NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWABB Bïï WeaSBBABBBL 1 I I I i lil I I No. 55. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. Naar Siberië. r p ZONDAG 11 JULI. p In BINNENLAND. K I E VOOR zich hij ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. r een goed woordje voor me bij den naar huis,” ant- Fi Slieek, 9 Juli. Bij de heden gehouden verkiezing van 5 leden voor den Gemeente raad werden 1010 geldige stemmen uitge bracht. Gekozen werden de Heeren: Mr. C. C. Paeh- lig, (aftr. lib.) en Tj. v. d. Steele, (aftr. kath.,) respectievelijk met 523 en 512 stemmen. Herstemming moet plaats hebben tusschen de HeerenMr. H. Okma, (antir.) met 418, Th. L. Dokkum, (rad.) met 493, H. 8. de Vries, (aftr. lib.) met 463, J. J. Beek huis, (aftr. lib.) met 493, A. Veen Ez., (aftr. lib.) met 485 en H. Buursma, (lib.) met 426 stemmen. Verder verkregen de Heeren: J. O. Bouma, (chr. hist.) 123, J. B. Posma, (chr. hist.) 97, W. Vierdag, (chr. hist.) 112 en H. v. d. Molen, (chr. hist.) 93 stemmen. Heerenveen, 9 Juli. Gisteren kreeg de maréchauseée te Gorredijk bij geruchte kennis, dat in het naburige Duurswoude een kindermoord zou zijn gepleegd. De wachtmeester ging op onderzoek uit en nam in verhoor, de als daderes verdachte 42jarige onderwijzeres in de nuttige handwerken Sietske P., eene sinds 17 jaren van haar man gescheiden vrouw. Eerst bleef ze strak ontkennen, doch ten laatste legde ze eene volle bekentenis af. Ze was jl. Vrijdagavond moeder geworden van een kind van het mannelijk geslacht, dat bij de geboorte leefde. Onder bijstand van hare 76 jarige moeder had ze dit kind dadelijk in een ketel met water gedompeld en het daarin verdronken. Daarna had de grootmoeder het lijkje opgenomen en het achter de woning begraven. De grootmoeder wees den maréchausées de plek aan, waar het lijkje dan ook werd opgegraven. De moeder werd heden morgen naar Heerenveen opgebracht en na verhoor in hechtenis gesteld. De geneeskundigen, die bet lijkje schouwden, constateerden, dat het kind tengevolge van verstikking was over leden. Dadelijk na het onderzoek is het ter aarde besteld, Hepk. 4(1». De trotsche stad van Peter den Groote, de sombere beheerscheres van het Noorden, was in haren wintertooi gehuld. De Newa was met ijs en sneeuw bedekt. De gebeeld houwde zuilen, die op hare reusachtige schouderen de gevels en balkons der prach tige paleizen droegen, waren in een sneeuw kleed gehuld. Aan de deklijsten der huizen hingen zware ijskegels, schitterende als diamanten. ’tWas nacht. Zaehtkens gleden de-met drie of meer paarden bespannen sleden over de sneeuw, die den grond bedekte slechts van tijd tot tijd klonk in de stilte van den nacht het zacht gerinkel der bel len of nu en dan het verwijderd geroep van een schildwacht, niet ongelijk aan een wegstervenden kreet om hulp. Over de slapende stad welfde zich een diepblauwe, met tallooze sterren bedekte hemel. Slechts in het winterpaleis was alles nog leven en gewoel. Daar klonk vroolijk gezang en luide stemmen vermengden zich met het geluid der instrumenten. Czaar Paul, de zoon der Semiramis van het Noorden, de vorstelijke zonderling, zat in een prachtvolle, met schilderijen en standbeelden versierde zaal aan tafel met zijne gunstelingen, die hij zonder op af komst of stand te letten, eenvoudig naar zjjne grillen of zijn goeddunken uitkoos. Daar zaten vorsten, wier namen met gul den letteren in de historiebladen staan op- geteekend, naast arme luitenants, staats lieden naast schilders of buitenlandsche avonturiers. Een klein, maar uitgelezen orkest, deed van eene estrade zijne opwekkende tonen hooren. De keizer zat met zijne uitgelaten gezellen aan den welvoorzienen dischde wijn vloeide in stroomen, men sprak, lachte, zong, schertste en haalde allerlei grappen uit, De grootste ongebondenheid heerschte daar en dat was noodig, wilde czaar Paul zich amuseeren. Door een luim van het toeval speelde in deze omgeving de acteur Frogière een eerste viool. Deze gunsteling van den czaar was een komiek van den derden of vierden rang. Daar hij in Parijs geen opgang maken kon, vatte hij het stoute besluit op naar Rusland te gaan, waar de Fransche schouw burg zich in aller belangstelling mocht verheugen. Na allerlei avonturen kwam hij te Petersburg, trad er in een dankbare rol op, viel in den smaak van het publiek, en trok, wat nog meer beteekende, de op merkzaamheid van den czaar. Paul liet hem in zijn loge bij zich komen. Frogière gedroeg zich bij die gelegenheid als een echte Franschman, was vriendelijk en gees tig, doch toonde een zeker bescheiden, maar passend gevoel van eigenwaarde. Dit be viel den alleenheerscher, die gewoonlijk slechts kruipende vleiers, gebogen ruggen en deemoedige slaven om zich zag. Nog beter bevielen hem eenige onschuldige bon mots, die de acteur in de Parijsche koffie huizen had opgevangen en die hier, waar niemand het wagen durfde te schertsen, opgeld deden. En van nu af aan was Frogière des kei zers gunsteling. Deze ontbood hem dagelijks bij zijn ont bijt en dan moest hij de nieuwtjes van den dag met zijne aardigheden illustreeren en de rijksgrooten over den hekel halen, ter wijl zij er bij stonden met een gedwongen glimlachje op de lippen. Nog minder mocht de tooneelspeler ont breken bij het meer intieme souper van den monarch en wanneer de duistere uren kwamen, waarin de waanzin zich van Paul meester maakte, dan behoorde de luchtige Franschman onder de weinigen, die hem durfden genaken, ja, hij werd zelfs meer malen midden in den nacht geroepen om, gelijk Paul het uitdrukte, de uilen te ver drijven, die in het winterpaleis nestelden en wier geklapwiek den ongelukkigen des poot doodsangst deed uitstaan. Dien nacht scheen de waanzin den kei zer te midden van zijn uitgelaten gezel schap te overvallen, ’t Was alsof zjjne strak ke oogen de hem omringende genoodigden niet zagen, alsof zjjn oor doof was voor hunne liederen en grappen en de lustige muziek. Hij staarde als wezenloos voor zich uit en zijne bleeke lippen beefden smartelijk. Een der gasten, prins Schuhoskoi, stond op met een schuimend glas champagne in de hand en hield, om den vorst wat op te vrooljjken of althans zijne opmerkzaamheid te trekken, eene aanspraak. Hij vergeleek daarin Paul met Peter den Groote, en de vergelijking viel, geljjk vanzelf spreekt, ge' „Ik ben mij niet bewust, dat ik geslapen heb“zei hij, „maar als het zoo is, dan is het een feit, dat ik afsehuweljjk gedroomd heb!” Czaar Paul begon luid te lachen en de anderen niet minder. „En wat hebt ge dan wel gedroomd, Frogière?” vroeg de despoot. „Dat ik op reis was naar Siberië Nieuw gelach. Toen de vroolijke gezellen bij het aan breken van den dag scheidden, naderde de officier, die bij de reis naar Siberië een zoo gewichtige rol gespeeld had, den Fransch man en zei zachtjes tot hem„Ik moet u even spreken!” „Rijd dan met me mee woordde Frogière. Toen zij in de slede zaten en deze pijl snel over de besneeuwde straten voortvloog, begon de tooneelspeler: „Zeg me nu toch eens of ik werkelijk zoo vast geslapen heb en of dat lieve reisje een droom is. Ik verbeeld me toch, dat ik werkelijk drie dagreizen afgelegd en drie maal gort gegeten heb „Neen jongen ge hebt niet gedroomd”, antwoordde de officier, „maar uw doods angst heeft alles vergroot en overdreven. Uw reis naar Siberië heeft maar vier-en- twintig uren geduurd en ge hebt Peters burg niet verlaten. Men heeft u de stad rondgereden ge zjjt driemaal in dezelfde hut geweest en de keizer was in verschil lende verkleedingen getuige van uw ver twijfeling, die hem buitengewoon scheen te vermaken. Ik zeg u dit alles om u voor het vervolg te waarschuwen, opdat de bange droom niet ontzettende werkelijkheid wor de „Dank u voor uwe goede bedoeling,” zeide de acteur, „de czaar heeft er voor gezorgd, dat ik geen grappen meer zal uithalen.” Van nu af was Frogière, als hij in des keizers gezelschap was, steeds ernstig en sprak hij weinig. Toen Paul hem een avond verzocht eens iets geestigs te zeggen, antwoordde hjj be hoedzaam „’t Is me onmogelijk, sire, mjjn brein is bevroren en mijn geestigheid is een ijs klomp geworden.” „Ei, hoe en waar is dat alles gebeurd „Zeer eenvoudig, sire, op mijn reis naar Siberië!” Friesche Crt. vreugde sprong hij op om hem te verwel komen, maar de ander wees hem met een handgebaar terug en gaf hem, toen hij spre ken wilde, een wenk dat hij zwijgen moest. Frogière trok zich in een hoek terug en weende. Op een teeken van den officier verlieten de soldaten, die Frogière bewaakt hadden, met den koerier de hut en naderde de eer ste zijn ongelukkigen vriend en zeide zacht jes: „Mijn vriend, hier is de eerste pleister plaats op den weg naar Siberië en eindigt tevens mijn diensteen ander officier zal u verder geleiden. Voor alles zou ik, als ik u was, iets eten. Men zal u slechts eens in de vier-en-twintig uren eenig voedsel voorzetten. Zeg niets, want ge zoudt u lichtelijk verpraten en schik u in alles gij kunt uw lot eer verergeren dan verbe teren.” Frogière schoof den schotel naar toe en begon al weenende te eten. „Wist ik toch maar wat ik misdaan heb,” jammerde hij halfluid. „Twijfelt gij daar nog aan? Hebt gij den czaar niet beleedigd „Ik den czaar O, nu denk ik er aan En voor die dwaze scherts...” „Die scherts was zoo dwaas niet en zou zeker den czaar niet beleedigd hebben, als de angel der waarheid er niet in gestoken had. Gij kent Paul, hij vergeet niets en vergeeft nooit. Schik u in uw lot en zeg mij of ik in Petersburg iets voor u kan doen.” „Doe keizer.” „Ik zou je danken, dat kan mij den kop kosten, maar hebt ge misschien geld of kostbaarheden, die ik bewaren kan, totdat gij terugkomt?” „Dus ik keer dan toch terug en ben niet levenslang verbannen? Zeg me nu nog, hoe lang ik in dat ellendige Siberië blij ven moet?” „Drie jaren, langer niet!” „Drie jaren, ontzettend „Frogière begon weer luid te schreien en te zuchten, maar de soldaten verschenen, blinddoekten hem opnieuw, pakten hem in de slede en men vervolgde den rit. De komediant weende zich, als een stijf hoofdig kind, in slaap. Toen hij ontwaakte, was ’t weer het zelfde liedjeeen boerenhut, een vetkaars en een schotel gort. „Komaan, nu ben ik alweer een dagreize verder van Petersburg,” dacht de arme verbannene, terwjjl hij de gort naar binnen werkte. Nog eenmaal hernieuwde zich de rit en het sobere maal in een met een vetkaars verlichte hut. Toen de slede ten vierden male stilhield, zei de ongelukkige bij zichzelven „dat is de vierde dagreishad ik nu maar een stukje papier, om eiken dag met een streep je aan te teekenen, maar ik heb helaas niets bjj me: zelfs niet eens geld... ’t is verschrikkelijk Ditmaal werd hij echter niet door de soldaten, die hem uit de slede tilden, voort gedreven, maar zij droegen hem en zetten hem ten slotte neer op een houten bankje. Op het oogenblik, dat hjj den blinddoek dacht te zien vallen, grepen een paar krach tige armen hem aan en boeide men hem de handen. „Goede hemelwat zal er nu met mij gebeurengilde Frogière. Niemand antwoordde. Men ontdeed hem van zijn mantel en zijn overhemd en hij voelde drie jjskoude geweerloopen op zijn borst. „O mijn Godsteunde hij, ten doode toe verschrikt, „mjjn laatste uur heeft ge slagen „Vuurcommandeerde een zware stem. Er vielen drie schoten. Frogière verloor het bewustzijn. Toen hij weder bijkwam, zat hij, van boeien en blinddoek verlost, op dezelfde plaats, waar de scherpe scherts hem ontvallen was, in dezelfde rijk ver lichte zaal, aan denzelfden goed voorzie- nen disch. Hij zag het welbekend gezelschap om zich heen en naast zich den keizer, die hem spotachtig lachende, aankeek. Frogière zag verbluft om zich heen en het duurde eenigen tjjd, voordat hjj zich hier weer thuis gevoelde. „Nu vriendje”, begon Paul, „gjj veroor looft u nog al tameljjk groote vrjjheden, zou ik zeggeneerst drinkt ge voor drie en daarna slaapt ge voor zes, zoodat nie mand bij machte is u wakker te krjjgen. Daartoe was niets meer of minder noodig dan dat luitenant Passen een pistool af schoot.” De acteur zette een ongeloovig gezicht, F heel in het voordeel van den levenden de- poot uit. Paul ontwaakte uit zijne droomerjjen, luisterde toe, lachte verachtelijk en wendde zich eensklaps tot Frogière met de vraag: „Noemt men dat niet Peter bestelen om Paul te betalen? Wat denkt gij er van?” „Zeer juist aangemerkt, sire,” antwoord de de tooneelspeler, „maar als gij Voortgaat als tot nu, zal niemand ooit op de gedachte komen uwe nagedachtenis met gelijke munt te betalen, want wat ter wereld zal er van Paul te stelen vallen Allen keken den keizer aan. Hij had vroeger wel gelachen om vrij wat scherper zetten, die Frogière zich te zijnen koste veroorloofd had. Het jolige rondje wachtte ook ditmaal slechts op het sein van den monarch om luid aan zijn vroolijkheid lucht te geven, maar ditmaal bleef Paul stil en scheen hij ontevreden op Frogière. De glimlach be stierf op aller lippen en de arme grappen maker zelf werd bleek en stil. Nadat de keizer zich nog eenige oogenblikken had bezig gehouden met kogeltjes van brood te kneden, stond hij plotseling op en ver liet het gezelschap, zonder Frogière met een blik te verwaardigen. De Franschman klaagde nu luid en in de sterkste bewoordingen zichzelven aan, terwijl de anderen hem zochten te troosten. Eindelijk nam men afscheid van elkander en met een bezwaard hart ging de onge lukkige tooneelspeler naar huis. Eerst kon hij den slaap niet vatten lang pijnigden hem de akeligste visioenen, maar eindelijk ontfermde Morpheus zich toch over hem. Een lange rust was hem echter niet ge gund. Plotseling werd er luid op zijne deur geklopt. Hij sprong uit zijn bed, deed open en zag tot zijne groote ontzetting een of ficier en vier soldaten voor zich staan. „Pardon meneer... U is zeker verkeerd... stamelde hij, „hier woont Frogière.” „Ik ben niet verkeerd”, antwoordde de officier, „want ik zoek Frogière!” „Zoekt u mij?., maar vertel me dan verklaar me?” De officier toonde Frogière eene door den czaar geteekende ukase. De tooneel speler las en herlas dat stuk en keek den officier aan alsof hij van den inhoud niets begreep. „Gij zijt verbannen naar Siberië”, zeide officier, hem te hulp komende, „en ge moet dat aangename reisje reeds dadelijk begin nen.” „Ik... verbannen naar Siberië!., kom dat is niet mogelijkjammerde Frogière. De officier haalde de schouders op. De ongelukkige stelde zich in zjjne ver twijfeling aan als een krankzinnigehij wentelde zich over den grond, trok zich de haren uit, weende, snikte en smeekte om genade. „Wat heb ik dan toch uitge voerd?” riep hij telkens opnieuw, „ik ben onschuldig en geen staatsverrader De officier, een van Frogières vrienden en die ook behoorde tot het gezelschap des Keizers, bleef zwijgen. Om ’s hemelswil,” bad de acteur, nadat een weinig tot zichzelven was gekomen, „geef me één dag, één enkelen rampzaligen dag, opdat ik den keizer te voet valle Geen antwoord. „Een uur dan, heb toch medelijden, één enkel uur Nogal geen antwoord. „Zeg me dan tenminste, voor welke euvel daad ik zoo zwaar gestraft word?” Geen ander antwoord gaf de officier dan een wenk om zich klaar te maken. Bevende over zijn geheele lichaam, kleed de Frogière zich aan, pakte eenig linnen goed en wat kleederen in een bundeltje en hulde zich in een mantel. Toen grepen de soldaten hem aan en sleurden hem mede. Voor de deur wachtte een overdekte slede. Toen de soldaten hem daarin droe gen, was Frogière meer dood dan levend. Hij zag hoe twee hunner met getrokken sabels en geladen pistolen tegenover hem plaats namen en dat gewapende kozakken naast de slede reden. Toen viel hjj in on macht. Toen hij weer bijkwam, stond de slede stil. Het portier werd geopend en ’t was helder dag. Men blinddoekte hem en duwde hem eenige schreden voort. Toen de blind doek viel, bevond hjj zich in een armoedig boerenhutje, waarvan de deuren en vensters met luiken waren gesloten. Op de tafel stond naast een brandende vetkaars, een schotel met gort. Hij trachtte te eten, maar de angst ontnam hem allen eetlust. Plot seling trad zijn vriend de officier binnen, vergezeld van een koerier. 't Scheen Frogière toe, alsof hij zjjn vriend in geen jaren had gezien in zjjn Bolswardsclie Courant u i I fï

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1