NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD .8MSWAB» ESI WONSERADEEI. Te huur bij gesloten briefjes, voor jaren „EELSMA STATE" 1 I DaMSKSM KERKGEBOUW KERKGEBOUW Uit de Rechtszaal. No. 47. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895. Het oude in de mode. mg g DONDERDAG 1 AUGUSTUS. C BINNENLAND. I i VOOR partenhier en daar vindt gij tusschen de ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. nemen en 1 antiek zijn Zelfs de I herhaald zijn ligt eene vrouw andc vangen door eenen man en dit dan tot gevolg zou hebben gehad dat eene weduwe hare ver dienste zou moeten missen. Na de verzeke ring gegeven te hebben dat hij de uitspraak zal afwachten en die zal volgen, roept be klaagde ten slotte nog de clementie van den Rechter in. Na eenige repliek van het O. M. over de De G R EI D- en B O U W P L A A T S -Ën opvatting der wetsartikelen bepaalt de Kan tonrechter de uitspraak op Vrijdag 2 Augus tus e.k. Naar aanleiding van mr. Treub’s ar tikelen over de vermoedelijke opbrengst van het nieuwe personeel te Amsterdam schrijft de Tijd het volgende „Wij zien geen kans op de juistheid der gemaakte becijferingen van mr. Treub en de daaruit getrokken conclusion iets van belang af te dingen. „De vraag is thans, of de Minister van Financiën dit /al kunnen." „Gemakkelipk zal dit zeker niet gaan. Kan Z. Exc. het niet, dan mag dunkt ons van de aanneming van zijn wets voorstel geen sprake wezen, tenzij vooraf een van beide hebben plaats gehadvoor ziening in den nood der gemeentelijke finan ciën, zoo dat de groote gemeenten in staat worden gesteld de schade, welke haar dreigt, te dragen, zonder tot een exorbitante op drijving der opcenten op het personeel of tot een aanzienlijke verhooging der nu reeds bovenmate drukkende hoofdelijke omslagen over te gaan. „Of wel omwerking van het thans inge diende ontwerp tot herziening van het per soneel op zoodanige wijze, dat daaruit het groote euvel, door den heer Treub aange toond, worde weggenomen. „De financieele toestand van vele der groote gemeenten van Amsterdam in de eerste plaats is nu reeds treurig te noe men. Dien toestand wetens en willens nog slechter te maken, de financiën der groote gemeenten zooals de heer Treub zich uitdrukt van den wal in de sloot te helpen, zou van den financieelen wetgever een on vergeeflijke fout wezen. „Zelfs het grootste ongeduld, om tot de vurig verlangde uitbreiding van kiesrecht te geraken, mag in ons oog niet tot motief of voorwendsel strekken, om ondoordacht een belastingwet door te drijven, welke gevol gen zou meebrengen als die, welke door den heer Treub worden aangewezen. Nog een tegenspraak, ’t Blijkt dat er toch Leidsche soldaten waren die voor ƒ0.75 op den maskeradedag politiedienst hebben gedaan en wel aan het station. Maar dat was niet de schuld van de directie. Deze had 10 man aangevraagd en f 15 benevens den kost beschikbaar gesteld. Men zond er 20 en toen bleef er per man en per dag ƒ0.75 over benevens 6 aangekleede brood jes en evenveel flesschen bier. Erg te klagen heeft men dus toch niet gehad. Met deze zoele avonden vecht men om de zitplaatsen voor de bierhuizen te Amsterdam. En zoo was er gisteren-avond een dorstige, die, nadat hij voor de ruim 20 koffiehuizen aan het Rembrandtplein ver- geefsche pogingen had aangewend om een plaatsje te veroveren, het zeer rationeele besluit nam, uit zijn eigen huis een eigen stoel te halen en zich daarop voor het bier huis „Die gute Quelle1* neer te zetten. Tot zoo ver ging alles goed, ook zijn pot bier werd hem gebracht door den kellner, maar toen hij zich gelaafd en betaald had, begon het lieve leven. Nauwelijks was hij opge staan, om met zijn stoel onder den arm te vertrekken, of de kellner, meenende dat men zijn patroon bestal, zette in niet genoeg te loven ijver den vermeenden stoelendief na. Hem volgden veel bezoekers en ook de waard (wegens zijn respectabelen omvang) minder vlug. De man met den stoel, in het gevoel van eigen goed recht, en er vast op vertrouwende er zijn nog rechters in Amsterdam, vluchtte niet en werd dus al spoedig ingehaald en door een dichte menigte omgeven. Met een vloed van woorden werd de stoel door kellner en waard opgeëischt, doch het antwoord luidde: „Slechts over mijn lijk." Eindelijk daagde de rechtvaardigheid op in den persoon van een politieagent. Aan klager en beklaagde werden gehoord. In plaats van een verdedigingsrede draaide de laatste het corpus delicte onderste boven en zei„De pooten van dezen stoel zijn zwart als de duisternis, en die uit de Quelle hebben gele pooten." Dit was onzen politieman genoeg en de volgende uitspraak vloeide van ’s mans lippen Een Nederlandsche burger heeft het recht met zijn eigen stoel uit wandelen te gaan. N. Rott. Crt. Met de mailbooten der maatschappij „Zeeland" werden in de afgeloopen week vervoerd niet minder dan 2303 passagiers, dat is gemiddeld 329 per dag. zoo is het oude langzamerhand 'ëu stelselmatig weer in de mode gekomen, en schijnt het nu en dan zelfs nog sterker in trek te zijn dan het nieuwe. Zetten wij een wereldtentoonstelling op touw, en weten we niet hoe we er de menschen heen zullen krij gen, dan bouwen wij er een „Oud-Holland" op oud-Holland met zijn trapgeveltjes en luifels en kleine vensterruitjes, en de kijkers stroomen van heinde en verre toe. Op muzikaal gebied laat Daniël de Lange zijn a capella-koor Oud-Nederlandsche lie deren zingen, en tot heel in St. Peters burg worden de toehoorders verrukt door die welluidende schoonheden uit de oude doos. En niet minder streelt Willem Kes in het Concertgebouw de ooren der kunst liefhebbers, als hij hen onthaalt op een reeks avonden, gewijd aan de uitvoering van muziekstukken der Nederlandsche mees ters uit den vroegsten tjjd, mannen wier werken uit het stof van vier of vijf eeuwen moesten worden opgerakeld. En hoe applau- diseerde men bij dat alles - want het was zoo mooi, en zoo oud En men heeft het bij de muziek niet ge laten. Ook de tooneelschrijvers der zestiende en zeventiende eeuw moesten hun schatting leveren, om eens op eene aangename en streelende wijze het langvervlogen verleden weer voor den geest te tooveren. Op het marktplein van Oud-Holland verrees een ouderwetsch tooneel, als uit de dagen der rethorykeren, en op dit tooneel worden nu ten aanschouwe en aanhoore van nieuw modisch gekleede en nieuw-modisch be schaafde heeren en dames eenige oudvader- landsche kluchten vertoond van zóó scabreus gehalte, dat ze een dragonder zouden doen blozen. Maar de sierlijk gekleede dames en heeren kijken elkaar eens aan en giegelen eens om die ondeugende guitigheden uit de oude doos, en troosten zich met de gedachte, dat hun eigen tijd, deze tijd die ook met het fabriceeren van schunnige tooneelproduc- ten terecht kan, maar dan meer verfijnd toch nog zoo héél slecht niet is, want dat men er althans in vroeger eeuwen minder doekjes om wond en de kat minder in don ker kneep. En als de heeren en dames thuis komen, na zich uitstekend geamuseerd te hebben met den Oud-Hollandschen boert in de Oud- Hollandsche stad, zetten zij zich neer in hunne keurig gemeubelde kamers, waar de wanden en de schoorsteenmantels met „oud blauw" versierd zijn, oud blauw uit de nieuwe doos. Groote werkplaatsen en fabrie ken zijn bevolkt met lieden, die a zooveel per Burgemeester van Wonseradeel gewaar merkte lijst niet voorkwam, dat hij als hoofd van het bedrijf vergunning had bekomen, deze vrouwen op Zondag arbeid te laten verrichten, omdat hij van meening was, dat hier geen strafbaar feit werd gepleegd en bij oordeelde, dat het spoellokaal niet tot de fabriek als zoodanig behoorde. Reeds den 28 Mei te voren was dezelfde directeur na eene waarschuwing van den Burgemeester geverbaliseerd door den Bri gadier-Commandant der Maréchaussée te Witmarsum, terzake dat hij ’s avonds na acht uur door eene vrouw arbeid had laten verrichten, bestaande in het overdragen van melkbussen van de ontvangkamer naar de speelplaats, bij welke verbaliseering hij ook had verklaard dat hij meende, dat dit werk was, dat bij eene veehouderij te pas kwam, en het niet viel onder de bepalingen der arbeidswet. Bij het getuigenverhoor waarbij de twee als getuigen gedagvaarde maréchauseé’s en de rijksveldwachters hunne opgemaakte pro cesverbalen bekrachtigen, geven de vrouwen die aan den arbeid als bovengemeld waren aangetroffen te kennen dat de arbeid was verricht op Zondag en de transportkannen waren overgedragen. De ambtenaar O.M. acht de ten laste gelegde feiten bewezen en eischt tegen den beklaagde schuldigverklaring a. aan het den arbeid eener vrouw in fabrieken en werkplaatsen later doen eindi gen dan te 7 uur des namiddags; b. het eene vrouw op Zondag arbeid doen verrichten in fabrieken viermaal gepleegd, en op dien grond veroordeeling tot betaling van vijf geldboeten elk van vijftien gulden, bij nietbetaling, tien dagen hechtenis voor elke boete. Hierna komt de beklaagde aan het woord, in zijne verdediging bijgestaan door zijnen vader. Beginnende met een woord van dank aan het O.M. dat op verschillende dagen gepleegde feiten op 1 dag doet behandelen, verzekert hij geenszins de politie te willen tegenwerken of de wet te overtreden maar de uitspraak te hebben uitgelokt om te weten welke gedragslijn hij had te volgen. Had hij willen ontduiken het zou der politie moeilijk gevallen zijn die ontduiking te constateeren. Vóór de bekeuring had hij, ondergeschikte der Vennootschap, zich doen inlichten om trent de opvatting der arbeidswet in dezen. Dat hij terechtstaat is voor hem niet ont- eerend, immers hij er is zich van bewust dat hij niet in strijd met den geest der wet heeft gehandeld, een wet, die er alleen is om over matigen en gevaarlijken arbeid te voorkomen. Door vrouwen is dusdanigen arbeid nooit in de fabriek verricht, de getuige J. G heeft zelfs aan de maréchaussée verklaard dat zij hard was weggeloopen, omdat de Directeur haar uitdrukkelijk had verboden transport kannen over te dragen van het ontvanglokaal naar het spoellokaal. De Heer Inspecteur van den arbeid is een bezoek gaan brengen aan de fabriek en heeft toen zijne opvatting omtrent de uitlegging der wet te kennen gegeven en gewaarschuwd niet in strijd daarmee te handelen. Terstond heeft beklaagde toen het vrouwen- personeel gewaarschuwd zich niet op te hou den in een lokaal waar na de uren op de werklijst vermeld werd gewerktmaar alleen arbeid te verrichten in het spoellokaal en dan alleen zich bezig te houden met schoonma ken. Het meisje heeft het gebod overtreden, gedreven door ijver, het is haar niet euvel te duiden, maar beklaagde meent nu te heb ben aangetoond dat het niet op zijn last is geschied. Bovendien acht hij het dragen van transportkannen geen strafbaar feit. Hij wil dit rangschikken onder„de werkzaamheden voor den landbouw, de veehouderij, bij art. 1 der wet van 5 Mei 1889 uitgesloten. Te meer nog, het spoellokaal is geen lokaal waar strafbaar werk wordt verricht. Het schoonmaken van emmers en trans portkannen is geen fabriekswerk, is geen werk ook dat valt onder art. 2 der genoemde wet, immers er ontbreekt de vereischte con tinuïteit. Er is geen gevaar aan verbonden, een spoellokaal is van alle gemakken voor zien. Wat de arbeid op Zondag betreft, be klaagde heeft meent hij betoogd, dat het schoonmaken op de speelplaats geen werk is, dat onder de Arbeidswet valt. Waar deze wet het fabriceeren verbiedt, het schoon maken kan zij niet verbieden. Dat de feiten aan de omstandigheid, dat anders had moeten worden ver- Tegen Vrijdag 19 Juli j.l. was door den Ambtenaar van het O. M. bij het kantongerecht te Bolsward gedagvaard L. J. II., directeur der roomboter- en kaasfabriek „Frisia" te Zurich, ter zakedat bij als directeur van de roomboter- en kaasfabriek „Frisia" te Zurich in die fabriek ten behoeve van bet daarin uitgeoefend wordend bedrijf vrouwen arbeid heeft laten verrichten, bestaande in het overdragen van ledige melkbussen van het ontvanglokaal naar het spoellokaal later dan zeven uur des namiddags en dat hij op Zondag arbeid heeft laten verrichten, be staande in het spoellokaal schoonmaken „van transportkannen". Op Zondagen 9 en 23 Juni j.l. waren ongeveer 7 uur ’s avonds door de politie ter controleering van de arbeidswet aanwezig in de bovengenoemde fabriek aldaar aangetrof fen in het spoellokaal twee vrouwen, bezig met het schoonmaken der transportmelkbus- sen. De Directeur werd hierover aangespro ken, maar deze verklaarde dat hij, belast met het regelen der werkzaamheden der fabriek, deze vrouwen had gelast arbeid te verrichten, ofschoon op de door den Heer Twee merkwaardige stroomingen vallen er tegenwoordig in de uitingen van den tijd geest waar te nemen. „Xenejz^^^^^ van H. van der VLEUGEL, buiten de Blauwpoort te BOLSWARD, finaal tever- koopen 1. Een net en goed onderhouden (PASTORIE,) met ERF en TUIN, in de Buurt te Exmorra. Geboden slechts 1112. 2. Een voor weinige jaren nieuw gesticht met ERF c. a. aldaar. Geboden 900. 3. Het recht van opstal op een per ceel Grond en den eigendom van het daarop in 1893 nieuw gesticht c. a. te Allingawier. Geboden 618. Alles eigen aan de ontbonden Vereeniging „de Kerkelijke Kas" te Exmorra en Ailin- gawier. Voorwaarden te vernemen verkrijgbaar bij den Notaris. en biljetten stuk of per dag de schotels en borden schil deren, welke eene meer of min gelukkige nabootsing van het oude moeten voorstellen. Maar niet alleen de muren en de schoor steenen onzer vertrekken tooien wij op met nabootsingen van het oude, ook geheele kamers worden uit een langvervlogen tijd perk opnieuw saamgesteld en herbouwd. De „Hindelooper kamer" en zoovele anderen van dien aard bebooren nog altijd tot de groote aantrekkelijkheden van museums en tentoonstellingen. En is het niet met de meubelen evenzoo? Tafels, stoelen en kasten van blank eiken hout, bewerkt op dezelfde wijze en volgens hetzelfde model zooals onze achterovergroot- vaders ze in den ouden riddertijd bezigden, prijken thans in de woningen der menschen die met hun tijd weten mee te gaan. Zie eens zoo’n haardscherm bijvoorbeeldhet is stevig bewerkt, men kan duidelijk zien hoe het in elkaar zit, want de latten van het lijstwerk steken door elkaar heen en zijn I met houten pennen vastgemaakt, echt Oud- Hollandsche stijl. En dan die oude eiken houten stoelenZij zijn ook goed bewerkt en zullen het zeker heel lang uithouden, A vooral omdat niemand heel graag plaats zal nomgrj op zulke dingen met harde zittingen hooge, steile, loodrechte ruggen. Maar rijn ze, o, door en door antiek! de titels der boeken zijn er door aangedaan, door die mode van het oude. Als wij vroeger een oud werk in handen kregen en het eens opensloegen, wierpen wij het ijlings terzijde en riepen wij uit„O foei, zoo’n boek met roode letters, hoe oud bakken Thans prijken de hoofdwoorden der titels van romans, gedichten en andere nieuwe snufjes weer met bloedroode letters, precies als twee of drie honderd jaren ge leden. En vraag eens stalen van japonstoftën j voor uw vrouw of dochter, als gij nog niet heel en al de herinneringen uit uwe kinderjaren verloren hebt, zult gij telkens uitroepen „Maar kijk eens, dat is nu toch precies hetzelfde goed, dat onze grootmoe ders en oudtantes in haar tijd droegen, pre cies dezelfde nopjes en Ibloempjes op den- zelfden grond!" Uw geheugen speelt u geen pal LC11 mvi v.11 VJLV.V.L y VjU stalen allerlei nieuwe edities van oude pa troontjes. Zoo zouden wij de lijst nog tot in het oneindige kunnen vermeerderen. Maar om te besluiten, voegen wij er liever een wensch aan toe. Deze namelijk: dat er ook wat van het solide en degelijke en bestendige van den ouden tijd in den nieuwen mocht wor den overgenomen! Voorzeker, die tijd had zijne gebreken; maar er werden toengroot- scher en blijvender dingen tot stand gebracht dan tegenwoordig. Men was minder haastig in het ontwerpen, minder haastig in het uitvoeren, maar ook minder haastig in het opgeven van den arbeid bij den eersten den besten tegenslag. Als dat taaie, volhardende, doorzettende van onze kloeke zeventiende- eeuwers weer door het geslacht der negen tiende eeuw kon overgenomen worden, zou jong-Holland wel varen bij die herleving van oud-Holland. Zie eens op de oude re- genten-portrettenwat mannen, wat koppen Kome er weer iets van ernst, volharding en godsdienstzin over de hen thans bewonde rende en nabootsende afstammelingen, en er zal waarlijk reden zijn tot blijdschap, nu het oude weer in de mode is gekomen. Bolswardsche Courant V r 7 I 9 ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1