NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
JtSWAH» BU WONSERAOEEL
I
i
No. 57. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang.
ft
l
1895.
DONDERDAG 5 SEPTEMBER.
k)c Willis.
BINNENLAND.
I
Ullrlll
VOOR
•63^
Bil
die pret heeft
i
.'((Tl
1
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
zaakt.
dat zij
gevoel
tJ
Mantgum, 29 Aug. Het reisseizoen
spoedt ten einde en de toeristen keeren zo o
Franekeradeel, 31 Aug. Nu Oogst
maand met rassche schreden ten einde
spoedt en haar laatste etmaal bereids aan
de kimmen verrezen is, heeft alles daar
buiten een geheel ander aanzien dan haar
eerste dagen te aanschouwen en later te
verwachten gaven. Toen kon er zich geen
wolkje vortoonen of het moest water geven
en nu is de hemel soms zwaar bewolkt en
toch valt er nu en dan en lang niet overal
slechts een enkel dropje regen, üeze droge
periode, die nu al drie weken duurt, is den
landbouw uitmuntend te stade gekomen.
Vooral in de laatste dagen droogde het
sterk. Groote bedrijvigheid heerscht dan ook
allerwege op de bouw, waarin hier en daar
de ploeg al gezet wordt. Op het aardappel-
dollen en het tippen der bieten na, is het
meeste zomerwerk dan ook verricht.
gename of woeste tooneelen. Men moet al
bang wezen zich aan koud water te branden,
wanneer men er kwaad in ziet, dat op zoo’n
manier wordt kermis gehouden.
Be heer Huyskens, die voor ’t eerst hier
was met zijn stoom-carroussel, zal zich zeker
niet beklagen, dat hij Bolsward heeft bezocht
Algemeen hooide men roemen over de pret,
die men in dezen „draaimolen-’ had gehad.
Was de toegang nog al vrij duur, toch zag
men de vroolijke scharen er voortdurend uit
en ingaan. Aardig vooral was het te zien,
hoe Zaterdagnamiddag een driehonderd-tal
schoolkinderen van School No. II en een
deel van die der R. C. school met tintelende
oogen en juichende het carroussel binnen
gingen. Zij waren door den Edelachtbaren
Heer Burgemeester uitgenoodigd om kermis
te vieren. Ze bezochten de tent van den heer
Spriet, den draaimolen van den heer Akker
man, het carroussel van den heer Huyskens,
de poffertjeskraam van den heer H. B. Visser
en gingen met een heerlijken oranje-koek
naar huis.
Eere den man, die op zoo onbekrompen
wijze de minder-gegoeden in staat stelt hunne
kinderen te kunnen hooren spreken van
genoten pleizier. We spreken zeker zoowel
uit naam der ouders als uit die der kinderen,
wanneer we onzen geachten burgemeester
hartelijk danken voor ’t genoegen, dat hij
Bols wards jeugd heeft verschaft.
Eene tweede nieuwigheid op onze kermis
was Buntenbach’s Amerikaansche Patent
Sehommelinrichting. De kennismaking was
aangenaam. We verwachten, dat ook de
heer Buntenbach hier goede zaken heeft
gemaakt. We maken hem in 't bijzonder
een compliment over de keurige netheid
zijner inrichting en vooral ook over de zoo
aantrekkelijke netheid van zijn personeel,
zoowel wat hun voorkomen als hun houding
tegenover ’t publiek aangaat. „De matrozen11
van den schommel zijn hier populair ge
worden.
Dan was er nog eene nieuwigheidhet
doolhof of dwaaltuin van den heer M. Zon-
derhuis. Voor de meeste bezoekers was
zoo’n inrichting totaal onbekend. Allen, die
er in gedoold hebben (altijd dolen, dolen,
dolen, dames en heeren 1), hebben er recht
veel pret gehad. Heeft de „directeur
reden tot tevredenheid over het bezoek, dan
zal hij eene volgende maal zeker met genoe
gen weer worden verwacht.
Eindelijk nog noemen we als nieuwigheden
op onze kermis, het Hercules-theater, de
Somnambule, de phonograaf en het groote,
naar de eischen des tijds ingerichte Theatre
des attractions* van den heer Th. Spriet.
In het laatste vooral kon men zich bijzonder
amuseeren. De kunstverrichtingen van allerlei
aard (goochelen, springen, turnen enz.) waren
zóó verbazingwekkend, dat men gedurig
hoorde uitroepen: „hoe is ’t mogelijk" Het
Operetten-, Concert- en Specialiteitengezel
schap onder directie van den heer Henry J.
ter Hal) Jr. heeft in \micitia" aan een talrijk
publiek zeer aangename avonden bezorgd.
Zoowel de voordrachten als de andere werk
zaamheden vonden veel bijval.
In het „Rood Hert4 van den heer S. Al-
kema trad een gezelschap op onder directie
van den heer Ed. Gulp Ook hier dus had
men te doen met een zeer net gezelschap,
dat op zeer verdienstelijke en amusante manier
allerlei voordrachten liet hooren, die door
geestigheid uitmuntten, zoodat het publiek er
met aandacht naar luisterde en in eene pret
tige, vroolijke stemming werd gebracht en
gehouden.
Maandagavond stroomde een buitengewoon
groote monschenmassa naar de Markt, om
te genieten van ’t vuurwerk. Telkens wan
neer Bengaalsche" verlichting de stad be
scheen, leverde de Markt met de aangren
zende straten een inderdaad prachtig schouw
spel op. Too verachtig schoon kwam nu ons
heerlijk stadhuis uit, zooals het daar stond
in een zee van licht. Het vuurwerk ver
toonde in hoofdzaak hetzelfde, wat we hier
bij vorige gelegenheden te zien kregen, en
toch stonden de honderden bij honderden er
met volle aandacht naar te zien. Ook nu
hoorde men zeggen: „’t was toch wel een
airdig vuurwerkje*. In één opzicht vooral
heeft zoo’n vuurwerk de sympathie van velen
iedereen kan er van profiteeren, de armste
zoowel als de rijkste. En bovendien, 't
maakt een alles behalve verwilderden indruk
op do massa. Trouwens alles wat door
schoonheid van vormen en kleuren uitmunt,
heeft op den mmscheen weldadigen invloed.
Na ’t vuurwerk verdeelde een groot deel der
toeschouwers zich in de huizen van uitspan
ning en over het kermisterrein.
In „de Doele“ werd voor een vrij talrijk
publiek een blijspel opgevoerd, getiteldKic-
torine of de droom eener handwerkster*De
uitvoering voldeed vrfi goed, zeker ook vooral
omdat het een blijspel was: een kermisvie-
Zoo behoort dan ook de kermis van 1895
al weer tot de geschiedenis. Ze was druk
ker dan die van vorige jaren: er waren meer
gelegenheden tot uitspanning en vermaak en
onder die gelegenheden had men eenige, die
men hier nog nooit had gezien. Daar de
kermis eerst ’s Donderdags begon, werd door
velen „van meet af4 met de pret een begin
gemaakt, zoodat de eerste dadelijk ook een
beste dag was, best voor de velen, die bier
kwamen, om een eentje te verdienen, best
ook voor hen, die naar eene gelegenheid uit
zagen, om zich eens te vermaken. En al hoort
men door sommigen beweren, dat men „den
booze dient, als men aan kermispret deel
neemt, al was de Bolswardsche burgerij
wakker geschud door een kermisdroom,
die meer geschikt was, om iemand aan ’t lachen
te brengen dan om ernstige gedachten en
goede voornemens te wekken, toch zag
men meermalen dichte drommen kermisgasten
èn op de straten èn in stoomcarroussel, draai
molens, poffertjes- en oliekoekkramen, enz.
En al moge ’t waar zijn, dat er hier en daar
tooneeltjes waren te zien, die afkeer wekken,
tooneeltjes van dronkenschap en andere ver
keerdheden, toch moet erkend worden,
dat ze tot de zelzaamheden behoorden. De
Bolswardsche ingezetenen hebben getoond,
dat ze over ’t algemeen „op gepaste wijze"
zich kunnen vermaken. En dat mag en
kan zonder dat men zich daarover be
zwaard behoeft te gevoelen. We beschou
wen het als eene ziekelijke vroomheid, die
een onschuldig genot brandmerkt als een
werk „van den booze". We hebben den
diepsten eerbied voor ware vroomheid en voor
echte godsvrucht, maar ’t zou ons zeer
spijten, wanneer eerlang veel kinderen, die
reeds geruimen tijd hebben uitgezien naar
een feestelijken dag bij gelegenheid der in
wijding van het gerestaureerde stadhuis, aan
dat feest niet deelnamen, omdat er uit de
raadzaal eene stem weerklonk van afkeuring.
Nog eens, we hebben eerbied voor vroom
heid, maar beschouwen het eenvoudig als
effectbejag, wanneer men met zijne vroom
heid en godsvrucht te koop loopt.
We hopen,dat eerlang alle schoolkinde
ren van Bolsward een aangenamen feestdag
mogen beleven; we hopen, dat de ouders
zich niet zullen laten overhalen, om de kin
deren, die allen zonder onderscheid gaarne
willen mee doen, te verbieden, van de aan
geboden feestelijkheden gebruik te maken.
Wordt die hoop verwezenlijkt, dan zal het
feest er niet onder lijden, wanneer een enkele
wegens gemoedsbezwaar er niet aan deel
neemt of er niet bij tegenwoordig kan zijn.
Maar... om op de kermis terug te komen:
zij heeft dit jaar aan jong en oud zeer veel
genoegen verschaft.
Hettooneelgezelschaponderdirectie van den
heer Willem Potharst voerde Zaterdag-
avond op: Eene boetvaardige Magdalena,
comedie in 4 bedrijven naar eene roman van
Wilkie Collins. We vereenigen ons nage
noeg geheel met hetgeen in een vorig nom-
mer over de uitvoering van dit stuk uit
Schagen werd medegedeeld: De heer Pot
harst was uitstekend als Jules Gray; alleen
trof het ons herhaaldelijk, dat hij soms wat
al te veel buiging in zijne stem bracht, zoodat
het einde van sommige zinnen nagenoeg ge
zongen werd. De overige personen werkten
zeer goed mede tot het vormen van een goed
geheel. Toch geven we Mercy Merrick en
Grace Roseberry in overweging, zich in de
zeer heftige tooneelen te wachten voor over
drijving; soms toch klonken hare hartstoch
telijke woorden als wilde, ruwe, rauwe kreten,
zooals ze niet verwacht mogen worden van
vrouwen, die zich in het eerste bedrijf deden
kennen als goed opgevoede menschen.
De inatinée van Zondag werd in „de Doele”
door velen bijgewoond. Een deel van ’t per
soneel uit de tent van den heer Spriet deed
toeren van kracht en behendigheid zien, die
alle toeschouwers ten zeerste verbaasden.
's Avonds was de ruime „Doelezaal” veel
te vol. De opvoering van Don Gesar de
Bazan en de schoone Straatzangeres werd
met de grootste aandacht gehoord en gezien.
Zoowel het spel als de costumes waren dan
ook uitstekend. De stilte, die er gedurende
de bedrijven in de zaal heerschte, leverde
het bewijs, dat we recht hadden te beweren,
dat de Bols warders wel degelijk op eene
goede wijze weten feest te vieren. En dat
bewijs werd ook in den loop van den dag
geleverd, want ofschoon zich, ook uitgelokt
door het prachtigste zomerweer, een dichte
massa in enkele straten bewoog, hoorde men
behoudens eene enkele uitzondering, noch
des daags, noch des avonds van minder aan-
zoetjes aan naar hunne haardsteden terug
om zieh weer min of meer knellend in ’t
levensgareel te laten slaan. Er zullen echter
weinigen zijn, die een uitstap hebben ge
maakt zoo groot als onze stadgenoot G. de
Vries, bij de veehouders en veehandelaars
in den omtrek zeer goed bekend, dat beeft
gedaan. Hij is n.l. gisteravond teruggekeerd
uit Noord-Amerika, waarheen hij zich voor
ruim 3 maanden bad begeven om zijne 4
daar gehuwde kinderen een bezoek te bren
gen. Dat is eene heele onderneming geweest
en dat op zijne jaren, hij is reeds de 60
gepasseerd, ’t Pleizierreisje is hem uitstekend
bevallen en hij weet heel wat te vertellen
van ’t verre westen.
begint men
krijgen.
Dinsdagmorgen. Nog altijd overheerlijk
zomerweder. Dat belooft ook een aangename
„uitzet” te worden van deze kermis, die men
van ’t begin tot het einde heeft gevierd
onder begunstiging van schoon weder. En
dat is in ons wispelturig klimaat een voor
recht van belang.
’t Feest van den dag: harddraverij! Eigen
lijk is ’t wel jammer, dat men hier in’t hartje
van Friesland, van ouds beroemd door zijne
snelvoetige paarden, en in 't oude Bolsward,
waar vroeger de voornaamste kermis der
provincie werd gehouden, niet anders kan
houden dan eene harddraverij van tweede-
of derdeklas-harddravers. De harddraverij-
vereeniging sukkelt aan eene schrale kas
en van gemeente-wege kan ze geen cent
los krijgen. En toch zou men zeggen, dat
de burgerij er wel voordeel bij zou hebben,
wanneer hier een eerste klas harddraverij
werd gehouden. Er waren bij deze d'averij
veel menschen tegenwoordig, ondanks de zon
haar gloeiende stralen liet gevoelen en dat
nog wel bij bladstilte.
De laatste avond van de kermis was bij
zonder druk. In sociëteiten en koffiehuizen,
in tenten, in draaimolens, in kramen en op
straat zag men dichte drommen nederzitten
of zich bewegen. De „Doelezaal" was meer
dan bezet; gedurig zag men heele troepen
teruggaan, omdat er letterlijk geen mensch
meer in kon.
Op zeer verdienstelijke wijze werd opge
voerd: De Grafsteen, drama van Alexander
Dumas en daarna De Matroos, tooneelspel
in één bedrijf.
Doodstil was het in de eivolle zaal gedu
rende het spel; wel een bewijs, dat het
pakte. Onder een oorverdoovend applaus
werden aan ’t einde der voorstelling aan drie
actrices, keurige bouquetten overhandigd van
wege de directie der „Doele". Wel een be
wijs, dat niet alleen het publiek dankbaar
en voldaan was over hetgeen het tooneel-
gezelschap had doen genieten, maar ook ge
noemde directie zeer tevreden was over het
geen het heeft gegeven.
We hebben eenige zaken genoemd, die
voor ’t eerst hier te zien warenwe moe
ten nog één ding noemen, dat we vroeger
op een kermis hier nooit hoordenEdison’s
phonograaf. De heer Morré van Amsterdam
stond met zoo’n machine (een prachtige op
de Koemarkt. Met bewonderenswaardige
juistheid en duidelijkheid hoorden we zang,
voordracht en muziek. Voor eene kleinigheid
(5 cts.) kon ieder zich overtuigen van de
wondervolle uitvinding van den genialen
Amerikaan.
En nu de kermis is voorbij.
Mocht ze ook al in menige beurs een groot
gat hebben gemaakt, ja sommige beurzen,
totaal leeg geschud, als de menschen, die
kermis hebben gehouden, zich maar geene
verkeerde dingen te verwijten hebben, zul
len ze zonder de minste wroeging niet alleen,
maar met genoegen kunnen terugdenken aan
de pret, die nu voorbij is.
Wie op gepaste wijze am
deelgenomen (en we beweren, dat dit het
geval is met de overgroote meerderheid), zal
verfrischt en opgewekt zijn gewonen dage-
lijkschen arbeid hervatten. Immers na ge
paste uitspanning en ontspanning is inspan
ning dubbel welkom
Uit de Betuwe meldt men omtrent
het tabaksgewas van 1895: Er is aanmer
kelijk meer tabak verbouwd dan in vorige
jaren en is de prijs dit jaar bevredigend,
dan zal in 1896 opnieuw belangrijk meer
worden geteeld, te meer omdat de verbouw
van suikerbieten den landbouwer niet mee
valt.
Er zal dit jaar heel wat meer tabak van
het veld komen dan in 1894, omdat het
gewas een breed, dap, fijn en uitgewassen
blad geeft. Op kleine uitzonderingen na is
het dan ook bijzonder voor sigarenfabricage
geschikt. Het zandgoed, en op een klein ge
deelte na ook het aardgoed, is reeds geoogst.
Het grootste gedeelte van het zandgoed
is reeds droog en ligt op de zgn. putten.
Het aardgoed hangt nog grootendeels te
drogen; doordien het bestgoed rijp is, heb
ben reeds vele planters met het plukken
een begin gemaakt, ’t welk bepaald vroeg is.
De Haagsche correspondent der N.
Gr. Crt. schrijft
De Tweede Kamer komt 10 dezer bijeen
alleen om de afdeelingen te constitueeren,
die de kieswet daags daarna zullen onder
hoeken. De opkomst zal wel zeer talrijk
zijn, want veel zal natuurlijk afhangen
van de keuze der rapporteurs. Denkelijk
zal er voor de sluiting der zitting geen
openbare vergadering meer zijn.
Zeker is dit evenwel niet. Want ik heb
zij het ook nog maar bij geruchte
gehoord van een on middellijke aanvraag
om een interpellatie (men zei, dat Dr,
Schaepman zich er zou voorspannen) over
de jongste bevorderingen bij het wapen der
artillerie beter gezegd de niet-bevorde-
ring van bet Kamerlid Seret. Het zou niet
onmogelijk zijn, dat die interpellatie nog
tusschen ’t kieswet-onderzoek door, in de
loopende zitting werd afgedaan. Anders
wordt dit de eerste gepeperde schotel voor
het nieuwe menu, na de adres-con-sommé
en de gewone hors d’oeuvres van een pas
geopend zittingjaar.
Ook met opzicht tot de geweren-zaak
schijnt er zoo al geen interpellatie in optima
forma, toch een poging om den Minister
van Oorlog ophelderingen te doen geven,
in de lucht te zweven. De heer de Ras,
die in deze aangelegenheid een nog al
actieve rol heeft vervuld, zou meer licht
vragen en het kan zeer goed zijn, dat ook
dit muisje een tamelijken strart zal hebben.
De vraag is alleen wie de pijn zal gevoelen,
als er op wordt getrapt....
Aan het werk. De Minister van Finan
ciën is druk bezig. Zijne wijziging der
successie-wet duidt daarop voldoende. Er
zal zeker heel wat bezwaar tegen rijzen,
vooral uit den zuidelijken hoek, maar in
het algemeen is dit ontwerp toch met
groote ingenomenheid ontvangen, misschien
ook wel omdat het een kansje doet ont
staan, dat daardoor op het personeel nog
iets meer zal kunnen worden afgedongen.
Het schijnt zelfs, dat de Minister niet af-
keerig is van een soort van concessie in
die richting zoo verhaalde mij een hoofd
ambtenaar van Financiën dezer dagen. Eu
de handige en gelukkige zet zou den heer
Sprenger van E^k volkomen vaardig zijnt
rend publiek gaat uit om pleizier te maken,
om eens hartelijk te lachen, en daarom hoort
het liever een lustig blijspel dan een deftig
tooneelspel of een ijselijk drama, dat de hoor
ders en hoorderessen nu en dan de haren
schier te berge doet rijzen. Ook opwekkende
muziek verhoogt de feestvreugdedat hebben
we kunnen merken zelfs aan de kolossale en
werkelijk schoone draaiorgels van stoom
carroussel en schommelde bezoekers waren
zoo langzamerhand op de hoogte gekomen
met de inderdaad schoone melodiën, zoodat
ze gedurig meezongen, al was ’t dan ook
meermalen „een lied zonder woorden". Voor
die vreedzame bewoners van „de Kade", die
met de kippen op stok gaan en niet van de
kermis willen weten, zullen de doordringende
tonen van het schommel-orgel wel eens
een slapeloozen voornacht hebben veroor-
We kunnen ons best voorstellen,
en velen met hen, met een
van verlichting ’t einde der kermis
hebben zien komen. Want ook al schuwt
men het kermisvermaak niet, als men
honderden malen dezelfde melodiën hoort,
er op 't laatst genoeg van te
Bolswardsche Courant
9
I
)i Si
1