NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD B0I.SWAR0 EN WONSERABEEE Iw FF I i! No. 34. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. Rede Bonman. met debat. DONDERDAG 29 APRIL. Jg 1.4 51 14* VOOB ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Maandagavond trad in de openbare ver gadering der liberale kiesvereeniging „Voor uitgang/ als spreker op de heer A. Bouman, afgevaardigde voor dit district ter Tweede Kamer der Staten Generaal. De beer Donker opende met een gepast woord de vergadering, lichtte het doel dezer bijeen komst toe, en heette den spreker welkom, benevens het auditorium, wat tot zijn spijt niet talrijk was te noemen. (Ongeveer 50 personen waren aanwezig.) De heer A. Bouman begon zijne rede (waarvan wij slechts den inhoud weergeven), met er op te wijzen, dat wij op staatkundig gebied aan den vooravond staan van belang rijke gebeurtenissen. Met Juni zullen de verkiezingen plaats hebben voor de leden der Tweede Kamer, en voor het eerst zal daaraan door een breeden stroom kiezers, wien het kiesrecht te lang was onthouden, worden deelgenomen. Het is onzeker, in welke richting het volgend 4-jarig tijdperk ons land zal worden bestuurd. De kerke lijke partijen zijn uitmuntend georganiseerd, en indien de liberalen zich niet als één man aaneensluiten, zal in het district Harlingen de zetel voor hun partij waarschijnlijk ver- verloren gaan. Rome en Dordt zullen ver moedelijk samenwerken om de liberalen er onder te krijgen evenwel zegt Spreker, is liberaal niet het negatieve van clerikaal, toch is het zaak, het terrein te behouden, en hij zal dan ook eenige punten toelichten, die z. i. van belang zijn. Vooreerst zijn er twee punten, die door de kerkelijke partijen worden voorgestaan, n.l. de heropening van den schoolstrijd en de protectie. Toen de wet Mackay werd aangenomen, heette het, dat het uit zou zijn met den schoolstrijd, en vreemd is het dus, dat dit vraagstuk nu weder op deprograms verschijnt, en vreemder nog vindt Spreker het, dat de protectie wordt voorgestaan nu een meer democratisch kiezerscorps zal op treden, daar toch de protectie, gelijk Spreker aantoont, de kapitalisten ten goede komt, terwijl de mindere man en het algemeen er schade bij lijdt. Uitvoerig bespreekt hij, wat de gevolgen van het heffen van graanrechten zijn, om daarna een helder inzicht te geven, wat de suikerbelasting uitwerkt, n.l. een faveurtje voor de suikerfabrikanten en raffinadeurs. Spreker verklaart zich beslist tegen elke protectie, omdat slechts enkelen daarbij ge baat zijn en het algemeen er door geschaad wordt, om dan nog terloops er op te wijzen, wat het program der liberale Unie voorstaak Hoewel niet alles wat daarop voorkomt in een 4-jarig tijdperk zal kunnen tot stand komen, toch meent hij, dat nu vooreerst het kiesrecht van de baan moet zijn, en er andere vraagstukken op den voorgrond moeten treden. De maatschappelijke belangen van den arbeider wil Spreker vooral bevorderen, de volksopvoeding verbeteren, waartoe leer plicht noodig, herhalingsonderwijs en ook vakonderwijs bevorderlijk zijn. De rechten der vrouw dienen beter beschermd te wor den, zoodat zij ten minste de vrije beschik king houdt over de vruchten van haren arbeid. Uitbreiding van het recht van ont eigening ten algemeenen nutte, ook om daardoor betere woningen te kunnen beko men, verbetering van de volksvoeding, ook door het te keer gaan der vervalschingen van levensmiddelen, beperking van overma tigen arbeid, verzekering van den werkman tegen ongelukken, invaliditeit en den ouden dag, bevordering van een wekelijkschen rustdag, bij voorkeur den Zondag, afschaffing van tollen op de verkeers- en waterwegen, van de belasting op de suiker, het zijn alle zaken waaraan Spreker gaarne zou mede werken, hoewel hij zich niet ontveinst, dat de kans daarop niet heel groot is. Hij stelt ten slotte elk in de gelegenheid hem te on dervragen, aangaande de politiek, of ophel deringen te verzoeken aangaande zijn beleid, gedurende zijne zittingperiode als afgevaar digde. Na de pauze vroeg de heer B. D. Eerd- mans het woord. Deze wil in de eerste plaats zijn dank betuigen aan den afge vaardigde omdat hij heeft medegewerkt tot de totstandkoming der kieswet, hoewel het hier heden avond al weer blijkt, dat de belangstelling der nieuwe kiezers niet groot is. De Spreker van heden avond heeft vooral twee punten aangestipt, waarin de twee partijen, die hij de clerikalen gelieft te noe men, samenwerken, en grondt daarop de opwekking tot de liberale kiezers, zich aan een te sluiten. Vooreerst wil ik opmerken, ik behoor tot de anti-revolutionaire partij, die straf bij de wet hebben ingevoerd, en dit dus ook laten gelden voor anderen, die er uit beginsel tegen zijn. Dit zijn slechts twee voorbeelden, waaruit blijkt dat die partijen hun godsdienstige voorschriften willen doordrijven in de bur gerlijke wet, ook voor andersdenkenden, en ik zou meer dergelijke zaken kunnen aan voeren, waaruit zou blijken, dat de naam kerkelijke partijen wel zeer juist is. Ik stem evenwel toe, dat ook de liberalen godsdienstig kunnen zijn, en daarom zijn ze toch zeker niet minder, evenwel zij laten ieder vrij. Er is een streng orthodoxe partij, streng in kerkelijken zin, die de kerkelijke zaken niet met de burgerlijke, om het zoo te noemen, wil bezoedelen. Die partij trekt mij nog het meest aan. De opmerking van den heer E., dat de liberalen hun eigen school protegeeren is reeds gedeeltelijk door den heer Peereboom beantwoord. Ik wil daaraan nog toevoegen, dat de grondwet voorschrijftdat het onder wijs een zaak van aanhoudende zorg is der regeering. Overal moet van overheidswege voldoend onderwijs gegeven worden. Om nu te eischen, dat naast dat staatsonderwijs ook dezelfde rechten aan het bijzonder zullen worden gegeven, is wel wat een hooge eisch, want de openbare school staat voor ieder open, met de byzondere is dat niet het geval. Reeds is subsidie toegestaan om den school strijd maar te beëindigen. Overigens is het toch ook natuurljjk dat zij, die met het al gemeen onderwijs niet tevreden zijn, ook hun eigen bekostigen. Dat de aanwezigheid der bijzondere scholen strekt tot ontlasting der openbare kas is waar, doch’t is vrijwillig. Elk mag dat doen, maar behoeft het niet te doen. Uit een juridisch oogpunt is de bewering ook onjuist. Als een heer die op een plaats bijv, op een eiland, de politie kan ontberen, zou beweren, het geld dat aan politie wordt bespaard, moet de staat aan mijn ar beiders uitkeeren, dan zou men ’t onbillijk vinden, en ten opzichte van de school is het evenzoo. Ook voor middelbaar en hooger onderwijs geldt evenzeer deze rechtsgrond. Om die bijzondere inrichtingen van middelbaar en hooger onderwijs van staatswege gelijk te stellen met de rijksinstellingen, die voor ieder open staan, gaat niet op. Als dus de cleri- calen dreigen, de schoolstrijd weer te zullen aanbinden, dan moet ik daarvoor waar schuwen. Dat ik de protectie karig behandeld heb in mijne rede, is een kwestie van gevoelen. Ik heb, gelijk de heer Peereboom reeds aan merkte, niet alleen van graanrechten ge sproken, ook de bescherming welke de suiker industrie in ons land geniet, heb ik uitvoerig behandeld, en meen daardoor te hebben aan getoond, dat bescherming der industrie in de toekomst nadeelig moet werken. Dat Rome en Dordt, die overigens gezwo ren vijanden zijn, samengaan, geeft te den ken. Als Rome die graanrechten wil, dan moet de andere partij wel meedoen en op de deputaten-vergadering op 29 April zullen wij zien, wat er besloten wordt. Vervolgens geeft Spreker nog lecture van een gedeelte uit een brochure van Mr. Vee- gens, geplaatst in het Sociaal Weekblad, waaruit met cijfers blijkt, dat beschermende graanrechten slechts de groote eigenaren voordeel opleveren, maar voor ’t algemeen schadelijk zijn. Er is berekend, dat een hef fing van f 1,50 per H.L. aan een gezin ge middeld op f 22 per jaar komt te staan, doordat het brood dan duurder wordt. Er wordt beweerd, dat er meer werk door zal komen, doch in de N. Veendammer Crt. wordt door een deskundige uiteengezet, dat wel de landbouwarbeiders er eenig belang bij hebben, doch de andere arbeiders hebben er nadeel bij, doordat het brood zulk een voornaam voedingsmiddel, duurder wordt. En er zijn nog andere arbeiders dan de landbouwarbeiders, ja over ’t geheel genomen is hun getal zelfs klein. Het Soc. Weekbl. toont aan, dat zelfs de landbouwarbeiders in Friesland ook nog na deel van de beschermende graanrechten zul len krijgen. De wetgever heeft echter niet de belangen van enkelen, maar het algemeen belang in het oog te houden, en daarom meen ik voor de protectie te moeten waar schuwen. Ons tarief van invoer heeft ver schillende onbillijkheden, en die te verbete ren, dat ligt natuurlijk voor de hand. Verder moet ik nog opmerken, dat de heer Eerdmans de protectie zeer juist heeft gequalificeerd door het woord eigenbelang en dit is ook het geval, wanneer de industrie roept om bescherming. Die er voordeel van heeft is voorstander, maar het algemeen heeft er schade bij en op den duur baat de kunstmatige aankweeking eener industrie toch ook niet. In ons land moet 7/s der bevolking met hard werken hun brood vet’ Ik moet dienzelfden Spreker nog opmer ken, dat wel de schoolstrijd uit zou zijn, maar gelijk de heer Heemskerk zeide het mooie eigenlijk van de zaak af was, toen de subsidie werd verkregen. Het was steeds zoon verheven idee, zijn eigen school te be talen, en ook nog voor anderen te moeten bijdragen. En nu de vraag aan den geachten afge vaardigde. Vooraf wil ik nog bemerken, dat hij m.i. het vraagstuk der protectie niet karig heeft behandeld, zooals de heer Eerd mans het geliefde te noemen, en dat hij niet alleen over de graanrechten sprak, daar ook over de suikerbelasting een zeer duidelijke en uitvoerige verklaring en toelichting is gege ven, en hij aantoonde op wiens hoofd de bescherming eigenlijk neerkomt. Ik wensch hem evenwel ter verduidelijking en tot goed begrip van de zaak nog de vraag te stellen, of de opbrengst der rechten, geheven ter bescherming, niet op het credit moet worden gebracht, en of door die opbrengst andere belastingen niet kunnen worden verminderd De heer Eerdmans verlangt nog een enkel woord naar aanleiding der tot hem ge richte woorden. Het is mij bekend, dat in het program sprake is van invoerrecht van granen, dat is evenwel niet een speciale eisch, op dat punt is de meest mogelijke vrijheid gelaten en verder merk ik op, dat de voorstanders der vrije school niet meer uit de staatsruif schijnen te mogen vragen, en toch zal die partij niet ophouden zoolang haar geen vol komen recht is gedaan. En ook meen ik nog te moeten meedeelen, dat naar mijne meening de schoolstrijd niet ten schade is geweest van Nederland. De opvoeding van het kind is een belangrijke taak, en ik acht '•het een recht, vrij te zijn in de keuze van de school. Daar de bijzondere school veel kost, en dit grootendeels uit schoolgeld moet getrokken worden, kan de mindergegoede dikwerf niet die bijzondere school bezoeken, maar moet hij zijn kinderen naar de open bare school zenden, waar hij gratis terecht kan. Wil men het onderwijs vrij stellen, dan ge schiedt dit eerst, wanneer men van staats wege ook de bijzondere scholen daartoe in staat stelt, en dat is eigenlijk de schoolstrijd. De heer Bouman brengt in de eerste plaats zijn dank aan de heeren Nawijn en Peereboom, door wiens woorden hem de taak van beantwoording van den heer Eerd mans zeer vergemakkelijkt wordt. Den heer Eerdmans breng ik tevens mijn dank voor zijn waardeering, dat ik voor de kieswet heb gestemd. In Harlingen trad een geest verwant van den heer E. met mij in debat, die juist van een tegengesteld gevoelen was, omdat naar diens meening nog een groote schare van het kiesrecht is buitengesloten, die er juist veel belang in stelde, en nu eigenlijk nog de ontevredenheid zal komen. Ik heb toen geantwoord, dat blijkens de aanvraag van het kiesrecht de animo niet bijzonder groot is gebleken, elk bestuurslid der kiesvereenigingen zal het hebben onder vonden, en dus verwonderde het mij uiter mate, dat de belangstelling juist begint, op de grens, waar minister van Houten is uit gescheiden. De heer E. heeft zich geërgerd, dat ik sprak van clerikale of kerkelijke partij, en toch zijn het inderdaad kerkelijke partijen. Zij eischen dat de wetten den stempel dragen van hun kleur, en naar hun kerkelijke of bijbelsche voorschriften zullen worden inge kleed. Ik zie den heer E. hoofdschudden, doch zal ’t hem bewijzen. De R. K. kerk verbiedt de echtscheiding, zij beschouwt het huwelijk als een sacrament, en oordeelt „Wat door God gebonden is, kan door den mensch niet ontbonden wordenzoodat ont binding des huwelijks door de Kath. onmo gelijk wordt geacht. Niemand zal hun dit kwalijk nemen, maar nu eischen zij dat de echtscheiding uit het Burgerlijk wetboek zal worden geschrapt. Ofschoon er anderen zijn die uit een zedelijk oogpunt beter achten dat de band, die soms tot vloek strekt, wordt verbroken, willen toch de Kath. ook voor dezulken hun wet doordrijven. De Anti-rev. willen de doodstraf ingevoerd hebben, want in den Bybel staat: „Die het zwaard gevoerd heeft, zal door het zwaard vergaan/ en daarom willen zij de doodstraf bij de wet hebben voorgeschreven. Er zijn evenwel ook menschen,philosofen,die zeggen: de rechters kunnen dwalen, en is de dood straf voltrokken, dan is herstel ónmogelijk. Evenwel nog practischer gronden hebben de liberalen voor de afschaffing der doodstraf. In landen waar de doodstraf wel bestaat, de statistiek leert het, is het getal misdaden niet minder, en als afschrik voor moord en dood slag helpt de doodstraf dus niet, vandaar dat, omdat altijd de mogelijkheid van vergissin gen bestaat, men dat onherroepelijk vonnis verafschuwt, Evenwel de Anti-rev. willen en het minder gepast vind om te spreken van clerikaal in tegenstelling met liberaal, daar toch ook de liberalen wel ter kerke gaan beter vindt hij het te spreken van de roomsche en de anti-revol. partij. De reden, waarom de Spreker de libera len vooral waarschuwde tegen deze partijen, was vooral gelegen in de heropening van den schoolstrijd en de protectie. Het laatste onderwerp heeft Spreker wel wat karig be handeld met alleen te spreken over graan rechten. Och, daarop zijn meen ik, de anti rev. niet zoo bijzonder gesteld, ’t Is nog de vraag, of de heffing van beschermende rech ten op granen goed is of niet, maar de boe ren roepen er om, en eigenbelang zal er niet vreemd aan zijn. Ook in de vereen. Handel en Nijverheid hebben wij hierover dikwerf gesproken. De kwestie der protectie is niet de kwestie van de partij, maar elk die er belang bij heeft, zal ze voorstaan. Zoo zal bijv. Har lingen de belasting op bewerkt hout, anderen die op gemaakte kleederen voorstaan. Ook het meel, wat uit Amerika wordt ingevoerd wordt door de industrieelen hier te lande met leede oogen aangezien, ook de lijnkoeken uit den vreemde maken het de olieslagers hier te lande erg genoeg. Het woord pro tectie is niet zoo gering van omvang, en heeft op de industrie een gewichtigen invloed. Ik meen evenwel te kunnen constateeren, dat de Spreker van heden avond protectionist is voor de liberale partij, en wel ten opzichte van de school. Hij maakt er de anti-revo- lutionairen een grief van, dat zij den school strijd weer willen, maar de rijkssubsidie is slechts een eerste stap. Het vrije onder wijs heeft toch zijne rechten, en van opening van den strijd kan geen sprake zijn, omdat die zal bestaan, totdat aan de vrije school gelijke rechten zijn toegekend als aan de openbare school. Dat men het vrije onder wijs slechts een gedeeltelijke vrijheid ver leent, noem ik protectie voor het openbaar onderwijs, ten bate der openbare kas, die profiteert van die scholen, welke niet door de gemeenten of de staat behoeven te worden bekostigd. Ook hier in Bolsward is het de gemeentekas eene groote besparing, dat de twee bijzondere scholen zijn opgericht maar toch geeft men die scholen geen gelijke rechten. De Voorzitter der kiesvereeniging vraagt of nog meerderen het woord ver langen, daar de heer Bouman de debaters dan straks gezamenlijk zal kunnen beant woorden. De heer Nawijn van Lutkewierum zegt daarop, dat hij geen kiezer is in het district Harlingen, maar dat hij als belangstellende hier ter vergadering is gekomen. Had de vorige spreker de royaliteit te bekennen, dat hij behoorde tot de anti-rev. partij, doch wel liberaal kon handelen, dan zeg ik, dat ik liberaal ben, maar ook wel eens anti-revol. kan zijn. Door den Spreker van dezen avond is voor mij klaar, overtuigend, bewezen, dat er van protectie eigenlijk in ’t geheel geen sprake mag zijn, voor ons land niet en in ’t bijzonder niet voor ons gewest, waar de veeteelt naar ik meen tot den landbouw staat als 4—1, en daar de veeteelt er door lijdt, is vooral hier de protectie ongewenscht, en ook overal, daar zij in ’t voordeel is van het kapitalisme en in ’t nadeel van het algemeen. Wat den schoolstrijd betreft, ik heb het ongeluk(?) zelf onderwijzer te wezen, aan de openbare school. Ik meen, dat de open bare school reeds getoond heeft, tegen de bijzondere te durven concurreeren. Ik meen, dat er aan de bijzondere school reeds genoeg wordt gegeven, doch moet er meer gegeven worden, geef dan maar. Ik wil niet zeg gen, dat ik het bijzonder onderwijs een kwaad hart toedraag, o neen, ik stel het op hoogen prijs, maar moet de schoolstrijd weer geopend worden, dan meen ik, dat men daarmee een doekje voor de oogen trachtte binden. Is er niet gezegdde schoolstrijd zal uit zijn en nu zal het toch weer be ginnen Als het in vrede kon geschikt worden, ik zou er mij bij neerleggen, doch ik vraag, moeten er nog meer rechten gegeven worden Ik meen het niet. De heer P. Peereboom veroorloofde zich den Spreker van heden avond een en kele vraag te stellen, tot het goed verstaan van het vraagstuk van de protectie, en daar aan een kantteekening te doen voorafgaan aan den voor-vorigen spreker, van wien hij met verbazing had gehoord, dat de anti-rev. partij niet zoo bijzonder gesteld is op pro tectie. Ik weet toch, vervolgt hij, dat Dr. Kuiper uitdrukkelijk op het program wenscht aangebracht te hebben, dat de protectie zal worden bevorderd. Is die partij niet op die zaak gesteld, is het dan misschien om een vroeger aangeknoopten band weer aan te heohten e BolswarcLsche Courant tj' I o

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1