NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BQrSWAJRD EN WONSERAOEEt De Mormoon. i II g No. 31. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. ZONDAG 18 APRIL, hl ■MM VOOR STADSNIEUWS. I Ik zou een Mor- W ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. I t Rb XXX JX JXXCJOC te en heet John is alles duidelijk ...Gauw naar één blijven maar in het huwelijk zijn we twee." „Yes, mij boy, leve de monogamie," riep Smit senior met verheffing van stem uit. De vereeniging „Charitas" alhier hield j. 1. Woensdag hare eerste algemeene ver gadering in „de Doele“. Er waren van de 77 leden slechts 16 opgekomen. De rekening en verantwoording van den Penningmeester, den heer M. Schotman Mzn. werd niet alleen goedgekeurd, maar hem werd bovendien een woord van hulde en dank gebracht voor de uitstekende wijze, waarop hij het in vele opzichten zoo lastige penningmeesterschap bad waargenomen. Het zaakrijke verslag, dat door den ijverigen Secretaris werd uitgebracht, luidt als volgt Op deze eerste Algemeene Vergadering der nog jeugdige Vereeniging „Charitas" hebt gij, als leden of begunstigers, recht, een overzicht te verwachten van de werk zaamheden over het afgeloopen jaar. Welnu, het is mij een aangeuame taak, U dit in korte bewoordingen te mogen geven. Het was naar aanleiding van eene uit- noodiging van den Heer P. Peereboom, dat op Maandag 25 Dec. 1895 ten huize van den Heer A. Banning eene samenkomst werd gehouden met de Heeren mr. S. Boltjes en M. Schotman. Na verschillende besprekingen, zoo lees ik in de notulen van deze bijeenkomst, werd besloten eene Vereeniging op te richten onder den naam „Charitas" en de statuten, het huish. regl. en het regl. voor de Gomm. v. Onderz. opgemaakt, later in eene volle dige bestuursverg. vastgesteld en U allen, naar ik veronderstellen mag, bekend. Verder werd op die bijeenkomst besloten, nog eenige Heeren uit te noodigen, om met de oprich ters als Bestuur der nieuwe Ver. op te treden. Zoo had dus in enkele dagen de geheele zaak haar beslag, dank zij den ijver der Heeren oprichters, die toonden, dat de Nederlanders niet steeds veel praten en weinig doen. En of de Vereeniging voorzag in eene lang bestaande behoefte? Ik zou (J kunnen wijzen op het feit, dat terzelfder tijd bijna nog eene soortgelijke Vereeniging was op gericht. Doch laat ik U liever zeggen, dat in 1896 aan 27 gezinnen hulp werd verleend en wel aan 17 tot een bedrag beneden de f 10,aan 7 tot een bedrag tusschen de f 10,en f 20.— en aan 3 respectievelijk tot een bedrag van f 28,ƒ30,en ƒ40,755. Daarvoor werden meest versterkende mid delen aan zieken, herstellenden en zwakken verstrekt. De uitkomsten waren vaak verrassend! Ook ondervonden wij menigmaal groote dankbaarheid voor het genotene, éénmaal zelfs bracht een zoon ons de woorden van dank aan de Vereeniging over van zijne stervende moeder. Ook bestond de hulp wel in kleedingstukken, huishoudelijke benoo- digdheden en eenmaal ook in het aanschaf fen van een werktuig, waardoor het een oude van dagen mogelijk gemaakt werd in haar eigen onderhoud te blijven voorzien. Ook op het St. Nicolaasfeest kon „Charitas" aan ruim 400 kinderen eene verrassing bereiden, terwijl bovendien de burgerij van Bolswaïd op dien dag verschoond bleef van de reeds zoovele jaren gewraakte bedelarij. En dat de jeugdige Vereeniging in haar eerste levensjaar eene zoo groote werkkracht kon ontwikkelen is in de eerste plaats te danken aan het toetreden van bijna 80 leden en begunstigers. Voorzeker kon dit getal veel grooter wezen, en wordt op de lijst nog menig naam gemist, die er op behoorde voor te komen, doch „onbekend maakt on bemind" en daarom willen we hopen, dat in 1897 het getal der contribuanten, zal verdubbelen. Grootere bekendheid kreeg de Vereeni ging, toen in de maand November van het vorige jaar eene Tentoonstelling met daar aan verbonden verloting werd georganiseerd! Wat al harten en handen zijn daarvoor in de weer geweestOok hier bleek, dat door eendrachtig samenwerken veel tot stand gebracht kan worden. Een batig saldo van 462,17 kon in de kas der Vereeniging gestort worden. Verder werd niet vergeefs aangeklopt bij sommige instellingen, terwijl ook der Vereeniging ten goede kwamen den inhoud van geplaatste busjes en giften van particulieren, zelfs buiten de Gemeente. Het Bestuur, hetwelk bij de oprichting uit 9 leden bestond, werd in den loop van het jaar 1896 door vertrek en door bedan ken met twee verminderd. Het vergaderd^ 21 maal, eerst 5 maal in een der zalen van de Doele en daarna in de Voogdenkamer van het Armenhuis. Dat deze Vergade ringen vruchtbaar konden zijn, had het Be stuur hoofdzakelijk te danken aan de in lichtingen, verstrekt door de Commissie van Onderzoek. De Dames en Heeren, welke op zich genomen hebben, de gezinnen te bezoeken, waarvoor aanvragen inkomen, hebben waarlijk een hoogst moeielijke taak te vervullen. Alle eer voor hun ijver en toewijding in deze zaak! Leed deze Com missie een groot verlies door den dood van den Heer N. de la Lande Cremer, zijne plaats wordt op waardige wijze ingenomen door den tegenwoordigen Voorzitter. Nog rest mij, U op te merken, dat naast onze Vereeniging door eenige Dames eene Kook-Commissie werd opgericht, waardoor vele herstellende zieken geregeld van degelijk voedsel voorzien konden worden. Ook deze werkzaamheid voorzag in eene dringende behoefte. De heer A. Banning, die aan de beurt van aftreding was, werd met bijna alge meene stemmen herbenoemd als bestuurslid. Daar de heer H. J. de Visser om zijne vele bezigheden het secretariaat wenschte neer te leggen, nam de heer Banning wel willend deze functie over. Zeer te wenschen is het, dat velen zich als lid bi) deze vereeniging aansluiten met beperkte middelen heeft ze reeds zooveel goed gedaan. Hare levensvatbaarheid is klaar gebleken. Mochten dan velen zich opgewekt gevoelen, om er toe mede te werken, dat „Charitas" meer en meer worde, wat ze aanvankelijk reeds is: een zegen voor Bolsward. Men behoeft waarlijk geen profeet te zijn, om aan de sigaar, die de heeren Schinkel en Dingier te Kampen, onder den naam „Kroningsmerk" in den handel bren gen eene goede toekomst te voorspellen, want èn sigaar èn verpakking geven bij eene eerste kennismaking reeds dadelijk alle reden hiertoe. Een keurig blikken, rondhoekig kistje, zwaar vernist en fraai geïllustreerd op het deksel met een symbolische voorstelling der kroning van H. M. de Koningin en verder met de wapens van Nederland, Waldeck-Pyrmont e, a., bevat deze sigaar, die alleen door deze smaakvolle verpakking haar weg wel zal vinden, want het ledige kistje is ongetwijfeld voor vele huishoude lijke doeleinden geschikt en zal dus een voorwerp worden naar welks bezit de dames haken, hetgeen de galante heeren ter aan sporing zal zijn om veel en steeds meer van het „Kroningsmerk" te gebruiken, waardoor zij het schoone geslacht op eene aangename en niet kostbare wijze in het bezit kunnen stellen van fraaie werkdoos jes, trommeltjes voor cakes, doozen voor brieven en postpapier, waartoe, en tot nog veel meer, de sigarenkistjes van bovenge noemde fabrikanten zich bij uitstek leenen. Men geloove nu niet, dat, gelijk dit wel eens geschiedt, de kwaliteit van de sigaar ook maar iets verloren heeft door de sier lijke verpakking. Een proef heeft ons van het tegendeel overtuigd. Het „Kronings- merk“ is een handwerkje waaraan alle zorg is besteed geworden, de beste soorten tabak zijn blijkbaar voor de vervaardiging gebruikt geworden en voor den prijs van 2,/1 en 3 cent per stuk bekomt men bij den heer K. Falkena Bz. alhier een sigaartje, dat geurig en zacht is, dat gelijkmatig af brandt en gemakkelijk trekt, dat van een aangenaam model en smakelijke kleur is en dat door al deze goede eigenschappen, die wij zouden kunnen samenvatten in de woorden „Lekker en Goedkoop" zeer zeker bij alle liefhebbers van wat goeds een welkom onthaal zal vinden. Meer kunnen wjj er niet van zeggen, men overtuige zich verder zelf aan het opge geven adres. „Zeg eens, Marietje, je hebt geheimen voor mjj „Ik, tante? Wel neen!" „Kind, waarom vertrouw je mij niet „Ik weet niet wat wat u bedoelt, tante „Je weet niet Nu, ik bedoel, dat je zeker in kennis bent gekomen met een jongen heer en nu is dat onmensch je ontrouw geworden Wat „Neen, tante, neen, dat is hij niet „Ah, zie je wel, dan is het toch waar. „Ja ja, tante!" „En wil hij met je trouwen?" „Ja, tante „Nu, daarvoor behoefjij jeniette schamen. Ik ben immers ook eenmaal getrouwd ge weest en zal het nu voorden tweeden keer doen!" „Wat, tante u zou willen „Ja, ik wil weer trouwen, dus laat ons te zamen trouwen Marieke juichte van blijdschap en danste Nadat de vroegere aanplakborden te dezer stede voor en na verdwenen waren, werden de deuren van de brandspuithuizen als zoodanig aangewend, Het strekte echter niet tot versiering, die half en heel vergane en verscheurde aanplakbilletten op die ge bouwtjes te zien prijken. Eenige dagen ge leden is bij de Sneekerpoort een nieuw aanplakbord geplaatst, het eerste deel der nieuwe editie, dat een smaakvol en degelijk aanzien heeft. De afwerking en de verf steken luisterrijk af bij de vroegere stijve borden. Een paar billetten zijn reeds aangebracht, doch het bleek, dat wat ’s avonds opgeplakt was, reeds den volgenden morgen was afge- scheurd, zoo dat ze opnieuw moesten worden aangebracht. Dat de oude billetten optjjd was de vergissing ook reeds opge- en twee gelukkige paren vlogen elkaar in de armen. „Goddam, boy," zeide de oude heer, „wat heb je me daar gefopt moon wezen?..." „Mjj heeft Mary ook verweten, dat ik de heiligen van het Zoutmeer aanbad..." „Wij worden bovendien nog voor denzelf- deu persoon gehouden." #Nu, wat de zaken aangaat, zullen we een der meest woelige straten van Berlijn bevindt zich het kantoor van John Smith, importeur van sigaren, vertegenwoordiger van zoo- en zoo vele huizen in Havannaen in het Duitsche rijk zullen er wel weinige siga renhandelaars zijn, aan wie deze firma on bekend is. Velen kennen zelfs de beide chefs der zaak, meneer John Smith senior en meneer John Smith junior, persoonlijk. De heer Smith, d. w, z. senior, had voor vele jaren als een eenvoudige, echt-Duitsche Johann Schmidt zijn vaderstad in Pommeren verlaten en was getogen naar het Beloofde Land in het verre „Westen". Hij had niets meegenomen als zijn reisgeld, en toen hij na vele jaren terugkeerde, heete hij John Smith, en bracht een zoon, een pak wissels en banknoten en verschillende goede agenturen voor Havannasigaren mee, benevens zijn waardigheid als weduwnaar. Maar niemand zou het den heer Johan Smith senior hebben aangezien, dat hij weduwnaar was of een vierentwintigjarigen zoon had, want hij was voortreffelijk ge conserveerd en zag er ondanks zijn 49 jaren uit als een hoogstens veertigjarige. Als hij naast zijn zoon stond, zou men hen zelfs voor broeders hebben aangezien. Smith senior zat op een stoel in het kan toor en had de beenen op een schrijftafel gelegdzjjn deelgenoot liep met den hoed op het hoofd en de handen in de zakken op en neer, Plotseling keerde hij zich naar de deur en legde de hand op den knop. „Master Johnzeide Smit senior, en blies den rook van een Flor de Cuba voor zich uit. Junior antwoordde met een rook wolk van een Carolina-sigaar en met den vragenden uitroep: „Papa?" „Waarheen „Niet juist voor zaken uit, papa „Zoo!" „Adieu „Hm!" Junior was buiten en senior keek lang en peinzend naar de deur, waarachter hij verdwenen was. Eindelijk sprong hjj op en begon ijverig aan een briefte schrijven. John Smith junior liep door het gewoel der Berljjnsche City naar den Dierentuin en zette daar zijn lorget op den neus en liet zijn blik rondgaan. Hij scheen ook spoedig, wat hij zocht, te hebben gevonden, want weldra stond hij voor eene jonge dame. „My sweetheart (Mjjn lieveling)," zeide hij en trok een kleine hand door zjjn arm. „Ik wil je niet langer op de straat moeten opwachten vandaag nog kom ik bij je tante, en vraag om je hand, Yes?" „Ja, lieve John maar laat mjj vooraf met haar spreken, haar voorbereiden, kom heden middag „Goed, heden middag, lieve MaryDan vieren we dadelijk de verloving en onmid- delljjk daarop de bruiloft." Marie Rosen woonde dicht bij de Smith’s, bjj haar tante, de weduwe Rosen, want zij was een weeze. Toen John na verschillende omwegen met haar te hebben gemaakt, ten slotte de straat insloeg, waar zijn Mary woonde, hield deze hem plotseling staande, wees op een dame, die voor hen uitging en zeide: „Verlaat me nu, John, daar is mijn tante. Het zou mij zeer onaange naam zijn met een heer verrast te worden." „Ik ga, lieveling, maar ik kom heden middag en dan houden alle geheimzinnig heden op." in de kamer rondmevrouw Rosen moest haar vasthouden om verder met haar te kunnen spreken. „Maar spreek dan toch, kind Wie is eigenlijk je uitverkorene? Dat moet ik toch weten!" „Een, heel beste man." Ja„ dat geloof ik graag; maar hij zal bijgeval toch ook wel een naam, een be roep, een woonplaats hebben?" „Hij woont hier in de buurt en heeft een agentuur." „Eeu agentuur? hier in de buurt?" „Ja, een agentuur inHavana-Sigaren „Mijn hemel Havana Havana-si- garen, zeg je „Ja, maar, tante waarom doet u zoo raar?" „Vertel me meer meer van hem „Hij is eigenlijk een Amerikaan." „Amerikaan, o, mijn God! De naam, kind, gauw, de naam..." „Maar beste tante, wat is er toch.. „De naam zeg mij den naam, Marietje, om ’s hemels wil „Ja, tante, ja John Smith, heet hij." „Hjj is het O, gerechte hemel! wat een snoodheid „Mijn hemel, tante tante, wees toch bedaard wat is er dan met hem?" „Kind, kind, we zijn beiden bedrogen Ja, ja, nu begrijp ik het, hij is een Ameri kaan, hij zal een Mormoon zijn." „Een Mormoon, tante?" „Ja kind, die mogen meer dan één vrouw hebben „Wat, tante, wie? John, een Mormoon? O, dat kan niet „Kan niet, zeg je? Hij wil met jou trouwen en vraagt nu vandaag ook om mjjn hand. Daar ligt de brief, zie je, onderteekend„John Smith" en ik, on gelukkige, heb hem het „jawoord" gezonden. Waarschijnlijk komt hij nog dezen middag hier." „Ach, tante, tante, - dat is niet moge- Ijjk hij wilde u immers dezen middag om mjjn hand verzoeken." „Ja, zie je, hjj is een Mormoon, en wil ons beiden trouwen. Maar laat hem maar komen laat hem „O, tante, ik spring in de Spree," weende Marietje. „O, mjjn arm kind Beproef het te ver geten den booswicht En toen het meisje wilde heengaan, voegde zjj er bjj: Ik zal hem Hjj zal aan mjj denken Marietje, als hij komt, ga jij de kamer uit ik geloof, dat hij daar al is Mevrouw Rosen nam een zeer strijd zuchtig gelaat aan en Marietje had nog den tjjd om in het naburig salon te vluchten, toen het kamermeisje reeds de deur opende en meheer John Smith aandiende. Juist had het meisje de deur gesloten, toen er alweer een heer kwam, die mevrouw Rosen wenschte te spreken. Hem werd beduid, dat er bezoek was, hjj zou daarom maar zoolang in het salon wachten. Hij trad daarbinnen en Marietje en haar geliefde stonden tegenover elkaar. „Hoe, Mary, mjjn lief kind, je schreit?" „D hebt mij bedrogen, meneer Smith, u bent, ach God, ik ben zoo onge lukkig u bent een Mormoon „Hahaha!. vergeef me, mjjn lieveling, dat ik bij je tranen nog kan lachen, maar hahaha dat is te komiek!... Ik ik een Mormoon?" „Hoe, John, je bent er werkeljjk geen „Maar, kind, wie heeft je dat verteld?" „Tante zegt het." „Wat kan die tegen mjj hebben, dat ze jou zoo wat voorpraat" „Ja, maar je hebt haar toch ook een huweljjks-aanzoek gedaan „Ik HahaHoe zou ik daartoe komen „Mjjn hemel, John, dat is ook zoo jjj kunt het niet zjjn, want tante’s aan staande is bjj haar, maar hjj heet ook John Smith en heeft ook een agentuur in Havana-sigaren „HahahaDat is heerljjk vader en zoon op vrjjersvoeten, in ’t zelfde huis.. „Je vader... „Is wedunaar „Ha, nu tante Maar die kwam reeds hjj hen. Daar binnen h elder d 6 Bolswardsche Courant u I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1