N
O
J
J
ERTENTIEBLAD
DELFTSCHi BOOMBOTtr*
WONSERADEEI..
Mans-Onderpakken,±'LV VU UI wil. V
in ruime keuze ontvangen.
P. Lunter.
Verschij
Aan z’n stand verplicht.
Zondags. Vieren dertigste Jaargang. 1895.
No. 85.
I
.3
DONDERDAG 12 DECEMBER.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Raadsverslag
der gemeente Wonseradeel
als GRATIS BIJVOEGSEL bij de
Bolswardsche Courant worden uit
gegeven.
X
X
PELTERIJEN,
CHALES,
ROKKEN, AM J
De Uitgever.
I
en waarvan een der coupletten
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Evenals tot heden
zal ook in 1896, het
Er kome belasting
Er kome protest,
Wij fietsen niets minder
’t Gaat toch opperbest,
komt meermalen voor dat een
5-
Wat is karakter? Welke eigenschappen
bezit het? Waarin drukt het zich uit?
Daar zijn, gelijk men weet, lieden, van wie
men zegt, dat zij geen karakter bezitten, dat
Volgens een te Parijs loopend gerucht,
zou de gewezen kapitein Dreyfus, die ver
leden jaar wegens landverraad tot levens
lange vestingstraf werd veroordeeld, uit zijn
gevangenschap op het onherbergzame eiland
in West-Indië ontvlucht zijn.
De Duitsche Rijksdag heeft het voor
stel tot het staken der gerechtelijke ver
volging tegen verscheidene leden van den
Rijksdag goedgekeurd. De conservatieven
stemden tegen het voorstel betreffende
Liebknecht.
Tzuni. Onder de kinderen heerscht hier
eene zware verkoudheid, die aanstekelijk
schijnt te werken. Van de 50 kinderen der
Bewaarschool waren in een vorige week
slechts 12 present. Thans is het aantal
tot 23 geklommen. Ook onder de leerlingen
van de laagste klasse der Openbare School
vertoont zich dezelfde ziekte. Sommige pa
tiënten hebben de hulp van den medicus
noodig gehad. Tot dusverre is slechts één
het offer van de ziekte geworden, ofschoon
enkelen hevig waren aangetast.
In ’t naburige Wommels moeten zich
dezelfde verschijnselen onder de kleinen
voordoen.
Aan den brievengaarder T. Canter
Visscher Sr. te Schraard is met ingang van
1 Jan. a.s. eervol ontslag verleend.
Makkum, 6 Dec. Tot vroedvrouw al
hier is benoemd mej. F. de Haan te Vrooms-
hoop.
B. en W. van Amsterdam herinneren
belanghebbenden, dat alle renten ten laste
van de gemeentekas in den loop van het
jaar 1891 verschenen, in het jaar 1896 zul
len zijn verjaard en wel op dezelfde dagen
als voor de vervaldagen in daarvoor uitge
reikte rentebewijzen is uitgedrukt.
Mitsdien zal er op of na gemelde datums
van het jaar 1896 geene betaling van die
renten meer geschieden en zullen de cou
pons, voor die renten afgegeven, niet meer
bij betalingen aan de Gemeentekas te doen,
aangenomen worden.
In welingerichte kringen loopt, volgens
de Tijd, het gerucht, dat de Minister van
Financiën het in behandeling zijnde wets
ontwerp op het personeel zal intrekken,
wegens de daarop voorgestelde en aange-
kondigde amendementen.
Indien het gerucht juist is, dan heeft de
strijd over de prioriteit van kieswet of per
soneel dus tot niets geleid en het ophou
den der behandeling van de Begrooting was
eveneens onnoodig.
Dat het ontwerp zou worden ingetrokken
kon niemand voorspellen, maar dat tegen
de voorgestelde regeling vele bezwaren zou
den worden ingebracht, wist men vooruit.
De Graafschapper zegt eens ergens
gelezen te hebben, dat nu er geen doodstraf
meer bestaat, zij die iets omtrent eene mis
daad weten, daar niet voor uitkomen, omdat
zij bang zijn voor de wraak van den mis
dadiger, wanneer deze zijne straf zal heb
ben ondergaan.
Als werkelijk algemeen die vrees de men-
schen weerhield, die iets omtrent een mis
daad weten, dan zouden er ook nooit in
lichtingen verstrekt worden omtrent mis
daden waarop de doodstraf niet stond. Bo
vendien is niemand zeker, dat bij het be
staan der doodstraf de misdadiger werkelijk
onder nauwkeurig toezicht bereid.
Vaste prijs tot 1 April 1896.
zij karakterloos zijn. Daar zijn anderen, van
wie men getuigt, dat zij een karakter heb
ben. Daar zijn er echter ook maar hun
getal is, helaas, niet zoo heel groot die
een fier, een edel karakter toonen. Wat be
doelt men met dit karakterestieke woord
„karakter", wat is karakter?
Door karakter verstaat men den gemoeds
aard van den mensch minder of deze laatste
droefgeestig of blijmoedig is gestemd, maar
of hij in alle omstandigheden des levens zich
richt naar en laat leiden door al wat edel
en goed is. En daar wat edel is en goed in
hoogste volkomenheid slechts in den gods
dienst te vinden is, spreekt het ook van zelf,
dat ware karakters bij oprechte geloovigen
op de eerste plaats moeten gevonden worden.
De mensch die geen vast karakter heeft,
is de speelbal zijner hartstochten, het is nood
zakelijk, dat de mensch die wil presteeren in
de wereld een degelijk karakter bezit.
Men spreekt van menschen die geen karak
ter hebben en van anderen die een laag
karakter toonen.
Wat wordt daarmede bedoeld?
De dronkaard wordt karakterloos genoemd
omdat hij in stede van de verdiende pennin
gen aan te wenden tot onderhoud van zijn
huisgezin deze op brooddronkenwijze verbrast
en de zijnen honger en gebrek laat lijden.
Ook hij wordt karakterloos genoemd die
zich als een kwezelaar voordoet, op hem
gunstige tijden zijn gezicht in eene fijne plooi
weet te zetten en spot met hetgeen hem
heilig moest zijn.
Valsche schaamte, menschelijk opzicht zijn
een sta-in-den-weg voor een fier, mannelijk
en onafhankelijk karakter.
De gierigaard, die dagelijks zijne schatten
ziet aangroeien, maar de hand niet opent
voor den arme die van honger verkwijnt,
heeft een laag karakter.
’t Ontbreekt den karakterloozen aan moed,
onafhankelijkheid en zelfverloochening, hij
bereikt zijn doel door kruiperij en vleierij.
Want die gebrek heeft aan moed, huilt met
den wolf met wien hij in ’t bosch is, schaamt
zich vaak in ’t openbaar een uitwendig tee-
ken te geven van zijn geloof en is, o, zoo
vroom als andersdenkenden of ongeloovigen
er niets van zien.
Zonder moed geen waar karakter.
Gemakzucht vormt ook menschen zonder
karakter. Laat anderen het woord opnemen,
zeggen velen, die zaak gaat ons niet aan, en
zoo geschiedt het dat er gezwegen wordt,
waar spreken plicht is, waar belijden gevor
derd wordt.
Baatzuchtigheid is ook vaak een oorzaak
van gebrek aan karakter, eigenliefde, het
wroeten in het slijk naar eer en rijkdommen
is het werk van een karakterloos mensch.
Voor den zelfzuchtige zijn alle wegen, die
naar wereldsche grootheid voeren, goed. Er
wordt in het stof gekropen voor wat geld,
wat aanzien, voor een genadig knikje eener
aardsche grootheid. Beginselen worden ver
oorzaakt of verloochend, als het geldt eenig
aardsch gewin te bemachtigen.
Die karakter toont en onbaatzuchtigheid
in het hart koestert, ziet steeds een boven-
menschelijk ideaal voor oogen. De wereld
moge hem bespotten, zjjn opoffering in twij
fel trekken of aan baatzuchtigheid toeschrij
ven, het deert hem niet wat er gemompeld
of gesproken wordt.
Die voor zijn beginsel leeft en daarvoor
alles veil heeft, hij is een man van karakter,
de achting, den eerbied van allen waardig.
Deden allen onder ons, in den karakter
loozen tijd, die wij te doorworstelen hebben
hun plicht, dan zou de wereld er goed bij
varen. Allen moeten beseffen dat zij eene
wereldheerschappij behooren te vormen van
onderlinge bescherming, geenszins van weder-
zijdsche vernieling.
Verwarring van bevoegdheid, aanmatiging,
willekeur en geweldpleging door karakter
loozen in praktijk gebracht, voert het mensch-
dom ten verderve: op hen is dan ook van
toepassing het spreekwoord dat veel waar
heid bevat:
Ter wille van het smeer,
Likt de kat de kandeleer.
De standen zijn er. Hoe zij langzamerhand
zijn ontstaan is eene lastige kwestie, of zij
reden van bestaan hebben, dat maakt eene
studie van geleerder mannen noodig, dan
waartoe het gros der menschen behoort. Zij
zijn er, en als zoodanig hebben we er mede
te rekenen, niet alleen, omdat zij er zijn,
doch meer nog om de verplichtingen aan
eiken stand in ’t bijzonder gebonden.
Die verplichtingen zijn niet voor allen even
gewichtig. En: „Hooge boomen hebben veel
windvang" teekent duidelijk genoeg af, dat
men van de hooger geplaatsten meer ver
wacht dan van hen die lager staan.
Dat meerdere omvat niet alleen de werk
zaamheden, maar sluit tevens een hooger
zedelijk peil in zich.
Toch worden er dikwijls plichten erkend,
welke dat niet zijn, en die juist het zedelijk
overwicht verlammen.
Wat uit die verlamming voortvloeit is ten
duidelijkste uitgedrukt, voor een deel, door
het klagen over de bandeloosheid der jeugd.
Men zoekt aan alle zijden die bandeloosheid
te beteugelen. De oorzaak ziet men echter
gewoonlijk over ’t hoofd.
Waar te pas of te onpas de handelingen
der hooger geplaatsten worden gegispt, daar
zal de weerklank teruggevonden worden in
de jeugd. „Gelijk de ouden zingen, zoo pie
pen de jongen." Het vermijden van valsche
verplichtingen leidt tot een meer nauwkeurig
waarnemen van de echte. En met het
ware der zaak verdwijnt het gispen.
De valsche plichten huizen in den uiter-
lijken schijn, in het vertoon maken, wat men
z'n stand ophouden noemt. Het is een treurig
verschijnsel, waardoor heel wat jammer ont
staat. De zuchten van verdriet, van vertwij
feling, van wanhoop, die er dagelijks onder
de menschen worden geslaakt door het ver
plicht zijn aan z'n stand, zijn legio.
’t Is waar, de hooger geplaatste heeft
meer uiterlijk vertoon van noode dan de lager
staande, doch de overdrijving, waarin men
vervalt, doet het werkelijke, het gerechtigde
ontaarden in een wedijveren, wie het meest
zal schitteren.
„Goed voorgaan, doet goed volgen", en in
het geval van praalzucht werkt dat voor
beeld in verkeerden zin hoogst aanstekelijk.
Dat de minderen zich het air geven van
heer of dame zal wel niet geheel op hunne
rekening alleen staan. Dat schitteren is geen
plichthet is niet meer eene onderscheiding
tot eere, maar het veroordeelt den schitteraar.
Het is een wangedrocht, dat met alle macht
en kracht moet worden gedood.
Soliditeit, d.i. eerlijkheid, ordelijkheid en
waarheid moeten voorop staan. Zij zijn de
J)rie-eenheid, van eiken stand, doch van de
hoogere standen allereerst.
„Dat de man z’n stand moet maken" ge
raakt geheel op den achtergrond, en wie
hierin meegaat, doet beter met te zeggen :ik
erken geene standen. De voorgangers om
het zoo eens uit te drukken, zullen het aller
eerst toezien, dat soliditeit het eereteeken
hunner onderscheiding behoort te zijn.
Doch hoe ook, allen hebben we eene en
dezelfde plicht, n. 1. de schatting aan ons
eigen leven, de verantwoording over het wel
en wee van onze betrekkingen.
En meer dan gewettigd is, ziet men in
onze dagen met roekelooze hand een einde
maken aan alle verwachtingen van dat eigen
leven, en wordt de hoop van geliefde betrek
kingen met eenen ruk den bodem ingeslagen.
Waar wij in onze dagen op vooruitgang
het oog vestigen, laat dit niet zijn ten koste
van de redelijkheid.
De Minister van Financiën, von Posa-
dowsky, heeft op de gunstige cijfers der
begrooting de bijzondere aandacht geves
tigd. Op eene desbetreffende vraag, weer
legde hij de juistheid der bewering, door
President Cleveland in zijn jongste Bood
schap uitgesproken, dat de Duitsche Re-
geering van Amerikaansche voedingsmid
delen differentieele rechten heft en tegen
de Amerikaansche verzekering-maatschap-
pijen repressieve maatregelen neemt.
Wij hebben, zeide de Minister, den in
voer van Amerikaansch rundvee en rund-
vleesch verboden, omdat zich bij een be
zending van dit vee de Texaskoorts heeft
vertoond. De voorschriften, door den Prui-
sischen Minister van Binnenlandsche Zaken
uitgevaardigd ten opzichte van de verzeke
ringsmaatschappijen, gelden zoowel voor de
Pruisische als voor de buitenlandsche maat
schappijen.
Wij komen getrouw de verplichtingen
na, welke het met Amerika gesloten trac-
taat ons oplegtmaar wij laten ons niet
bang maken door de bedreiging, dat tegen
ons repressieve maatregelen zullen worden
genomen. Door dergelijke bedreigingen laten
wij ons niet dwingen tot het herroepen
van de besluiten, die wij hebben genomen.
Wij zijn voornemens alle oeconomische
quaesties op zoodanige wijze te behandelen,
als vereischt wordt door de ingewikkelde
handelsbetrekkingen met eene bevriende
groote Mogendheidmaar dan verwachten
wij ook, dat aan de andere zijde dezelfde
politiek worde gevolgd. De Minister van
Buitenlandsche Zaken zal de verdere be
handeling dezer quaestie voortzetten met
kalmte en gematigdheid, maar tevens krach
tig Duitschland’s belangen handhaven.
Het
echtgenoot weigert huishoudelijke schulden
te voldoen door zijne vrouw gemaakt.
Onlangs deed zich weder zulk eene zaak
voor te Haarlem. De Rechtbank aldaar
had den echtgenoot in het gelijk gesteld;
het Hof van Amsterdam echter den eisch
aan den leverancier toegewezen. De Hooge
Raad heeft thans het vonnis van het Hof
gehandhaafd, op grond dat, indien de vrouw
verbintenissen aangaat, die onder den regel
van art. 164 B. W. vallen, zij verondersteld
wordt de bewilliging van haar man bekomen
te hebben en dus den man verbindt.
Men schrijft uit den Gelderschen Ach
terhoek
Wanneer men den landbouwer zijn oor
deel vraagt over de uitkomsten die de land
bouw het afgeloopen jaar opleverde, dan is
zijn antwoordprachtig. Tevreden is hij
allerminst. Moest het bij den overvloed
van producten een gunstig jaar heeten, door
de lage prijzen, die hij voor zijn varkens
krijgt en waardoor ook de veeprijzen dalen,
maakt hij weinig geld voor zijn waar. De
waterschapslasten, belasting- en pachtgelden
blijven dezelfde, zoodat het een toer wordt
voor hem om rond te komen. Vandaar dat
verschillende landbouwers zich, om het
hoofd boven water te houden verbonden
hebben bij de plaats te hebben verpach
tingen van bouw- en weigrond zoo laag
mogelijk te schrijven. De heer dr. Neeb
te Nijkerk, heeft echter uit eigen beweging
zijn pachters van landerijen onder Varse-
veld twee cent per oude roede verminde
ring toegestaan. Het is wel noodig dat
men den landbouwer te hulp komt.
Een woelige St. Nicolaasavond beleefde
men te Aalsmeer, waar, gelijk men toch
van daar meldt, een groote vechtpartij plaats
had in het café „De Kroon." Twee vechters
bazen werden tamelijk ernstig gekwetst,
terwijl de burgemeester met drie veldwach
ters het koffiehuis deed ontruimen. Drie
vernielde tafels en twee stukgeslagen stoelen
bleven op het slagveld achter.
i— Noodlottige branden. Tijdens den
jongsten storm hebben verschillende groote
branden plaats gehad. In de buurt van
Uitgeest zijn twee watermolens door den
bliksem getroffen en geheel verbrand.
Bij deze beide onheilen zijn drie kinderen
omgekomen, terwijl een der toeschouwers
van ontzetting een beroerte kreeg en dood
neerviel.
Te Berchem (N.-Br.) is Zaterdagnacht
bij een hevig onweder de bliksem ingeslagen
in de R. K. kerk. Te half vier ure stond
de toren in volle vlam.
daartoe veroordeeld zal worden en of er
geen verzachtende omstandigheden of andere
redenen er toe zullen leiden om hem het
leven te laten behouden en na eenigejaren
de vrijheid te geven.
Deze overweging zou er toe leiden dat
men omtrent alle misdaden, groote en kleine,
zeer discreet was en dit wordt toch niet
door de ervaring geleerd.
Voor een der ramen van het postkan
toor te Weert, staat als onbestelbaar een
brief te kijk met het adres
Aan den Heilige St. Nicolaas
in Spanje.
De behoorlijk gefrankeerde brief is open
en bevat het naïeve verzoek van een broer
tje en een zusje aan den goeden Sint om
alle mogelijke geschenken, maar toch vooral
om veel lekkers. Het briefje heeft de reis
gemaakt naar het Belgische stadje St. Ni
colaas, doch is vandaar als onbestelbaar
teruggezonden.
Naar aanleiding van een verzoekschrift
over de algeheele en strenge sluiting der
Belgische grenzen voor vreemd vee, heeft
de Minister de Bruyn medegedeeld, dat de
nieuwe bepalingen op tuberculose van het
vee op 1 Januari a. s. zullen worden inge
voerd. Tegelijk met de invoering dezer be
palingen zullen de grenzen weer geopend
worden.
Over drie weken zal de toestand definitief
geregeld zijn. De Minister voegde er bij,
dat zijn nieuw reglement alle dieren die
eenige ziekte hebben, aan de grenzen zal
tegenhouden.
Dat de rijwielbelasting de liefhebberij
voor die sport niet zal fnuiken en de wiel
rijders er zich in schikken zullen, leiden wij
at uit het „wielerlied", dat nu in de Kampioen
verscheen,
luidt:
Bols
iftj
1
Frnnrtn romlwn.o Snnr rrohpol Nederland,
p Courant