NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
m WONSERADEEt
1
J
Si
9
folfl
No. 44. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang.
ONS STADHUIS.
VERLOREN KIND.
1895.
ZONDAG 21 JULI.
I
A
s
1 |1
1
p
VOOR
zich wel
REISWEZEN.
eenigen tijd geheel
DE RESTAURATIE
's
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Kijkjes op de Wereldtentoonstelling
penning van de 1ste steenlegging.
Het gat
•S
1614 1895.
$)OOOOCXX.O^^
3e
lyke
j^yONNEMX ’TSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
^<>yaD^~'—- franco per post 95 Cents.
- -
de opmerkingen
hij het kind op en droeg het verder. Wel
licht waren de ouders in de onmiddellijke
nabijheid van de muziektent; daar stonden
nog al veel menschen. Terwijl hij met het
meisje op den arm door de menigte heen
drong, hoorde hij plotseling een luiden gil
en omziende bemerkte hij, dat het het
dienstmeisje van zjjn aanstaande schoon
ouders was, die gegild had. Hij wilde haar
roepen, doch zij verdween plotseling in de
danszaal.
Is de kleine je niet wat lastig, vroeg een
der omstanders.
Zeker, en nu komt er nog bij, dat het
meisje mij geheel vreemd is en dat ik haar
uit medelijden opgenomen heb, omdat zij
haar ouders verloren had.
Laat het bekend maken.
Wat zegt u?
De man beduidde toen den candidaat,
wat hij bedoelde en onder het vertellen
klaarde zjjn gezicht geheel op, waarop een
glimlach te zien was, toen de orkestmees
ter hem het kind afnam en door bekende
signalen aankondigde, dat er een kind ge
vonden was.
Thans waren de ouders gauw gevonden
en namen zij hun kind in ontvangst, zon
der Paul ook maar met een vriendelijkeu
blik of handdruk voor zjjn moeite te be
danken.
Acht dagen na deze geschiedenis legde
Paul met gunstig gevolg zijn examen af
en ijlde hij op de vleugelen der liefde naar
zijne bruid.
Natuurlijk was zij en hare familie zeer
met den goeden afloop van het examen
ingenomen, doch het kwam Paul voor, dat
HOTEL- en
Toen is men met het gevelwerk begonnen.
De muren zijn één steen en een halve steen
diep uitgehakt. Het was nu de vraag waar
te beginnen en te eindigen, want men kan
XII.
Was uw verslaggever de vorige keer ge
noodzaakt, zich in minder vleiende termen
uit te laten over het vuurwerk van de hee-
ren Pain Sons, thans rust op hem de aan
gename taak U mee te deelen, dat boven
genoemde heeren zich j.l. Dinsdagavond
schitterend gewroken hebben. Nog steeds
blijft het me echter een raadsel, waarom het
eerste vuurwerk zoo deerlijk in het water
moest vallen. Me dunkt, het heeft er allen
schijn van, alsof de Engelschman gedacht
heeft, de Hollanders wel met een kluitje in
het riet te kunnen sturen. Dan heeft hij zich
echter een weinigje vergist. Hoe het zij, hij
heeft zich gewroken, schitterend gewroken
ook. Het programma bevatte dezelfde num
mers van de vorige week, vermeerderd met
nog een vijftal.
Het was een prachtige avondwel was de
windrichting weer zóó, dat de rook het ter-
rein overdreef, maar toch hinderde deze nu
lang niet zoo als 8 dagen geleden.
Het eerste nummer was reeds een dankj-
baar begin inplaats van één, zooals het pro
gramma vermeldde, werden drie luchtballons
opgelaten, die, op groote hoogte gekomen,
prachtig gekleurde ballen uitwierpen, of steeds
van kleur veranderende kogels, welke door
een onzichtbaren draad waren verbonden. Bij
zonder talrijk waren de groote zwermers,
tourbillons, etc. Al dit kleine goed diende
echter tot aanvulling van de hoofdnummers,
die ieders bewondering wekten. De voor
naamste waren: een reusachtige bloeiende
roos, van helder rood veranderende in prach
tig goudbrons, en eindigende in eene zware
kanonnade; een gymnast, aan een rekstok
allerlei bovenmenschelijke toeren uitvoerende;
een wandelende olifant, die in de wandeling
zijn slurf verloor, en eindelijk, het hoofdnum
mer van het geheele programmatwee zee
schepen, op een zee van golvend vuur, elkaar
heftig beschietende, naar elkaar toezeilende
en hun vernielingswerk zóó lang doorzettend,
tot eindelijk een der beide zeekasteelen, ont
redderd en al, in den grond werd geboord,
waarop het overblijvende de Nederlandsche
vlag heesch. Dit was werkelijk iets, „nog
nooit in Nederland vertoond!* (zooals het
programma vermeldde). Het slot was weer
een reusachtig portret van onze Koningin
Wilhelmina, met een bronskleurig (gouden)
collier. De muziek speelde het Wilhelmus,
en het gejuich en gejubel van de duizenden,
die gekomen waren om nu eens werkelijk
iets moois te zien, bewees, dat men ten zeerste
tevreden was met wat de vervaardigers thans
hadden laten zien.
En ze hadden eer van hun werk.
In het vervolg is er eiken Maandagavond
vuurwerk.
Als de heeren Pain Sons denzelfden lof
zullen inoogsten als j.l. Dinsdag, dan dienen
ze een verbazend uitgebreid répertoire er op
na te houden. We willen er het beste van
hopen, zoowel voor de vervaardigers als voor
de duizenden toeschouwers, die een vuurwerk
toch altijd weer lokt.
Het is laat geworden10 minuten vóór
elf, en... om elf uur wordt de Tentoonstelling
reeds gesloten. Op onze wandeling naar
huis hebben we echter nog even gelegenheid,
en, als het U gaat zooals mij, ook wel lust,
want het was warm, benauwd warm, tus-
schen al die duizenden van menschen, om
ons neer te vleien in een paar gemakkelijke
stoeltjes in het café bij den olifant. Tijd,
om den olifant te beklimmen, ontbreekt ons.
Beklaag u daarover echter niet al te zeer,
want bij avond vooral is dat geen ge
makkelijke tocht, ’k Wil nu graag geloo-
ven, dat de Tyroler zangers, die in „de buik“
van den olifant concert geven, dat niet met
me eens zijn, maar die zijn ook het be
klimmen van bergen gewoon. De wentel
trap, die U ter bestemder plaatse moet bren
gen, is lastig, nauw, en wat wel het meest
ons terughoudt, bijna niet verlicht. Ik kan
me voorstellen, dat men dezelfde gewaar
wording krijgt, als men van uit eene mijn
komend, zich zelf langs de gevaarlijke lad
ders der mijnwerkers omhoog werkt. Heusch,
dat bestijgen van den olifant heeft weinig
bekoorlijksvooral voor dames is het niet
aan te raden, tenminste niet, wanneer men
liefst niet door kellnerinnen wenscht bediend
te worden andere gedienstige geesten vindt
men er niet. Maardie er zijn, zijn erg
gedienstig; misschien maken ze zich wel
eens wat al te verdienstelijk!
Het is hier een gezellig zitje. Eén gezel
schap Rumeniërs en één, bestaande uit Ita
lianen, alle in nationale kleederdracht, voeren
hier nationale muziek uit. Zoo nu en dan,
vooral als het zangnummers zijn, oogsten ze
véél bijvalnu hebben ze doorgaans ook
nog al erg dankbaar publiek.
Maar... het wordt tijd om onze schreden
huiswaarts te richtende illuminatie van
het hoofdgebouw is reeds uitgedraaid, even
als een gedeelte der booglampen reeds den
geest heeft gegeven. Ge wenkt den kellner,
vraagt hem naar den prijs uwer vertering,
en na dien betaald te hebben, staat ge op
en zegt ongetwijfeld tot uwen buurman
„Wat is alles daar duurEn ja, waarde
lezer, Hat is het voornamelijk, waardoor het
les Wiener Café van A. Besken zoo bekend
is. Eene treurige vermaardheid, voorwaar
H. BURGERSDIJK.
A’dam, 18 Juli '95.
die van het station te Sneek moesten ge
haald worden, aangevoerd. De Broerekerk
diende voor berg- en werkplaats. Een drietal
steenhouwers waren daar bezig zandsteen
gereed te maken voor het volgende voorjaar.
Alle zandsteen voor balustrade, kroonlijst,
fries en architraaf en gedeelte topgevel was
hierheen getransporteerd. Het slechte werd
vervangen door nieuw en het goede werd
afgeloogd.
Gedurende de wintermaanden hebben de
timmerlieden het navolgende verricht. Het
maken en aanbrengen van nieuwe voetplaten
voor de kapspantende ondergedeelten der
spanten waren geheel vergaan. Deze aan-
gelascht en versterkt. Sleutelstukken en
lasschen voor de balken, die alle in den muur
geheel vergaan bleken, werden gereed ge
maakt. Diverse herstellingen aan het dak.
Vervanging van de houten kolom in de
vierschaar door een van hardsteen.
Deze kolom was slecht en was aangebracht
op een gemetselde penant 1 Meter Op
deze kolom stond een stand vink, waarop
eenige onderslagbaiken rustten, die op hun
beurt de torenbalklaag ondersteunden. De
toren staat met 8 stijlen en karbeels op ge
noemde balklaag. Deze balklaag is gebleken
niet sterk genoeg te zijn, is zwaar doorge
zakt en enkele balken gebroken. Omstreeks
1730 is genoemde kolom met greenen onder-
slagbalken aangebracht. De balken waren
nog in goeden staat. Om genoemde kolom
te vervangen, is vanaf den grond tot toren
balklaag alles gestut, vloeren gedeeltelijk
weggebroken, balken onderkield en daarna
met 8 vijzels omhoog gewerkt, tot de houten
kolom vrij kwam te staan. Daarna is de
hardsteenen kolom aangebracht en alles weer
in orde gemaakt.
Dc houten vloer en balklaag van de vier
schaar is toen weggebroken en nieuwe ijzeren
balken met trogwelfjes aangebracht, aange-
razeerd met beton en later de vloer gelegd
van hardsteentegels met rand van Comblan-
chien marmer.
Dit metselwerk kon in den winter ge
schieden.
Begin Maart 1894 is men begonnen met
het stutten der Westgevel, de bogen van de
4 ingangen der Waag werden geheel uitge
broken, nieuwe bogen gemetseld en stevig
opgesloten de zandsteen tot onderkant Wen-
delijst van zuid- en westgevel uit den muur
gehaald, geloogd, hersteld, enz. De west
gevel zou voorzien worden van eene nieuwe
fundeering met schroefpalen. Bij het indraaien
bleek echter dat de grond te stijf was. Op
2 a 3 Meter diepte wilden ze niet dieper en
bij verder pogen draaide men de palen op
een dikte van 16 a 20 cM. stuk. Toen deze
manier mislukte, is besloten den grond onder
de fundamenten te ontgraven tot op den
vasten bodem en ongeveer 3 Meter lager is
een zwaar roosterwerk gelegd waarop de
steenen voet, breed 1,20 Meter (de muur is
70 cM.) Dit was een tegenvaller. Tij lens
dit werk is gevonden, even beneden den
beganen grond in den muur, een stuk zand
steen met neuslijst er aan. Deze steen was
uitgehakt met een gat van p.m. 10 cM. ku
biek. In dit gat lag tussehen 2 looden
plaatjes 1 zwaar verguld koperen gedenk
penning van de late steenlegging.
Het gat was weer met lood afgedekt. Op
de penning staat
s a
a o -- -
PöR
- -
Aafiv’8as Zondagavond en druk op straat
van ihënschen, die van hun uitstapjes te-
rugkwamén. Het was tegen den tijd, waarop
de lantaarns -ftsgestoken werden dat de
'Mv^.didaat in de rechten Paul Heller zijn
4J,!-‘erde kamérs in de Ridderstraat
-39,buiten ging om de muffe
- 38,—ontvlieden en in de heer-
aVm*%> <,-<9<^ ‘ber een uur te gaan wan
delen. Ov^yaéirc Magen moest hij een
■amen doyyti en promoveeren en daarvoor
M ’'-L~-Miard gewerkt. Hij had met zijne
brto en hare familie afgesproken hen niet
meer bezoeken voordat het examen
achter den rug was. Den geheelen dag had
hjj in de weti.C’1 gestudeerd en had heer
lijk kunnen werken, daar zijn medebewo
ners van het huis allen met hunne kinde
ren naar buiten waren gegaan. Na zoo’n
hispannenden dag had hjj dan ook ’s avonds
liet corpus juris toegeslagen en was uitge
gaan. Doelloos liep hij door enkele straten
toen hem op eens de lust beving naar een
concerttuin te gaan. Hij richtte zijn schre
den naar deze plaats toe en wilde juist
achteraf in een donker hoekje stil plaats
nemen, toen hij plotseling hierin werd ver
hinderd. Een klein, lief blondlokkig meisje
klemde zich aan zijn beenen vast en riep
met een allerliefst stemmetje: Papa, Papa!
De candidaat keek verwonderd het kind
aan en daar hij zich zeker bewust was, dat
hem de titel van „Papa“ niet toekwam,
keek hij in zijn onmiddellijken omtrek rond
of hij ook ergens den werkelijken vader
ontdekken kon. Hij zag echter biets anders
dan enkele vroolijke jongelingen.
„Papa“, hernam het meisje met haar
vriendelijk stemmetje.
Maar ïief meisje, je vergist je zeker. Ik
zal wel eenige gelijkenis met je Papa heb
ben, maar ik ben niet voor wien ge mij
houdt.
Papa, wandelen gaan.
Nu goed, we zullen een eindje oploopen
misschien vinden we dan meteen je eigen
papa.
Deze hoop bleek na
ijdel te zijn.
Paul ging langs alle mogelijke paden
van den tuin, hield nu en dan stil, over
zag het terrein, doch niemand kwam zich
over het kind ontfermen.
Óp den arm nemen! dragen! riep plotset
ling de kleine.
Wat? Moet ik je dragen ‘J Neen, meisje,
dat kan ik niet doen. Ik moet over acht
dagen examen doen enneen, dat gaat
niet.
Ja wel, dragen.
Neem toch dat lieve kind op den arml,
zei een juffrouw op nijdigen toon, het kind
is natuurlijk moe.
Zulke hardvochtige ouders moesten door
de politie opgepakt worden meende eeiji
tweede juffrouw, terwijl zij den candidaidf
woedend aankeek en daarna in zich zelf
zeide: arm schaap.
De candidaat vond zijn toestand alles
behalve prettig, doch naar aanleiding van
van beide juffrouwen, nam
droeg het verder. Wel-
a
Niet ondienstig komt het ons voor, eene
nadere omschrijving van genoemde restau
ratie te geven, daar het velen interesseeren
zal te weten, wat er geschied is.
In Maart 1893 is het gebouw opgenomen
om eene omschrijving te maken van hetgeen
geschieden moest, met eene kostenberekening
toegelicht met teekeningen. 23 Juni d. a. v.
werden bij raadsbesluit de plannen goedge
keurd en tot de restauratie besloten.
Den 16 Juli is men begonnen. Keet, schut
ting, kalkhokken, bakken, ladders en ander
gereedschap was het eerste werk, daarna
een steiger om den toren.
De bedoeling was om in 1893 den toren
en den achtergevel gereed te hebben en dit
zou zeker geschied zijn, als men niet dade
lijk tegenspoed gehad had. Ten eerste bleek,
dat het torenmetselwerk buitendaks zoo slecht
was, dat van afhakken en eene omkleeding
er om heen geen sprake kon zijn, maar ge
sloopt moest worden. Verder moest ook de
zandsteen torenbalustrade uit elkaar genomen
worden, wat met het oog op de zware stuk
ken nog al bezwarend was.
In de 2e plaats moest men vier weken
wachten op een partij gevelsteen voor den
toren. Om deze redenen kon het voegwerk
dit jaar niet meer geschieden.
Ook bij den achtergevel kwamen verras
singen.
Over eene lengte van 4 Meter was de muur
van onder dik één steen en 5 Meter hooger
was de dikte 0,63 cM. Dit overstekende
rustte op houten lathei. De achtertopgevel
werd geheel afgebroken.
Bij het uitbreken van een kozijn bleek,
dat men hier te doen had met een voormalig
eiken kruiskozijn waarvan men de midden
dorpel en stijlen had uitgenomen, de rest
had men bekleed. De profileering van stijlen
enz. kon men nog duidelijk waarnemen. In
November is het metselen gestaakt. Opper
lieden en metselaars gingen aan het afhak
ken van al het raap- en pleisterwerk. De
timmerlieden hadden de dakkappellen gere
pareerd of vernieuwd. Balustrade, kroonlijst,
fries en architraaf van west-, zuid- en oost-
gevel werden gesloopt.
Inmiddels waren eenige waggons zandsteen,
zijn bruid wel wat harteljjker had kunnen
zijn. Zij was een weinig terughoudend en
koel en toen zij hem in het oor fluisterde
dat zij hem een oogenblik alleen wenschte
te spreken begreep hij er niets van. Zij
wenschte! Vroeger had zij er om gesmeekt
Nu, wat is er aan de hand, vroeg Paul
op gemoedelijken toon, toen hij Alice in
den salon gevolgd was.
Alice nam plotseling een statige houding
aan en geleek veel op Kassandra, toen zij
de ondergang van Troje voorspelde, dacht
Paul bij zich zelf.
Paul, ik heb er lang over nagedacht.
Eerst dacht ik, dat alles tussehen ons uit
moest zijn, doch bij nader inzien ben ik
hierin van meening veranderd. Ik voel mij
sterk genoeg en vergeef je.
Dat vind ik allemachtig aardigMaar
wat vergeef je me? Vergeef je me soms
dat ik examen gedaan heb?
Neen, nare man, daarom natuurlijk niet
je weet heel goed wat ik meen. Paul, ik
ben besloten. We zullen het kindadoptee-
ren en het als het onze opvoeden.
Welk kind? Alice, ben je gek geworden?
Ons dienstmeisje heeft toch goed gehoord
en gezien, dat je voor 8 dagen in den con
certtuin een lief klein meisje op den arm
droegt en dat je telkens Papa noemde?
Ja, dat moet ik je toegeveu. Nu begrijp
ik er alles van. En bij Alice plaats
nemend, vertelde hij haar zijn avontuur,
waar beiden later hartelpk om lachten.
-
fl X 5
i 73
Ss s .a -
i -2
Am"
Q SK
«5
r»
Bolswardsche Courant
.2
VAN HET
05
VAN
co
(-4
«"o'-'
H
Q
o -c 'g' -5
M o
Q
I
N-o
»-§■§
I W a* M g
(Jij
I o cc