NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD SAKKI8MHII1& Uit de Raadszaal. I BOLS WARD m WONSERAOEEL. No. 52. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895. BINNENLAND. £xxxxxxxxXx:xxxxxxx$ ZONDAG 18 AUGUSTUS. VOOR 'UI ziel heer Van Lommel zegt Dank je ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. VRIJDAG 16 AUGUSTUS. Tegenwoordig waren alle leden. De heer Feenstra was Voorzitter. De notulen werden gelezen en goedge keurd. Ingekomen was: Een adres van T. J. de Boer en H. Lammertsma, verzoekende een strookje grond van de gemeente om een stoep te kunnen leggen voor hun nieuw ge bouwde woningen aan de Stoombootkade. Ter visie om met advies van het D. B., in een volgende vergadering te behandelen. PUNTEN van BEHANDELING. 1. Missive van den Raad van State om trent de gemeentebegrooting over 1895. Deze missive behelst een kennisgeving dat het advies van Ged. Staten omtrent het hooger beroep ingesteld inzake de gemeente begrooting ter inzage ligt ter secretarie van den Hoogen Raad en de gelegenheid om nadere stukken op die zaak betreffende, in te zenden wordt gegeven tot 22 Aug. a. s. De Voorzitter stelt voor de missive voor kennisgeving aan te nemen. De heer Eisma is er niet tegen dat deze missive voor kennisgeving wordt aangeno men, doch acht het wel noodig dat een ge machtigde van den raad wordt gezonden om inzage en afschrift te nemen van het advies van Ged. Staten, om nadere stukken in te zenden, vindt hij niet noodig. Alzoo besloten. 2. Behandeling van het adres der Hard- draverijvereeniging om subsidie met aavies van Burg, en Weth. Het advies luidt om afwijzend te beschik ken, wijl reeds het vorig jaar op een der gelijk adres van deze vereeniging en van de Kaatsvereeniging afwijzend is beschikt, op grond dat de fiuantieele toestand der ge meente het bezwaarlijk veroorlooft voor der- gelyke doeleinden gelden toe te staan, zoodat B. en W. geen vrijheid nemen nu een ander advies te gevei^ De heer Po/ verwondert er zich niet over dat het advies zoo luidt, toch spijt het hem. De harddraverijvereeniging, die bezwaarlijk haar volksfeest met den vereischten luister kan geven, zou hij gaarne eenigen steun zien gegeven van gemeentewege, en hij stelt voor, de kleine som van f 25 toe te staan. Een boa? vroeg sidderend de oude heer. Ja, een boa! Een reuzenslang, die uit de mand gekropen was, toen ik het deksel er afgedaan en mij een oogenblik verwijderd had uit vrees, dat de arbeider mij zou ont dekken. By de menschen, die op myn angstge- schrei waren genaderd, was ook de natuur onderzoeker, en een oogopslag maakte hem de zaak duidelijk. A ha! riep hij uit, gy hebt myn slang gestolen, en die slang is van den dieren vanger, maar houd u rustig, beweeg u vol strekt niet, er is slechts een middel om u te helpen. O spoedig, spoedig, smeekte ik, ik sterf. De natuuronderzoeker gebood een schotel melk te halen uit de stations-restauratie. Wat ik in die weinige oogenblikken heb uitgestaan, laat zich niet beschrijven, en nauwelijks ziet de slang de melk, of zij laat zich van mijn lichaam los. Ik was geheel buiten mij zelven, en eerst in de gevangenis kreeg ik het bewustzijn terug. Nog langen tijd werd ik door een hevige koorts gekweld, en eindelijk herstel de ik, God zij dank, naar lichaam en ziel tevens, ik was bekeerd. Dat is verschrikkelijk, riep de goede oude] heer, en hoe had die slang u zoo omstmn-| geld? De verhaler schilderde nogmaals hef voorgevallene zeer aanschouwelijk af. Hier, sprak hij, den arm van den ouden heer vattend, hier begon zij de eerste om singeling, vervolgens om het geheele lijf heen, totdat na twee of drie omwendingen haar afschuwelijke kop mijn hoofd bereikte, en terwijl hij dit sprak omvatte hij den ouden heer om zijn middel, de slang in hare kronkelingen nabootsend. Eensklaps stond de trein stil, hy moest uitstappen, en beleefd groetend verwijderde hij zich. De oude heer dacht nog lang over het gebeurde na, en kwam tot de ontdekking, dat de bekeering van zijn jeugdigen reis gezel nog wel wat te wenschen o verliet, toen hij bemerkte, dat hem zyn uurwerk, dasspeld en geldbeurs waren ontstolen. die kinderen zoo lang aan ’t lot over te laten. De heer Eisma zou er voor zijn, zich niet juist aan die som te binden, wanneer ’t daar voor niet mogelijk is een tijdelijken hulp te bekomen. Alzoo zonder hoofdelijke stemming be sloten. Sluiting der vergadering. De heer Schievink. ’t Spijt my, dat het bestuur der Harddraverijvereeniging na dat het vorig jaar haar verzoek is afgewezen, weder om subsidie zich tot den raad heeft gewend, hoewel er juist uit blijkt dat er werkelijk behoefte aan bestaat. Om veel te spreken over het plaatselijk belang van deze en dergelijke vereenigingen is niet noodig wijl dit reeds vroeger en meermalen is be toogd. Ofschoon ik de som die de heer Vos noemde, graag verdubbeld zou zien, kan ik toch met zijn voorstel meegaan, overtuigd dat het bestuur niet dan noode, andermaal bij den raad zal hebben aangeklopt. Ik zie er geen bezwaar in, eenigen steun te ver- leenen aan iets, wat ik in 't belang der ge meente beschouw. De heer Y. T. de Boer, ’t Verwondert mij, dat het den vorigen spreker spijt, dat dit verzoek bij den raad inkomt, terwijl hij er toch de noodzakelijkheid van inziet. Voor mij is het systeem raadselachtig hoe men voor zulke vermaken zich tot het gemeente bestuur kan wenden, men zelfs blij zou zijn, als er maar f 25 gegeven wordt. Ik vind het voor die heeren zeer „sneu" om weder met zoo’n verzoek aan te komen, nu de Raad het vorig jaar besloten heeft, aan der gelijke zaken niet meer te doen. Het is, of men den Raad op de proef wil stellen. Ik kan inderdaad niet begrijpen, dat man- Nu en van aanzien als nooddruftigen komen en zeggen: help ons. Hunne aanvraag be hoort m.i. hier niet thuis, maar op een an dere plaats, zooals het Gasthuis, ja zelfs bij het Algemeen Stadsarmenhuis. Het mag m.i. niet aan de burgerij opgelegd worden bij te dragen tot iets, waar niet allen mee instemmen. De heer Eisma. Ik verschil met den heer Y. T. de Boer van gevoelen en ’t is niet de eerste maal. Bevreemdt het hem dat de Commissie komt aanvragen bij de ge meente, het is toch eigenaardig, dat men, als eigen kracht te kort schiet, komt vragen by hem, die er belang bij heeft, en de ge meente heeft hierbij belang, 't Is waar dat er zijn, die niet houden van volksvermaken, elk is vrij om te gaan of niet doch het gemeentebelang is er bij betrokken wijl vele neringdoenden er belang bij hebben. De zaak wordt er niet belachelijk door, dat de heer de Boer de Commissie naar het Armenhuis verwijst; persoonlijk hebben de leden geen nood om aan te kloppen bij ’t Armenhuis, maar de corporatie zoekt hulp, waar zij dien mag verwachten, en iets on gewoons is het toch zeker niet. De Provincie, de stad Leeuwarden en andere gemeenten geven subsidie aan Harddraverijen en ik zie ook geen bezwaar om ’t voorstel van den heer Vos te steunen. Dit verzoek staat niet in verband met het verzoek van ’t vorig jaar, ’t is geen aanvraag voor een reeks van jaren. Daargelaten of toen de gemeente- finantiën niet toelieten er een kleine som voor af te staan, daar f 25 toch niet zoo bezwarend is voor de gemeentekas, geeft hetgeen verbintenis van volgendejaren,om tot het instandhouden van een volksvermaak iets bij te dragen. De heer Schievink. Ik wil den heer Y. T. de Boer een oogenblik antwoorden en hem ophelderen, wat ik heb gezegd, name lijk dat het mij spijt, dat het bestuur de aanvrage deed, nadat het vorig jaar de aanvrage is geweigerd op grond van den min guustigen finantieelen toestand der ge meente, omdat niet te verwachten was het tbans een beter onthaal zou vinden. Toch is mij uit dat adres duidelijk gebleken, dat de vereeniging den steun noodig heeft en het ook m. i. werkelijk in ’t belang der gemeente is, een kleine toelage toe te staan. De Voorzitter Ik kan mij niet vereenigen met den laatsten spreker, en ik vind het klein van de vereeniging om opnieuw te komen om een geldelijken steun van de gemeente. Het voorstel Vos, om 25 toe te staan wordt verworpen met 8 tegen 5 stemmen. (De heeren Vos, van der Wey, Eisma, Muller en Schievink.) Hiermede wordt geacht dat het voorstel van het D. B. is aangenomen. 3. Behandeling van het voorstel van Burg, en Wethouders omtrent het vervullen der vacature van Onderwijzer in School No. 2, Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter deelt nog mede dat do Plaatselijke Schoolcommissie in overweging heeft gegeven tijdelyk in deze vacature te doen voorzien. Het D. B. vraagt dan ook hiertoe machtiging, het tractement bepaald naar f 600 ’s jaars. De Voorzitter voegt er aan toe, dat het soms geruimen tijd kan dienen, eer er weer een onderwijzer is, en ’t zou niet goed zijn, Voorzitter sluit de Vergadering. De Tijd. Vervoer van dynamiet. Do expedi- teurs-firma d’Harvant te Lobith heeft weer toestemming bekomen tot het vervoer van drie ladingen dynamiet elk van omstreeks 80.000 K. G. bestemd om te Maassluis te worden overgeladen in her. schip Flensburg, bestemd naar Port Elisabeth. In den gemeenteraad van Zutphen is verschil van meening ontstaan omtrent het geen gebeuren moet met ongezegelde adres sen. Sommige leien meenden dat zij moesten worden voorgelezen, hoewel niet over den inhoud een besluit mag worden genomen. De Gemeentestem, een in dit opzicht gezag hebbend blad, dit erkennende, meent echter dat de Raad het recht zou hebben te be slissen of er misschien termen zijn om naar aanleiding van in een adres vervatte mede- deelingen een besluit te nemen. Wij zien niet in waarom men zooveel woorden wijdt aan deze zaak. Voor nog geen kwartje kan de adressant een zegeltje koopen. Als hetgeen hij heeft te zeggen, hem zelven geen kwartje waard is, dan kan een gemeenteraad dunkt ons, veilig het stuk op zy leggen en behoeft hij zich niet te vermoeien met het uitdenken eener wets- duioing, waardoor het stuk toch zou wor den benandeld. In de Tweede Kamer worden zulke adres sen onverbiddelyk met de formule „als on gezegeld zijnde", terzijde gelegd. De landbouwer A. Beugel, te Wijster (gem. Beden) is in het bezit van 2 varkens, welke door kenners op meer dan 1 <500 halve kilo’s worden geschat en hun spek op de dikte van ongeveer 2 decimeter. Nog steeds worden deze dieren doorgemest, zoodat do Wonseradeel. „Eindelijk!" Die zucht van verlichting ontsnapt boer en arbeider, nu de regen voor droog weer heeft plaats gemaakt. Alle handen reppen zich nu om te redden, wat men vreesde dat bederven zou. Mannen, vrouwen, kinderen en paarden hebben het even druk. Het koolzaad wordt en is grootendeels afgedorschtmet het roe- pelen van het vlas is men druk bezig. Vrouwen en kinderen binden de koren- schooven, zoo vlug ze kunnen. Met de hok ken van het koren verryzen tevens de „schoenen" erwten. Hier en daar pakt men ze al op den wagen. Nog eenige dagen droogte en vele vruchten zullen al in de schuur zijn. Ook voor de aardappelen is droogte noodzakelijk. Nu is de kwaliteit nog goed en is de ziekte nog weinig inge treden, maar behouden we het regenachtige weer der laatste weken, dan staat het er met de meeste aardappelsoorten niet oest voor. Droogte, droogte, daarnaar zien we allen met evenveel verlangen uit. Gaaste rland, 14 Aug. Bij gebrek aan anderen arbeid is men in onze gemeente wederom begonnen met het maken van de z.g. „lysterbeugels." Enkelen kunnen hiermede een goede dag huur verdienen; ze ontvangen 4U a 60 cents per 100 stuks. De voor het vangen 0 u<o- digde bessen zijn er dit jaar schaaiscu; men verwacht dientengevolge hooge pryzeu. Uit de laatst gehouden vergadering van den Schoonhovenschen gemeenteraad. De heer Van Lommel (niet herkozen raadslid) neemt bij deze afscheid van den raad, en filiciteert de gemeente met zulk een achtbaren wethouder (den heer Over- dykink,) die zich by de stembus zoo mooi heeft aangesteld. De heer Van Lommel wordt door den Voorzitter tot de orde geroepen. De heer Overdijkink vraagt het woord. De heer GreupZwijg, de Voorzitter heeft hem (den heer Van Lommel) al tot de orde geroepen. De Voorzitter verzoekt, dat geen be- leedigende woorden zullen worden gebruikt. De heer Overdykink zegt alleen maar te willen herinneren aan het spreekwoord van den splinter en den balk en aan het ge schetter dat schurftige schapen maken, die geschoren worden. wel. De Wacht u voor zakkenrollers, zoo luidde het op een zeer in ’t oog vallend bordje bij den ingang van het station eener groote stad. Wacht u voor zakkenrollers, las half luid een fijn gekleed heer, met een goed aardig uitzicht, terwijl hij zijn hoofd buiten het venster van zijn coupé stak. Het maakt een hatelyken indruk wan neer men zoo iets lezen moet, maar de waarschuwing zal toch wel noodig zyn, voegde hy er bij, tegen een jeugdig heer, die zijn eenig reisgezel was, en hij zette zich weder neer. De zucht om met deze woorden een gesprek aan te knoopen viel in goede aarde, en de jeugdige reiziger antwoordde: „Helaas! mijnheer, deze waar schuwing is niet overbodig, in weerwil van alle waarschuwingen zyn er nog altijd zeer velen, die van geen onderscheid tusschen het „mijn en dijn" willen hooren, en wei nigen worden er maar door voorzorgen of straffen verbeterd. Pstdaar gaat de trein en geen ander reiziger was ingestapt. Zou dan het terugkeeren van den kwa den weg zoo moeilijk zijn hernam de oude heer. Zeker is dat moeielyk, hervatte de jongere en ik zelf kan daar over oordeelen. Tegen woordig ben ik stadsschrijver, maar vroe ger was ik een behendige dief. Wat? sprak de oude heer, gij?.... Gij waart Zoo is het, zeide hij, en ik beschouw het als een deel mijner boete, steeds openlijk te verklaren wat ik vroeger was, een ver schrikkelijke gebeurtenis heeft mij eensklaps die loopbaan doen vaarwel zeggen. Tegen woordig kunt ge my ongeteld geld toever trouwen, ik heb door dat voorval eens anders goed leeren eerbiedigen. De oude heer schikte wat dichter bij, zyn oogen straalden van nieuwsgierigheid en hij was niet vrij van achterdocht. Een schrikkelijke gebeurtenis, herhaalde hij, hebt gij er niets tegen, mij daarvoor iets naders mede te deelen? O neen lüister slechts, zei de bekende, en hy vervolgde aldus Ik was een dief van myn jeugd af, een kind van eerlooze ouders, en tusschen gewetenlooze lieden groeide ik op. Als jongen van 15 jaar stond ik reeds by mijne kameraden bekend als de behendigste zakkenroller. Intusschen versmaadde ik ook andere za ken niet, en zoo liep ik op zekeren dag om en in het station heen en weer, ten einde zoo mogelyk een of ander onbewaakt pakje meester te worden. Daar kwam een heer binnen zoo ik later bemerkte een natuuronderzoeker met een langwerpige mand, door een hangslot en een stevigen strik gesloten; hij zette de mand dicht bij de deur in een hoek, en onderhield zich met een ander reiziger. Ik hoorde de woor den - eindelijk is het mij gelukt een schoon en zeldzaam exemplaar aan te tref fen, maar het kost veel geld en ik hoorde zoo iets mompelen van honderden guldens, en de bezitter verwijderde zich met de woordenIk zal eerst een plaatskaartje nemen. Op hetzelfde oogenblik gaat de andere reiziger de wachtkamer binnen, en ik nam dat oogenblik waar om de mand te vatten en er snel mee op den loop te gaan. Buiten het station begonnen de wandel dreven der stad en bevonden zich dicht begroeide boschjes. Ik begaf mij naar een dier boschjes, dat het meest afgelegen was nam mijn knipmes en sneed het oor waar aan het hangslot bevestigd was, van de mand af. Juist lichtte ik het deksel er af, toen ik iemand gewaar werd. Het was een arbeider, doch deze ging zyn weg. Op zyn naderen had ik my echter een weinig verwijderd, en nu ging ik wederom behoedzaam op de mand af. Ik keek in de mand, en tot myne ver wondering was zy geheel ledig. Ik was toornig om myn nutteloozen ar beid en vloekte verschrikkelijk, want nog maals, ik was in die dagen een groot zon daar. Op eens werd ik bij het lijf gepakt, en op het zelfde oogenblik gevoelde ik myn linker- en mijn rechterarm omstrengeld. Ik wilde my losrukken, maar met geen mogelijkheid, myn borst werd al vaster en vaster omkneld en mijn adem schoot te kort. Slechts een akelijk en benauwd ge schreeuw kon ik uiten, en op mijn gejam mer kwamen eenige lieden naderbij, doch zy gingen ontsteld achteruit, want mijn lichaam was door een afschuwelijke slang omstrengeld. Bolswardsche Courant n|| L ij De 6

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1