NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BMSWABO EN Oe invloed der Machine. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895. No. 59. BUITENLAND. BINNENLAND. VOOR het gezelschap, ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Te Parijs is alweder een bom gevon den, nu vojr het Paleis van Justitie op den hoek van de Quai de l’Horloge. Een paar politieagenten vonden, toen zij naar hun post gingen, daar in den vroegen ochtend een ijzeren pot, waaraan een lont was be vestigd. Ook dit voorwerp werd ter onder zoeking onmiddellijk gebracht naar het ge meentelijk laboratorium. De Gemeenteraad van Nimes heeft een zeer rumoerige vergadering gehouden, welke door een talrijk publiek werd bijge woond, dat nu en dan zoo luide aan het mede rumoermaken ging, dat eenige malen de zaal ontruimd worden moest. Da mede- deeling van den maire, dat de stierenge vechten van 8 September zouden worden belemmeid doordat de arena door militairen zou zijn bezet, verwekte ontzettend lawaai. Nadat met 12 tegen 10 stemmen het voor stel om allen ontslag te nemen verworpen was, is het voorstel aangenomen, dat ondanks alles, het kosteloos stierengevecht Zondag toch voortgang hebben zou, terwijl eveneens aangenomen werd een voorstel om senatoren, afgevaardigden en leden van den Algemeenen Raad uit te noodigen, evenals de leden van den Gemeenteraad, om Maandag ontslag te nemen, wanneer het stierengevecht Zondag niet plaats gehad had, Het stierengevecht heeft plaats mogen hebben, maar op Fransche manier, d. i. zon der bloedvergieten. Eer waren 25,000 men schee iu de arena, op de eerste plaatsen de maire, al de Gemeenteraadsleden, de senator Bonnefoy en de afgevaardigde de Bernis met de teekenen hunner waardigheid, de leden van den Arrondissementsraad, afgevaardig den van Montpellier, allen om... te prote- steeren. Er was maar één roep: dooden, bloed, doodt den stier! Maar het is niet gebeurd. En tusschen de vertooningen in k,wam het comité plechtiglijk naar voren om te verzoeken dat al de officieele perso nen, leden van den Raad enz. hun ontslag zullen nemen, wanneer de Regeering niet gevolg geeft aan het dringend verzoek der zuidelijke bevolking „want de groote corridas de muerte espagnole zijn een bron van in komsten voor den handel en voor de ar men"... De afgevaardigde de Bern's hield een gloeiende redevoering om te zeggen dat hij en zijn mede afgevaardigden niet zouden wijken, niet hun ontslag zouden nemen, maar pal staan op de bres om te strijden voor het volk van het zuiden, om tegenover zulk een Regeering zijn rechten te verdedigen. Het onweer van Zaterdag. De Am sterdammers die Zaterdag door een harden donderslag werden gewekt, zullen zeker niet gedacht hebben dat het zoo erg on weerde als later wel bleek. Vooral in Zee land heeft het hemelvuur heel wat onge lukken veroorzaakt. In de M.idd. Ct. vinden wij daaromtrent het volgende Omstreeks half zeven is de bliksem ge slagen in den korenmolen De Hoop te St. Laurens. Er werd nog al schade aangericht, doch geen brand veroorzaakt. Te Vlissingen sloeg de bliksem een gat in de straat nabij het riool, gelegen bij het hoekhuis in de Slijkstraat. Te Arnemuiden sloeg de bliksem in den toren, waaraan nog al wat schade werd veroorzaakt. De stukken hout en lood vlo gen over de Markt en omliggende gebou wen. Een der stukken vloog nog bij iemand door de ruiten. Onder Wolfaartsdijk werden drie koeien getroffen. Onder Schuddebeurs (Schouwen) sloeg het hemelvuur in een arbeiderswoning. Veel huisraad en tal van vensterruiten werden verbrijzeld. De vrouw en kinderen, die zich in huis bevonden, werden tegen den grond geslagen doch bleven verder ongedeerd. De bliksem sloeg in de landbouwersschuur van den heer Iz. de Hullu, een 25 minuten buiten Oostburg, op het grondgebied der gemeente Schoondijke. De schuur is totaal verbrand met het grootste gedeelte van den oogst benevens drie kalveren en twee veu lens. Ook te Sluis werd brand veroorzaakt. De bliksem sloeg daar een gat, ter grootte van circa een vierkanten meter, in het dak der woning van den herbergier Cauwelsin de Meerminnestraat, zoodat een begin van brand ontstond. Omtrent het ongeluk te Amersfoort wordt nog gemeld, dat de bliksem midden onder de manschappen van het 2e regiment, hu zaren sloeg. In het geheel zijn een officier, twee wachtmeesters en twee huzaren getrof fen. De officier kreeg een opgezwollen arm, de anderen vielen bewusteloos neer en zijn terstond naar het hospitaal vervoerd waar men hen bij bracht. De paarden werden na tuurlijk schichtig, waardoor twee officieren in een sloot werden geworpen. Blijvende gevolgen schijnt het onheil niet te zullen hebben. Over de geestigheid van onze straat jeugd valt niet te roemen. Toen Zaterdag in de felste hitte, een twaalfjarige knaap, de pet over de ooren en de kraag opgezet, met een groeten tak het pad Onderlangs veegde en den voorbijgangers een cent voor den baanveger vroeg vond men hem toch nog al aardig. Arnh. Crt. Omtrent Fillis, die zich zooveel naam maakt op hippologisch gebied, schrijft de Haagsche correspondent der Zw. Crt. James Fillis is een groot paardenbedwin- ger. Hij schreef een wetenschappelijk werk over de dressuur, en de Minister van Oor log erkende zijn verdiensten door hem op te dragen, een cursus te houden voor de bereden officieren, hier in garnizoen. Hij bezigt daartoe de paarden dier officieren de beste, wel te verstaan en van voren beginnende (etappen, draven enz.), wijdt hij hun ruiters gaandeweg in, in de geheimen der lagere en hoogere rijschool. De heer Fillis heeft het zeldzame voorrecht van bij het beroep van circusrijder den leeftijd van 63 jaar bereikt te hebben, en nog altijd over het gebruik van al zijn ledematen te kunnen beschikken. Tot zgn 50ste jaar zoo vertelt hij in vertrouwelijke oogenblik- ken had zijn dressuur niet veel om het lijf. Plotseling was hem toen een licht op gegaan, en kende hij het paard in al zijn deugden en gebreken, terwijl de proefne mingen en resultaten der instantané-pboto- graphie hem in staat stelde de dressuur tot de hoogst mogelijke volmaaktheid op te voeren. De wetenschap toch dat een paard in galop oogenblikken heeft dat het alleen op zijn rechter-achterbeen, en dan weer alleen op zijn linker-voorbeen staat, is voor den schran- deren africhter van onrekenbare waarde. Overigens .acht de heer Fillis het paard een dom dier, maar toegerust met een sterk ontwikkeld en immer wakker geheugen. Zijn methode van africhten wendt zich dan ook bijna uitsluitend tot het geheugen, daar hij, telkens als hij iets van het verstand verwachtte, bedrogen uitkwam. De heer de Ras schrijft over de ge werenzaak in de Limb. Koerier ’t Is mij gebleken, dat niet de Minister oorzaak is van het afbieken der onderhan- delingen. Wel heeft de Minister zich aan vankelijk niet toeschietelijk betoond en veel bezwaren geopperd, doch ten slotte heeft de Minister toegegeven. Toegegeven aan het bezwaar van hem of hen, die namens het syndicaat optraden, dat door de binnenlandsche industrie meer dan 100 geweren daags zouden geleverd moeten worden. Dit is mij gebleken uit de schriftelijke bekentenis van iemand, die in deze aangelegenheid nauw betrokken is. Voor deze daad verdient dus de Minister eer een woord van lof dan een interpellatie. Jammer slechts, dat, zijn mijn inlichtingen juist, en ik heb geen reden daaraan te twij felen, de minister eerst zijn concessie deed, toen het syndicaat zijn aanbod reeds ingetrokken had. Eenmaal echter deze hinderpaal uit den weg geruimd, bestond er geen aanleiding meer, het gedane aanbod niet gestand te doen. Toch is zulks niet geschied, en daarvoor bestaan, naar mijn vaste overtuiging, geheel andere oorzaken. Ik acht de Tweede Kamer niet de ge schikte plaats, om die oorzaken te gaan bespreken, en dit zaakje uit te pluizen. Een twintigtal arbeiders te Hengelo, die de vorige week bij het passeeren van den Koninklijken trein, door fluiten een be- tooging hielden tegen de Vorstinnen, zijn door de fabrikanten uit hun dienst ontslagen. In de Hengeloosche Fabrieksbode, weekblad voor het personeel der machinefabriek van Gebr. Stork Co. aldaar, komt de volgende kennisgeving van de directie aan de werk lieden dier fabriek voor. Bij de doorkomst der Koninginnen op 1.1. Woensdag heeft een troepje kwaadwilligen zich vermeten, bij aankomst en vertrek van den trein eene alleronbehoorlijkste houding aan te nemen. Een twintig- of dertigtal mannen is er daardoor in geslaagd, een wanklank te mengen in de echt nationale feestviering der atgeloopen week, waarin wij aan onze bekoorlijke jonge Koningin en hare waardige moeder hulde hebben ge bracht, omdat zij de hoogste dragers zijn van het gezag voor ons allen de aan trekkelijke zinnebeelden zjjn van onze een heid als volk bij alle verschil van meeningen, dat er onder ons kan bestaan. Eene geheele bevolking vierde feest en een vlegelachtig troepje achtte zich gerech tigd te trachten, dat feest te verstoren dezelfde menschen, die altijd den mond vol hebben van de vrijheid, belemmerden de vrijheid van ons allen, daar zij de goede opgewekte stemming trachtten te verstoren. Dezelfde menschen, die altijd hard schreeu wen als de politie de lagere dragers van het gezag hen naar hunne meening niet genoeg beschermt, waagden het met laffe uitingen op te treden tegen en afbreuk te doen aan onzen eerbied voor de hoogste dragers van dat gezag. ’t Is hun niet voldoende geweest, in hun schendblaadje, dat het papier is geduldig ondanks zijn leugenachtigen,lasterlijken inhoud, den naam draagt van Hecht door Zee, over onze Koningin-Regentes, die in de wijze van opvoeding barer dochter ten voor beeld strekt aan alle moeders, uitdrukkingen te bezigen, die geen fatsoenlijk man anders dan met walging leest. Zij hebben de maat vol willen meten en eene demonstratie op touw gezet, die in zooverre gelukt is, dat ze hen, die er niet over kunneu oordeelen, de Hengeloosche werklieden-bevolking in ons geheele land als oproerig bekend maakt. De man, die bij de ouderen, wier denk beelden naar de sociaal-democratie over hellen of overhelden, reeds lang heeft afge daan, omdat de leugenachtigheid en laster zijner verhalen al te vaak bewezen zijn, maar die bij de jongeren weer invloed schijnt uit te oefenen, heeft zich, gelijk het een dapper man betaamt, met een fluitje ge wapend, als leider van deze beweging op geworpen. Een edele daad voorwaar van een der groote mannen onzer sociaal-de- mocraten 1 Niet tevreden met deze heldendaden, is het gezelschap, na het vertrek van den trein, naar het huis van een der groote mannen der Sociaal-Democraten van Hengelo gegaan, om daar te midden der feestelijke versiering eene roode vlag uit te steken, ten einde van zijne gevoelens te doen blijken. Dit is in gewone gevallen een zeer on schuldig kindervermaak, dat niemand anders dan lachwekkend zal vinden Maar op het oogenblik, waarop het hier geschiedde, was het uitsteken van die vlag na de demonstratie op het stationsplein een daad van oproermakers. Aan deze daden is door leden van het personeel onzer fabriek deelgenomen. Welnu, door deze deelneming hebben zij den beker onzer lankmoedigheid doen over- loopen. Wij hebben het maanden lang aan gezien, dat men ons en ons personeel week van het huidige verkeer, dat millioenen en non eens millioenen werk en brood geeft? Zijn er nog meer voorbeelden noodig? Neen. Wie nadenkt, kan elk geval tot deze aangestipte terugbrengen. De machine is een zegen voor de menschheid, omdat zij, bij het voortdurend toenemen der bevolking van de aarde, voortdurend behoeften stilt en daardoor nieuwe schept, de voorziening waar in steeds nieuwe krachten eischt. -- Er zijn menschen, die de machine een vloek voor de maatschappij noemen. Elke machine, aldus redeneeren zij, die door het menschelijk vernuft wordt samengesteld neemt een aantal arbeiders het werk uit de han den, het brood uit den mond. De machine, zeggen zij, is een der oorzaken van de ver schrikkelijke werkeloosheid, die allerwege heerscht. Wanneer het werk, dat nu door machines wordt uitgevoerd, door handen werd verricht, zou de werkeloosheid opge heven zijn. Er zouden geen krachtige man nen meer zijn, die vergeefs om werk bedelen, er zouden geen vaders meer zijn, die de hongerige blikken van vrouw en kinderen moeten ontwijken. En de ontevredenheid, die in deze eeuw aanwast als eene groote donderwolk, welker ontlasting eenmaal te wachten staat zij zou niet zijn. Maar zij is er. Want er wordt honger geleden. Want duizenden krachtige armen hangen slap langs het lichaam neer, omdat het werk, dat zij zoo gaarne zouden willen doen, door een machine wordt verricht hoort ge, door één enkele machine die hun armen en hen zelven overbodig maakt. Zij, die de machine de schuld geven van de onwederlegbaar bestaande ellende, oor deelen oppervlakkig. Zooals het veelal gaat bij een ramp hij, die er door getroffen wordt, vindt eenigen troost in het aauwijzen van den bewerker van zijn ongeluk en in zijne begrijpelijke onrechtvaardigheid werpt hij de schuld op een onschuldige. Want de machine is onschuldig aan de werkeloosheid, die geleden wordt. Haar geschiedenis is van die onschuld het bewijs. Valsch is de redeneering, dat met de vlucht der machine de werkeloosheid is toegenomen, ’t Valt niet te ontkennen, dat de ontwikke ling van het werktuig gelijktijdig heeft plaats gehad met de uitbreiding der werke loosheid, maar twee gelijktijdig plaats heb bende verschijnselen behoeven niet met elkaar in verband te staan. De tot-stand-koming en invoering der eerste machine is moeielijk na te gaan. Wij, kin deren der negentiende eeuw, zijn gewend om onder machines stoomwerktuigen te verstaan onze kinderen zullen wellicht het begrip van dit woord ouderwetsch vinden en het zich alleen kunnen denken in verband met elec- triciteit. En wie weet welke nu nog onbe kende kracht onzen verren nazaten ten dienste zal staan. Maar vóór onzen tijd, ver daarvoor, toen de kracht van den stoom nog in het duister der toekomst was verborgen, heeft het men- schelijk vernuft reeds machines uitgedacht. Feitelijk heeft de menschheid nooit zonder machines geleefd. Of is het eerste mes van vuursteen, niet reeds een machine geweest, die den handenarbeid gemakkelijker maakte? En was niet de eerste wagen, hoe gebrek kig ook ingericht, een machine, die evenveel vervoerde als drie of vier of tien mannen Was het spinrokken niet een machine, die tienmaal zooveel werk deed als de menschen- hand alleen En wat was het gevolg van al deze vin dingen Geenszins werkeloosheid. Het steeds in omvang toenemende mensch- dom schiep zich allengs meer behoeften en de machine het mes, de wagen, het spin rokken voprzag daarin en bevredigde ze. Was die machine er niet geweest, de mensch zou geen tijd gehad hebben zich andere be hoeften te scheppen, en hij zou nog steeds niet veel meer verschillen van zijn stamvader. Laat ons wat sprekende voorbeelden nemen. De uitvinding der boekdrukkunst een machine. Zoudt ge meenen, dat, als er nooit een pers gedraaid had, de werkeloosheid thaiR iets minder zou zijn Het tegendeel is waar. Indien de mensch niet een machine had bedacht, die het werk doet wat in de oude tijden de slaven deden het in schrift ver spreiden van iemands gedachten en ervaringen dan zou ongetwijfeld de wetenschap, om maar iets te noemen, door gebrekkige en dure verspreiding, op een veel lager stand punt staan dan thans het geval is en die wetenschap zou nooit het aanzijn gegeven hebben aan industriën, welke thans aan hon derdduizenden brood verschaffen. De spoorweg. Als de spoorwegen en stoombooten den karrijders en jagers het werk niet uit de han den hadden genomen, wat zou er dan zijn $XXXXX XX XX^XXXXXXX X^ DONDERDAG 12 SEPTEMBER. J XXXXXXX XXZj XXXXXXX X^ Ais een voorbeeld van „kameraad schappelijke geest in het leger", deelt de Telegr. het volgende mede Woensdag marcheerde een afdeeling grena diers van de Hilversumsche heide naar Baarn. ’t Was warm en de manschappen zaten vol stof. Water was er niet te ver krijgen geweest, zoodat bij bet hotel Groene- veld aan de grenzen van Baarn werd halt gehouden, om de soldaten van het zoo hoog noodige water te voorzien. Een afdeeling huzaren hield daar toevallig rust en de bevelvoerende officier van de grenadiers vroeg aan een der officieren of die huzaren even mochten helpen water aandragen. Hierop werd toestemmend ge antwoord, doch er was nog een hooge hoogere, die uit het bovenraam zijn huzaren zag water dragen en met donderende stem liep: „Wie gelast mijn soldaten, daar die diensten te verrichten?. Waarop klem bijgezet werd. De huzaren hielden op, ze mochten hun kameraden van een ander wapen niet helpen en de bevelvoerende officier der grenadiers marcheerde met een „dankje ritmeester" met zijn troep naar Baarn. Een stad in duisternis! Delft heeft Zaterdagavond een oogenblik in duisternis gezeten. Door een verkeerde behandeling der hoofdkraan aan de fabriek werd de gasaanvoer naar de stad afgesneden. Hoewel de fout terstond hersteld werd, was het on gerief toch groot. Bolswardsche Courant 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1