NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD HM.SWAB® EN WGNSRRARESt I J. ten Brink. „DE TELEGRAAF I No. 66. Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. De Fluitspeler van Bornim. 1895. i BINNENLAND. ONTVANGEN: ZONDAG 6 OCTOBER. 'ÖÖWÈSTIBLES en fijne Worst-en Vleesch waren E VOOR ’t kort wat er is voor- al een Hinken ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. rechter over zijn schrift 7 ^XXXXX en Sukadekoek Droge Geldersche Metworst, Boterham- worst, Saucisse de Boulogne, Gekookte Ham. mooi Mager Spek en Lunchtong in Ma- dera-gelei, de Nieuwe Busgroenten, Schild padsoep, Kerrysoep, Sardines, Zalm, Kreeft enz., alsmede Verkades Chocolade of Thee- Beschuit met Suiker en Kaneel (50 stuks h 35 cts.,) gewone Groote en Kleine BeH schuit, Ontbijt-, Gember Borstplaat en Spekulaas. Aanbevelend, Kimswerd, 4 Oct. De arbeider W. v. d. Z. alDier had toestemming van zijnen boer ontvangen om de ploeg-aardappeien op te zoeken en deze als zijn eigendom te be schouwen. Toen hij 2'/i kort Dad opgezocht, was ’t etenstijd. Na den eten begeeft hg zich weer naar ’t land, maar, wat hg ziet, de aardappelen niet Ze waren spoorloos vedwenen. fluisterde hij hem in ’t oor: Vergeet, als je naar je nieuwe standplaats gaat, om ’s hemelswil je fluit niet. ’t welk dagelijks TWEEMAAL, ’s namid dags f,15 en ’s avonds 1O uur word! bezorgd. Nieuwe Abonnées ontvangen de in dezt maand nog verschijnende nummers gratis Firma B. Cuperus Az., A(*ent van „DE TELEGRAAF.” Frits Justin en juffrouw Lize zijn reeds een jaar een gelukkig paar en de jonge dominees vrouw wiegt al een fikschen jon gen, die Frederik gedoopt is. De oude heer in Bornim verveelde zich echter vreeselyk, en wel omdat zijn doch ter niet meer bij hem was. Hij moest af leiding hebben en Frederik de Groote zou hem die bezorgen. Op een goeden dag ontving de oude rechter een schrijven van den koning om op audiëntie te komen. Bevreesd, dat zyne majesteit over iets niet tevreden was, ging hij met geen op gewekt gemoed op reis. Zuchtend trad hij dan ook de ontvangzaal binnen. Aha, ben je daar? Wel hoe gaat het in Bornim? Alles nog in orde? Zeker, majesteit, antwoordde de rech ter bevend. En je dochter, heeft ze jongen? Ja, majesteit. Nu, die moet zijn vader op volgen, maar als ze een tweeden jongen krijgen, dan moet ik dien hebben, daar bedoel ik mee, die moet soldaat worden, hè. Natuurlijk Sire! En nu iets anders. Sedert dat je doch ter je verlaten heeft, verveel je je zoo te Bornim ja... ja ik weet het, en daarom plaats ik je over en heb je president ge maakt van de Rechtbank te F... Maar, sire, zoo’n hooge post, dat is te veeldat is Dat heb ik te beoordeelen, zei Frede rik. Binnen acht dagen moet je in je nieuwe betrekking zijn, Dank daarvoor, sire! Met een diepe buiging verliet de nieuwe president de ontvangzaal. Wacht eens even, vriend, zei de koning, en hem op den schouder kloppende, De dominee stond met de handen op den rug geleund onder de waranda van de pastorie, en keek aandachtig naar de groote dikke wolken. Reeds vielen er groote druppels, en zijn vrouw vond het raadzaam de wasch in te halen. Er komt hagel, zeide de dominee. De wind -stak op, boog de boomen mee- doogenloos ter aarde en zweepte het stof hoog in de lucht. Toch kwamen er door dit weer nog twee ruiters aan. De een oud, en in een grijzen jas, den driehoekigen steek diep over de oogen gedrukt. De ander was jonger en had een zwarten snor, die vreemd afstak tegenover het wit gepoe derde haar. De dominee week een stap achteruit en mompelde lachend: „de koning/ Waarom groet je hem dan niet? zei de dominees vrouw, terwijl ze den ruiter nakeek. De koning gaat liever voor onbekend door en daarom heb ik hem niet gegroet; hy zou het my kwalijk genomen hebben. Een donderslag deed den grond dreunen de dominee en zijn vrouw vlogen in huis. Dat wordt te erg, zei de jongste der twee ruiters; zou Uwe Majesteit geen on derkomen zoeken? Het moet wel, antwoordde de koning, terwijl hij zijn paard naar het naastbijge- legen huis wendde. Men steeg afeen man nam de teugels over. Dat is Bornim, niet waar? zei de koning. Ja, meneer! En wat is dit voor een huis? Dat is het gerechtshof! Kom, Datzebeck, laten we maar bin nengaan, zei de koning, misschien is hier nog wat te zien en te hoorendat zal ons voor ’t oponthoud dan schadeloos stellen. Door zijn kamerheer Tobias Datzebeck gevolgd, ging de koning het voorvertrek voorbij, waar eenige menschen schenen te wachten, zag de politie-agenten kalm aan en betrad toen de zaal waar uitspraak ge daan werd. Aan beide zijden van de deur bevonden zich banken, waarop burgerlijk gekleede mannen zaten, terwijl bij het raam een jong meisje stond. Uit de kamer daarnaast klonk het geluid van een fluit. Het was een godsdienstig lied, dat men speelde, en nadat de koning een poosje geluisterd had, zei hij: Die fluitspeler verstaat zijn kunst. Het meisje aan het venster keek nu op en ’t ontging den koning niet dat het een allerliefst gezichtje was, met een paar don kere vriendelijke oogen. Waar blijft de rechter? vroeg de koning aan het meisje. Waarom laat hij de menschen zoolang hier wachten? De kleine was vuurrood geworden en zei verlegen Hij is hier naast! Zoo, maakt hy die muziek? 1 Een antwoord verlang ik! Mij goed. Simon Biebel, koopman, geboren in Bornim, den 14den September 1698. Heb je den twist gezien? Ja, meneer! En wat heb je er van te vertellen? Niets meer, dan wat Justin gezegd heeft, en had hij het niet gedaan, dan zou ik er opgeslagen hebben. Hij zei, dat de koning een muzikant was. Wat? schreeuwde de koning driftig opstaande. Op het zelfde oogenblik gaf de rechter den koning de flluit en nadat hij er even op geblazen had, was hy weer doodkalm. Een muzikant heeft hy dus gezegd? vroeg de rechter. een egoïstantwoordde de candi- kalm. U begrijpt toch dat ik in woede en toorn geen uitspraak doen kan niet waar Volkomen! Welnu, dan noodig ik u uit de zit ting bij te wonen. De rechter opende de deur en volgde den koning met een hou ding, trots als van Jupiter, doch in plaats van den bliksem, droeg hij de fluit. Nadat de rechter was gaan zitten en het zich zoo gemakkelijk mogelijk had gemaakt, schelde hij en vroeg den binnenkomende agent naar den klerk. Meneer Guhoud zijn vrouw is beval len, zei de man, ik heb vergeten het u te zeggen. Jij vergeet ook alles. Als het u ’t zelfde is, dan zal ik wel schrijven, zei de koning. Zeer verplicht, antwoordde de rech ter, en nadat de koning was gaan zitten en pen en papier voor zich genomen had, vervolgde de rechter: Mathijs van Deibel! Present, meneer. U is de aanklager? Om u te dienen, meneer! Tegen? Tegen Frits Justin! Waar en wanneer geboren? In Haarlem, den 7den Januari 1720. Beroep? Tuinman Vertel nu in gevallen. Dat is spoedig genoeg gedaan. Die man daar, heeft mij Zondag geslagen, het is nog zichtbaar. De redenen waarom? Het was om een meisje. Dat liegt hij, riep de ander, terwijl hij opsprong. Daar zit leven in, zei de koning, den jongman aankijkende; die jongen be valt me. Als u het dan weten wilt, meneer zei de Hollander, het was om uw dochter juf frouw Lize. Uit kieschheid wilde ik dit verzwijgen. Hij liegt! schreeuwde de ander weer. Ja, het was om juffrouw Lize. Het meisje aan het venster wierp Deibel een woedenden blik toe en trad toen voor de tafel. Ja, ik wil het bekennen, we hebben elkaar lief en zwoeren elkaar trouw, Jus tin en ik. De getuigen later, zei de rechter, het is nu aan Justin. Uw naam en beroep? Frits Justin, geboren te Bornim, den 3den Mei 1729, candidaat in de godge leerdheid. Beter geschikt voor grenadier, dan voor herder, mompelde de koning. - Hou je aanmerking voor je, bromde de rechter. Vertel nu in het kort, wat er is voor gevallen. Nu vloog het meisje weer naar voren en riep Deibel maakte twist uit jaloezie, en om Justin kwaad te maken, zei hij minder mooie dingen van den koning! Van den koning? vroeg de rechter met rollende stem; durfde hy dat te doen? Ik zal niet herhalen wat hij zei, ant woordde Justin, genoeg, ik was mezelf niet meer meester en sloeg hem in ’t gezicht. Dat is braaf van hem, riep de koning, maar een bestraffende blik van den rech ter, bracht hem weer tot zwijgen. Zeker is het braaf van hem, zei Lize hij had gelijk, meneer, en daarom, vader, kunt ge hem niet straffen. Brutus heeft zijn eigen zoon terecht gesteld, zei de rechter op waardigen toon. Hier ben ik geen vader, geen mensch, maar rechter. Ik smeek u, vader, vervolgde het meisje, met opgeheven handen, denk er aan, dat hij geen dominee worden kan als hij gestraft wordt en dan. en dan ons huwelijk. Zwijg, juffrouw Lize, schreeuwde de rechter zijn dochter toe. Ik zwijg al, vader! Heb je nog iets tot je verontschuldi ging te zeggen, Justin? Neen, meneer! Maar het spijt je toch, dat je hem een slag gegeven hebt, nietwaar? Neen, meneer Tempus, dat spijt me volstrekt niet. Bravo, bravo, mompelde de koning. Nu de getuigen, vervolgde de rechter. Biebel Present, meneer! Hoe heet je? Maar, meneer Tempus, dat weet u toch even goed als ik-zelf, antwoordde deze lachend. Kouduni, 2 Oct. Twee rijtuigen zijn om een hoeu alhier zoodanig tegen elkander gereden, dat het paard van de eene op de plaats dood bleef. De eigenaar had het dier een paar jaar geleden gekocht voor ruim 500 gulden. Bakhuizen, 2 Oct. In den tuin van den winkelier D. M. alhier zijn aan één plant niet minder dan 3 eetoare pompoenen gegroeid, die eene middellijn hebben van ruim o3 cM. Het gewicht van ieder wordt op 80 a 90 pond geschat. Nog dagelijks worden ze dikker, in 3 dagen ruim 2 cM. Bij den winkelier R. de J. te Ngemirdum heeft men een zelfde gevalde vruchten zijn daar echter in middellijn 55 cM. Gaasterland, 2 Oct. De lijstervangst heeft in onze gemeente tot heden nog wei nig voordeelen opgeleverd. De oorzaak ligt in het te mooie wederhet wild wil niet in het bosch. Houtsnippen zijn er enkele gevangen. Met de jacht gaat het eveneens slecht; de honden kunnen nl. wegens de warmte niet drijven en hebben in het veld wegens de droogte geen gelegenheid te drinken. De prijzen zijn als volgt: Hazen volle, (d. i. niet minder dan 7 pond we gende) f 135 a f 1,40 noutmippeu f 150 a f 1,60; lijsters fO,lÓ f 0,11alles per stuk. Thans wordt het wat onstuimig er is alzoo hoop op beterschap. Tzum. Er hadden hier in de vorige week twee brandjes plaats, die erge gevol gen hadden kunnen hebben. Naast een boerenhuis brandde een hok af, zonder dat de schuur beschadigd werd. De bewoners kwamen eerst den volgenden morgen tot de ontdekking van het gevaar, waarin zij hadden verkeerd. De tweede brand was een schoorsteenbrand in de kom van de buurt en was veroorzaakt door het smelten van pik. Met bedaard overleg wist de be woner met behulp van de buren den brand te blusschen, die reeds een dreigend aan zien had. Een mislukte luchtreis. Een onzer luchtreizigers ontving dezer dagen een ver zoek om een feest te komen opluisteren door van het feestterrein op te stijgen. Over de voorwaarden was men het spoedig eens, maar bij het maken van de noodige beschikkingen bleek, dat het dorp waar ue opstijging moest plaats hebben geen gas fabriek rijk was. Inbraak. Woensdagnacht is ingebro ken in de villa van den heer Luytjes te Wageningen. De dieven hebben zich toe gang verscnaft door verbuiging van een ijzeren staaf en het uitsng len eener ruit. Beneden in het huis werd alles doorzocht; kasten werden met beitels geopen I. Allerlei voorwerpen lagen over den grond verspreid. Er is niets vermist dan eenig zilvergeld. De daders zijn onbekend. Ontvlucht. De Duitsche deserteur M., die te Utrecht onlangs zooveel opspraak wekte door zyn dolle vaart over land en water, en eerst na geheele afmatting onder Jutfaas gepakt werd, die daarna wegens verwonding met revolver, door de rechtbank veroordeeld werd tot gevangenisstraf, beeft nu weer bewijzen zijner vlugheid gegeven. Naar de gevangenis overgebracht wordende, ontliep hg weer zgn geleider, en was zoo gauw verdwenen, dat voorloopig zijn cel leeg moet blijven. Geen ongekookte melk! De laatste lagen zijn in de omgeving van de Berg straat te Amsterdam nogal veel gevallen van [ebris thyphoidea, waaronder met doo- delijken afloop, waargenomen. Bij het on derzoek naar het ontstaan dezer, gelukkig nog gelocaliseerde epidemie is gebleken, dat voor alle gezinnen waar lijders zijn de melk bij denzelfden melkslyter werd gehaald. Een nieuwe bevestiging dus van het nut der oude waarschuwing; drinkt geen onge* kookte melkl En daat. Wat? Wat? riep de rechter zenuw achtig. Een roover noemde hij hem, riep een andere getuige. Een roover... Een roover?. De rech ter sprong op en balde de vuistde koning greep echter de fluit en gaf ze den rech ter. Deze begon toen een vroolijk deuntje te spelen en ging daarna weer kalm zitten, terwijl hij den volgenden getuige opriep. Na dezen nog gehoord te hebben, sprak hij dadelijk het vonnis uit. In naam des konings, veroordeel ik u beiden tot het betalen van een geldboete. Daarna gaf hij Justin de hand en zei: Veroordeeld heb ik je, dat was mijn plicht, maar je had gelijk, ik had evenzoo gehandeld, en Lize zult ge hebben, dat is afgesproken. Maar dominee zal ik niet kunnen worden, zei de candidaat op droevigen toon, toen de getuigen weggegaan waren. Wie zegt u dat? zei de koning, op staande. Ik heb juist een prachtige stand plaats voor u. Hier is een bevelschrift er voor en vergeet niet mij op uw bruiloft te vragen. Justin ontvouwde het papier en de rechter en zijn dochter zagen nieuwsgierig schouder. Het was een hevel en er onder stond met groote let ters: Fridericus Rex. De rechter was byua van schrik omge vallen en stamelde: Vergeving, sire! WTaarvoor? zei de koning, omdat je me in de gelegenheid gesteld hebt, een eerlijk man, een braven jongen en een lief meisje te leeren kennen. En Justin op den schouder kloppende vervolgde de koning: Ga zoo voort, mijn jongen, ik ben over je tevreden, je hart zit op de rechte plaats. Je zal nog wel eens iets van me hooren Met deze woorden nam Frederik de Groote afscheid en vertrok, gevolgd door zijn kamerheer. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1895 | | pagina 1