijn proces dus winnen en
de stad Genève zal voor haar deel een paar
millioen successierecht betalen moeten. Als
Genève het geld niet wil teruggeven aan
de wettige afstammelingen, wordt er beslag
gelegd op alles wat de stad in Frankrijk
kan te vorderen hebben, bijvoorbeeld op
het bedrag dat de Spoorwegmaatschappij
ParisLyonMéditerrannée” verrekent
voor haar exploitatie op het gebied van
Genève.
De Vlaamsehe leden der Kamer van
België hebben voorgesteld, voortaan niet
meer alle wetten in het Fransch, maar ook
in het Vlaamsch af te kondigen. Eene
commissie der Kamer, half uit Walen en
half uit Vlamingen saamgesteld, heeft met
4 tegen 2 stemmen zich er voor verklaard.
Tegen stemden de clericale Walen.
De Gemeenteraad van Antwerpen heeft,
met algemeene stemmen op één na, eene
motie van orde aangenomen, waarin ge
protesteerd wordt tegen de ontworpen school
wet en aangedrongen op neutraal, verplicht
en kosteloos onderwijs.
De beweging tegen het clericale ontwerp
wordt ook elders in den lande krachtig
voortgezet.
het „vak” van niets doen zijn. Nietsdoen,
niet zoo zeer uit aangeboren of aangewende
traagheid, maar hoofdzakelijk uit verzet
tegen den dwang om te moeten arbeiden.
Zij zouden in hun niet goed geplaatst vrij
heidsgevoel de zorg voor hun belang en
den plicht om dat te behartigen aan andere
voorwaarden, voorwaarden naar eigen keus
willen onderwerpen.
Elke werkkring, dien wjj ons kozen,
brengt zijn eigenaardige lasten en bezwaren
mee, maar1 deze worden het allerbest over
wonnen door onder getrouwe plichtsbe
trachting de goede of aangename zijde er
van op te merken en zoodoende er liefde
voor te leeren opvatten. Dan wordt niet
alleen het moeten willen, maar daardoor
wordt ook het willen moeten.
Duizend maal hoort men zeggen of spre
ken wij het uit: „ik moet”, zonder dat
daar een anderen dwang of drang aanwe
zig is, dan het bewustzijn van plicht, nauw
verbonden met de zorg voor het belang.
In vele opzichten toch zijn die twee één,
en gelukkig dat het zoo is, omdat onze
zucht naar vrijheid of onze traagheid ons
tot nietsdoeners vormen zou.
Bij zijne geboorte ontvangt ieder mensch
het stempel van te moeten arbeiden en de
inrichting der maatschappij is van dien
aard, dat daarvoor voor velen plaats en
gelegenheid is, en tot onderscheid van jaren
en begrip gekomen, wordt het hem al spoe
dig duidelijk, dat te moeten arbeiden plicht
en belang tot grondslag en drijfkracht
hebben.
Het dienstmeisje zou een groot gedeelte
van haar jeugdig leven niet m een keuken
in eenzaamheid doorbrengeu, indien haar
belang haar den plicht er toe niet oplei,
en ongelukkig eu ontevreden gevoelt zij
zich alleen dan, wanneer zij zich aan on-
zedelijken dwang voelt overgegeven eu het
moeten haar van buitenaf hard wordt ge
maakt.
Wanneer wij een moeder die’t des daags
zuur genoeg heeft, tot instandhouding van
het gezin ook nog een goed deel van haar
nachtrust zien opofferen en wij vraagden
haar, waarom zij dat doet, dan zon zij ons
bevreemd aauzien en geen ander antwoord
hebben dan dit: „ik moet.” Zij moet. Niet
haar persoonlijk belang, maar dat van en
de zorg en liefde voor haar gezin is de
drijfkracht, die in haar gemoed met luide
stem spreekt: „ik moet*.
Die stem spreekt in allen, wier belang
vordert en wier plicht alzoo medebrengt
om gezetten arbeid te vellichten. Onge
lukkig hij, die uit wispelturigheid zijn be
lang voorbijziet en zich aan den plicht ont
trekt. Wij zouden aanleiding kunnen vin
den om hem te minachten, maar laat ons
hem liever beklagen, als iemand in wiens
hart en hoofd niet alles in orde is, hopende
dat de ervaring ook hem wijsheid zal lee
ren. Op den duur toch zal het hem hard
moeten vallen „om de verzenen tegen de
prikkels te slaan.”
De prikkels. Zeker, belang en plicht zijn
prikkels tot den arbeid. Geen wonder dat
wij daaromtrent voor onerprikkeling vat
baar zijn, waardoor er de waarde en het
schoone afgaat Onerprikkeliug toch ont
neemt ons in zekeren zin het meesterschap
over ons zelf, en plaatsen wij ons alzoo bui
ten of tegenover onze medemenschen en
hunne belangen.
Maar hierop te wijzen ligt niet in ons
tegenwoordig bestek.
Ooststellingwerf, 5 Juli. Hebben
de binnenlanden dit jaar buitengewoon
veel hooi geleverd, niet zoo goed is dit met
de maadlauden. Deze hebben door het
hooge water van verleden zomer zoodanig
geleden dat de graswortel grootendeels is
verrot en de opbrengst bij het maaien valt
dus deerlijk tegen. In de verte lijken deze
landen tamelijk goed, maar er zit geen
ondergras in. Bovendien is het duidelijk
zichtbaar, dat de vorstige nachten schade
aan het gras hebben gedaan. Gelukkig
zijn de maden dit jaar goedkoop verhuurd
en zullen de boeren toch geen duur hooi in
de schuur krijgen. Maar de toestand zou
ongunstiger zyn, als de binnenlanden niet
zoo uitstekend hadden geleverd. Fran. Crt.
Uit de Lingestreken schrijf men omtrent
den stand der veldgewassen
De beetwortelen staan prachtig te velde
en beloven een ruim beschot; de aard
appelen staan ook goed en beloven ook
veeltarwe is middelmatigrogge
staat goedboonen en erwten niet te
best, verlangen naar regen.
Het vette vee is niet duur30 a 33 cent
per half kilo schoon aan den haak
varkens hebben geen handelswaarde, zoo
min de groote als de kleine. Er is daarvan
te veel aanbod.
Door wijlen mej. I. B. Hendriks is
aan het diakonie- bestuurder Ned.Hervorm
de gemeente alhier gelegateerd, vrij van
rechten en kosten, een som van f 10J0 en
bovendien een som van f 1000, met den
last om de renten daarvan te besteden tot
onderhoud van een kat of hond, voor
het geval zij die mocht nalaten.
r»
/.J
Bolswardsche Courant
111
Jj i
k
I