NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
JOLSWARÖ EN WWSESAÖS»
Aanst. Zaterdag
UIT HBT LÊWL
I
o
w
i
Ik
No. 49. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895.
Exmorra en Allingawier,
Pastorie en Kerkgebouwen
i
ZATHE EN LANDEN
onder Wolsum,
DONDERDAG 8 AUGUSTUS.
'I
HEILGYMNASTIEK—MASSAGE.
BINNENLAND.
X
X
Finale Veiling*
I
I
I
I
I
LX-
r.
B U I T E N L A N
w
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
bij vorige adverteotien breeder omschreven.
Notaris MIEDEMA.
10 Augustus 1895, ’s namiddags 5
uur, bij H. van der VLEUGEL te Bols-
ward
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Mijnheer... mijnheer... ik heb honger. Een
paar centen voor een stukje brood...
Ik draai me om en ja, daar staat hij
weer, vuil, onooglijk, als altijd. Een onge
kamde, grijzende baard omlijst zijn grauw
gelaat; een jas, waarvan de oorspronkelijke
kleur zelfs bij benadering niet meer is op
te geven, een pantalon, in vuilheid de jas
nog overtreffende, een paar schoenen, oud
en versleten, en het hoofd bedekt door een
hoed, volkomen in overeenstemming met het
overige.
Daar staat hij weer, als altijd.
Mijnheer ik heb honger.
Lieflijk, als weggedoken achter hoog op
gaand geboomte, zich spiegelend in het kalm
voorbijstroomend riviertje. zoo lag daar de
kleine boerderij, waarin ik u verzoek met
mij binnen te treden.
Hier zijn we welkom, want geheel in over
eenstemming met de omgeving zijn de be
woners.. een oud moedertje met haren
zoon.
Op ’t oogenblik van ons binnentreden zit
het oude vrouwtje ijverig te breien, een poes
spinnende op haar schoot. Doch ’t gaat werk
tuigelijk en schijnbaar is ze in gedachten
verdiept, want ons binnentreden heeft ze niet
bemerkt. Hoe gaat het, moedertje?
Eerst kijkt ze over, daarna onder en ein
delijk door haar bril naar ons. Langzaam
staat ze op, de poes met de hand van de
schoot schuivend. Langzaam komt ze ons
tegemoet... neen, ’t is duidelijk, er hapert
iets aan. Zou haar zoon... nauwelijks wordt
na de eerste begroetingen de zoon het on
derwerp van ’t gesprek, of... ze barstte in
tranen uit.
„Och mijnheer! begrijp u eens, mijn zoon
heeft zinnigheid gekregen in Martha, u weet
wel de dochter van den molenaar, dat nest,
dat zich verbeeldt een juffer te zijn. O God,
mijnheer, ’t is zijn ongelukhad hij een
meisje genomen, dat, voor hem paste, niemand
zou gelukkiger zijn geweest dan zijne oude
moeder, maar zij, die Martha Ach God!
mijn Hendrik, mijn kind
Hevige snikken beletten haar voort te gaan,
en eerst, toen ze een weinig ot^kalmt^was
oen herfst
waarop geboden in 12 perceelen f 49,764,50.
Notaris BRUINSMA.
laging van loon? De spuit was 18 uren op
het terrein geweest. Brandmeesters meen
den, dat wanneer nu aan ieder de volle 18
uren betaald werd, 20 cts. per uur dit dan
voldoende was, doordat er ruime rusttijden
genomen konden worden door bet groot
getal helpers.
Het is wel jammer, dat hier niet betaald
kon worden „loon naar werken” want er
waren er die het loon dubbel en dubbel
hadden verdiend door hunne beste krachten
te gebruiken tot de blussching, maar helaas
waren er ook, die hun beste krachten ge
bruikten, maar alleen om het brood en spek
te verorberen, dat in zeer ruime hoeveel
heid door de V. werd aangeboden.
Maandag avond is men weer tot een ver
gelijk gekomen. Brandmeesters hebben de
5 cts. bij betaald en al het personeel heeft
hunne function weer aangenomen.
Franeker, 3 Aug. Heden had bij den
heer G. Kuipers, in het logement „de Valk”
alhier, de geannonceerde keuring van tuig-
paarden plaats, die met niet meer dan een
prijs waren bekroond. Vijftien paardenna
men er aan deel. De prijs f40 werd toe
gekend aan de 7-jarige zwarte merrie van
den heer K. Hibma te Sexbierum, de premie
f 10 aan de 4-jarige zwarte merrie van den
heer D. de Gavere te Oosterend, terwijl de
6-jarige bruine merrie van den heer T. van
Gosliga te Parrega f5 werd vereerd.
Burgwerd. Als eene bijzonderheid
mag zeker worden vermeld, dat terwijl gri-
to’s, tureluurs, kemphanen en andere tot de
familie der snippen behoorende steltloopers
zich gereed maken tot vertrek naar het
warme zuiden, alhier eene gewone water
snip nog rustig op vier eieren zit te broeden.
Te Zaandam had een schippersknecht,
die bezig was korthout te laden aan eene
stoomzagerij, het ongeluk op een stuk hout
te trappen, dat hem tegen het hoofd sprong.
Dit veroorzaakte geen wond, doch later
hevige pijn, waarom zijne overbrenging naar
het gasthuis te Amsterdam noodzakelijk
werd geacht. Bij zijne aankomst aldaar was
de man reeds bezweken.
Een 40-tal Turksche exposanten op
de Wereldtentoonstelling te Amsterdam
meldde zich Donderdag aan bij den Turk-
schen gezant te ’s Gravenhage, teneinde
dezen te raadplegen over een geschil met
het comité der tentoonstelling gerezen.
Over Scheveningen leest men in eene
correspondentie in de Frankf. Ztg.„Onder
de gasten, die de hotels geheel vullen, zijn
vele Maleiers het volgend jaar komt er
een pier van 300 meteraan Prins von
Wied is, tevergeefs, een millioen geboden
voor het paviljoen en daarbijbehoorend ter
rein.
Bij eene opsomming van de vreemdelin
gen, die er vertoeven, wordt gezegd„en
als Füllsel” de Hollanders-zelven, die bij
geheele scharen eiken middag uit den Haag
komen.
Onweders. Ons vaderland wordt te
genwoordig ook goed bezocht door onweders,
vooral in het Noorden en Oosten woeden zij
geducht. Hier en daar zijn eenige hooi
bergen en enkele boerderijen getroffen. Van
verlies van menschenlevens is tot nog toe
niets gehoord.
In Friesland werden bij St. Jacobi-Paro-
chie een paard en een koe gedood en sloeg
op twee plaatsen de bliksem in.
Briefstijl. Bij een plattelands-burge-
meester werd de navolgende klacht inge
diend
WelEdel agbaar Re Heer bur Ge Meester
bij De Se verzoek ik Uw vriendelijk hof
her gene Regt his hom hals Knap ve zoen-
delijk Mens sigvan zoon Aap van een jon
gen te Laatten huit schelten en dat Nog
wel voor b.... daar hep ik getuigen bij. Die
jongen is.... hij heeft de al heele somer te
gen Mijn kostjongen Ligen te schelten altijd
Die Mooije Naam en daarbij zukel ik al 16
jaar en Mijn Man is al houdt en werkt bij
....Na beleefde groeten enz.
Ook een pleizier. Vier Groningsche
studenten hebben dezer dagen Falb liet
het juist eens ferm regenen voorzien van
een rol blauw katoen, een bos dennestok-
ken, keteltjes, mandjes, eieren, melk, Drent-
sche stoet, enz. als echte Zigeuners hun kamp
opgeslagen in een dennebosch bij Borger en
er den nacht in doorgebracht. Toen ze den
volgenden morgen weer verder trokken za
gen ze er geen van vieren erg vroolijk uit.
Het slapen onder den regen, op een door
weekten bodem was hun blijkbaar niet goed
bevallen.
Dezelfde heeren men zegt dat het om
een weddenschap te doen was hebben
ook drie nachten in den Ballerkuil bij Rolde
doorgebracht.
INRICHTING voor
Allengs was de verhouding tusschen moe
der en zoon gespannen geworden. De moeder
(als meer oude menschen) het gevaar zich
misschien grooter voorstellende, dan het wer
kelijk was, en van geen- toege-ven wi.llpjyl§.
weten, de zoon door den tegenstand zijner';
moeder geprikkeld en schier verbijsterd door
de liefde voor Martha.
Heftige tooneelen vielen voor, de goede
verstandhouding van vroeger was geheel ver
dwenen. En eens, toen Hendrik weigerde
een door haar zelf gesponnen buis aan te
trekken, omdat, zoo hij zeide, Martha dat
niet mooi genoeg zou vinden... ja, dat was
te veel voor de oude moeder.
Eenige dagen later was Hendrik afgereisdj
naar eene stad, welke wist niemand, om,
zoo hij Martha schreef, het boersehe wat te
doen slijten, „heer” te worden en haar dan
te komen halen.
Witmarsum, 6 Aug. ’95. Zaterdag
was voor ons dorp een woelige dag. De
reden daarvan was, dat ten huize van P.
L. voorzitter van de afd. Witmarsum van
den Soc.-Dem. bond wegens weigering van
betaling van den aanslag in de honden
belasting, boelgoed bij executie zou worden
gehouden. Toen na ontvangst der gebrui
kelijke sommatiën geen betaling volgde, werd
een soldaat ter inlegering gezonden, maar
deze kon onverrichter zake huiswaarts gaan
(over de inlegering volgde ook nog een
proces met veroordeeling) waarop ten slotte
beslag op den inboedel volgde. Om niet
door geschreeuw, allen tegelijk bieden of
anderszins in den geregelden verkoop gestoord
te worden, gelijk het vorig jaar bij een
dergelijk geval te Kimswerd, was de open
bare macht vertegenwoordigd, Marechaussees,
Rijks- en Gemeentepolitie. Door partij-
genooten, in grooten getale uit Pingjum,
Arum en Witmarsum vertegenwoordigd, was
besloten geen bod te doen. Door execu
tanten werden de goedeien ingezet en ten
slotte alles door een vriend gekocht tot dat
men het verschuldigde bedrag, dat thans
met de kosten pl. m. f 50 was, bijeen had.
Bij het vertrek van den deurwaarder
werd een algemeen hoeraaangeheven
waarna men in optocht door het dorp ging
naar het gemeentehuis waar Burgemeester
en politie waren, sociale liederen zingende.
De twaalf uur klok en een dikke regenbui
deed daarna ieder zijn huis en haard op
zoeken.
Vraagt men nu waartoe een zoo vooruit
te zien nutteloos verzet, wat P. L. of par-
tijgenooten in dezen tijd, nu toch door ieder
steen en been geklaagd wordt, een f 50,
uit den zak jaagt en aan eerste nog een
boete of hoohtenis bovendien, dan dunkt
ons zijn twee antwoorden mogelijkeen
gezocht martelaarschap of een grootzijn in
de oogen der partij, die men meent hier
door te dienen.
Des avonds nieuwe beweging. Brand
meesters lieten bekend maken dat zij, die
aan de blussching van den brand in het hooi
bij H. de V. hadden deelgenomen, zouden
worden uitbetaald met 20 cents per uur.
Bij vorige gelegenheid was gewoonlijk 25
cts. betaald. Dit lokte dus ontevredenheid
uit en daar het natte weer ieder belette
te werken, kon men gemakkelijk de zaak
overleggen. Besloten werd dit bedrag aan
te nemen, maar dat de spuitgasten allen
hun ontslag zouden nemen en de anderen
zouden mededeelen, dat ze bij voorkomende
brand niet weer wenschten te helpen. Wat
gebeurde echter De brandweer bedankte
drie mannen aan wien ze meende dit ver
zet te danken te hebben en ongeveer de
helft der mannen bedankten niet. Hieruit
volgde onderlinge oneenigheid, waarbjj nog
al harde noten gekraakt werden.
Wat was nu de aanleiding tot deze ver-
werd toegejuicht, duurde een uur. Er deden
zich 50 muziekkorps hooren. Des avonds
werden vreugdevuren ontstoken.
Nadere bijzonderheden omtrent den
Christen moord in China houden het vol
gende in.
Vermoord zijn tien Engelsche onderdanen
en onder deze twee dames Gordon, twee
dames Saunders, de dames Yellow, Mars
hall en Newcome, na afschuwelijke geweld
dadigheden te hebben ondergaan de moor
denaars gebruikten sabels en spietsen. De
reverend Stewart heeft met vrouw en kind
den dood gevonden in zijne woning, die in
brand was gestoken. Vier Engelsche en
Amerikaansche zendelingen, onder wie twee
dames, zijn, hoewel zwaar gewond, ontko
men naar Tuchangfu.
Te Bordeaux is een Congres gehou
den voor „kinderbescherming”, waarop de
wensch is uitgesproken, dat op volkrijke
plaatsen melkerijen naar alle eischen der
wetenschap voor kindervoeding zouden wor
den ingericht; dat alle voor de gezondheid
der kinderen des volks belangrijke inrich
tingen onder gemeentelijk toezicht worden
gesteld; dat geen leerwijze, in verband
staande met de gezondheid der schoolkin
deren, worde toegepast zonder machtiging
van den Hoogen Raad voor volksgezond
heid; dat Frankrijk verdragen sluite met
andere landen tot eenparige bescherming
van zedelijk verwaarloosde kinderen.
De werkstaking der metselaars te
Saint-Étienne waaraan 1500 werklieden
deelnamen, is geëindigd met een schikking,
door het cyndicaat der werklieden en dat
der patroons getroffen. Laatstgenoemden
stonden o. m. eenige loonsverhooging toe.
Vol moed werkte hij voort, geduldig ver
droeg hij de spotternijen zijner nieuwe ka
meraden op de fabriek, waar hij een werk
kring had gevonden, die hem den weg opende
tot de ver wezel jj king van zijn droombeeld.
Hard moest hij strijden, kommervolle da
gen doorworstelen, maar hij streed en werkte
de belooning zou immers hare eeuwige liefde
zijn, zij zou de kroon zetten op zijn werk,
zy zou na strijd hem rust brengen.
En hooger klom hij, steeds hooger, dichter
en dichter zijn ideaal naderende De on
derdirecteur der fabriek stierf... hij hoopte
hij zag zijn droombeeld vervuld.
Nu was hij „heer” geworden, nu zou Mar
tha hem hare volle liefde kunnen schenken,
nu was de laatste hinderpaal voor zijn, voor
hun geluk uit den weg geruimd. Ja, nu
was hij heer, want de werklieden, zijne vroe
gere collega’s, groeten beleefd, onderdanig
en noemden hem mijnheer; plotseling kwa
men vrienden opdagen, die prijs stelden op
zijn gezelschap: andere, vroeger in zijn oog
voorname heeren, groetten hem vriendschap
pelijk...ja, nu was hij „heer” geworden.
Neen, ijdel was hij niet, alleen gelukkig,
innig gelukkig en verlangende Martha weder
te zien, haar te omhelzen, haar mede te
nemen naar zijn huis, waar ze nu mevrouw
zou zijn. En in de volheid van zijn geluk
week uit zijn hart elke bittere gedachte, en
een weemoedig verlangen naar zijne moeder
kwam over hem, bijna onmerkbaar in den
beginne, doch aangroeiende, machtiger wor
dende In al die jaren had hij baar niet
gezien, niets van haar gehoord, want brief
wisseling hadden ze niet gehouden, moeder
en zoon, daarvoor was de klove te diep, daar
voor ook waren de karakters te trotsch, te
weinig tot toenadering geneigd.
Het eerste die toenadering te zoeken zou
immers in hun oog schuld bekennen zijn.
Doch thans waren alle bittere gedachten
verdwenen, nu was hij gestemd om te ver
geten en te vergeven, zelfs om vergeving te
vragen, als ’t zijn moest.
En hij reisde af, naar ’t stille dorpje, naar
de kleine boerderij
Ach Hendrik, hadt ge behoefte aan verge
ving, die zou u niet meer geworden bij
monde uwer moeder. Toen gij waart wegge
gaan van haar, was ook hare levenslust ver
dwenen. Toen gij weggingtging ook zij
heen maar voor altijd, naar elders. Ja Hen
drik, wel was die tijding verpletterend voor
u, vooral omdat ge die moest vernemen van
den nieuwen eigenaar van uw vroeger zoo
vriendelijk tehuis.
Wel wondde hij diep, die ‘t u vertelde,
maar nog dieper zou hij wonden, toen hij,
op uw verzoek, zijn verhaal voortzette
Ja mijnheer, ’t is nu vijf jaargeleden, dat
de oude vrouw stierf op denzelfden dag dat
Martha, de dochter van den molenaar van
’t dorp, in ’t huwelijk trad
’t Werd op de fabriek angstvallig gefluis
terd in den beginne, doch luider, al luider,
totdat ook de chef inzag, dat het niet meer
ging.
Hendrik werd wegens dronkenschap, na
herhaalde waarschuwing, ontslagen.
’t Leed was hem te zwaar geweest, hij
had moeten bukken.
En toen, na zijn ontslag, ach, toen zonk
hij dieper, al dieper, totdat
Ik draai me om. Ja, daar staat hij weer,
als altijd.
Mijnheer, ik heb honger. Een paar centen.
In onderscheidene Duitsche steden zijn
of worden de roemrijke dagen van’70 fees
telijk herdacht. Te Berlijn kwamen p.m.
6000 oud-strijders bijeen. Uit de kazerne
van het 2e garde-regiment trok de stoet
naar de zegezuil, voorop een aantal met
eikenloof bekranste rijtuigen, met de leden
der feestcommissie en 24 in het wit geklee-
de eere-jonkvrouwen. Aan den voet der
zegezuil werd het koraal „Lobet den Herrn
gezongen en de feestrede gehouden.
Te Saarbrücken herdacht men de bestor
ming van Spicheren’s hoogten. De stad was
prachtig versierd; extra-treinen voerden
40.000 bezoekers aan. Des namiddags werd
er een historische optocht gehouden voorop
gingen een duizendtal voormalige strijders
van Spicheren, daarop volgden 15,000 oud-
soldaten, die den oorlog van 1870 hadden
medegemaakt, en ten slotte kwamen eenige
historisch'? groepen, waaronder de ruiter-
garde van Frederik de groote, de Nassau-
Saarbrücker garde, de Lützowsche vrij-
schaar, de landweer van 1813 de bestormers
der Diippeler schansen, enz. Het voorbij
trekken van den stoet, die met geestdrift
Bolswardsche Courant
u
ijty
TE
ftj
o
VAN DE
H|