NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOL SWARD EN WQHSER ADEEL Pantoffelhelden. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. No. 2. l land." DONDERDAG 7 JANUARI. DONDERDAG 7 JANUARI, AS EEN OUDEJAARSAVOND TE AMSTERDAM. r au BINNENLAND. O AVI LTI i ida Nj BR VE >E l EO] Alj de r. n t U El OL We, ke c VOOR ie es». 4 DIB een KIG 1 KIG I CKIU. i VO(J Het uitleven van verheoggelden is bijna overal Bolswardsche Courant enden Morgen weer met frissche i- ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. HEID an al' J. HO! IOMM r en T riendt jk gefit OET n het KE G den en der B( an, :ïïd! 4 afgeschaft zonder dat dit eenigen ongunstigen in vloed heeft uitgeoefeud. Het aanhoudend natte weder in den herfst heeft een nadeeligen invloed uitgeoefend op de bewerking van den grond, zoodat nog veel land niet bezaaid is kunnen worden en veel land ge brekkig of geheel niet bewerkt is geworden, zoo dat er ook weinig winterkoren is uitgezaaid als gevolg van het natte najaar is het vee vroeg ge stald. Over de afstrooming van het boezemwater valt weinig te berichten. In het najaar was de stand daarvan te hoog. ’t Carrillon van den paleistoren speelt twaalf uur, en nauwelijks heeft de eerste slag van de twaalf de lucht doen trillen of vrienden en kennissen, ouders en kinderen drukken elkander onstuimig de hand, en wenschen elkaar toe, zegen en voorspoed in het aan gevangen jaar. Vreugdeschoten knallen ter eere van den Nieuwjaarsdag. Als de kerkdeuren geopend worden, en de laatste galmen van het „Uren, dagen, maanden, jaren," door de wanden worden teruggekaatst, staan ze op die twee, die arme schepseltjes, en verdwijnen in een nauwe straat. iden ’t Jongetje richt zich. op. Legt zijn ver kleumde hand op zijn zusjes arm, en wil iets zeggen, maar beteuterd kijkt hij rondein delijk vraagt hij zachtjes. „Zouden ze voor die muziek", en eventjes beweegt hij zijn hoofd in de richting van waar de heerlijke,dankbare oudejaarsavond- klanken nog steeds door het kerkgebouw ruischen„ook geld ophalen zooalswij „Zouden ze dat ook doen voor eten" ’t Zusje zegt niets; medelijdend kijkt ze haar broertje aan, en het orgeltje steviger omklemd houdend, vervalt ze in hare vorige houding. „Zouden ze," vraagt het ventje nogmaals en weer neerhurkend, zegt hij zachtjes. „Ik ben zoo koud." Zoo zitten ze daar uit te rusten, want zij -hebben reeds den geheelen dag geloopen nieuwe krachten te verzamelen om ook nog den avond te gaan spelen en te vragen een cent, een cent voor de muziek uit het ar moedige draaiorgeltje. ’t Is omstreeks half twaalf. Het verkeer langs de straten heeft hier plaats gemaakt voor genoegelijk samenzijn onder familie, elders de café’s gevuld met vroolijke troepjes jongelieden, welke hier den oudejaarsavond vieren. .En niemand daar binnen bespeurt hoe twee kleine kinderkopjes angstig naar binnen gluren. Een jongetje en een meisje. Om de hals van het meisje hangt aan een lederen band bevestigd een klein draaiorgel. Dan gaan ze voort, de deur binnen Na even rond gezien te hebben, beweegt het meisje t krukje van het orgeltje en niet altijd zuivere tonen worden aan het armoe dige instrument ontlokt. Met moeite baant het ventje zich een weg, door de stoelen rijen, en zijn petje bescheiden vooruit stekend, zegt zijn blik wat of hij vraagt. Even stil als zij gekomen zijn, even onge merkt verlaten ze de zaal weder, om elders een gave af te smeeken. Verscholen achter een hooge stoep vleien twee matte kinderhoofden zich tegen elkaar, en in de koude hand van het meisje telt de kleine knaap den schat, welke zij dien avond hebben verdiend. De laatste galm der twaalfde slag sterft in de onmeteljjke ruimte weg, dan staan ze op, en fluisterend zeggen ze tot elkaar Er is geen voetje zoo klein, dat onder zijn pantoffel geen man kan komen. Ja, ik ge loof zelfs, dat de kleinste pantoffeltjes de grootste macht kunnen uitoefenen. En de macht van een pantoffel is soms grooter dan de kracht en het geweld van den grootsten, sterksten man. Wie kent niet de historie van dien hooggeplaatsten militair, voor wien op de exercitieplaats en in de kazerne een paar duizend mannen, geduchte sterke kerels sid derden, en die, zoodra hij in de deur zijner woning verscheen, in de handen zijner vrouw als was werd en op haar geringste wenken gehoorzaamde. Nu is het juist geen schande om een beetje pantoffelheld te zijn, en er zijn zeker maar heel weinig getrouwde mannen, die aan dit euvel niet min of meer lijden. Maar ofschoon velen zich zelfs heel wel gevoelen onder dit pantoffel-regime, velen er naar smachten zelfs, zoo zal toch wel ieder pantoffelheld zich er een beetje over schamen, dat hij onder dat regime staat, hij zal zich eenigszins scha men over zijn onderdanigheid en die niet licht erkennen. Maar bijzonder onaangenaam moet het zeker zijn, als voor een duizend hoofdig publiek van het tooneel af de pantoffel wordt getoond, onder welke iemand staat. Deze onaange naamheid overkwam voor jaren eens een Duitschen zanger in New-York. De bekende Duitsche zanger was de echt genoot van een nog meer bekende, beroemde Duitsche zangeres. Terwijl beiden in New- York kunstavonden gaven, gebeurde het voorval, waarvan ik hier wil vertellen. Men vierde in de Amerikaansche hoofdstad het 50-jarig jubileum van een Amerikaanschen tooneelspeler en dit zeldzame feest werd o. a. gevierd door een voorstelling in de Opera. Al wat toen in New-York eenigen naam had op het gebied van zang en muziek, werkte op dezen avond mee, alleen het bewuste Kunstenaarspaar niet. Wel had de man zijn medewerking toegezegd, maar in het laatste oogenblik weer teruggenomen, zoodat zelfs het programma er geheel door veranderd moest worden. Dat viel natuurlijk op aan het publiek en de feestvierende kunstenaar zag zich genoodzaakt een verklaring er van te geven. In een aanspraak aan het slot der voorstelling bedankte de gevierde acteur het publiek voor de hem ten deel gevallen hul debetuigingen en vooral de medewerkenden aan dezen avond voor hun deelneming aan het feest. Toen vervolgde hij, wijzende op de verandering in het programma„Ik huop, dat u meneer K. zult verontschuldigen. In mijn lange ondervinding is hij de eenige, die in zijn verontschuldiging de waarheid heeft gezegd. Hij liet mij berichten, dat hij wel moest afzeggen, wijl zijn vrouw niet wilde toestaan, dat hij op mijn feestavond zingt. Dat is een gegronde reden. Ik ben zelf een gehuwd man en laat het aan het oordeel van alle echtgenooten over, of men mag apel- leeren tegen het vonnis van zijn vrouw!" Deze boosaardige mededeeling van denkun- stenaar-jubilaris was nu juist niet... heel netjes, want de openhartigheid waarmee de zanger kennis gaf van zijn heldenmoed, had hem met bewondering moeten vervullen. Toch staat deze zanger met zijn waarheids liefde niet alleen. Voor enkele jaren had er in Amsterdam een voorval plaats, dat toonde hoe er meer menschen zijn, die openhartig en moedig bekennen, dat zij zich buigen voor een pantoffel. De voorzitter van een vereeni- ging te dezer stede, vroeg aan het slot eener vergadering, toen de debatten geëindigd waren, of nog iemand het woord verlangde. Toen ging een eerzaam, bejaard, joviaal heer opstaan, en zeide: „Ik zou wel willen, dat de heeren van de pers, die ons altijd zoo ter wille zijn, den slotzin van hun verslag voort aan weglieten." De voorzitter begreep hem niet dadelijk en daarop vervolgde de oude heer„Ik bedoel n.l. ditOnze vergadering is b v. van avond om tien uur afgeloopen, en daar het betrekkelijk vroeg is, gaat men nog een glas bier drinkenhet worden er ook wel eens twee glazen, een paar heeren spelen kaart, anderen domineeren en zoo langzamerhand komt men tegen één uur thuis. Des anderen morgens, niets kwaads vermoedende, zit men aan de koffie en leest de krant, en daar houdt je lieve vrouw je ineens het verslag van de vergadering onder den neus^ wijst op den laatsten regel#0ra AfA- ’t Is avond. Een koude, scherpe, ijzige wind doet de menschen, welke zich naar de verschillende kerken spoeden, dichter in hunne jaskragen wegkruipen. De lantarens werpen een onzeker schijnsel rondom zich, en verlichten straten en pleinen slechts ten deele. Op den Dam is het gewoel een weinig minder. De bellen der trams rinkelen onafgebroken en daar tusschen komen de heerlijke tonen van het orgel uit de N. kerk, door de boog ramen als ’t ware tot ons. ....En die arme kleinen, die daar bibbe rend naast elkaar neergehurkt, leunen tegen den deurpost; ook zij luisteren naar het ge zang, doch begrijpen doen ze het niet. De verkleumde handen van het meisje, verborgen onder een even morsig als ge scheurd schortje, rusten op een klein draai orgeltje. Diep steken de handen van het knaapje in de wijde broekzakken. Geen enkele gedachte aan den laatsten dag van het jaar gaat erom in die kinderbreinen. Zij weten niet, dat heden de laatste avond daar is, dat zich weer een nieuw jaar voor hen opent. Zij weten wel, dat hen morgen weer wachtarmoedekoude tien uur ging de vergadering uiteen." „En jij bent eerst om één uur uit de vergadering gekomen!" Natuurlijk zijn er dan eenige verklaringen noodig, enz. En wat kan het den heeren van de pers schelen of zij schrijven of niet, dat de vergadering om tien uur werd gesloten De vrijmoedige oude heer en pantoffelheld bleek weldra alle leden aan zjjn zijde te hebben en onder algemeene vroolijkheid werd aan de heeren verslaggevers het verzoek der vergadering overgebracht, en voortaan las men in de verslagen dezer vergadering niet meer den slotzin. Dat machtige vorsten onder de pantoffel hebben gestaan, is wel bekend; de „vrouwen poli tiek' speelde te allen tijde een groote rol, en bij alle volken. Maar dat ook op andere wijze de pantoffel invloed kan uitoefenen op politiek en wet geving, blijkt uit het volgende ware histo rietje Tot de geregelde bezoeksters van den Duitschen Rijksdag behoorde de echtgenoote van een afgevaardigde, die in zijn Noord- Duitsche woonplaats burgemeester was en zich van andere afgevaardigden daardoor onderscheidde, dat hij het eerwaarde hoofd bedekt had met een fiuweelen kapje. Zoo vaak nu de dame op de tribune haarplaats innam, geschiedde het dat haar man be neden in de zaal opstond en... het woord vroeg. Booze tongen beweerden, dat dit de eenige gelegenheid was voor de afgevaardigde om zijn vrouw te imponeeren, en om watte zeggen, waarop zij moest zwijgen, en zoo was het dan te danken aan den pantoffel waar onder de afgevaardigde stond, dat deze een zeer levendig aandeel nam in de Duitsche wetgeving. Eens echter gebeurde het, dat de afgevaardigde het woord vroeg, zonder dat de president der Kamer het bemerkte, en zelfs de tweede maal vond het Rijksdag lid nog geen gehoor. Toen verloor deze het ge duld en riep den president toe: „Ik heb nu reeds voor den derden .keer het woord ge vraagd."... Om den mond van den president speelde een fijne glimlach, hij wendde het hoofd naar de tribune en zeide: „Entschul- digen Sie... erst jetst sehe ich... iSie!" Zoo als men weet, beteekent dit laatste woordje in ’t Duitsch zoowel „haar" als „u.“ Een ware storm van vroolijkheid bracht de geheele vergadering in opschudding, maar dat gelach klonk zeker de echtgenoote van den afge vaardigde op de tribune niet zeer aangenaam in de ooren. VERSLAG van den TOESTAND van den Landbouw in Friesland, over het af geloopen jaar 1896. De voornaamste Akkerbouwgewassen, gedu rende dit jaar, zijnaardappelen met een op brengst van 150400 H. L., suikerbieten 30.000 45.000 K.G., gerst 5055 H.L., haver 2162 H.L., boonen 10—32 H.L., erwten 3036 H.L., vlas 1520 H.L., zaden pl. m. 180 bundels, cichorei 20.00054,000 K.G., rogge 2536 H.L., tarwe 3460 H.L,, kanariezaad 25 H.L koolzaad 30 45 H.L., boekweit 20 H.Lalles per hectare. De opbrengst van bovengenoemde gewassen is over het algemeen best te noemen, die der haver was echter middelmatig, die der boonen slecht. Deze gunstige resultaten zijn toe te schrijven aan het droge voorjaar en de goede weersge steldheid in den zomer. De ongunstige resulta ten verkregen met den verbouw van boonen is wellicht het gevolg van de warme dagen in bet begin der maand Juni, waardoor de bloesem is verloren gegaan, terwijl ook de haver van de droogte in den zomer en het slechte weer in het najaar heeft geleden. De prijzen der producten waren in vergelijking met die van het vorige jaarwat berreft de aardappelen iets lager, de suikerbieten gelijk, en die der granen iets hooger. De opbrengst der weilanden was in den be ginne zeer goed, doch werd in den zomer slecht tengevolge van de droogte, waardoor vooral de hooge landen veel hebben geledenin het najaar kwam er veel gras. De gezondheidstoestand van het vee was uit muntend. Omtrent de zuivelproducten kan worden ge meld, dat tengevolge der droogte de hoeveelheid niet zoo groot was als die van het vorig jaar, de qualiteit der boter was goed en de prijzen wel zoo hoog als in 1895de qualiteit der kaas schijnt achteruit te gaan, behalve de kaas van boerderijen, de prijzen waren lager. De prijzen van het vee waren goed, de meeste vraag was naar jong melk- en fokvee, het vette vee was lager in prijs. In den herfst werd vee, ingeschreven in het Rundvee-Stamboek door vreemde kooplieden tot goede prijzen gekocht. De hooilanden gaven wat de laag gelegene betreft als eerste snede een goede opbrengst, die der hoog gelegen landen was middelmatig; van de tweede snede is niet veel terecht gekomen door de droogte. De qualiteit van het hooi is uitstekend. De prijzen der landerijen waren gemiddeld lager dan het vorig jaar, vooral die der bouw landen, die der goede weilanden bleven gelijk omtrent de prijzen bij de verhuringen valt het zelfde te berichten. Krankzinnig. Een wisselwachter te Dordrecht bemerkte dat op de rails van den spoorweg een persoon zich had neergelegd, blijkbaar met het doel om zich van het leven te berooven. Op de komst van den wisselwachter ging de ongelukkige op den loop, maar hij werd spoedig daarop door de politie gegrepen. Naar het politiebureau overgebracht, bleek hij te zijn zekere v. d. D., een werkloos onderwijzer. De ontboden geneesheer constateerde bij den man krank zinnigheid, waarom hij naar het krankzin nigengesticht werd overgebracht.. Levend verbrand. In het armenhuis te Noord wolde is eene oude verpleegde, de weduwe 8. Nijholt, levend verbrand. Waar schijnlijk hebben haar kleeren vlam gevat door een stoof; geheel verkoold zat zij in elkaar gedoken op haar stoel. Een begin van brand, in het huis ontstaan, kon bij tijds gebluscht worden. In Handelsbelangen komt eene be schouwing voor van dr. Bonno van Dijken over het acetyleen, naar aanleiding van de ongelukken, die daarmede hebben plaats gehad. Deze ongelukken bewijzen volgens hem, dat de zaak nog volstrekt niet ryp genoeg was om aan het publiek te worden voorgesteld en maatschappijen hiervoor op te richten. De verantwoording van het feit, dat het toch is geschied, komt neer op het hoofd van professor Pictet. Van een man als Pictet, die zijne wetenschappelijke ken nis zoozeer voor de techniek heeft dienst baar gemaakt, werd met recht verwacht dat hij met deze zaak niet voor den dag was gekomen voor zij ook volkomen beant woordde aan het voorgespiegelde. De zaak, die hij voorstond, heeft hij door zijn overhaasting ten zeerste benadeeld, daar men niet licht meer geld zal willen beschik baar stellen voor de noodzakelijke proefne mingen. En deze zijn hard noodig. Juist voor vloei baar acetyleen is als verlichting van ver voermiddelen een groote toekomst wegge legd. De verwezelijking van dit denkbeeld ligt minder ver at dan men zou denken. Gewoonlijk worden in een jaarover zicht de zaken vermeld welke in het afge loopen jaar zijn tot stand gekomen. De Amst. Crt. vestigt daarentegen de aandacht op ondernemingen, welke mislukt zijn. Van ondernemingen meer van persoonlijken aard gewaagt het blad nietUie zouden ook te veel zijn zy vermeldt slechts zaken die in de laatste jaren veel sensatie gemaakt heb ben en niet het gewenschte succes of den noodigen bijval gevonden hebben. Daar onder behooren de volgende De z.g. wereldtaal of Volapuk; de medi camenten van den wonderdokter Sequah het middel tegen tuberculose of de kochine eenige nieuw uitgevonden brandblusch-mid- delende vreemde taalmethoden van Ber litz of Gouin, (de z.g. Berlitz-school is on langs ook te Amsterdam opgeheven); de vliegmachinede sigarenfabriceermachine het acetyleengasde middelen tegen ketel steen idem tot het voorkomen der botsin gen van treinen, enz. Door drie rechercheurs te Amsterdam werd op heeterdaad betrapt een persoon, toen hij bezig was een lakenmagazijn aan de Heerengracht te openen. Bjj fouilleering werden op hem bevonden 19 sleutels en een groot mes in een scheede. De dader was, zegt men, verraden door jongelieden, die eerst aangenomen hadden, om met hem mede te „werken." De poorters van Woudrichem zullen in het vervolg de vjjfde penning moeten betalen van de opbrengst der vischvangst, waarin zij hun bestaan vinden. Zoo besloot graaf Willem in 1409 en de Hooge Raad der Nederlanden heeft thans beslist, dat dit charter steeds verbindend bleef en deze oude rechten van den vroe- geren graaf thans door diens ver verwij derden opvolger, den Staat der Nederlanden, kunnen worden uitgeoefend, als zjjnde persoonlijk recht en niet verjaard» „Nu naar huis. krachten .In het Nieuwejaar Neen, dat weten ze niet He La. ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1