NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOI.SWAB» BH WONSJERABEEt. tos 1895. No. 65. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. DONDERDAG 3 OCTOBER. BUI T E N L A N D. BINNENLAND. VOOR ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 'X j <1 '1' was zal hem de volgende week te Waspik thuis gestuurd worden. Een paar ridders. Donderdag wordt te Rotterdam verwacht de gegageerde ser geant der infanterie H. Robijn, die op 18 November 1894 bij de verovering van Tjakra Negara een schotwond in de linkerborst kreeg en wegens de wijze, waarop hij zich bij de krijgsverrichtingen tegen Lombok heeft onderscheiden, benoemd werd tot rid der der Militaire Willemsorde 4e klasse. Hij verlaat den dienst wegens volbrachten diensttijd. Daarentegen heeft zich de fuselier C. Westbroek, de kranige soldaat, die den bij Tjakra Negara zwaar gewonden gene raal van Ham onder het vuur van den vijand in den Dewatempel bracht en deswege tot ridder van de Militaire Willemsorde 4e kl. benoemd werd, na eerst te zijn gegageerd, opnieuw voor den Indischen dienst verbon den. Zaterdag vertrok hij per Merapi weer naar Indie. Het Brandweercongres te Amsterdam is natuurlijk geëindigd met een diner. Het is dan ook niet om het diner dat wij er melding van maken. Een zeer eigenaardige verrassing wachtte den leden na afloop van het diner. Er zou nl. een bezoek aan de tentoonstelling gebracht worden, maar hoe ze daar heen zouden komen, was voor allen een geheim, totdat de heer Meier mede deelde, dat er een paar wagens van de b.and- weer klaar stonden. En ja waarlijk, daar stonden op den Dam twee personenwagens klaar, geheel afgetuigd, zoodat er plaats voor allen was. Dicht opeengedrongen zaten de heeren boven op de lange, roode wagens, de fakkels brandden, de brandweerman op den bok luidde de bel en daar ging het in galop door de stad. Door den Minister van Binnenland- sche Zaken is de volgende circulaire gericht aan de Gedeputeerde Staten der provinciën: „Het is mij gebleken, dat sommige ge meentebesturen ten aanzien van den naam hunner gemeente eene spelling bezigen of wenschen te bezigen, welke afwijkt van die welke aan mijn departement gebruikelijk is. Daar het mij wenschelijk voorkomt, dat de spelling der kieswet tot algemeenen leiddraad strekke voor de schrijfwijze der bedoelde namen, heb ik de eer u te ver zoeken, een onderzoek in te stellen naar de verschillen, die mochten bestaan tusschen de door de gemeenten zelve gevolgde of blijkens door haar aanhangig gemaakte voorstellen of gedane verzoeken begeerde spelling, en die, welke gevolgd i> in de tabel, behoorende bij het bij de Staten- Generaal aanhangig gemaakte ontwerp van wet tot regeling van het kiesrecht. Van de uitkomsten van dat onderzoek zal ik gaarne mededeeling optvangen, ver gezeld van uw advies omtrent de gebleken verschillen.” - 20.239.00 Totaal ƒ41.743.50 Er kwam eene regeling tot stand die eene werkelijke verbetering kan worden ge noemd. Een vijftal kassiers verklaarden zich bereid tijdens den loop van een kwartaal de verliezen aan de verzekerden uit te be talen, tengevolge waarvan de geldbehoeven- den tusschentijds kunnen worden bevredigd. Direct na verlies van een rund of paard kan de verzekerde dus zijn vergoeding ont vangen. Dat hiervan gretig gebruik wordt Zaterdagnacht zijn in het Café Royal“, Damrak 95 te Amsterdam, door baldadige handen drie groote spiegelruiten, waarvan twee de kolossale afmeting van ongeveer S'/a bij 2 meter hebben, ingeworpen. Des morgens vond de eigenaar een negental groote Waalklinkers in de zaal. De ver moedelijke dader is bekend, wiens ergerlijke handelwijze aan wraakzucht moet worden toegeschieven. Daar de ruiten niet verze kerd waren, lijdt de eigenaar van het café een niet onaanzienlijke, ongeveer f200schade. Vrijdagmiddag had er te Amsterdam weder een executoriale verkoop plaats, thans voor particuliere schuld en wel bij een caféhouder op de Olden barneveldskade. De schuld bedroeg 165 gulden. De inboedel bracht in ’t geheel op de som van.. 35 cents. Het biljart ging voor 2 cent en het buffet voor 1 cent weg. Scheveningen mocht zich dit jaar we der in een druk bezoek verheugen. Wan neer men het aantal vreemdelingen, die in het dorp zelf afstapten, buiten rekening laat, bedraagt het aantal logés 5395, tegen over 4149 in 1894. Volgens de Badcourant vertoefden te Zandvoort 2416 badgasten met 396 dienst boden, waarvan uit Duitschland en Oosten rijk 403, uit andere landen van Europa 54 en uit andere werelddeelen 11. Telt men hierbij de 396 dienstboden, de 240 kinderen uit de Amsterdamsche vacantie-kolonie, de 130 uit het Haarlemsche Kinderhuisje en de 150 verpleegden in het Badhuis voor Minvermogenden, dan verkrijgt men een totaal cijfer van 3332 personen, die te Zand voort verblijf hielden. Volgens de opgaven, in het Badnieuws gedaan, hebben te Domburg gelogeerd 1121 personen, of 311 meer dan het vorige jaar. In het Panopticum is de 100,000ste bezoeker geweest sedert 1 Jan. 1895. Het was een boertje uit Waspik, Klaas Dekker heette hij. Zooals dat bij dergelijke gelegenheden gebruikelijk is, wilde de directie hem een geschenk aanbieden, maar het boertje was daarvan niet gediend, wat most hij met al die kouwe drukte! Neen, als ze hem dan toch met geweld een pleiziertje wilden doen, dan wou hij wel zijn gezicht in was van de heeren hebben. Die vraag was door de directie niet voor zien snel werd er overlegd en het slot was, dat het boertje mee ging naar het atelier om te poseeren. Zijn beeld in en voornaamste waar het op Mag er eerzucht in ons zijn? Zeer zeker! ’t Is alleen de vraag, van welk allooi zeis, want niet alle eerzucht is geoorloofd: alles behalve! Het doel der eerzucht van de meeste menschen is in het oog te vallen, boven allen uit te steken. En wel: door iets anders te worden of te schijnen dan men is, door anders gekleed te gaan of anders te spreken dan een ander; door aller aandacht te trekken, al is het maar door een lintje, een medaille, een garneersel, door ik weet niet wat. En dat begint al op de schoolbanken, waar men nummer één wil zijn, en dat gaat het ge- heele leven zóó door. Maar dat is eigenlijk toch al heel ellendig. Want wat baat het toch, de eerste te zijn of te schijnen, of in het oog te vallen door kleedij of wat anders, als men eigenlijk op zich zelf toch niet veel beteekent? De eerzuchtigen van deze soort offeren dan ook gewoonlijk het wezen op aan den schijnhoe meer ze zich opblazen, des te holler is hun brein, des te leeger hun hart. Meestal schamen ze zich over hetgeen ze vroeger waren, schamen ze zich over hun vroegere armoede of het eenvoudige hand werk, dat ze uitoefenden. Velen willen er niet van weten, waar ze geboren zijn, wil len niet hooren spreken over hun ouders, omdat het eenvoudige lieden waren, levend in minderen stand. Het zijn lafhartige, be krompen, onmenschelijke karakters. Want is dat nu menschelijk eerst dan zich gelukkig te achten, wanneer men alle an deren beneden zich ziet en voor zich ziet kruipen Is dat nu De Engelsche Regeering is het moede door de hoogere en lagere autoriteiten in China te worden bespot. Zij eischt thans het ontslag van den Onderkoning, die schul dig is aan den moord der zendelingen, en de Britsche vloot is onderweg naar Koet- scheng om met zijne kanonnen dien eisch te ondersteunen. Duitsche schepen gingen naar Swatow, waar Duitsche onderdanen zijn vermoord. De Engelschen zijn bovendien ontevreden, dat China aan Frankrijk concession heeft gedaan, die in strijd zijn met het traktaat over de grenzen van Birma, dat het met Engeland heeft gesloten en de Duitschers achten zich verongelijkt, omdat zij buiten de Russisch-Chineesche leening zijn gehou den. Engeland en Duitschland hebben nu gelegenheid den Chineezen te laten voelen, dat hun vriendschap ook waarde heeft. De President der Fransche Republiek heeft onmiddellijk nadat hij vernomen had, dat Pasteur overleden was, aan mevrouw Pasteur een telegram gestuurd, waarin hij verklaarde „diep getroffen te zijn door het verlies, hetwelk de wetenschap, Frankrijk en de menschheid door den dood van haar echtgenoot hebben geleden/ Ook de meeste Ministers hebben tele grammen van rouwbeklag gezonden. Pasteur wordt natuurlijk op staatskosten begraven en men mag wel zeggen, dat hij het aan zijn vaderland verdiend heelt. Hoe onschatbaar o. a. de ontdekking is geweest, die de groote geleerde aan de nijverheid bewees, toen hij een middel aan de hand deed om de ziekte der zijdewormen tegen te gaan, tracht een Fransch blad volgenderwijs duidelijk te makenDe ge- heele zijde-industrie van Frankrijk werd met den ondergang bedreigd door de ziekte, waaraan de zijdewormen stierven, zonder dat het den kweekers gelukte een middel daar tegen te vinden. Pasteur slaagde er in het redmiddel aan te wijzen, en men heeft wel eens gezegd, dat de vijf milliarden oorlog schatting die Frankrijk aan Duitschland had te betalen, door Pasteur alleen verdiend zijn. De Vierde Jaarlijksche Algemeene Vergadering van verzekerden van de On derlinge Noord-Nederlandsche Veeverzeke- ring Maatschappij, gevestigd in de Schrans te Leeuwarden, had den 25 Sept. 1895 in het Café „de Uhie“ aan de Groote Markt te Groningen plaats. Er werd verslag uitgebracht omtrent den toestand en de werking der Maatschappij, gedurende het afgeloopen boekjaar, benevens mededeeling gedaan van het door eene com missie uit commissarissen uitgebracht rap port omtrent de rekening en verantwoording waarin o. m. een woord van lof wordt ge bracht aan den Directeur-Boekhouder voor de nette en nauwkeurige administratie. De heeren mr. W. A. Bergsma te Dron- rijp en W. Harmens Czn. te Harlingen moesten volgens rooster als commissarissen aftreden. Beide heeren weiden herbenoemd, welke benoeming door hen werd aangeno men, terwijl in de vacature Boelken voor zien werd door de benoeming van den heer Jules van Hasselt te Kampen. Aan het verslag wordt het volgende ont leend In het afgeloopen jaar werd een bedrag van ƒ1360.92 afgelost op vroeger opgenomen gelden. Het was de Directie hoogst aangenaam deze mededeeling te kunnen doen omdat eene zoo’n flinke aflossing een groote te genstelling is met het vorige jaar, toen de rekening sloot met een aanzienlijk te kort. Mede was haar een genoegen te kunnen melden dat het aantal deelnemers vermeer derd was met 900, waardoor bij het sluiten van het boekjaar, 12 Mei 1895, het leden tal was geklommen tot 3500. De Maatschappij heeft dit jaar aan ver liezen geleden 207 runderen, waarvoor uitbetaald ƒ21.504.50 136 paarden, -20.239.00 menschelijk eerst dan iets te waardeeren, wanneer men het alleen bezit? Neen, waarlijk! dat is niet menschelijk, niet groot, niet edel; dat is niet het doel der ware eerzucht. Zij gaat uit van de overtuiging, dat de echte, menschelijke grootheid voortvloeit uit den mensch zelven. Beter, rechtvaardiger, beminnelijker, sterker naar den geest te worden, daarin bestaat alle vooruitgang en dat is het, waarnaar men allereerst moet jagen. En die dat goed inziet, die blijft een een voudig, nederig mensch. Het komt niet in zijn hersenen op om over een ander te wil len heerschen of een ander te willen onder drukken, omdat bij ziet dat dit de beste manier is om zichzelven te verlagen. Hij is er van overtuigd, dat de echte wetenschap hierin bestaat, dat men wel weet te leven, dat men beoefent „de wellevenskonste," zooals de vaderen plachten te zeggen. In welken stand of welke betrekking ook geplaatst, als een goed, een edel mensch te leven, is moeielijk en verdienstelijk. Een schilderij, die ons voorstelt een ganzenhoed ster of een bedelaar of een zieke, kan dezelfde kunstwaarde hebben als een andere, met hetzelfde talent geschilderd, die ons te aan schouwen geeft oen madonna of een held of een prachtige, schoone vrouw. Evenzoo kan ook het edele leven van een houthakker of een straatveger dezelfde zedelijke waarde heb ben als dat van een geleerde of staatsman. Het komt er weinig op aan, welken rang men bekleedt in de maatschappijeen zede lijk, edel beminnelijk mensch te zijn, dat is het eerste aankomt. De waarde van een geldstuk is gelegen in het metaal, waaruit ’t vervaardigd is, zóó hangt ook de meerdere of mindere waarde van een mensch eenvoudig af van de meer dere of mindere waarde, die zijn zedelijk bestaan vertegenwoordigt. Daar zijn rijken en aanzienlijken, die doodeenvoudig in de wereld optreden, die noch genotziek, noch hoogmoedig zijn, en daar zijn omgekeerd tal van minvermogenden, die van niets anders droomen dan van groot heid en zinnelijk genot en een gemakkelijk leventje. Dit moet de eerzucht van allen zijn, in welken stand ze ook geplaatst zijn, of welke betrekking ze ook bekleedente zijn en te doen, wat ze zijn en doen moeten, de gaven, die ze bezitten, te ontwikkelen, de krachten, die ze hebben, aan het werk te zetten, en onder dat alles maar één ding te mijden en te hatenooit iets te doen, dat tegen het geweten strijdt, al zou men er ook voor moeten lijden of ondergaan. Want waar de platte, alledaagsche, louter zinnelijke mensch zegt: „’t is beter een levende hond dan een doode leeuw te zijn,“ daar zegt de geestelijk ontwikkelde, de waarlijk edele mensch„neen, dat is een verfoeielijke leugen’t is desnoods beter te zijn een doode leeuw dan een levende hond! W. Op den Dam, op den Voorburgwal, op hot Koningsplein, in de Leidschestraat, overal waar de wagens voorbij holden, liepen de menschen te hoop. Ze hadden nog nooit zoo’n rare brandweer gezien. In vliegende vaart de meesten hadden nog nimmer zoo snel door de stad gereden werd de hoofdingang van de tentoonstelling bereikt het hek stond open en onder het Rijksmu- seum door rolden de wagens tot op het ter rein, waar hun verschijnen natuurljjk ook gemaakt blijkt hieruit, dat gedurende het laatste halfjaar reeds 79 verliezen op deze wijze zijn uitbetaald. Voorts werden in deze vergadering een paar niet onbelangrijke besluiten genomen. Eerstens vond het algemeene instemming om de quarantaine tijd te verkorten. Was dit tot heden op 30 dagen bepaald, voort aan zal nieuw opgenomen vee slechts 20 dagen aan quaiantaine onderworpen zijn. Een ander belangrijk besluit werd ge nomen naar aanleiding van een schriftelijk voorstel van een zeker aantal verzekerden, om afzonderlijk beheer in te voeren voor weelde- en landbouwpaarden. Dit voorstel was gegrond op de meening dat door de hooge prijzen van hengsten, harddravers enz. bij verliezen in die rubriek, de landbouwpaarden te veel door de in dat geval te heffen omslag werden gedrukt. Uit de statistiek van sterfte werd echter het tegendeel bewezen, waarom besloten werd, in zooverre aan het geopperde be zwaar tegemoet te komen, dat bet maxi- mum-waarde-bedrag voor alle paarden be paald werd op 800,Vroeger was dit 1000,Alléén dekhengsten, die in een stamboek zijn ingeschreven en jaarlijks opnieuw zijn aanbevolen, kunnen tot ƒ1000 worden verzekerd. Het vertrouwen bestaat, dat deze bepa lingen zullen bijdragen tot nog meerdere deelneming en dus tot nog meerderen bloei der Maatschappij. De Minister van Oorlog heeft de wer ving voor het Indische leger gesloten, omdat het contingent suppletietroepen voor het loo- pende jaar voltallig is. Het bericht, dat de Minister van Oor log de koloniale werving heeft gesloten, is onjuist. Daar het uit te zenden contingent voor 1895 geheel compleet is, heeft de Mi nister voor dit jaar afgewezen verzoeken van vrijwilligers van het Nederlandsche le ger en miliciens in werkelijken dienst tot overplaatsing bij het Indische leger. Van sluiting van de koloniale werving is geen sprake. Ieder, die aan de vereisch- ten voldoet en niet bij het Nederlandsche leger eene verbintenis sloot, kan zich ter stond te Harderwijk doen aannemen voor den kolonialen dienstdus ook alle mili ciens met groot verlof, kunnen zich voor den kolonialen dienst blijven aanmelden. Naar aanleiding van het denkbeeld van den heer Boissevain, om in 1898 bij gele genheid van de kroning van de jeugdige Koningin een tentoonstelling te houden van oude kunst, wordt in een schrijven aan de N. R. C. de wensch geuit bij die gelegen heid liever het oog te richten op het heden, op de toekomst. Wil men, zoo leest men, de troonsbestij ging onzer Koningin in 1898 tot een datum van beteekenis in onze historie verheffen, dan dient men tegen dat tijdsgewricht te zijn gekomen tot de verwezenlijking van iets, dat luide spreekt, niet van de glorie van Oud-Holland, maar van de innerlijke levens kracht van het Holland uit het laatst der negentiende eeuw. Op de eischen der diamantbewerkers is door de „Vereeniging van eigenaars van diamantslijperijen,waarin de eigenaars van 40 slijperijen vertegenwoordigd zijn, geant woord met een „lock out.“ De aangesloten eigenaars hebben de fabrieken gesloten en zullen niet aan den eisch, om hun inrich tingen tot bondsfabrieken te maken, toegê- ven. De juweliers en de eigenwerkmakers- vereenigingen steunen de bovengenoemde eigenaars. Een vijftigtal fabrieken staan nu stil, enkele werkgevers gaven slechts toe. 0 TT Bolswardsche Courant.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1