NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD EK WONSEHADEEL
No. 84.
Verschijnt Donderdags en Zondags. Vier en dertigste Jaargang. 1895.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
der gemeente Wonser adeel
als GRATIS BIJVOEGSEL bij de
Bolswardsche Courant worden uit
gegeven.
X
ZONDAG 8 DECEMBER.
VOOR
De Uitgever.
als ’t u blieft, mij
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Evenals tot heden
zal ook in 1896, het
llaadsverslag
MUM EERSTEINRRO.I..
Een wonderlijke schaking. In Dublin
werd bij de politie een ontvoering aange
geven van heel bijzonderen aard. De ont
voerder was een knaap van twaalf jaren,
Goldberg genaamd, terwijl de ontvoerde 25
jaar oud en van groote schoonheid is. De
ouders van den knaap hebben een bakkerij
en de vader van het meisje een speelgoed
winkel. Voor eenigen tijd beproefde het
jonge paar een licentie (vrijheid om te trou
wen) te erlangen, maar den al te jeugdigen
leeftijd des bruidegoms in aanmerking ge
nomen, werd die niet toegestaan. Toen de
jongen den ambtenaar van den burgerlijken
stand meedeelde, dat zij beiden tot het
Israëlietisch geloof behoorden, wendde de
ambtenaar zich tot het bestuur der Jood-
sche gemeente in Dublin en deelde tevens
den verwanten de plannen van de beide
jongelieden mede. De „verliefden” werden
zelf was er geweest”, zelfs geen been had
men overgelateu,
Vloekend legde ik mij met mijn reus-
achtigen honger te bed, toen mijn hospes
en hospita te middernacht nog niet tehuis
waren...
Den volgenden morgen werd ik gewekt
door het geschreeuw mijner huisvrouw, die
thans eerst de aangebrachte schade in de
keuken zag. Zij schold luide en heftig op
de inbrekershaar man bekeek de bijl
en zei: „daarmee hebben zij ’t gedaan!”
Toen ik beneden kwam, helderde ik de
goede lieden alles op, en beloofde natuur
lijk de geleden schade te herstellen. Zij
lachten hartelijk bij het hooren mijner
lijdensgeschiedenis, en de oude man nam
op zich, terstond het biljet aan de bank
te gaan wisselen.
Wat heb ik toen gegeten
Een half uur later was ik thuis... om
een nieuwe teleurstelling op te loopen.
De woning was leeg, mijn huisheer was
met de zijnen gebruik gaan maken van
het mooie weer en was gaan wandelen.
En ik had hem tot eiken prijs om wat
geld te leen willen vragen. Maar mijn
honger werd steeds knagender, mijn dorst
was als die van een versmachtenden rei
ziger in de woestijn.
Toen ik mijn karaf voor den tweeden
keer vulde aan de kraan der waterleiding
in de keuken was het mij, alsof ik een
braadlucht gewaar werd. Jawel, ik rook
iets, een heerlijke, goddelijke reuk
hij kwam uit de provisiekast, die echter
gesloten was. Mijn verhitte verbeelding
liet mij achter die gesloten deuren allerlei
heerlijks en lekkers zien, nu en dan schudde
ik er aan. Ten laatste dacht ik razend te
zullen worden, en toen nam ik een wan
hopig besluit. In den hoek blonk mij de
keukenbijl in het oogik greep hem, aar
zelde nog een oogenblik en stak hem toen
tusschen de deur na eenige krachtige
pogingen vlogen de beide halve deuren
tegelyk open en ik keek in een donkere
ledige ruimte Wel kwam er een reuk van
gebraden vleesch uit, maar het vleesch
I
en zeide
maar ik kan u
Koudum, 1 Dec. Bij het gemeente
bestuur van H. O. en N. bestaat het voor
nemen krachtige maatregelen te nemen tegen
het vernielen der wegen door te zwaar be
laste melkwagens der boterfabrieken. Het
plan bestaat een maximum belasting te
bepalen voor het overrijden der bruggen.
Kimswerd 5 Dec. Gisterenavond is
alhier eene vereeniging opgericht, onder den
naam van „Kimswerd’s Nut“. Ze stelt zich
tot doel eenige avonden in den winter ge
zellig samen te komen. Tevens worde hier
aan verbonden de bevordering van de be
langen van ’t dorp, voor zoover de gelegen
heid zich voordoet, ’t Concept-reglement
werd, eenigszins gewijzigd, goedgekeurd.
Tot bestuursleden werden gekozen de
Heeren Ds. v. Loon, L. Yntema, J. Tim
mer, C. Harkema en J. Postma Lz., bij
wien gelegenheid bestaat zich voor ’t lid
maatschap aan te geven. Reeds 23 personen
traden toe. Den 8sten Januari zal de eerste
bijeenkomst worden gehouden.
Buitengewone vereenigingswoede. Dat
een vereeniging bezwijkt door gebrek aan
belangstelling ziet men zoo voor en na nog
al eens maar dat een bestuur genoodzaakt
wordt, den lust van hen, die lid wenschen
te .worden te keeren, door bekend te maken
„je kunt er niet meer in,“ dat ziet men
zeker niet dikwijls. Dit verschijnsel doet
zich echter thans voor bij de Sociëteit
van Handwerkslieden te Groningen. Gister
avond zijn de laatste 56 leden aangenomen;
voortaan kan niemand meer als lid worden
toegelaten, omdat in Groningen geen zaal
te krijgen is, die alle leden zou kunnen
bevatten en thans een vergadering met
dames reeds een onmogelijkheid is.
Een afschrikwekkend voorbeeld. Een
agent van politie te Rotterdam was in
burgerkleeding een bierhuis zonder ver
gunning binnengegaan, had daar een glaasje
jenever gevraagd en toen de kastelein het
hem vroeg, procesverbaal opgemaakt. De
hoofdcommissaris, terecht van meening, dat
dergelijke provocatiën beneden de waardig
heid der politie zijn, heeft den agent voor
zijn overdreven dienstijver een boete van
f 2 opgelegd.
Brandstichting? In eenige plaatsen
werden de bewoners den laatsten tijd ver
ontrust door talrijke, snel op elkander vol
gende branden. Te EttenLeur b.v. had
men in drie weken zesmaal brand. Men
denkt natuurlijk dat kwaadwilligheid in het
spel is, maar zocht vergeefs naar de beweeg
redenen en naar den dader.
r zijn vele menschen, die hartstocb-
<<L» telijk dwepen met oude en nieuwe
schilderijen velen ook, wien een mooie
ets boven alles gaat, anderen die den hoog-
sten prijs stellen op groote of kleine foto
grafieën... Ik heb een andere soort van ver
zamelwoede die echter nog wel zoo
kostbaar is... en waaraan het mij onmo
gelijk is te voldoen, ik houd van biL
jetten van duizend guldenIk mag wel
zeggen, dat deze kleine, geringe dingetjes
mij boven alles waard zijn oud of nieuw,
dat kan me niet schelen. In stillen wee
moed denk ik nog aan den dag, toen ik
eenmaal zoo’n biljet het mijne noemde
Het was op een Septemberavond in 1888,
ik woonde toen reeds in Amsterdam, in de
Jan Steenstraat, had bij een oud echtpaar
twee vertrekjes gehuurd, waarvan ik de
huur vooruit moest betalen. Ik hield toen
wel nauwelijks zooveel over, dat er slechts
een zeer schrale avondboterham op over
schoot, maar dat kon me weinig schelen,
want des anderen daags zou ik bij mijn
uitgever voor mijn roman in drie deelen
de groote som van duizend gulden ontvan
gen.
Den volgenden morgen, een heeten Zon
dag, ging ik naar mijn uitgever. Ik had
nog juist 15 centen; tien daarvan betaalde
ik voor een tramkaartje en vijf gaf ik aan
den conducteur. Ik hield dus niets over,
maar wat kon mij dat schelen binnen
een half uur was ik immers een rijk man
Maar het kwam anders uit. Meneer de
uitgever was niet in zijn zaak, maar het
wanhopig gezicht, dat ik ongetwijfeld bij
het vernemen dezer tijding zette, gaf zeker
den portier den raad in den mond, om,
als ik meneer moest spreken, hem op te
zoeken in zijn huis, eenige schreden verder
meneer was echter alleen tusschen drie en
vier uur te spreken. Het was nu half elf,
wat bleef mij anders over, dan naar mijn
kamers terug te keeren, hongerig, dorstig
en ’s namiddags een nieuwe poging te wagen
Ik dorst mijn nieuwen hospes niet lastig
te vallen, nu ik pas mijn kamers had be
trokken, en zoo ging ik tegen half drie
weer op reis, met een leege maag, in de
brandende zon, en op mijn eigen beenen,
weer naar het Rokin, naar mijn uitgever.
Daar ging alles voortreffelijk. Mijn uitge
ver ontving mij zoo vriendelijk mogelijk
en een kwartier later was ik de gelukkige
bezitter van mijn eerste bankbiljet van
1000 gulden, en nog anderhalf uur later,
- want zoolang had de goede man mij
nog al babbelend opgehouden, terwijl ik
rook, dat in de keuken het diner gereed
gemaakt werdging ik zijn deur uit.
„Eten! eten!„ was mijn eerste gedachte,
en j uist trad ik een bescheiden restauratie in
de buurt binnen, toen de twijfel in mij
opkwam, of men mij daar wel het bank
biljet zou kunnen wisselen. Ik haalde daar
om mijn kleinood. nog zoo nieuw, alsof
het zoo de pers had verlaten, te voor
schijn, en vroeg beschroomd aan den kell-
ner, of hij daarvan geld terug had. Hij
zag mij onderzoekend aan, met een blik
vol argwaan, van onder tot boven, en ging
toen naar het buffet, waar hij fluisterend
eenige woorden wisselde met den waard,
die met geweld zijn zwaar hoofd schudde
en luide uitriep„Nee, nee, dat doen we
nieten gaf daarbij een wenk, die mij
beschaamd naar de deur deed zoeken.
De aanblik der verschillende spijzen op
het buffet, die er zoo verlokkelijk uitzagen,
hadden mijn honger nog verergerd, en zoo
trad ik, na een korte wandeling, een groo-
ter restauratie in, waar ik dadelijk maar
een biefstuk met „veel gebakken aardap
pelen” bestelde. Na tien minuten kwamen
ze ook... heerlijk geurend,dampend,bruin,
uittartend maar er was iets in mij, dat
mij bewoog, niet al te gretig toe te tasten
ik liet eerst mijn bankbiljet van ƒ1000.
zien. De kellner keek er verbluft naar en
verklaarde zonder aarzelen„’t Spijt me
zeer, maar dat kunnen we niet wisselen,
meneer, U zal zeker wel wat kleingeld
hebben
Bij mijn verzekering, dat ik hehalvehet
bankbiljet, geen penning bezat, keek de
kellner vragend naar den chef, die luis
terde naar ons gesprek. Deze gaf den be
diende een stillen wenk de knecht greep
haastig de borden met de heerlijke spijzen
en verdween er mee in de richting van
de keuken,
„Dan moet meneer ergens anders terecht
zien te komen,” zeide hij nog in het heen
gaan.
Een paar gasten in het lokaal lachten
spottend ik verliet de restauratie, woe
dend mijn bankbiljet in den zak verfrom
melend, om mijn lijdensweg voort te zet
ten, waarop mii honderden wandelaars ont
moetten, die er allen zoo vergenoegd, zoo
verzadigd uitzagen, en die toch zeker niet
half zooveel geld in den zak hadden als ik.
Op den hoek van den Dam hield ik stil
voor een prachtigen sigarenwinkel. De
smaakvol gerangschikte uitstalling maakte
veel indruk op mij, en daar ik bovendien
reeds sedert den vorigen avond niet had
gerookt, werkte ze zoo verlokkend op mij,
dat ik met ware Tantalus-blikken de mooie
sigaren aankeek, toen ik plotseling een
heerlijk idee kreeghier moest ik een
grooten inkoop doen, dan kreeg ik zeker
mjjn biljet gewisseld.
Ik trad binnen en verlangde zoo onbe
vangen mogelijk een sigaar van een dubbel
tje-
De bediende liet mij eenige aangebroken
kistjes zien, en zonder lang te dralen, wees
ik op een merk, en zeide„Geeft u mij
daarvan maar 100
„Met genoegen, meneer,” antwoordde de
bediende, in wier achting ik blijkbaar een
oogenblik zeer steeg. „Waarheen mag ik
ze u zenden
„Ik zal ze maar terstond meenemen,”
antwoordde ik, „wilt u als ’t u blieft, mij
hiervan teruggeven
Met deze woorden reikte ik hem het
biljet van duizend gulden over. Hij bekeek
het een oogenblik onderzoekend en scheen
zich reeds naar de kas te willen wenden,
toen zijn oogen mijn angstig loerenden
blik bemerkten, waarmee ik het biljet
volgde.
Plotseling gaf hij mij het papier terug
Het spijt me zeer, meneer,
niet wisselen. Wij zjjn ge
woon aan het einde der week ons contant
geld naar de bank te brengen maar ik
kan u de sigaren thuis zenden
Men kan zich mijn woede voorstellen
Maar mijn maag sprak zulk een duide
lijke en gebiedende taal, dat ik nog een
laatste wanhopige poging deed.
„Zoudt u mij stamelde ik verlegen,
„twintig gulden willen leenen als ik u dit
biljet van 1000 gulden in pand gaf, en
zoudt u mij dan het resteerende morgen
met de sigaren thuis willen zenden?”
Nu had ik het blijkbaar geheel verkor
ven bij den bediende. Dit voorstel scheen
hem geheel en al verdacht toe, zoo ver
dacht zelfs, dat hij haastig den sleutel uit
de kast trok en op koelen toon zeide
„Het spijt me, maar zulke zaken doe ik
niet
Toen ik heenging, kwam ik mij zelf
voor als een misdadiger.
nu door hun familie streng bewaakt. Den
vorigen Vrijdag verliet echter de knaap het
huis en keerde niet weer terug. Toen men
onderzoek deed, bleek het meisje ook ver
dwenen te zijn. Goldberg had f 180 opge
spaard, terwijl ook het meisje vrij wat geld
bijeen had. Men vermoedt dat beiden naar
Londen zijn vertrokken.
De huizenbouw in Bern. De stadsraad
van Bern meent de oorzaak van het feit,
dat de sterfte daar aanzienlijk grooter is
dan in alle andere steden van Zwitser
land, hieraan te moeten wijten, dat de bouw
van vele huizen uit een gezondheidsoogpunt
veel te wenschen overlaat en heeft daarom
besloten een algemeene woning-enquête te
doen instellen en wel door 50 van de beste
werklieden van het bouwvak.
Voor het onderzoek van de 3550 huizen
worden die 50 personen verdeeld in 25
groepen, elke groep hééft dus ongeveer 142
huizen te bezoeken.
De stad is verdeeld in 4 wijken; voor
elke wijk is een commissie van controle
aangesteld, bestaande uit ambtenaren van
de bouwpolitie en van de stedelijke politie.
President van deze vier commissies is de
hoofdcommissaris van politie.
Op deze wijze zal de enquête in 20 dagen
geheel zijn afgeloopen.
De werklieden, die het onderzoek ver
lichten, hebben een gedrukten staat bij zich,
waarop de gezondheidspolitie en de bouw
politie een reeks vragen hebben gesteld, die
moeten worden beantwoord.
De enquête zal in de eerste dagen van
Januari plaats hebben. In de eerste plaats
zijn dan de meeste arbeiders van het bouw
vak beschikbaar, en in deze maand van
werkloosheid zal hun een dagloon van 5 fr.
zeer welkom zijn. Maar in de tweede plaats
komen in den strengen wintertijd de gebre
ken der huizen het meest uitde bewoners
zijn dan zooveel mogelijk allen thuis, waar
door men kan oordeelen over de onvoldoend
heid van de beschikbare ruimtemen kan
het best de gevolgen zien van vochtigheid,
de gebreken van de ventilatie, van de stook-
gelegenheid, enz.
Aan de dagbladen is verzocht, het publiek
van het nut der enquête te overtuigen en
alle inwoners aan te sporen, het werk zoo
gemakkelijk mogelijk te maken.
De kosten van deze enquête zullen 6000
francs bedragen.
De raad heeft voorts besloten, alle huizen,
die zullen blijken niet te voldoen aan de
voorschriften van de bouw-en gezondheids
verordeningen, onbewoonbaar te verklaren.
Later zal een tijd worden bepaald, binnen
welken de huiseigenaren de gebreken zullen
moeten herstellen, waarna de onteigenings
wet streng zal worden toegepast.
VadertrotsIn een der couranten
uit de Kaapkolonie kwam onlangs de vol
gende advertentie voor
Ik is blij, ik blij,
Mijn vroutje heef en zeun gekrij
Hij lijk precies op ikke.
Torpedo's in de Dardanelles De in
gang van de Dardanellen is bedekt met
torpedo’s, wat natuurlijk onder de koop
vaardij booten groote bezorgdheid veroor
zaakt bij ’t passeeren. Ongeveer een veer
tien dagen geleden is het gebeurd, dat dicht
onder het achterschip van een Fransch
stoomschip zulk een torpedo ontplofte, waar
door het schip gedeeltelijk uit het water
werd gelicht en het dek overstroomd werd.
Het schip ontkwam ter nauwernood aan
totale vernieling.
Wielrijders en wielrijdsters in Was
hington. In de boofdstad der Vereenigde
Staten verschijnt een New-Yorksche Staats
courant. Dat dit juist niet zoo’n deftig blad
is als ons Staatsblad, kan blijken uit het
volgende artikeltje, dat wij er uit overne
men
„Voor eenige jaren was in Washington
nog de grootwielige velocipede algemeen
in gebruik. Als een monster rolde het rij
wiel door de straten, de rijder zat hoog
genoeg om in de kamers te kunnen zien,
wat de menschen aten, en heel vaak gebeur
den er met deze zeer onstuurbare dingen
allerlei ongelukken. Toen kwam de lagere
en gemakkelijker te besturen tweewieler in
gebruik, en vond algemeen veel bijval.
Toen werd het wielrijden allengs een mode
zaak. Ik herinner mij nog, hoe een huis
vader zich een tweewieler liet maken,
waarop hij plaats vond tegelijk met zijn
vrouw en zijn jongste kind. De familiegroep
zag er zeer gek uit, maar de man vond
weldra navolging.
Allengs scheen er een soort velocipède-
epidemie uit te breken. Ieder en elk wilde
een tweewieler hebben, geestelijken zoowel
Slj
k
Bolswardsche Courant