NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOI.SWABB BH WONSEB AOEEt
4
I
I
Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895.
No. 53.
.1
BINNENLAND.
B U I TE N L A N D.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
die vraag
knapen
men
van
men
de plechtige zitting, waarin de nieuwe ar-
rondissementsraad door den onderprefect van
Toulon werd geïnstalleerd, bijgewoond.
Te Mülheim heerscht sedert eenige
weken groote opgewondenheid, wegens con-
curreerende maatregelen tusschen twee
Stoomvaartmaatschappijen, waarbij het volk
voor de kleinere Maatschappij partij trekt
tegen de Köln-Mülheimer Dampfschiffahrts-
Gesellschaft. Zondagavond trachtte het ge
peupel, het aanleggen der stoombooten van
deze Maatschappij te verhinderen; wel
dra kwam het tot handtastelijkheden, waar
bij de tot duizenden aangegroeide menigte
tegen de politie en de gendarmerie te keer
ging en 22 agenten, een commissaris en de
plaatsvervangende burgemeester door steen
worpen verwondde, zoodat eenigen van hen
naar het hospitaal gebracht moesten worden
terwijl ook tal van andere personen door de
sabelhouwen der politie kwetsuren bekwa
men en de wachthuisjes en de glasruiten
der gebouwen in den omtrek niet weinig
toegetakeld werden. Vele onruststokers zijn
in hechtenis genomen, de landraad heeft
om militaire hulp geseind.
De commissie, belast met een onder
zoek omtrent de wenschelij kheid der in
voering van het tientallig stelsel van maten
en gewichten in Engeland, heeft zich vóór
die invoering verklaard.
Zij wenscht het metrieke stelsel onverwijld
wettolijk ingevoerd en na verloop van twee
j aren verplicht gesteld te zien.
In het kanton Coïlabriéres (Var) wa
ren geen candidaten voor den atrondisse-
mentsraad komen opdagen, bijgevolg bleven
de kiezers ook thuis. Ln de hoofdplaats van
het kanton kwam echter tegen 6 uur, op
het oogenblik, dat het stembureau zich ge
reed maakte om te sluiten, een kiezer aan
zetten, een aehtenswaardig kurksnijder, ge-
naa nd Requiston, die nooit nog zijn kiezers-
plicht heeft verzuimd en die ook ditmaal
zijn stembriefje inleverde. Bij de opening
der stembus bleek, dat met algemeene
stemmen gekozen was de heer Requiston,
de eenige kiezer, die gestemd had. En op
1^ Augustus jj.l. heeft de heer Requiston
gemeentebesturen eene aanschrijving ge
richt waarin zij te kennen geven, dat van
af Januari 1896 het toestaan van zulke
belooningen aan den gemeentesecretaris van
hunne zijde niet meer zal worden geduld,
en mocht evenwel aan dezen wenk geen
gevolg worden gegeven, dat zij zich alsdan
zullen genoodzaakt zien de bovenbedoelde
belooning daaruit te verwerpen.
Een gezelschap van 15 Hollandsche
wielrijders, dames en heeren, is te Frank
fort door de politie opgebracht, omdat zij
geen nommers aan hun rijwielen hadden,
zooals de plaatselijke verordening voorschrijft.
Op het politiebureau werden hun namen
opgeteekend en na een bepaalde som gestort
te hebben, werden zij weer vrijgelaten.
In de gisteren te Utrecht gehouden
vergadering der klerken bij registratie en
domeinen, die talrijk bezocht was, werd
door velen geklaagd over te geringe en
onzekere jaarwedden en vooral dat de kler
ken geen pensioen ontvangen. Aan den
Minister van Financiën zal een adres wor
den gericht, waarin de verschillende grieven
worden uiteengezet.
Het tweejarig dochtertje van L. te
Amersfoort dronk uit een glas ontsmettings-
vloeistof en stierf binnen een paar dagen,
waarschijnlijk aan de gevolgen daarvan.
Het glas, waarin een kunstoog eener zuster
ter desinfectie was nedergelegd, had men,
onvoorzichtig genoeg, onder het bereik van
de kleine gelaten.
Voor de houders van loten is het van
belang te weten dat de prijzen, 8000 stuks,
na afloop der tentoonstelling te Amsterdam
bij elkander zullen worden geëxposeerd in
een afaonderlijk gedeelte van het hoofdge
bouw. Zooals men weet zijn die prijzen
aangekocht in alle verschillende afdeelingen
in verhouding tot het aantal exposanten.
Eerlijke vinders. Van oneerlijke vin
ders sprekende, denkt de Haagsche corres
pondent van de Arnh. Crt. aan de eerlijke
vinders, van wie men ook dikwijls in de
couranten leest, en die wanneer ze het ge
vondene terug brengen een belooning ont
vangen, welke zij naar het schijnt niet
altoos genereus en aan hun eerlijkheid
evenredig achten. Hierin nu ligt niets
vreemds, in den regel zijn de menschen niet
tevreden met hetgeen zij ontvaugen en
meenen zij, dat hun meer toekomt in om
standigheden, zooals bij het terugbrengen
van verloren voorwerpen het geval is,
waarin geen voorafgaand beding omtrent
het bedrag heeft kunnen gemaakt worden.
Maar het verwondert mij altoos dat de
courantiers, die de berichten van verliezen
en terugbrengen, blijkbaar uit den mond
van den „eerlijke* opgeteekend, mededeelen,
in den regel zoo onvoorwaardelyk instem
men met de ontevredenheid over het ont
vangen loon der eerlijkheid.
Nu, dezer dagen weder kwam dat voor,
toen een Haagsche spekslager den man, die
hem zijn verloren spaarbankboekje, waarop
f 600 ingeschreven stond (en dat, tusschen
twee haakjes, niettegenstaande dit hoog be
drag voor den vinder, eerlijk of niet, geen
enkelen stuiver waard was, omdat spaar
bankboekjes geen innerlijke waarde hebben,
dan alleen voor hem, te wiens naam ze staan)
terugbracht, met een stukje ’t zal wel
een stuk geweest zijn bloedworst beloonde.
Ook de couranten smaalden op die „gene
reusheid.* Maar mijn hemel, wat wil men
dan? Is het dan zoo bijzonder verdienstelijk
geen dief te zijn, dat men voor die negatieve
deugd een buitengewone belooning moet
ontvangen? en, zoo ja, waarom moet de
eigenaar, die zijn eigendom misschien buiten
zijn schuld verloren heeft, die belooning
betalen? Was ’t dan niet beter deze bur
gerdeugd te beloonen met het officieele virtus
nobilitat, of met het aanmoedigingskruis van
Oranje Nassau? Weet men dan nu op het
einde der negentiende eeuw nog niet dat
verliezen en vinden geen overgang van eigen
dom teweegbrengt, het ieders plicht van de
allerelementairste eerlijkheid is, aan een
ander toebehoorend goed aan den eigenaar
ter hand te stellen, gevonden of niet, zelfs
zonder aanleiding tot of recht op belooning?
Die eeuwige couranten-berichten van eer
lijke vondsten, met zooveel ophef verteld
en meestal door den held van het verhaal
ter redactie-bureau medegedeeld, doen mij
altoos wenschen, dat er op de lagere volks
scholen op dit onderwerp gelet mocht wor
den. Eerlijkheid behoort toch zeker tot de
eerste burgerlijke en maatschappelijke deug
den, op dat punt bestaat echter een ver
vaarlijk wanbegrip, welks uitroeiing de pu
blieke zedelijkheid gebiedend vordert.
Oud-Hollandt is de vorige week be
zocht door 42,0J0 personen. In het geheel,
van de stichting af, door 475*519 personen.
1
Welk jeugdig hart gaat niet open bij het
tooverwoord „Kermis.* Vooral in eene kleine
plaats als de onze. Weken vooruit wordt de
Kermis tegemoet gezien, en als ze eindelijk
daar is dan is het enkele feit van haar aan
zijn voldoende om eene feeststemming by
de jeugd te weeg te brengen. En daar wij
altijd genieten wanneer we vele vreugde
volle gezichten, vooral van de kinderen bij
een zien, kan men ons gerust onder de voor
standers van de kermis rangschikkenwij
schamen ons volstrekt niet daartoe te be-
hooren, al is het op het gevaar af voor licht
zinnig of weinig nadenkend te worden uit
gekreten.
Ja, wij weten wel, dat de kermissen ge
heel ontaard zijn van hare oorspronkelijke
bestemming, die was om aan vreemde koop
lieden éénmaal per jaar gelegenheid te ge
ven hunne waren in onze steden ter markt
te brengen, en dat van de oorspronkelijke
jaarmarkt niets anders gebleven is dan de
vermaken, die zulk een jaarmarkt pleegden
te vergezellen. Evenmin zullen wij tegen
spreken, dat er tal van uitspanningen zijn,
die heel wat degelijker zijn dan de kermis
vermaken in den regel plegen te wezen, maar
wat nadeel bestaat er in een ijdel, maar
schuldeloos vermaak. En dat wij met de
tegenstanders der kermis betreuren, dat die
voor sommigen eene aanleiding is om zich
aan sterken drank te buiten te gaan, zal
men, hopen wy, gaarne op ons woord ge-
looven, maar wij vinden het onbillykom op
dien grond den banvloek over dit aloude
volksfeest uit te spreken, want welke gele
genheid grijpt de onmatige niet aan om zich
aan sterken drank te buiten te gaan
Wij zijn het dan ook geheel eons met Hil
debrand, die een warm pleidooi voor de ker
mis heeft gehouden in een van die pittige
en van geest tintelende stukjes, waarvan hij
meer dan iemand zoo bij uitstek het geheim
bezat, en het zal toch wel bij niemand op
komen den grijzen Hildebrand, oud-professor
in de godgeleerdheid van gebrek aan ernst
te verdenken.
Mocht dus de kermis op het platte land
genade vinden in de oogen van niemand
minder dan Hildeiïrand, ook de Rotterdam-
sché kermis wordtin een zijner stukken, die wij
een ieder ter lezing aanbevelen, met lof
genoemd. Ja, zeker de kermissen in de
groote steden zijn de moeite waard, of liever
waren dat, want de eene na de andere wordt
door de gemeentebesturen opgeheven Am
sterdam ging daarmee voor in ’75, Den
Haag volgde in ’83 en hoe lang zal de
Rotterdamsche kermis nog bestaan
Dat er trouwens voor de groote steden,
waar de publieke vermakelijkheden altijd
talrijk zijn, veel is te zeggen voor het af
schaffen der kermis, zal wel niemand be
twisten, voor de kleinere plaatsen is het
echter een ander geval. En toch vreezen
wy, dat ook in de kleine plaatsen de ker
missen binnen ettelijke tientallen van jaren
tot het verleden zullen behoorende straffe
overheid zal daarvoor niet eens tusschenbeide
behoeven te treden, die kermissen worden
toch ieder jaar minder, en geven duidelijk
blijk, dat ze te avond of morgen aan verval
van krachten zullen komen te overlijden.
Besluiten wij onze beschouwing met een
kermisavontuur uit onze jonge jaren, dat,
hoe onbeduidend, een onuitwischbaren indruk
op ons heeft gemaakt.
Wij hadden als knaap ontzettend veel
met de kermis op, en dat te meer naar
mate wij minder van de kermisgenoegens
mochten smaken. Onze goede ouders toch
hadden al heel weinig met kermis op, en
meenden dat ze verplicht waren hun kin
deren van de ijdele kermisvermaken verre
te houden, om ons zoodoende den smaak
voor degelijker genoegens deelachtig te doen
worden, üf dit de rechte manier was om
tot dit schoone doel te geraken, zullen wij
thans maar in het midden laten, maar geven
aan alle ouders van ^levenslustige
en meisjes in overweging. Wanneer
nu bedenkt, dat wij als kind in één
onze groote steden woonden, dan zal
wel kunnen begrijpen, hoe weinig wij
kinderen de goede opvoedkundige bedoelingen
van vader en moeder op prijs stelden.
Wanneer de kermis in aantocht was, zei
vaderJelui weet wel, wij doen niet aan
de kermis, maar daarvoor in de plaats zul
len wij allen tesamen met een groot rijtuig
van den zomer een dag naar buiten gaan.
Nu was dat heerlijk, en als die dag maar
eenmaal daar was hadden wij ook uitbundig
veel pleizier, maar op het tijdstip dat dit
genoegen werd afgekondigd, was het toch
niet meer dan een vogel in de lucht. En
dan het vooruitzicht in de kermisweek op
school to zitten tusschen Piet A die naar
$I)OOCXXXXXXhXXXXXXXX$
DONDERDAG 22 AUGUSTUS. 5
bet paardenspel was geweest en daarna
wafels had gegeten en Jan B, die bij Basch
heusche geesten had gezien, en toen 4 bord
jes poffertjes had gegeten, was ook al weinig
troostrijk. Wafels aten wij ook wel, maar
aan huis. Het zal wel overbodig zijn op te
merken, dat uit dezelfde opvoedkundige
overwegingen ons zakgeld niet zoo ruim was
om uit eigen finantiën kermisvreugde te
smaken, om kort te gaan wij kregen geen
zakgeld voor ons zestiende jaar.
Eindelijk was dat alles onze nederige
persoon te machtig geworden, en bij de
eerstvolgende kermis zwoeren wij in stilte,
dat ook wij eens een spel zouden bezoeken.
Eene medelijdende tante stopte ons op
ons verzoek wat in de hand, wat niet meer
of minder bleek te zijn dan een kwartje.
Met deze in onze oogen kolossale som be
gaven wij ons op straat en de kermis op
naar het groote plein waar alle spellen bij
elkander waren opgeslagen. En daar be
gon nu het moeielijk vraagstuk, welk spel
wij voor dit kwartje zouden bezoeken. Zou
den wij de glasspinnerij binnengaan Neen,
dat leek ons niet kermisachtig toe, dat was
te wetenschappelijk. De reus kon ons ook
niet bekoren, omdat wij een bijzonder langen
oom in de familie hadden, en de dwerg
lieten wij, als zijnde zelf niet zoo heel groot
van stuk, links liggen. Een glasetende en
petroleumdrinkende wilde, wiens aantrek
kingskracht nog werd vermeerderd door
het gezelschap van een kalf met twee kop
pen had ons bijna verleid, toen onze aan
dacht werd getrokken door de kreetHier
is te zien „La Reine des Escapionnes*, 1ste
Rang 25 cents, 2de Rang 15 cents. Wij
bleven staan, de man die de kreet had ge-
uit kreeg ons in ’t oog en met den kenners
blik des jagers, die ’t wild opspoort, zag hij
dat wij buit waren, en zijn enkelekom
jongeheerdeed ons binnenstappenwij
vroegen om een kaartje 2de Rang, maar
met de geheimzinnige woorden Jongeheeren
alleen eerste rang, werden wy naar binnen
geduwd, en ons kwartje was in andere han
den overgegaan.
Binnengekomen stonden wij moederziel
alleen in eene vrij armoedige tentdat wij
op de straatsteenen stonden deed veel af
breuk aan onze illusie, maar enfin er hing
een gordijn, en vol ongeduld wachtten wij
op de gebeurtenissen, die dat gordijn voor
onze oogen verborg. We zullen zoowat een
kwartier gewacht hebben, waarin de man
voor ’t spel hopelooze pogingen deed, om
meer publiek binnen te lokken. Daar hem
dat niet gelukte kwam hij tamelyk knorrig
binnen, nam niet de minste notitie van onze
tegenwoordigheid en blies op een fluitje.
Het gordijn vloog open en aan onze oogen
vertoonde zich een grofgebouwde zeer ge
decolleteerde dame met een pijl en boog in
de hand. „La Reine des Escapionnes* riep
de man met een stentorstem. Wij keken
de Reine aau, onzeker of dit een deel der
voorstelling was, de Reine keek ons aan,
het fluitje ging, het gordijn ging toe, de
uitlegger sprakDe Reine bedankt U voor
de belangstelling. Wij keken hem wezen
loos aan, en hadden inderdaad moeite te
begrijpen, dat hiermede de voorstelling ge
daan was. Versuft stonden wij wederom
op straat, en het droeve bewustzijn, dat wij
voor ons kwartje niets hadden genoten, deed
ons schreiende de plaats verlaten, waar wij
gehoopt hadden zooveel genoegen te smaken.
Dat alles is nu veertig jaren geleden,
maar staat ons voor den geest als de dag
van gisteren, en menigmaal deden latere
genoegens in ons leven ons aan die „Reine
des Escapionnes*, wier Koninkrijk ons even
onbekend is nu als toen, terugdenken.
Sneek, 19 Aug. Aan de hier op heden
gehouden harddraverij van paarden, voor
een Friesche sjees, namen 9 paarden deel.
Den prijs f 80 won de zwarte ruin Wilhelm*
van den heer D. Jaarsma te Koudum, pi
keur S. Hettinga; de le premie f40, de
zwarte merrie „Jonge Koningin" van H.
Brandsma te Oosterend, pikeur de eigenaar;
2e premie, f20, zwarte ruin „Wilhelm* van
den heer H. v. Haren te Amsterdam, pikeur
F. Koopmans.
Witmarsum, 19 Aug.’95. Eene kaats-
partij onder de leden mag zich steeds in
een zeer groot „debiet* verheugen. Aan-
komelingen, die hunne sporen ik meen
medailles nog moeten verdienenbe
proefde kaatsers, wier borst reeds met ette
lijke waardigheidsteekenen is getooid en
ouden van dagen, in hunne dagen de roem
van het dorp en de schrik van de tegen
standers, meten dan hunne krachten. Het
heele dorp moet van den strijd getuige zijn.
Gister nu werd met dezen algemeenen
wedstrijd een begin gemaakt. Het spreekt
van zelf dat het lang niet „uit* raakte.
Vooreerst maakte een getal van niet min
der dan 93 kaatsers dat onmogelyk en ten
tweede willen de toeschouwers er graas nog
eens pleizier van hebben. Daarom a.s. Dins
dag over een week de finale toewijzing der
prijzen
Zurich, 19 Aug. Begunstigd door het
schoonste zomerweder vierden we gisteren
„Lyts Surcher merke* door het liouden
eener kaatspartij, waaraan 24 personen
deelnamen. Na menige vinnige partij wer
den B. E. Strandstra van Cornwerd, S. El-
gersma van Zurich en A. Heistra van
Pingjum, prijswinnaars; terwijl de eerste
premie ten deel viel aan O. Elgersma, 8.
Dijkstra en IJ. Bergsma, allen alhier, en
de tweede premie aan W. de Boer en C.
Poortstra van Pingjum en H. Miedema
alhier.
Bakhuizen. In den tuin van den heer
Mous, brievengaarder alhier, zijn o.m. 10
uien gegroeid, die te zamen niet minder
dan 8 pond en 2 ons wegen! Dat behoort
zeker tot de zeldzaamheden.
Bergum. De machinist op de stoom
boot van Stroobos, een zoon van den kapi
tein F. de Poel, was op de terugreis van
de weekmarkt te Leeuwarden wegens de hitte
in de machinekamer even boven gekomen
in de frissche lucht en had toen het ongeluk
buiten boord te vallen. Terstond werden
alle pogingen in het werk gesteld om den
drenkeling te redden, helaas zonder resul
taat. In tegenwoordigheid zijner ouders, ook
de moeder maakte de reis mede, verdronk
de zoon.
Herhaalde malen, zoo leest men in de
Amstkomt het voor dat de gemeentere-
keningen posten behelzen van afzonderlijke
belooningen, welke aan secretarissen van
sommige gemeenten worden toegekend voor
werkzaamheden o. a. het bij houden en
vernieuwen van bevolkingsregisters enz.
die uitteraard tot den werkkring der ge
meentebesturen en derhalve volgens art.
101 der gemeentewet tot de taak van den
gemeentesecretaris behooren.
Ten einde nu paal en perk te stellen
aan die telkenjare terugkeerende b&loonin-
gen welke feitelijk te beschouwen zij i als
verhooging der-jaarwedde van den secreta
ris door Ged. Staten, onder goedkeuring
der Koningin wordt geregeld, hebben Ged.
Staten der provincie Noord-Brabant aan de
Bolswrdsche Courant
A