NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
OI.SWARD EN WONSERADEEX
I
No. 32. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
g DONDERDAG 22 APRIL. g
6
i
BINNENLAND.
Coöperatieve beweging*
op het gebied der Zuivelbereiding.
VOOR
SCHADUWZIJDEN
l
Auteursrecht verzekerd.)
Hepkt Adv.bh
ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
3CJC XIDC^XDCDCDvJCDCXiDC
Het Maandblad „de Cooperator” bevat het volgend
artikel, hetwelk wij op verzoek overnemen in dit
nommer, wijl het behandelde onderwerp in den tegen-
woordigen tijd, en wel bijzonder in de omstreken onzer
stad actuëel is te noemen.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
en de knapen zetten ’t op een loopen. Toen
een 10 minuten later een der vaders, een
jager, kwam kijken, had moeder vos haar
kleintjes reeds weer op ’t droge en zoo goed
verstopt, dat geen spoor meer van hen was
te vinden. Dat belooft iets voor de vossen
jacht a.s. winter.
Men schrijft aan de N. R. Ct.:
Naar het zich voorloopig laat aanzien, zal
tengevolge van de nieuwe wet op de per-
soneele belasting, de opbrengst van dit mid
del ten platte lande aanzienlijk dalen.
Voor een groot deel vindt dit zijn oorzaak
in de groote vermindering van aanslag, be
paald voor grootere gezinnen.
Als een gevolg daarvan zullen talrijke
aanslagen bestaan, die slechts over eenige
centen loopen.
Zoo wordt b. v. een perceel van f 30
huurwaarde alleen naar den len grondslag
de huurwaarde belast. Van die huur
waarde wordt bovendien t 10 als onbelast
baar afgetrokkenvan het resteerende ad
20 wordt 8 pet. belasting geheven, dus
honderd stuks en Zaterdagmorgen bedroeg
de vangst voor enkele visschers reeds lOOu.
Alle visschers zijn nu druk in de weer de
netten te water te laten, waardoor alhier
en in de andere kustplaatsen eene groots
bedrijvigheid heemhk
leteren te schrijfen En Deezo zijn Dienende
Om Aan te informeeren Of u van Dit Jaar
Met De Kermis Goet Meziek zouw willen
hebben wjj spelen Ofer Al Netjes en vat-
zoenljjk mijne vrouw speelt vijn viool en ik
akordieon meziek met voor Dragten Kortom
ik Durf te zeggen Dat u Nog Nooit zulk
meziek in u Huis hep Gehat Als wij Een
Afont bij u Gespeelt hebben is Er Geen
Een Kasteljjn in grooningen Die het zoo
Druk zal hebben Als u in Dien u Er zin
An hep verwagt ik zieto Antwoort terug.
Oldeberkoop, 19 April. Eenige kna
pen vonden voor een paar dagen een nest
met negen jonge vossen. Na vele en
velerlei beraadslagingen kwam men tot het
besluit de diertjes te verdrinken. Toen
echter de jonge Reintjes het water maar
roken^ begonnen ze jammmerlijk te huilen
Stavoren, 19 April. Ditmaal hebben
ze niet eens op zich laten wachtende an
sjovis. Vrijdagmorgen werden hier de eer
ste exemplaren aan wal gebracht’n goede
f 1.60 zijn in dit gezin 8 kinderen beneden
den leeftijd van 20 jaar, dan wordt deze
aanslag verminderd met 8 X 12 °/0) s96%,
dus met f l,53’/j en bedraagt alzoo het ver-
schuldi 'de in hoofdsom f O.Lö'/iworden
in die gemeente geheven 60 opcenten op de
hoofdsom, dan wordt de aanslag tien en een
halve cent. De eerste betalingstermijn kan
in dit geval worden voldaan met 1% cent,
de volgende telkens met 1 cent.
Waarschijnlijk zullen de kosten om tot
den aanslag te komen, in deze gevallen niet
door bet bedrag van den aanslag worden
gedekt.
Een taalkundige. Voor de aanstaande
kermis ontving een caféhouder te Groningen
de volgende aanbieding
...Daar ze Mij u Adres hebben Op Ge-
geefen zoo Neem ik de vrjjheit u Een paar
1
MRLjfc
Bolswardsche Courant
VAN DE
I
Het moet voor den vakman wel een opvallend verschijnsel
zijn, dat de Coöperatieve beweging op landbouwgebied, meer
speciaal op dat der zuivelbereiding, zich in den laatsten tijd,
sterker dan ooit begint uit te breiden, zoowel in die streken
waar zuivelbereiding de voornaamste bron van inkomsten
in het boerenbedrijf uitmaakt, als daar, waar men, op de
minder vruchtbare gronden, niet zooveel aandacht hieraan
pleegt te schenken. Waaraan deze plotselinge uiting om op
deze wijze de melk te verwerken, is toe te schrijven, zal in
vele gevallen niet raadselachtig zijn. Hoe conservatief de Ne-
derlandsche boer ook is, wat de uitoefening van zijn bedrijf
betreft en daarin spant hij voorzeker de kroon boven
zijne collega’s in de omringende landen toch schijnt hij
meer en meer overtuigd te worden van de noodzakelijkheid
om de verwerking der melk naar een centraal punt, op
groote schaal en voor gezamenlijke rekening te verplaatsen.
De fabriekmatige zuivelbereiding biedt dan ook ontegen
zeggelijk vele voordeelen aan boven die op de boerderij,
voordeelen aan de belangstellenden genoeg bekend, dan
dat het noodig is, ze hier aan te halendit mag men minstens
aannemen als te zijn bewezen, door de talrijke pogingen op
vele plaatsen vooral in Friesland in het werk gesteld,
om Coöperatieve fabrieken te stichten. Er is lang en krachtig
van diverse zijden tegen de fabriekmatige zuivelbereiding
in het algemeen gestreden; vele argumenten zijn steeds
weder aangehaald, maar toch schijnen de boeren van het
voordeel er van doordrongen, en zeer zeker de ztiivelbe-
reidsters op de boerderij eveneens, niettegenstaande de be
schuldiging van de tegenstanders, als zouden de laatsten
door gemakzucht worden gedreven, velen langen tijd heeft
teruggehouden, hunne sympathie voor de verplaatsing van
het bedrijf, openlijk te kennen te geven.
Doch dit alles daargelaten, staat het vast dat de fabriek
matige verwerking zegeviert, hoewel het niet te ontkennen
valt, dat een belangrijk onderdeel daarvan, de kaasfabricage,
zooals die thans wordt gedreven, door de oprichting van het
steeds grooter wordend aantal boter- en kaasfabrieken ern
stig wordt bedreigd. De kracht der fabrieken schuilt, wat
de kaasfabricage betreft, hierin: dat er grootehoeveelheden
Edammer- en Goudsche kaas worden gemaakt van geheel
of gedeeltelijk ontroomde, of gemengde melk. Toen voor
eenige jaren, de productie in dit artikel nog niet erg groot
was, kon hiermede een aanmerkelijke winst worden ge
maakt; de kaas uit afgeroomde melk werd duur, te duur
betaald, maar zeer terecht heeft het consumeerend publiek
zelf, door het weigeren van deze qualiteit kaas, aan dien
toestand spoedig een einde gemaakt, en het is bekend, dat
tegenwoordig de volstrekt magere kaas niet, of tegen zeer
lage prijzen is te plaatsen. Er wordt dan ook slechts weinig
magere kaas meer gemaakt, afgezien van de fabricage van
nagelkaas, die des zomers in fabrieken steeds grooter om
vang aanneemt. Eenerzijds kan het débouché hiervan nog
gemakkelijk worden gevonden, al is het niet tegen prijzen
als de boeren-nagelkaas, omdat de productie der laatste
jaarlijks vermindert door de aanhoudende aansluiting der
boeren aan de fabrieken; doch anderzijds staat ook haar
een dreigend gevaar te wachten, daar de qualiteit meestal
van twijfelachtigen aard is, tenzij men de grondstof, de
centrifuge magere melk, vermengt met eenige percenten
volle melk.
Het ligt dus voor de hand, dat de fabrieken bepaald aan
gewezen zijn, om de afgeroomde melk om te zetten in z.g.
halfvette kaas, die zich reeds een tamelijk vaste markt heeft
verworven, welkom als zij is voor vele minder gegoeden, om
het dienstjaar 1897’98, een vast contract met de leveranciers
gesloten, waarbij de melkprijzen in de zomermaanden f 8.25,
en in de wintermaanden f 11.tot f 12.per 200 L. melk
bedragen, geheel onafhankelijk van de boterprijzen. Hierbij
wordt geen wei- en karnemelk teruggegeven, maar kan deze
door de leveranciers resp. tegen l/2 en li/2ct. per L. worden
betrokken. Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat
het vorige jaar in de zomermaanden de melkprijzen f 8.50
bedroegen en aan Coöperatie’s soms f 6,werd uitbetaald,
dan springt het verschil toch duidelijk in het oog, en het
staat te betwijfelen of de, gewoonlijk gratis terug gegeven
karnemelk en wei, in waarde met dit verschil gelijk staat.
En zeer zeker zal geen particuliere fabriek zich onder de
tegenwoordige omstandigheden wagen, om een vast contract,
waarbij de melkprijzen een jaar vóóruit worden bepaald,
met hunne leveranciers te sluiten, daar de laatste drie jaren
ieder nog te versch in het geheugen zitten, en vooral het
jaar ’94, dat de particuliere ondernemingen, die vast con
tracteerden, veel schade heeft berokkend.
En niettegenstaande deze, bepaald gunstige voorwaarden
voor de leveranciers, zijn velen niet genegen, daarop in te
gaan; integendeel, zooals boven reeds is gezegd, tracht
men aan weerszijden der stad Coöperaties te verkrijgen
Wat de gezonde drijfveer daartoe kan zijn, is moeielijkte
raden, te meer daar den leveranciers de keuze werd gelaten
tusschen bovengenoemde prijzen, en een contract, waarbij
steeds f 0.25 per 200 L. melk meer zou worden betaald, dan
het gemiddelde der uitbetalingen zou bedragen aan vijf
Coöperatieve fabrieken in de nabijheid, ter keuze van de
leveranciers; hierbij werd de wei en karnemelk op f 1.
gerekend. (70 o/o wei a l/2 ct. per L. S f 0.70; 15% karne
melk a 1 ct. per L. f 0.30).
Een dergelijk aanbod komt ons in ieder geval voor de
boeren wel aannemelijk voor; zij zijn verzekerd van
uitbetaling van de waarde der melk, en hebben niet de
risico te dragen, die eigen ondernemingen meebrengen. Wel
is waar komt de aflossing van eene Coöperatieve fabriek, hen
niet ten goede, waardoor ten slotte de fabriek het eigendom
der leden wordt, maar die aflossing bedraagt gewoonlijk niet
veel, en in vele gevallen ligt de verwezenlijking van het
ideaal, om een eigen fabriek te bezitten, nog zeer ver in de
toekomst. En men vergete niet, dat de voorwaarden, aan
de oprichting van eene Coöperatieve fabriek verbonden, voor
de boeren in werkelijkheid tamelijk zwaar zijn. De leden
moeten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schulden, de
vereeniging betreffend; z.g. solidair zijn verbonden, dus voor
het geheele oprichtingskapitaal, want anders zijn de geld
schieters niet direct gevonden, om het leenen van groote
kapitalen te risqueeren. Ook verlieze men niet uit het oog
dat, waar de boerenstand in de laatste jaren met ernstige
moeilijkheden heeft te kampen, en velen financieel zwakker
zijn geworden, het beginnen van eene dergelijke onderne
ming, die gelijk staat met eene beduidende financieele
operatie, voor de deelnemers van zeer veel beteekenis is.
Zij mogen wel van het gewicht en den omvang der onder
neming goed overtuigd en doordrongen zijn, alvorens tot
dergelijke stappen over te gaan, en er kan dan ook onder
de bovenbedoelde beschreven omstandigheden niet ernstig
genoeg tegen overijlde handelingen worden gewaarschuwd;
handelingen, die veel kans hebben, dat zij blijken, voor de
ondernemers te gewaagd te zijn. Het tegengaan daarvan
ligt op den weg van ieder, die het wel meent met de Coöpe
ratie in het algemeen, en hij die in zulke gevallen toch de
oprichting van Coöperatieve fabrieken tracht te bevorderen,
moet wel veel moed bezitten, om de verantwoordelijkheid
daarvan, op zijne schouders te nemen.
Diegenen van de veehouders-melkleveranciers, die zich
op een neutraal standpunt stellen, hebben de meeste kans
een goede toekomst tegemoet te gaan, wat betreft den ver
koop hunner melk. Zij toch hebben later alle gelegenheid,
om van de onderlinge concurrentie te profiteeren, want het
is niet aan te nemen, dat de speculatieve fabrieken, waarin
groote kapitalen gestoken zijn, direct hunne deuren zullen
sluiten. Ook zij moeten den strijd tot het einde toe volhouden,
welke nog voor hen te wagen is, gesteund als zij zijn, door
aanzienlijke kapitalen en reserves.
de bekende Edammer- en Goudsche kaas uit volle melk op
tafel te vervangen. Nog is de fabricage van halfvette kaas
loonend, en het is de fabrieken aan te raden, zich uitslui
tend, met allen ernst op de productie hiervan toe te leggen.
Evenwel zal bij het steeds grooter wordend aantal fabrieken
ook deze productie belangrijk stijgen en daarin schuilt
o.i. juist het gevaar, omdat, zoolang er geen nieuwe af
voerkanalen zich vormen, dit noodzakelijk tot nog verderen
teruggang der prijzen zal moeten leiden.
Dat is ongetwijfeld eene der argumenten, die men kan
aanhalen tegen de oprichting van fabrieken, zooals die thans
geschiedt. Wanneer de productie van halfvette kaas hiermee
gelijken tred houdt, moet dit ongetwijfeld tot overproductie
leiden, en daardoor zullen de prijzen ten zeerste worden
gedrukt, te meer omdat men ook in het buitenland, zich
met kracht gaat toeleggen op de bereiding van kaas uit volle
melk, en die hoofdzakelijk Engeland als de groote afzetmarkt
zoekt. (Men denke slechts aan de Canadeesche kaas, die
geregeld in Londen duurder wordt betaald dan de Hol-
landsche). De ervaring, in de laatste jaren, op het gebied
van den kaashandel opgedaan, geeft in ieder geval voldoende
recht tot het wijzen op deze keerzijde van de medaille.
Maar afgezien van deze schaduwzijde, die ontegenzeggelijk
verbonden is aan de verdere oprichting van fabrieken, zooals
die tegenwoordig plaats heeft (vooral in de provincie Fries
land,) willen wij de aandacht er op vestigen, dat niet overal
de Coöperatie recht van bestaan heeft. In vele gevallen zal
deze wijze van aaneensluiting, de aangewezen weg voor de
boeren zijn om tot meerdere stoffelijke welvaart te geraken, en
waarbij zij zelven nog het bedrijf in handen houden. Daar,
waar men moeielijk om de eene of andere reden kan of
wil leveren aan reeds bestaande fabrieken, die dikwijls een
grooter hoeveelheid melk, dan van eigen leden kan worden
betrokken, ook welkom is, en daar, waar men voldoende
hoeveelheden melk toegezegd kan krijgen, is het zeer
gewenscht, tot de oprichting van Coöperatieve fabrieken te
besluiten. Met opzet drukken wij op de eerste voorwaarde,
die moet leiden tot het welslagen der onderneming, n.l. een
voldoend aantal koeien, waarvan de eigenaren als leden
toetreden, want het gebeurt maar al te dikwijls, dat de
grootste voorstanders reeds definitief tot de oprichting van
eene fabriek besluiten en overgaan, met een te gering aantal
koeien, dat dikwijls niet meer dan 6 a 700, soms slechts
3 400 bedraagt.
Zij schijnen blind te zijn voor de risico, die hunne han
delwijze met zich meebrengt, en de collega’s, die minder
ijverig bezield, eene afwachtende houding aannemen, pro
fiteeren dikwijls later van hunne voorzichtigheid. Een jonge
vereeniging heeft vaak met moeilijkheden te kampen, die
alle begin meevoert, en de resultaten beantwoorden dikwijls
niet aan dë, te hoog gespannen, verwachtingen. Dergelijke
voorbeelden zijn te betreuren, en het is jammer, dat die
voorbeelden niet zelden zijn aan te wijzen.
Indien dus slechts aan de voorzichtigheid in deze richting
wordt tegemoet gekomen, is het streven van de landbouwers
om op, dikwijls verschillende wijzen, geïsoleerde plaatsen,
door het oprichten van Coöperatieve Vereenigingen, zich
meer kracht te verzekeren in de maatschappelijke concur
rentie, ten zeerste toe te juichen.
Evenwel ziet men tegenwoordig ook pogingen in het werk
gesteld, waar een dergelijke Veieeniging ten eenenmale geen
recht van bestaan heeft, en dan zouden wij zoo gaarne ge
neigd zijn het woord der tegenstanders„Coöperatie-koorts”
te gebruiken en daar toe te passen. Voorbeelden wekken
op en werken aanstekelijk. Dit moet ten minste gedacht
worden bij de beweging, die sommige veehouders leidt, welke
pogingen in het werk stellen, om in de onmiddellijke nabij
heid der stad Bolsward, Coöperatieve Vereenigingen op te
richten. In drie plaatsen, die allen binnen een kring van
een uur gaans, om genoemde stad zijn gelegen, probeerde
men het vorige jaar reeds, en thans weder om eigen fabrieken
te stichten, hoewel tot nog toe zonder resultaat.
In Bolsward, vindt men twee groote particuliere zuivel
fabrieken (de eene van gecondenseerde melk waar plusm.
200 geëmployeerden aan verbonden zijn), die beide aanzien
lijke hoeveelheden melk verwerken, en die door concur
rentie gedreven, de melk met tamelijk hooge prijzen moeten
betalen. De fabriek van gecondenseerde melk heeft voor
t»