NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BWSWABO EN WWSBBAÖBBI.
Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
No. 4.
Voor het Kantongerecht.
w
DONDERDAG 14 JANUARI.
BINNENLAND.
VOOR
"in
f
[9
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
VRIJDAG 8 JANUARI 1897.
^XXXXKXXj«HXXXXXX ,KX^
J. v. d. K. te Hindeloopen, stapte 8 Nov.
te Hindeloopen uit den trein met een retour-
kaart die reeds verloopen was. De station
chef verzocht daarom den vrachtprijs met
verhooging, waaraan beklaagde niet wilde
voldoen, waarom procesverbaal volgde.
De eisch hiervoor luidt: f 3,boete of
2 dagen.
Van het openbaar maken der kohieren
der inkomstenbelasting heeft men voor- en
tegenstanders. Het getal der laatsten zal
zeker toenemen wanneer men den maatregel
door den geneeskundigen kring te Amster
dam ingevoerd zal navolgen om het loon
voor verleende diensten proportioneel te
regelen, naar gelang de bediende patient al
of niet vermogend is. Als een voorbeeld
noemen wij, dat hjj die een inkomen van
f 15000 en hooger heeft, voor eene visite
van den dokter tusschen des morgens 9 en
6 uur des avonds van f 3 tot f 5. Die een
inkomen van f 500015000 zal hebben,
betalen f 1,50 tot f 3, en minder dan f 5000
f 1 a f 1,50. Voor visites des avonds
tusschen 6 en 11 wordt het dubbele, en des
avonds van 11 tot 8 uur des morgens het
drievoudige van het tarief berekend. Wij
willen behalve de gemaakte opmerking op
dit tarief niets afdingen, toch meenen wij
dat er in deze proportioneele toepassing eene
onbillijkheid schuilt, al zal het hoogere
tarief aan gegoeden weinig schaden. Als
eens de timmerman en de winkelier het
zelfde deden. Wij meenen, dat het voor
den arts in het huis van den vermogende
zelfs veel gemakkelijker moet voorkomen,
zijne diensten te verleenen, dan daar waar
men, zooals bij den gewonen burgerman, zich
in dagen van ziekte zeer moet behelpen, en
zich zelfs verlegen gevoelt, wanneer een
vreemde een bezoek aflegt.
Als iemand iets loffelijks doet, wil hij
wel, dat anderen het weten. Zoo denken
althans de meesten er over. Hij, die een
drenkeling redt, krijgt daarvoor een medaille,
maar mag ze niet dragen. Wat heeft men
nu aan een medaille, die men wegsluit en
alleen aan goede vrienden en kennissen
vertoonen kan Wie bekroond is op eene
tentoonstelling kan dit nog in zijne adver-
tentien in de dagbladen bij herhaling publiek
makenmaar een menschenredder mist dat
middel om zijne daad in blijvend aandenken
te houden.
De Eerste Kamer, of liever een van de
leden der Eerste Kamer heeft uit medelijden
met menschenredders aan de Regeering
gevraagd of aan die verdienstelijke personen
niet het recht kan worden verleend om de
herinnering aan hunne daad op de borst te
dragen.
Wat zou er tegen zijn Er worden tal
loos vele onderscheidingen gedragen die
minder verdiend zijn dan eene reddings-
medaille en als de redder voor zich zelven
niet genoeg heeft aan de voldoening die
zulk een daad hem schenkt, men doe hem
het genoegen dit aan de gansche wereld
dag aan dag te verkondigen, op gevaar af,
dat dit te koop loopen met eigen verdiensten
den man in de oogen van anderen niet ver
heffen zal.
Het bericht uit Amsterdam aan het
Vad., dat er een minnaar van eene op het
vermoorde dienstmeisje gelijkende dienst
bode spoorloos zou zijn verdwenen,is onjuist
bedoelde man is niet verdwenen en hij heeft
bovendien zijn alibi kunnen bewijzen.
Kleine oorzaken, groote gevolgen. In
de buurtschap Bentelo bij Hengelo wierp
een hond al spelende een fornuis, waarop
een pot soep stond te koken, omver. Twee
kinderen, oud 1 en 2 jaar, kregen de soep
over zich heen, waardoor zij zoodanig met
brandwonden overdekt werden, dat zij aan
de gevolgen overleden zijn.
Ken tegemoetkoming. De koopman uit
Bergen op Zoom, die te Gassel, toen hij van
de stoomtram sprong, overreden werd, is
aan de bekomen wonden overleden hij laat
een vrouw en drie kleine kinderen na. De
directie der Zuid-Ned. Stoomtrammaat-
schappij heeft aan de weduwe vijf honderd
gulden geschonken als tegemoetkoming in
het verlies.
Tsaar Peter te Zaandam. De Zaanl.
Ct. geeft een uittreksel uit het doopboek der
Luthersche kerk te Zaandam, waarin een
eigenhandig geschreven aanteekening voor
komt van den predikant dier gemeente, ds.
Georg Henri Petri, onder de verklaring van
de geboorte van Antje Bruyn, den len Sep
tember 1697, luidende als volgt
N.B. den voorledene 18 Augs. Dom. ii
p. Trin’s morgens ten 8 uren is de Tsaar
of grootvorst van Moscovien Pieter Alexe-
wits, in een Ceuls schuitje met 6 Mosco-
witers hier op Sardam incognito aangekomen,
en heeft 8 dagen gelogeert op Krimbenborg
bij een smidsknecht van Boy Tijsen
daarna is hij naar Amsterdam gevaren, al
waar zijn groote Ambassade was aange
komen hij is 7 voeten lang, hij ging
gecleed in Sardammer boerenkleederen, hjj
timmert t’ Amsterdam op de Admiraliteits-
werf i eu ia een liefhebber van schepen.
wij de laatste baal zouden nemen, komt de
agent ineens met de bedreiging: „uit den
weg met die kar,“ en toen vond ik, zegt
beklaagde, dat al zeer bar, en daarom zei
ik„je doe maar, raak je mij, ik raak je
weer."
De agent zegt, dat het rijden over de
kleine steenen verboden en ook niet noodig
is, voor het pakhuis kunnen ze een plank
over de goot leggen, doch vooral aan de
brutale houding heeft beklaagde dit proces
te danken.
Eisch f 3,of 2 dagen.
D. v. d. W. te Workum jaagde 7 Dec.
onder behoor van het dorp Greonterp en
schoot 2 eendvogels in een stuk land, waar
hij geen vergunning had. Daar beklaagde
reeds meermalen de wet op de jacht heeft
overtreden, wordt tegen hem eene hechtenis
vau 7 dagen geëischt.
G. W. en S. H. te Harlingen werden den
12 Nov. op heeterdaad betrapt op het vis-
schen met den zegen in de Oude Gaaster-
vaart. Zij hadden hiertoe geen vergunning,
en de eisch luidt voor ieder f 10,of 2
dagen hechtenis.
J. B. T. te Schraard werd den 25 Nov.
nabij dit dorp in het land aangetroffen met
een slagnet om vogels te vangen. Het bleek
den agent Boonstra, dat hij geen acte had,
tevens was door hem opgemerkt, dat be
klaagde een levende kievit bij dit net als
lokvogel gebruikte, doch deze werd bij de
nadering van den agent losgelaten. Het
slagnet met toebehooren werd in beslag ge
nomen, waartegen beklaagde zich nog al
verzet had.
Beklaagde heeft vrij wat aanmerkingen
op dit proces-verbaal, o. a. dat hij zich zou
verzet hebben bjj de inbeslagneming is niet
waarhij heeft integendeel Boonstra gehol
pen om het net op te nemen, daar deze dat
niet kon. Hij legt vervolgens eene teeke-
ning over om de E.Achtb. heeren te laten
zien, hoe een vogelnet wordt gebruikt en
verklaart daarop uitvoerig, waarom de voge
laars een kievit op de „weal" hebben, om
ten laatste te beweren, dat de stokken en
de lijn van het net niet in beslag mogen
worden genomen, doch alleen het net, omdat
daar de vogels mee gevangen worden. Dat
beklaagde geen acte had, was eigenlijk de
schuld van Boonstra. Beklaagde had die
vroegtijdig bij den heer Commissaris der
Koningin aangevraagd, eerst op ongezegeld,
maar omdat hij geen antwoord kreeg, toen
op gezegeld papier. Daarop kwam Boonstra
hem vertellen, dat hij de acte op de secre
tarie der gemeente moest aanvragen en toen
hij dit deed, wachtte hij nog wel een dag of
10, maar de acte kwam niet.
De agent Boonstra getuigt, dat beklaagde
zich niet veel om het gezag bekommert, en
toen hij de stelten (opgestopte vogels) in
beslag zou nemen, sloeg beklaagde ze hem
uit de handen, waarom hij, om een vecht
partij te voorkomen, ze maar liet blijven.
Beklaagde komt daarop met een drietal
getuigschriften van goed gedrag voor den
dag en bepleit nogmaals, dat de stokken en
de lijn van het net niet in beslag genomen
mogen worden volgens de wet.
De eisch luidt evenwel f 3.boete of 3
dagen, met verbeurdverklaring van het in
beslag genomene.
S. de B. te Koudum maakte in den St.
Nicolaasnacht zooveel drukte op straat, dat
de nachtrust der bewoners van dat dorp
daardoor kon gestoord worden. Tegen hem
werd daarom procesverbaal opgemaakt, vooral
ook omdat hij „in kennelijken staat11 ver
keerde. De agent Bosma kan niet veel goeds
vap beklaagde zeggen, daar hij dikwijls nog
al lastig is, en er wordt f 10,boete, subs.
3 dagen hechtenis tegen hem geëischt.
D. v. d. L. te St. Anna Parochie reed 5
Dec. op den weg van Wommels naar Oos-
terend met een zwaar beladen wagen, waar
van den brigadier Flierman de wielen wat
smal voorkwamen naar verhouding van de
vracht. Bij onderzoek bleek de wagen met
lijnkoeken geladen, en naar schatting bevon
den zich daarop ongeveer 1500 koeken a 1 kilo.
De wielen waren slechts 5 cM. breed, en
daar er meer dan 1200 kilo vracht was,
volgde proces-verbaal.
De eisch was f 3,— boete of 3 dagen.
M. K. te Workum heeft 9 Dec. met een
handkar gereden over de straat, waar die
slechts voor voetgangers is bestemd. Toen
de agent Stout hem vermaande om de kar,
die voor een pakhuis stond, daar weg te
nemen, gaf beklaagde een brutalen mond,
en bezigde uitdrukkingen als„ik heb schijt
aan jou; maak maar proces pak je mij,ik
pak jou weer.“
Beklaagde zegt langs den kant gereden
te hebben, omdat hij anders met de zware
kar door de goot moest, wat niet kon. Er
waren 6 balen rijst op de kar en juist toen
Wonseradeel. Is in de laatste jaren de
bouw aanmerkelijk in prijs achteruitgegaan
zoodat sommige bouwlanden royaalweg de
helft minder in koopprijs opbrengen dan
voor eenige jaren, met de greide in deze
streken is zulks niet het geval. Die bljjft
sedert de laatste jaren wel aardig op prijs.
Eene zathe te Wons dezer dagen verkocht
bracht dan ook belangrijk meer op dan
velen gedacht hadden. De greiden in de
nabijheid der huizing gelegen konden met
het gebouw de niet onbelangrijke som
van 27009 gulden opbrengen, terwijl de
buitenlanden mede de taxatie overtrof
fen, door voor ongeveer f 400 per pon-
demaat te worden aangekocht. De flinke
prijzen voor den zuivel en ook de goede
prijs waarop het vee zich gedurende het
vorige jaar kon staande houden, zullen ze
ker de oorzaken hiervan zijn.
De bevolking der gemeente Wonse
radeel, die op 1 Januari 1896 6524 m. en
6491 vr. bedroeg, is in dat jaar verminderd,
met 26 m. en 63 vr. en bedroeg alzoo 1
Januari 1897 6498 m. en 6428 vr. te zamen
12926, waarvan 8125 Ned. Herv., 2 Waalsch
Horv., 2356 Ger., 5 Evang. Luth., 1 Herst.
Luth., 347 Doopgez. 3 Romonstr., 25 Baptist.
1198 R. C. en 866 tot geene bepaalde
gezindte behoorende.
In 1896 zijn in de gemeente geboren 182
m. en 151 vr. overleden 78 m. en 90 vr.
Onder deze getallen is 1 tweelinggeboorte.
Ingekomen 261 m. en 261 vr. en ver
trokken 408 m. en 405 vr.
Gehuwd 110 paren.
Gescheiden van echt geene,
De sterfte was 1 op 77 zielen.
Witmarsum, 11 Jan. ’97. Onze hoog
geachte predikant, de heer Homan, ver
blijdde Zondag j.l. zijne gemeenteleden door
hun mede te deelen, dat hij voor het be
roep naar de N. H. Gemeente te Dokkum
had bedankt.
St. Nicolaasga, 11 Jan. Aan de heden
alhier gehouden hardrijderij vanwege de
IJsclub „Donia", werd door 24 personen,
waaronder de beste rijders, deelgenomen.
De prijs ad f50 werd gewonnen door K.
Hanje van Akkrum, het le cadeau f 10
door L. Poepjes van Delfstrahuizen, het 2e
cadeau f 5 door U. Dijkstra van de Lemmer.
Iemand, die met vier duizend gulden
bij zich een nacht doorbracht bij eene hem
onbekende vrouw in de Albert Cuypstraat
te Amsterdam, miste des morgens zijn geld.
Een dure, maar welverdiende les.
Een eigenaardige hulde. Het elfjarige
dochtertje van den ook hier ter stede be
kenden, thans te ’s-Gravenhage vertoeven-
den athleet Sampson, begaf zich dezer dagen
naar het Kon. Paleis in het Noordeinde, en
deelde daar mede, dat zij zoo gaarne H. M.
de Koningin eens wilde zien.
Door den particulieren secretaris van H.
M., Jhr. de Ranitz ontvangen, deelde deze
mede, dat aan haar verzoek geen gevolg
kon worden gegeven, waarop het meisje
verzocht, namens haar aan H. M. een door
Sampson gebroken halve centstuk, thans
door de firma van Kempen in een lief speldje
veranderd, te overhandigen.
Door bemiddeling van Jhr. de Ranitz,
heeft H. M., die zooals bekend is, nooit
geschenken aanneemt, aan het meisje een
gesloten couvert doen toekomen en haar
dank gezegd voor dit aardig huldebewijsje.
De Echo vertelt
Te Zaandam wandelde Donderdagavond
een persoon rond, gekleed met grijze jas,
lichte broek, deukhoed, enz.
Door deze persoon werd ’s avonds een
meisje aangerand en mishandeld, maar niet
verwond.
De commissaris van politie te Zaandam
werd van het geval in kennis gesteld en
Vrijdagochtend werd de aanrander aange-
troifen in het Wandelpark te Zaandam, op
weg naar het station.
Daar arresteerde hem de commissaris,
doch jammer genoeg wist de man te ont
snappen, onderwijl de politie-beambte het
door hem uit Amsterdam ontvangen signa
lement nakeek. Op het telegrafisch bericht
van dit geval werd aan het Centraal Station
te Amsterdam scherp toegezien, maar zonder
gevolg.
Ons kantongerecht opende dit jaar zijn
terechtzitting met een „duplex-brander", of
eigenlijk een duplex-jager of strooper. Twee
zaakjes voor denzelfden beklaagde, n.l.
T. S. te Franeker. Deze werd 11 Nov.
bij Spannum bekeurd wegens jagen in een
land, waarvoor hij geen vergunning had.
Met het procesverbaal werd tevens gelezen
eene verklaring waaruit bleek, dat hij reci
divist was, wat zooveel wil zeggen alskort
leden zijt gij voor een gelijk feit ook ver
oordeeld.
Bij het vernemen hiervan zegt beklaagde
„daarvoor heb ik betaald en nu ben ik on
schuldig." Getuige J. Reinsma van Spannum
bevestigt echter, wat de veldwachter in zijn
verbaal heeft opgeteekend, doch beklaagde
noemt dit liegen, zijn polsdrager, die ook
als getuige moet komen, zal het de heeren
wel beter vertellen.
Deze getuige S. Boersma, van Franeker
moet echter om der waarheidswille verkla
ren, dat deze jager, waarbij hij als polsdrager
in dienst was, in jagende houding het land
passeerde, hoewel de beklaagde stijf en strak
volhoudt, het geweer niet van het schouder
gehad te hebben.
De heer Ambtenaar, na vermeld te hebben
dat beklaagde bekend staat als een groot
strooper, eischt 7 dagen hechtenis.
De getuigen konden zich nu verwijderen,
doch beklaagde had nog een tweede over
treding op zijn kerfstok, en mocht dus blijven.
Hem wordt nu ten laste gelegd, dat hij 24
Nov. bij Welsrijp heeft gejaagd, met pols
drager en hond. Die hond liep los, in land,
waar beklaagde jaagde zonder vergunning
van den eigenaar.
De veldwachter Veenbaas van Tzum heeft
beklaagde procesverbaal gemaakt, doch deze
vindt dit zeer verkeerd, en beweert, dat de veld
wachters het steeds op hem gemunt hebben,
en hem altijd zoeken. In deze zaak is niet
hij, maar de hond de schuldige. Dat beest
was zoo wild, dat hij hem niet kon krijgen.
De eisch luidt ook hier 7 dagen hechtenis.
J. v. d. W. te Harlingen sleepte 8 Dec.
metzijn stoomboot in de vaart bij Lutkewierum
2 vaartuigen. Het eerste was op voldoenden
afstand van de boot, doch de onderlinge af
stand der 2 vaartuigen bedroeg in plaats van
25 meter slechts ongeveer 1 meter.
Daar beklaagde reeds eerder voor een
gelijke overtreding is veroordeeld, luidt de
eisch f 40,of 10 dagen.
P. W. van Welsrijp zeilde 12 Dec. bij
Oosterend in de vaart, waar zulks niet ge
oorloofd is en borden gebiedend voorschrijven
„strijk." Veldwachter Kamstra, die deze
overtreding opmerkte, maakte den schipper
proces, en de eisch luidt f 3,of 2 dagen.
G. S. te Koudum heeft 6 Nov. riet ge
sneden langs den weg bij Molkwerum, en
heeft hiervoor reeds eerder terechtgestaan,
doch omdat beklaagde, toen hij door den
wegwerker bekeurd werd, voorgaf, van
T. Jaarsma vergunning te hebben gekregen,
werd de zaak thans opnieuw behandeld om
getuige Jaarsma te hooren. Deze verklaart
geen vergunning te hebben gegeven, en ook
geen recht daartoe te hebben.
De eisch luidt, evenals de vorige maal
f 10,boete of 10 dagen.
J. J. en L. V. te Bols ward staan te recht
wegens het maken van 2 dammen en een
grondaanvulling in een prov. vaarwater zonder
vergunning daartoe te hebben. Ook deze
zaak werd reeds eerder behandeld, doch
toen werden bekl. wegens een onjuist
heid in de dagvaarding, vrijgesproken.
De opzichter van den waterstaat S. Bakker
van Harlingen constateert, dat de dammen
er waren, en de getuigen J. Adema, S. Vonk,
L. Lammertsma en J. A. Draaisma, allen
werklieden te Bolsward, verklaren dat zij,
zijnde in het werk bij beklaagden, die dam
men hebben gemaakt.
Bekl. J. zegt dat men er op zoo’n manier
altijd wel kan inloopen. Zij wisten niet, dat
de Directie geen vergunning had aange
vraagd voor een werk, dat bij bestek was
voorgeschreven. Hij meent dan ook, dat niet
zij, maar de Directie de schuldige is.
De eisch tegen elk der bekl. luidt3
geldboeten a f 5,of 3 maal 1 dag.
J. C. de B. te Stavoren is jager. Hij
werd 16 Nov. te Hemelum in jagende hou
ding aangetroffen in een land, waar hij geen
vergunning had, eu schoot daar een haas,
welke door den veldwachter geschat werd
(’t was een halfwas) op 75 cent, en tegen
beklaagde wordt geëischt f5,— boete of 2
dagen met verbeurdverklaring van den haas,
te vervangen door f 0,75 of 1 dag hechtenis,
Bolsvardsche Courant.
r