NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOES WAR EN WONSERAOEEE No. 28. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. Voor het Kantongerecht. r4 DONDERDAG 8 APRIL. U BINNENLAND. VOOR ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ZITTING van 2 APRIL. i' e I Sneek, 6 April. Aan de markt werden hier heden morgen aangevoerd bijna 2000 kievitseieren, prijs 19 ct. Op de veemarkt was de handel meer dan gedrukt. In wolvee ging totaal niets om de var- kensmarkt gaat weer den kreeftengang en 't melkvee was zóó weinig waard, dat menige boer met recht de verzuchting slaakte Och God, hoe zal ’t komen, als we met begin Mei tegen wil en dank moeten verkoopen. Naar aanleiding van de verplichte nommering die te Kampen (de eeaige ge meente in ons land) voor wielrijders is in gevoerd, had de Kampioen als aardigheid een bericht opgenomen, waarin van een ernstig ongeluk uit Kampen melding werd gemaakt. Een wielrijder, die met een vaartje de stad wilde verlaten, bleef met zijn nommer, dat grooter bleek dan de opening der stadspoorten stuiten, smakte tegen den grond, werd levensgevaarlijk ge wond en sprak de gemeente in rechten aan. De Ned. Sport vulde dit bericht nog aan met de mededeeling, dat de Raad in allerijl was bijeengeroepen en besloten had alle poorten zóóver te verwijden, dat althans één wielrijder er door kon. Het officieel orgaan van den In zijne „Haagsche uitkijkjes* in het Vaderland geett Lynceus de volgende her innering, die zeker aan goede bron ontleend zal zijn. Tijdens den windhandel in tulpen (1635 en 1636), was een mooie variëteit waard twaalf morgen lands in den Schermer-polder of een schip, bevracht met twee lasten tarwe, dubbel zooveel rogge, vier vette ossen, dubbel zooveel varkens, driemaal zooveel schapen, twee okshoofden wijn, vier tonnen bier, twee tonnen boter, duizend ponden kaas, een bed met toebehooren, een pak kleeren en een zilveren beker. Daar heeft men nu een mooi veld vol prachtige bollen voor. Intusschen, mogen we niet al te zeer afgeven op dien tulpenhandel der vaderen. Wij spe- culeeren ook nog ferm in allerlei. Eindelijk meende men dan, dat het aanstootgevende feit, dat collectanten ver schillende gemeenten bereizen om gelden in te zamelen voor doeleinden, waarmede men óf onbekend is, óf waar men niet de minste sympathie voor gevoelt, zou ophouden door den raad van B. en W. te Harlingen om voor dergelijke doeleinden niets te geven. Opeens doen zich verschijnselen voor, waar uit blijkt, dat de raad te Harlingen gegeven, nog met aldoende is. De kerkeraden der Gereformeerde Kerken te Aalten hebben aan hun gemeenteleden verzocht niets te geven aan vreemde col lectanten mits voorzien van een aanbeveling door den praeses en scriba van den Kerke- raad onderteekend. Het gemeentebestuur te Aalten zal bijv, een waarschuwing als die te Harlingen af kondigen. De Kerkeraad zendt den boven genoemden wenk de wereld in. Wie zal nu het meeste succes van zijn werk hebben, de Kerkeraad of het gemeentebestuur. Wy gelooven de eerste. Er is nog altijd een groot publiek dat het woord van de kerke lijke macht als het meest bindend beschouwt. Te Aalten zouden bijv, collectanten voor de zending in China komen. Zij zouden toch geld ontvangen, al zou het den armen te Aalten nog meer welkom zijn Het O. M. bij de rechtbank te Rot terdam heeft een boete van f 1000 geëischt tegen een kastelein daar ter stede, wegens het hebben van een clandestiene branderij te Waddingsveen. Ontginning van woeste gronden van gemeentewege. De commissaris der koningin in de provincie Overijsel heeft aan de bur gemeesters een schrijven gericht, waarin hij aandringt op ontginning van de meer dan 100,000 hectaren woesten grond, die zich ia die provincie bevindt. Hij wijst op de medewerking, die men van de Ned. Heide maatschappij verwachten kan, en verzoekt te willen nagaan, wat door de burgemeester ter zake kan worden gedaan, zoo door het doen van voorstellen aan het gemeentebe stuur ais door opwekking van particulieren, terwijl het hem aangenaam zal zijn, te zijner tijd den uitslag der pogingen te mogen vernemen. „Deutschen Radf. Bund* heeft deze berichten samen gesmolten tot één roerend bericht, dat het in ernst aan zijn lezers heeft opgedischt 1 Noodlottig dat dit nu juist weer met Kampen moest gebeuren. In de Gids van April houdt prof. H. A. Kooyker, wijzende op hetgeen op dit gebied in andere landen reeds tot stand ge bracht is, een warm pleidooi voor het op richten van een of meer sanatoria voor min gegoede lijders aan tuberculose. De pogingen die reeds in ons land worden gedaan om tot de oprichting van gestichten te komen de schrijver maakt gewag van een be weging in dien geest te ’s Gravenhage zullen zeker door dit artikel worden aange vuurd. Opmerkenswaardig is de wenk, dien prof. Kooyker geeft aan de levensverzekering maatschappijen, dat het baar belang is, de oprichting van sanatoria voor tuberculeuzen te bevorderen, HET MOND- en KLAUWZEER, Besproken in de Tweede Kamer. De heer de Boer interpelleerde de regee- ring over de genomen maatregelen. Hg zei, dat de veehouders in die maatregelen weinig vertrouwen hebben. De autoriteiten kun nen den toestand niet beheerschenmet zekerheid mag men verwachten, dat tegen den weidetijd de ziekte zich weder aanmer kelijk zal uitbreiden. Daarom ziet men met ongerustheid tegemoet het tijdstip, waarop de groote internationale markten weer wor den opengesteld. Spr. oordeelde bij eene zoo algemeen verspreide besmetting iederen maatregel erger dan de kwaal. De Minister van Binncnl Zaken (de heer Van Houten) zei in zijn antwoord, dat hij er de districts-veeartsen op gewezen heeft, dat waar de uitbreiding der ziekte groot is, met gematigdheid moet worden te werk gegaan, en in menige streek heeft het kalmer optreden dan ook de ontstemming onder de veehouders doen ophouden, ’t Is echter nog geen bewezen feit, dat men niets beter kan doen dan laten doorzieken. Het ware on raadzaam en hoogst gevaarlijk, het mond en klauwzeer niet langer besmettelijk te verklaren. De heer de Boer repliceerde, dat te veel in ’t practisch landbouwbedrijf wordt inge grepen, terwyl toch dikwijls slechts halve maatregelen worden genomen, waarmede men het geld eenvoudig weggooit. Ook is ’t zoo nadeelig, dat rijk, provincie en gemeenten ieder voor zich speciale verordeningen maken voor het marktverkeer en dergelijke, waar door verwarring ontstaat. De heer Liettinck wees er op, dat in ’t binnenland de boeren vrij met elkander ver- keeren en te midden der zieke koeien, den kende dat hun vee toch niet aan de ziekte ontkomtdat morgen op hun stallen voor komt, wat gisteren op die van den buurman gebeurde. De Minister zal uit de rapporten van de veeartsen hebben gezien, dat op het oogenblik, dat men de ziekte bedwongen acht, zij opnieuw ontstaat. Dat is toch wel ’t bewijs, dat de tot hiertoe gevolgde methode niet baat en dat de kosten weggeworpen zijn. Wat noodig is, moet voornamelijk geschie den met het oog op het buitenland. Maar België en Duitschland zijn zelf niet zuiver en behoefden dus zoo bang niet te zijn. Daar zit iets anders achter Sj. J. P. en I. S. B. te Oudega (H. O. en N.) zijn twee vriendinnen, en hadden in den avond van 22 Febr. teer gehaald. Nog een „kameraadsche* ging met hen het dorp door, toen zij in eens den lust voelden op komen, zich op het schilderen toe te leggen. Het houtje, dat in de teerpot stond, was het penceel, de teer de verfstof en de ruiten van den smid Faber en diens buurman M. v. d. Meer deden dienst als doek, waarop de tafereelen werden ontworpen. De tweede beklaagde had zelfs aan de ramen niet ge noeg, en nam ook de deur van den smid er bij. Den volgenden morgen deden de be woners de ontdekking van dit schilders talent, doch in plaats van van bewondering de handen ineen te slaan, hebben zij waar schijnlijk de vuist gebald, althans zij riepen den veldwachter te hulp om de schilders op te sporen. Veldwachter Smink vroeg bij den koopman die teer verkoopt, wie gisteren hem begunstigd hadden, en zoo was hij weldra aan het juiste adres. Beide meisjes bekenden aan den veldwachter, dat zij die baldadigheid bedreven hadden zonder eigen lijk te bedenken, dat dit zoo erg was. De getuige Faber, op wiens ramen en deur een behoorlijke portie was terecht ge komen, verklaarde dat hij een halven dag werk gehad heeft, om de teer te verwijderen. Het kameraadje Antje Laffra, die met be klaagden was gegaan, moest nu tegen haar vriendinnen getuigen, daar zij de euveldaad had zien bedrijven. Eisch voor de le bekl. f 8 boete of 2 dagen, voor de 2e bekl. f 10 boete of 3 dagen. A. 8. te Hindeloopen werd den 22 Febr. door den rijksveldwachter Brouwers van Workum bekeurd, omdat hij een surrogaat van boter in den winkel had staan, zonder het vereischte opschrift. Beklaagde erkent de overtreding, doch geeft als verontschuldiging aan, dat hij pas was begonnen met zijn affaire, en hij niet wist dat er een „papiertje* op moest. Hij drijft de zaken op kleine schaal, daar hij nooit meer dan 1 kilo tegelijk inslaat. De getuige Brouwers die de overtreding constateerde, kocht een monster voor 3’/2 cent, en bij onderzoek te Groningen bleek het inderdaad kunstboter te zijn. Hij ver onderstelt in dit geval wel, dat beklaagde uit onkunde heeft gehandeld, en later is het hem gebleken, dat beklaagde met potlood geschreven briefjes op die boter had. (In Hindeloopen is geen drukkerij, doch met het oog op deze potloodbriefjes, zou men ’t haast een eisch des tyds kunnen noemen, dat zich daar een typograaf vestigde.) De heer Ambtenaar vraagt of deze kunst boter ook voor natuurboter werd verkocht, wat wordt ontkend en ook niet is gebleken. Eisch f3 boete of 2 dagen hechtenis. M. de V. te Warns liep den 3 Maart over het land van den huurder F. Haarsma te Bakhuizen. De eigenaar Jhr. van Swin- deren heeft daar borden doen plaatsen, waarbij het verboden is over dat land te loopen. Omdat het evenwel den weg bijna een half uur bekort, kunnen toch sommigen den lust niet weerstaan, zich over het ver- j boden terrein te begeven. De veldwachter Visser van Bakhuizen houdt daarom een oogje in ’t zeil, en bekeurde dezen be klaagde. Eisch f2 of 2 dagen. J. P. de Kr. te Bakhuizen liep 8 Maart over hetzelfde pad en liep ook een proces verbaal op van Visser. Ook hiervoor wordt f 2 boete geëischt of 2 dagen. O. de B. te Workum reed den 6 Maart met zijn equipage door den bebouwden kom te Workum. Deze equipage bestond uit een hondenkar en daarop mag men niet door de stad rijden, te zeggen niet op het voertuig zitten. De agent W. de Boer, die beklaagde reeds meermalen heeft gewaar schuwd, maakte hem procesverbaal. Eisch f2 of 2 dagen. F. Gr. te Workum reed op dienzelfden dag door Workum met paard en wagen. Het paard was niet in een stokraam, maar met een „kromdissel* aangespannen. Als een paard op die wijze is aangespannen, is het verboden om in den bebouwden kom op den wagen te zitten. Toen beklaagde den agent W. de Boer zag naderen, sprong hij er dan ook af, en de agent liet het bij een waarschuwing, doch pas een paar hui zen verder ging beklaagde opnieuw op den wagen zitten, en liep daarvoor een proces verbaal op. Eisch f 2 boete of 2 dagen hechtenis. De Arnh. Crt. schrijft: Wij ontvangen eene advertentie bevat tende de opgave van een belangrijk prijs raadsel, voor welks oplossing 250 prijzen ter gezamenlijke waarde van f 2000 be schikbaar worden gesteld, terwijl bovendien de eerste honderd oplossers elk een kistje van 50 fijne sigaren krijgen, en in elke 25 kistjes een gouden ring is verpakt. De deelnemers aan deze oplossing moeten 30 cents in postzegels of per postwissel over maken. De oplossers loten te zamen om de prijzen. Het prijsraadsel luidt Zonder 1, 2, 3, 4 kan men niets koopen. De schoenmaker kan zonder 3, 2, 4, 5, 6, niet werken. Ik ben liever aan 7, 8, 9, 10, dan op ’t water. Mijn geheel is de naam van een provincie en telt 10 letters. Zij die niet onmiddellijk Gelderland raden, zijn, dunkt ons, de eenigen dom ge noeg om aan dezen wedstrijd deel te nemen. Wij vermoeden dan ook dat het hier slechts te doen is om de dertig centen door de deelnemers te zenden aan den uitschrij- ver van het prijsraadsel wiens advertentie wij daarom niet opnemen. Naar wij vernemen openbaart zich het streven der vrijzinnigen in den lande tot nauwere aaneensluiting vooral in toe nemende toetreding tot de Liberale Unie. Zyn wij wel ingelicht, dan zjjn sinds de laatste algemeene vergadering afdeelingen toegetreden te Leiden, Deventer, Veendam, Bussum, Langedijk en 8t. Pancras, de Rijp en Winschoten, terwijl aansluitingen ver wacht worden te Enkhuizen, Hoogezand, Zaandam en een aantal andere plaatsen. Op deze plaatsen toont men, naar het ons voorkomt, de ware behoeften van het oogen blik juist in te zien. Een aansporen tot eendracht met woorden, zonder de daad,ja onder volharding in de houding van onge motiveerde oppositie tegen het eenige lichaam dat zich de concentratie van alle vrijzinnige elementen ten doel stelt, verraadt een gemis van ernst dat wij en velen met ons ten diepste betreuren. Arnh. Crt. In Handelsbelangen wordt nog eens dringend gevraagd om maatregelen tegen flesschentrekkerij, en ter kenschetsing van den toestand het volgende aangehaald. Onlangs, aldus deelt het blad mede, heeft een Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het nemen van zijn requisitoir ongeveer aldus gesproken „Daar staat een bedrieger, hij was gewoon te bedriegen en bewezen is, dat hij ook nu bedrogen heeft. Daar staat een flesschentrekker, het blijkt, dat hij van het beroep is. Ook in deze zaak pleegde hij flesschentrekkerij. Daar staat een oplichter... maar niet een oplichter in den zin der wet. Ik moet dus en het is me een zware taak voor beklaagde eischen vrij spi aak. Een leemte in de wet gebiedt het me, en dus kan ik mijn plicht niet anders ver vullen dan waarschuwende tegen hem, den fiesschentrekker, den voor den goeden han del zoo gevaarlijke/ „Tienduizenden onzer Nederlandsche burgeis*, zegt de Tijd, „hebben geen voor deel van belang door den Jagen broodprijs, omdat zij „hun brood niet hebben*, juist ten gevolge van de kwijning van arbeid en industrie*. Wat is dit anders, vraagt het Hbl., dan een woordspeling inplaats van een ernstig argument Dat velen „hun brood niet heb ben*, beteekent immers niet dat zij geen brood etenAllen, ook de bedelaars, eten brood, en soms niet anders dan brood. En dat moest een reden te meer zijn om juist dat brood van den arme niet duurder te maken. Daarom is het ook zoo onbegrijpelijk, dat de Calvinistische partij, die zich de armen zoozeer heet aan te trekken, met een voorstel als de invoering van graanrechten durft aankomen. Groen van Prinsterer dacht er anders overDe Savornin Lohman is zeker in dit opzicht Groen meer getrouw gebleven dan dr. Kuyper. Ook de Katholieke mannen, die indertijd met Thorbecke en de liberale partij hebben samengewerkt om de graanrechten en den accijns op het gemaal af te schaffen, hebben meer liefde voor den werkman en den arme getoond, dan de tegenwoordige leiders, die alleen oog hebben voor den landbouw. Neen, niet voor den landbouw zelf, niet voor de pachters en de kleine boeien, die ook voor veevoeder graan noodig hebben, maar voor de grondeigenaren, de groote vooral, die met het leeuwendeel der premiën en graan rechten zullen gaan strijken. Torpedoboot en pantserschepen. Bij de begroeting van het hem complimenteerende bestuur van den Nederlaudschen journalisten kring vergeleek dr. Kuiper in antwoord op het hem gebrachte eeresaluut zich en zijn Standaard bescheiden bjj een kleine torpedoboot tegenover de groote pantser schepen (de groote bladen). Hy getuigde niettemin hooge waardeenng te gevoelen voor den geest van persoonlyke welwillend heid tusschen de Nederlandsche journalisten van de verschillende richtingen. De automatische verstrekking van gas, welke te Liverpool en te Londen zoo veel bijval gevonden heeft, dat in laatstge noemde stad meer dan 30.000 muntgasme ters zijn geplaatst, terwijl de aanvragen zoo talrijk blijven, dat men er niet behoorlijk aan kan voldoen, begint men in Engeland nu ook te denken aan automatische ver strekking van electrisch licht. Men is voor nemens dit zóó in te richten, dat men, na het laten vallen van een stuiverstuk in den toestel, slechts op een knop behoeft te druk ken, om dadelyk een stroom te verkrijgen van voldoende sterkte om een lamp met een lichtkracht van 8 maatkaarsen gedu rende 6 uren te doen schijnen. Voor twee stuivers zal men gedurende 12 uren licht hebben en zoo vervolgens tot 30 stuivers toe, tot welken prijs dan het licht 180 uren zal aanbljjven. Vijf minuten ongeveer vóór het tijdstip, waarop het licht zal uitgaan, wordt de gebruiker door een electrische schel gewaarschuwd en het staat dan aan zijne keus om zoo noodig opnieuw zijn geld te offeren, Bolswardsche Courant «4

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1