NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I A C T.
BOLSWARD RH WONSERAOEEL
No. 71.
Verschijnt Donderdags en Zondags. Vieren dertigste Jaargang.
1895
DONDERDAG 24 OCTOBER.
BINNENLAND.
B U I T E N L A N D.
X
X
VOOR
-
J
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
^xcdx jcjxdx
Leeuwarderadeel. In het Noorden
dezer gemeente deed zich bij eene verhu
ring van bouwland het zeldzaam geval voor,
dat er een stuk niet verhuurd kon worden,
al werd ook het eerste jaar vrij van beta
ling gesteld. Misschien bewijst dit feit ook
nog iets anders, doch zeer zeker ook dit,
hoazeer de waarde der landerijen daalt.
Dronrijp, Oct. De vermindering van
den melkprijs alhier, van 6 op 5 cent de
liter, vindt natuurlijk van de zijde der koe
melkers geen bijval. Besloten eenigen de
melk voor 5 cent te verkoopen, anderen
daarentegen zijn daartoe in 't geheel niet
genegen en leveren niet anders dan voor 6
cent. Er zijn er zelfs die besloten hebben
geen melk meer „te tappen", ’t Spreekt van
zelf dat deze tegenstand, bij de vrouwen
vooral, aanleiding geeft tot het houden van
breedvoerige betoogen, zoodat daaronder
twee partijen ontstaan, de eene is vóór, de
andere tegen melkverlaging. Deze partijen
bestrijden elkander met kracht van „woor
den" Welke zal triomfeeren is nog
niet zeker, vermoedelijk die der „anti-melk-
verlagers," omdat de tegenwoordige boter-
prijs aanleiding geeft, de melk op 6 cent
te houden.
Een Lombok-strijder. Toen de oud-
militair Ps. Lok te Smilde, die de expedi
tie naar Lombok heeft meegemaakt, zich de
vorige week bij den ambtenaar van den
burgerlijken stand vervoegde om zijn huwe
lijk te laten voltrekken, ontving hij tege
lijkertijd mededeeling, dat hem vanwege het
Lombokfonds f 150 was toegekend.
Aanslag op een spoortrein. Bij Nieuwe-
schans is getracht een trein te doen ont
sporen door zware stukken ijzer op de rails
te leggen. Onbegrijpelijk genoeg is de trein
op de rails gebleven. De dader, een 12-jarige
knaap uit een zeer verwilderd gezin, is
ontdekt.
In de Kamer van Koophandel te Am
sterdam heeft de voorzitter zich verklaard
tegen eeae brug over het Y. Ook andere
leden lieten er zich niet gunstig over uit
men meende dat in ieder geval er plan
nen moesten worden afgewacht vóór een
oordeel kon worden geveld.
De pogingen van de werkstakers in
de diamant-industrie om hen, die aan den
arbeid blijven, daarvan terug te houden,
duren voort. Bij de firma Daniels bleven
Zondag de werklieden overnachten om niet
bemoeielijkt te worden door de werkstakers.
Omtrent de werkstaking in het siga
renvak wordt gemeld
De uitkeeringen aan de stakers zijn op
het oogenblik als volgt geregeld. Een on
gehuwde krijgt per week f3.30; een ge
huwde f3.85 en voor elk kind 27’/2 cent
meer. Uit Duitschland wordt geregeld alle
weken 2000 mark ontvangen, terwijl ook
Londen niet achter blijft.
De voorzitter van den Amerikaanschen
sigarenmakersbond, die onlangs te Amster
dam was, beloofde ook uit Amerika steun.
Een 9jarig jongetje te Amsterdam nam
Zaterdagavond een brood uit een onbewaakt
staanden melkwagen weg. De eigenaar, die
den diefstal bemerkte, ranselde het knaapje
erbarmelijk af en bracht hem vervolgens
naar het bureau van politie.
Een talrijke menigte, over deze al te ern
stige bestraffing verontwaardigd, wilde den
eigenrechter te lijf. De held, welke den jon
gen afranselde, maar zelf bang voor klappen
was, vluchtte in een café en dorst daar niet
eerder uit voordat negen agenten en twee
rechercheurs zijn schuilplaats hadden om
singeld.
Zijn overbrenging naar ’t politiebureau
was alleen mogelijk, doordat de agenten
plotseling de straat afzetten, waardoor de
menigte den melkboer niet kon vervolgen.
Al heeft de boer geen pijnlijke lichaams-
deelen, toch heeft zijn optreden hem, behalve
den doorgestanen angst, ook nog schade
berokkend.
De verwoede menigte heeft zijn melkvaten
en bussen vernield. Een goedgezinde bracht
zijn kar naar zijn huis, doch nu kwam uit
waar hij woonde. Zijn huis, gelegen in de
laatste zijstraat van de Jan van der Heijden-
straat, moest het ontgelden. Het werd met
groote steenen gebombardeerd en een steen
vloog door een groote spiegelruit.
Zijn ontstelde ega, voor erger bevreesd,
doofde gauw het licht uit, waarna de ver
woede menigte zich verspreidde.
Het heeft den bediende van het bureau
Waltmann Co. te Nijmegen, wien bij ’t
Weet gij een juiste vertaling voor het
woord tact? In mijn woordenboek staat:
„overleg", „oordeel" „handigheid om juist
dat te zeggen of te doen wat door de om
standigheden vereischt wordt". Dus een
zeker vernuft van het oogenblik. Tact is
wel zoo iets dergelijks, maar, ik zou het toch
gaarne nog een beetje anders zeggen.
Tact istact is is wèl tact! Ik kan
het heelemaal niet anders zeggen. De syno
niemen, die mij te binnen schieten, verwerp
ik het een na het ander.
Tact is zoo iets fijns, zoo iets ijls, zoo iets,
waar men geen vat op heeft, dat men nog
beter kan voelen wat het woordje tact in
zich sluit dan een plaatsvervanger kiezen
voor het woord zelf. Ik geloof, dat het „tact"
van mij verraadt om het woord te laten voor
hetgeen het is.
Boileau zegt:
Het woord „tact" is afgeleid van het
werkwoord tater tasten. „Dat kan jewel
voelen en tasten" zeggen wij Hollanders,
wanneer wij diep doordrongen zijn van de
waarheid óf onwaarheid van een ons mede
gedeeld feit.
Voelen en tasten is dus zeer nauw ver
want aan „tact".
Hoe meer geestesbeschaving iemandjieeft,
des te meer tact zal bij bezitten. De bescha
ving van den geest verfijnt de gevoelens,
maakt ze uiterst kiesch.
Ik maakte eens een verjaar visite bij eene
dame van aanzienlijke geboorte, die door
gemis aan fortuin veel te kampen had met
de moeilijkheden van het leven. Zij ging
echter met zooveel overleg en zuinigheid te
werk, dat zij ondanks het angstvallig cijferen
en tobben (in stilte verricht) een aangenaam
familieleven voor man en kinderen wist te
too veren.
„En ne „lieve" van je man heb je zeker
een mooi cadeau in geld gekregen? Och ja,
op onzen leeftijd krijgen wij bet liefst zoo’n
douceurtje van honderd gulden" deze woor
den snerpten van de lippen van eene der
dames die ook gekomen was om te félici-
teeren.
Met een lieven glimlach om den monden
een diepen blos op de wangen antwoordde
de jarige gastvrouw„Dat zou mijn man
zeker doen, als onze middelen het veroorloof
den, maar je weet, Albertine, dat dit niet
het geval is."
„Het woord „tact" met of zonder synonie
men was in het woordenboek van „Alber
tine" kennelijk niet vermeld.
In den omgang met onze minderen en met
onze meerderen bestaat ruimschoots gelegen
heid ons zelf af te vragen of wij al dan niet
„tact" bezitten. De toon tegen de onder-
hoorigen moet beslist maar welwillend zijn.
Geen stemverheffing, geen gebiedend gebaar,
geen van toorn fonkelend oog, geen ruwe
vloek zelfs niet bij het grootste verzuim
hunnerzijds.
Steeds de meerderheid toonen in woord
en in daad. Geheimen van welken aard ook,
moet men aan zijn onderhoorigen niet toe
vertrouwen. Het gedrag, den handel en
wandel onzer huisgenooten en vrienden moe
ten wij nimmer aan hun oordeel onderwerpen.
Op dit gebied moet de huisvrouw oneindig
veel tact bezitten. Driftige, nukkige, krib
bige vrouwelijke dienstboden kunnen alleen
in bedwang gehouden worden door het tact
vol optreden der meesteres
Tegenover onze meerderen moet de toe
nadering nooit van onze zjjde komen. Met
hen vooral ten allen tijde in acht nemen het
„weet waar je staan moet".
Alleen met menschen van gelijke geboorte,
opvoeding en beschaving kan men zich on
gestraft op een lijn stellen.
In Suriname gaf de Gouverneur receptie.
Een der leden van den toenmaligen kolonia
len Raad verscheen ook ter receptie en den
Gouverneur naderend, stak hij hem met de
woorden: „Dag Meneer de Gouverneur", de
hand toe. Zijne Excellentie boog en bleef
onbeweeglijk staan met beide armen aan
het lijf gedrukt. Een Surinaamsche legende
wil, dat het bedoelde lid van den kolonialen
Raad nog heden ten dage met uitgestrekte
rechterhand in de Gouvernements-receptiezaal
te Paramaribo zou staan, indien eene Suri
naamsche schoone haar niet gegrepen had.
Een jonge man bekleedde een bescheiden
Da Vorwarts meldt uit Dresden, dat
de heer Horn, lid van den Duitschen Rijks
dag, die daar wegens majesteitsschennis
terecht stond, tot 10 maanden gevangenis
straf is veroordeeld.
Wanneer hij zijn straf uitgezeten heeft,
zal zijne invrijheidstelling afhangen van de
mogelijkheid, dat hij borgen voor 10,000
mark viudt, die voor zijn verder goed ge
drag verantwoordelijk zullen zijn.
In de Grafton-Club te Londen heeft
eene vergadering van anarchisten plaats
gehad, die zich onledig hield met het sa
menstellen van ean manifest voor het groote
socialistencongres in 1896.
Vroeger vergaderden de anarchisten in de
„Autonomy Ciub," maar na den dood van
den anarchist Bourdin in Greenwich-Park
en de opsporingen der politie, moesten zij
verhuizen en hebben nu hun lokaal op een
zolder in een huis, verhuurd aan Duitsche
socialisten. Naar anarchistische gewoonte
was er noch voorzitter, noch secretaris. Een
manifest, het werk van den Engelschen
anarchist, F. S. Paul, werd goedgekeurd.
In dit manifest wordt er vooreerst opgewe
zen, dat de socialisten enkel en alleen de
gesyndikeerde groepen oproepen en de
groote massa der individueele werklieden,
zij die de ontzagwekkende meerderheid zijn,
blijven uitgesloten. In 1889, te Parijs, beb-
oen immers de aanhangers van Karl Matx
den anarchist Herlino het woord afgenomen
en op ’t congres van Zurich werden de
vrije socialisten buiten gezet. Het manifest
noemt de socialisten „mannen, die in een tijde
lijke populariteit slechts een middel zoeken om
op hunne beurt de werklieden, gefopt en
verleid door hunne opofferingscomedie, te
exploiteeren." Ten slotte zet het document
de gezellen aan, als één man te wer
ken, opdat in het groot internationaal con
gres van 1896, iedere werkman, gesyndi-
keerd of niet, vrjj de stem moge verheffen,
want ieder werkman moet, in dat congres
van arbeiders, de zaak van den arbeid roo
door een straatroover ontrukt werd, een
bloedspuwing gekost, wegens de geforceerde
snelheid waarmede hij den dief een 10 mi
nuten achtervolgde en weer in ’t bezit van
het gestolene kwam.
Van de tien sollicitanten naar de be
trekking van hoofdcommissaris van politie
te Amsterdam zijn vijf officieren en oud-
officieren, drie commissarissen van politie,
een oud-gouverneur van Sumatra’s West
kust en een burgemeester.
Dus geen leden der rechterlijke macht of
een advocaat, zooals een inzender in het
N. v. d. D. opmerkt. Deze inzender wijt dit
aan de omstandigheid, dat de politie niet
ordelijk in elkaar zit.
Zou er nog niet een andere oorzaak voor
bestaan Ons volk houdt niet van politie.
In zijne verkeerde opvatting van de vrijheid
verzet het zich in zijn hart tegen elk ge
zag en vaak blijft dit verzet niet in het
hart, maar openbaart het zich in daden.
In Duitschland, Frankrjjk en iu Engeland
vooral, ziet men iu den poiitie-man den
persoon, die in aller belang haudeltbij ons
slechts den „man", die het tegen ééu, of
enkele individuen heeft. En dikwijls vat het
publiek de partij van deze tegen den hand
haver der wet en der orde.
Die geest zit er zoo iu bij ons volk, dat
zelfs zij die van de vooroorueelen tegen de
politie vrij zijn, in het vervullen van be
trekkingen daarbij wel geen schaude vinden,
maar het toch liever aan anderen overlaten,
tot groot nadeel van de instelling zelve, en
zeer zeker niet in het belang van het land.
Alsof er bij de kieswet niet genoeg te
beslissen viel, wil de Minister bij dezelfde
gelegenheid ook eene beslissing doen nemen
omtrent de spelling der plaatsnamen. Als
men het algemeen daarover eens was, be
hoefde hij zich niet langs hierarchischen
weg tot de gemeenten te wenden, maar er
bestaat verschil van gevoelen, en of nu de
kiestafel al uitmaakt dat eene gemeente
zoo of zoo moet worden gespeld, dan geloo-
ven wij nog niet dat dit eene geografische
wet zal worden. Zulk eene qusestie komt
ons voor minder geschikt te zijn voor eene
incidenteele beslissing en die beslissing heeft
ook geen haast.
Eene verkiezing zal wel niet worden ver
nietigd als Bokstel, in plaats van Boxstel,
Kuilenburg in plaats van Culemborg, Zutfen
in plaats van Zutphen op de bescheiden is
gedrukt, die bij de verkiezingen dienst doen.
Arnh. Crt.
De werkstaking der diamantwerkers
te Amsterdam duurt nog steeds voort en
het publiek, uitgezonderd de Amsterdam
mers, meer rechtstreeks bij de zaak betrok
ken, of die getuigen zijn van de betoogingen,
zijn er onverschillig onder geworden. De
meeste lezers van die berichten begrijpen
er ook niet veel van. Wel heeft indertijd
een der Amsterdamsche bladen wij mee
nen het Handelsblad een overzicht ge
geven van het vak en zijne verschillende
vertakkingen, maar dit is thans bijna alge
meen vergeten. Men begrijpt de verhoudin
gen niet tusschen de verschillende beoefe
naren. Bovendien slechts een zeer klein
gedeelte van het publiek, dat buiten het
vak staat, heeft iets met diamanten te maken
en van dezen zal menigeen denken dat die
dingen gerust konden gemist worden, ’t Is
geheel eene zaak van weelde. Als men be
sloot geen diamanten te dragen, was de
heele quaestie geëindigd.
Tot eene grève van diamantdragers zal
het echter wel nooit komen vóór de ijdel
heid de wereld uit is, en hiervan vertoonen
zich nog geen voorteekenen.
Een kellner uit Amsterdam, die in het
begin van September in gezelschap van een
miuderjarig meisje naar Amerika vertrok,
is, vandaar teruggekeerd zijnde, door de
politie aangehouden. Hij wordt verdacht
ten nadeelg van den vader van het meisje
(dat reeds vroeger aldaar was teruggekeerd)
een belangrijke som geids ontvreemd te
hebben.
Aan het station Weert is de 17jarige
G. C. B. uit Vlodrop, werkzaam aan de
spoorwegmaatschappij, omdat hij in Roer
mond vergeten had uit te stappen, uit den
in volle vaart zijnden trein gesprongen met
het ongelukkig gevolg, dat hem beide boenen
werden afgereden.
Zaterdag der vorige week liet een con
ducteur der A. O. M. te Amsterdam zich
scheeren. Een onbeduidend wondje aan den
hals kwam in aanraking met het mes Zon
dag was de keel zoo opgezwollen, dat de
dokter moest gehaald worden, die bloed
vergiftiging constateerde. Maandagochtend
reeds overleed hij, een onverzorgde weduwe
Haag. Hij had wat fortuin en was gehuwd.
Zijne jonge vrouw bracht een bezoek aan
de Echtgenoot van zijn chef, referendaris
aan bet Ministerie. Mevrouw achtte het niet
noodzakelijk te voet te gaan. Zij stapte in
een coupeetje en ging visites rijden. Toen
zij zich uit het huis van den referendaris
verwijderde, keek diens echtgenoote door het
raam en zei met een spottend lachje: „Zoo,
zoo mevrouwtje, rijdt u visites? Op uw leef
tijd deed ik dat te voet."
Het volslagen gemis aan tact van de jonge
vrouw was niet bevorderlijk aan de promotie
van haar echtgenoot. Dit bleek later duide
lijk.
Het bestraffen of beloonen van kinderen
vereischt evenzeer tact. Een gezonde, levens
lustige jongen heeft zich warm gestoeid en
gerend. Hijgend en met vuurrood gelaat
gaat hij in den tocht zitten om een beetje
te „bekomen." Den volgenden dag verschijnt
de jongen aan het ontbijt. Hij ziet doods
bleek, klaagt over buik- of maagpijn en
voelt zich ten slotte zoo onpasselijk dat hij
zich van den disch verwijderen moet. Heeft
de knaap op dat oogenblik behoefte aan een
boetpredikatie? Wanneer gij hem met ver
wijten overlaadt, hem al uw verontwaardi
ging over zijne roekelooze onvoorzichtigheid
naar het hoofd slingert dat arme hoofdje
dat bonst en brandt zijt gij volkomen
gelijk aan den schoolmeester van La Fon
taine, die het kind voor zijn oogen in het
water ziet wegzinken, omdat hij een boet
predikatie nuttiger voor den drenkeling achtte
dan het toesteken van een reddende hand.
Wanneer een kibbelend echtpaar, niet ge
dachtig aan het Fransche spreekwoord
Vrede binnenshuis, waardigheid daarbuiten,
u als scheidsrechter wil doen optreden, roep
dan alle goede geesten aan, opdat zij u on
middellijk het vereischte quantum tact ver-
leenen, ten einde geen partij te kiezen maar
er u met een grapje af te maken.
Tact is en blijft het uitsluitend eigendom
van fijngevoelige menschen. Door gemis aan
tact moet meu dikwijls zelf veel lijden en
brengt men groote verdrietelijkheden over
anderen. Moge ook het woord ook in vreem
den bodem wortelen, zoo kunnen velen onzer
toch in woorden en daden openbaren, dat
zij de beteekenis van het woord goed ver
staan. Het vreemde plantje moet op eigen
bodem overgebracht worden, allicht doen
wij de verrassende ervaring op, dat het aan-
kweeken van tact in al!e beschaafde landen
en onder alle volken dezelfde vruchten voort
brengt.
f
Bolswardsche Courant
s
„Ce qui se conyoit bien s’énonce claireiuent
Ét les mots pour le dire arrivent aisément,”
Wat goed begrepen wordt, wordt duidelijk gezegd
En vlug is ’t woord gevat waarin het denkbeeld
(legt.