NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWABB EN WONSEH ADEEL I *1 No. 56. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897. Voor het Kantongerecht. c I I BINNENLAND. w VOOR te e s?l ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. VRIJDAG 9 JULI 1897. $xkxxxkxxXhXxxxxxxx$ DONDERDAG 15 JULI. ^XZMZXC XXXXXX'JXXXXXXXX$ 7 hebben, is dat bijna onmogelijk en heelt gewoonlijk, zooals ook nu weer, de eigenaar van de gedoode dieren de schade. In dit geval bedroeg deze ongeveer f 25. Hepk. Adv.Bl. Arum, 11 Juli. Aan de heden alhier gehouden kaatspartij hebben 17 parturen van 2 personen deelgenomen. De prijs is ge wonnen door J. Reitsma en H. Hiemstra van Piugjum; de premie door S. Vijver van Franeker en D. Sijbesma van Schalsum. Wijckel, 12 Juli. De wisselvalligheid van ’t menschelijk leven bleek hier Vrijdag j.l. op treffende wijze. Een dochtertje van den heer H. L. vierde met een paar vriend innetjes haar elfden verjaardag. De ouders waren ter begrafenis. Te midden van de vreugde wordt de kleine jubilaris plotseling uit het leven weggerukt. Arme ouders 1 Oldeboorn, 10 Juli. De veehouder J. Wagenaar alhier vond heden morgen twee van zijne beste lammeren dood, een in de weide en een in eene sloot. Ook nu weder wordt de oorzaak aan honden toegeschreven. Treurig is het, dat de honden niet beter worden vastgehouden, waardoor dergelijke rampen nog al dikwijls plaats vinden. Kon men die dieren, op het oogenblik dat zij het klein vee in de weide bespringen, be trappen, dan kon de aangerichte schade op hunnen eigenaar worden verhaald, maar nu deze feiten in den regel bij nacht plaats - tens art. 102 der politieverordening werd hij bekeurd, en thans wordt f 2 boete of 2 dagen hechtenis tegen hem geëischt. J. A. te Winsum was in den avond van 13 Juni nog al laat in het dorp Wommels, waar zijn slingerende gang reeds de aan dacht trok, ja de beenen waren hem zoo slap dat hij meermalen viel. De agent Haag- sma moest hem dan ook wegens dronken schap bekeuren. Eisch 1 of 1 dag. P. Z. te Sneek bevond zich in den avond van den 7 Juni op den grooten Dijlakker alhier, en had het zoo erg te pakken, dat het loopen hem verleerd scheen. De nacht wacht Simmer geassisteerd door zijn collega D. Faber, hielpen hem op de been en brachten hem voor zijn eigen veiligheid naar het bureau. Eisch 5 of 3 dagen. S. T. te Workum zag den melkvaarder A. Siemonsma met zijn bootje in de vaart en begon zonder dat hiertoe aanleiding werd gegeven met steenen daarop te werpenhij raakte Siemonsma met een klinker op het hoofd en tegen het been. T. de Vries heeft dit gezien en bevestigt de verklaring. Eisch f 10 of 3 dagen. P.V.teBolsward deed den 16 Juni een kleine boodschap aan de openbare straat, en gaf den ageot, die hem bekeurde brutaal weg ten antwoord Dan moeten ze ons hier ook maar een waterplaats in de Kerkstraat geven. Eisch 1 of 1 dag hechtenis. P. Dr. te Bolsward werd 22 Juni bekeurd wegens het liggen in de gemeente met een vaartuig, dat speciaal voor woonschip wordt gebruikt, zonder vergunning van Burg, en Weths. Beklaagde erkent dat hjj in dat schip woont, en reeds anderhalf jaar lang, ’t Is een vaarbaar schip van 14 ton en ’t heeft vroeger als veerschip van Workum op Leeuwarden dienst gedaan. De agenten J. Gros en H. de Bruin hebben nu evenwel, nu hij bij de Gleibakkerij lag hem bekeurd, als zijnde dit in strijd met de politieverordening. Ik kan, zegt beklaagde evengoed varen als Pieter Zwaga met zijn turf, doch ik heb geen vracht en moet dus met werken den kost verdienen. De agent de Bruin kan constateeren, dat hij sedert Sept, met geen vracht heeft ge varen, zoodat zijn schip als woonschip in gebruik is, en konden zij door een gebrek in de verordening daaraan niets doen, thans is die verordening weer van kracht gewor den, en zijn zij handelend opgetreden. Eisch f 1 of 2 dagen hechtenis. Beklaagde vindt het treurig, dat de een meer recht heeft dan de ander. Naast hem lag een gelijk schip, en daar werd geen proces-ver baal opgemaakt. Tevens weet hij niet waar hij heen moet. In mijn geboorte plaats mag ik, zei beklaagde, dan niet meer liggen, in andere gemeenten wijst men mij naar Bolsward terug. Ik wil werken om op een eerlijke wijze het brood voor mij en mijn gezin te verdienen en ’t blijkt, dat men mij geen verblijfplaats gunt. S. v. W. te Ooster Blokker en N. K. te Wester Blokker (N. Holland) waren 16 Mei nabij Stavoren in het veld bezig met het zoeken van eieren van kieviten en water vogels. Toen de agenten L. Stavast en J. Huttinga hen over ’t mat kwamen, werden zij in ’t bezit gevonden van 4 eieren van schrieken en 5 van kemphanen. De waarde der eieren werd op 25 cent geschat. Eisch tegen ieder 10 of 4 dagen, met betaling van 25 cent of elk 1 dag. klaagde den steen gooide en ook J. A. Koch zag den steen aankomen, hoewel hij niet gezien heeft dat beklaagde dien wierp. Be klaagde heeft aan den hoofdagent van politie, die op verzoek van Glastra proces-verbaal opmaakte, bekend, dat hij den hond wel met een balsteentje heeft geworpen, maar dat die hond hem had gesard. Dit laatste wordt door den le getuige tegengesproken en de eisch luidt 2 of 2 dagen. L. R. W., II. A. de B., IJ. IJ. VI. en F. V. te Hindeloopen, waren in den nacht van 6 op 7 Juni zeer rumoerig, en maakten ten een ure ongeveer zooveel drukte op straat, dat de nachtrust der ingezetenen daar door kon gestoord worden. De rijksveldwach- ter Lemstra vanKoudum en de gemeente- agent Huttinga maakten daarop proces-ver- baal, doch de beide laatstgenoemden weiger den hardnekkig hunne namen op te geven, en daar de agenten hen slechts van aanzien kenden, deden zij den volgenden dag onder zoek en vernamen van den kostbaas van Huttinga hunne namen. Ter nadere instructie wordt deze zaak tot de volgenden zitting verdaagd, ten einde de identiteit dezer be klaagden te kunnen vaststellen. D. G., F. de J. en K. K. te Arum waren den 6 Juni in dat dorp bezig met kruis en muntgooien. Daar het spelen met en om geld op de openbare straat verboden is, be keurde de agent, die het zag, deze jongens. Eisch voor ieder 1 of 2 dagen. E. K. te Arum is reeds op j aren gekomen, immers hij telt reeds 6 kruisjes en toch moest den 5 Juni nog proces-verbaal tegen hem worden opgemaakt wegens dronkenschap. De eisch hiervoor luidt 15 boete of 3 dagen. G. Br. te Stapelmooerheide in Oost- Friesl. reisde 2 Juni met het spoor van Leeuwarden naar Workum, doch had toen hij uitstapte, geen plaatsbewijs. De dienstdoende chef vroeg hem nu den vrachtprijs af met 1.50 ver- hooging, doch hij weigerde, zeggendemen maat had mijn kaartje, en zooveel geld heb ik niet. „Ich habe zwei kwartjens und kein centime mehr." Er werd nu proces-verbaal opgemaakt en thans wordt f 3 boete of 3 dagen hechtenis tegen hem geëischt. Gerhard zal evenwel thans al reeds weder naar zijn „heimat" zijn gekeerd. B. T. de B. en R. W. A. te Stavoren waren 27 Mei elk met 3 hengels aan het visschen. Zij hadden reeds een aardig zootje, omstreeks een 30 tal baarsjes, witvisschen en aaltjes, doch daar kwam de agent Hut tenga hun pleizier vergallen. Daar ’t in ver boden vischtijd was, nam hij de hengels in beslag, stelde de gevangen vischjes in vrij heid en bezorgde elk een proces-verbaal. De tweede beklaagde schijnt door de eerste te zijn meegelokt, hoewel ook hij wel wist dat het in verboden tijd was. De eerste beklaagde is reeds meermalen door den agent gewaar schuwd. De eisch is 0,50 of 1 dag voor elk met last tot vernietiging der in beslag genomen hengels. J. W. V. te Woudeend vischte den 4 Juni met een schepnet. Hij had daartoe geen vergunning van den pachter van het water, en was niet in het bezit van een vischacte. De eisch is 2 geldboeten van ƒ3 of hech tenis van 2 dagen voor elke boete. J. A. Sm. te Heidenschap bij Workum, vischte zonder acte met aaldobbers. Eisch 3 of 2 dagen. J. S. te Franeker vischte in de Bolswar- dervaart onder Lollum, met schakels. Hij had wel een vischacte, doch geen vergunning van den pachter van dit vischwater. Daar bekl. recidivist is als overtreder der wet op de visscherij wordt 10 boete of 4 dagen hechtenis geëischt. H. L.te Harlingen,was den4 Juni heel vroeg op, en reeds voor 3 uur was hij bezig met het ophalen der aaldobbers. De rijks veld wachter Algera had zich dien morgen ook niet verslapen en op dat vroege uur kwam hij reeds eens informeeren of het wat vangen wilde. Hij overtuigde zich dat de visscher ongeveer 10 pond aal in zijn boot had, en verder dat hij wel een vischacte, doch geen permissie voor dat vischwater had, zoodat hij proces moest maken. De eisch luidt heden 10 of 2 dagen, met betaling der geschatte waarde van de aal ad f 2,50, subs. 3 dagen hechtenis. W. R. te Drachten ging dienzelfden morgen nog eens zien of er soms ook nog kievits eieren waren te vinden en waarlijk hij vond er nog eentje. De rijksveldwachter kreeg hem in ’t vizier en vond ook zijn ei onder de pet, hetwelk nu in beslag werd genomen. De eisch hiervoor luidt 10 of 4 dagen. F. A. te Leeuwarden bezocht als koop man onze weekmarkt den 10 Juni en stalde zijn koopwaren uit op een tafeltje op den hoek bij ’t Grootzand, waardoor de passage werd belemmerd en wilde niet op aanwijzing der politie een. andere plaats innemen. Krach» De eerste zaak, welke behandeld werd, nam pl. m. een uur in beslag. Als beklaagde stond terecht J. v. d. V. te Koudum, welke als eigenaar van aan den publieken weg liggend land den 12 Mei daarvan heeft doen afgraven en den volgenden dag een schutting buiten de rooilijn heeft doen plaatsen, zonder de vereischte toestem ming van Burgemeester en Wethouders. Beklaagde is aanwezig en erkent, dat hij den huurder toestemming tot afgraven ge geven heeft, zonder echter order te geven tot wegneming en het opnieuw plaatsen van een stek. W. Bootsma, gemeenteveldwachter, be vestigt het proces-verbaal en heeft op last van den Burgemeester nog aangezegd om vergunning te vragen. Beklaagde houdt vol, niet buiten de rooi lijn te zijn gegaan en legt ten einde zijne bewering te staven, eene teekening van het terrein over. Getuige Zeldenthuis de huurder van het land erkent de afgraving, terwijl een nieuw stek ter vervanging van het oude noodig was. De meeste palen zijn geplaatst in de gaten der oude palen, zoodat hij niet gelooft dat het stek niet in de goede richting staat. Bootsma constateert, dat oude palen nog achter het nieuwe stek staan en men dus wel buiten de richting is gegaan. Getuige Solkema heeft mede geholpen op last van beklaagde en brengt verder niet veel bij, om de zaak tot klaarheid te brengen. Nadat beklaagde nogmaals zijn goed recht verdedigt, bekomt de Ambtenaar van het O. M. het woord, die twee boeten eischt van 3,00 of 2 dagen voor elke boete. A. v. d. M. te Bolsward, lag den 30 Mei met zijn schip aan de Stoombootkade, met het zeil ongeveer ter halve hoogte van den mast geheschen. Door den heer R. F. Feenstra, waarn. Burgemeester werd opgemerkt dat een paard schichtig werd door het klapperen van het zeil, en daar het bij art. 168 der politiever ordening verboden is, aan den wal de zeilen te hijschen, werd den agent H. de Bruin gelast, den schipper te verbaliseeren, die bij de bekeuring verklaarde, dat hij niet wist, dat hij zijn zeilen niet aldus mocht drogen. Eisch f 2 boete of 2 dagen hechtenis. J. P. te Bolsward had in den nacht van 30 op 31 Mei de Harlingerstraat als nacht verblijf gekozen en werd ten halfeen uur door den agent de Bruin aangetroffen, ter wijl bij in Morpheus’ armen rustte. Het kostte zelfs moeite hem uit het rijk der droomen terug te brengen tot het rijk der werkelijk heid, want eerst na eenig schudden kwam er leven in den slaper. Hij werd vervolgens opgeholpen en daar het bleek, dat de man in kennelijken staat verkeerde, meegenomen naar het bureau. Eisch t 10 boete of 3 dagen hechtenis. L. de J. te Bolsward werd 2 Juni be keurd door den inspecteur Muller, wijl hij modder op den wal deed brengen, zonder daartoe verlof te hebben van den Burge meester. Beklaagde verklaart dat 8. Brouwer inderdaad op zjjn last handelde, toen hij bij een vertimmering dien modder op den wal bij Kroeger bracht, maar hij was ten 10 uur bij den Burgemeester geweest om permissie te vragen, doch ZEdelAchtb. was toen niet te spreken, en tevens had hij niet gedacht dat Brouwer het voorafgaande werk reeds klaar had, en aan het modderkruien toe was, voor hij ten 2den male naar den Bur gemeester ging. De getuige 8. Brouwer, die als staande tot beklaagde in dienstbetrekking, niet onder eede kan worden gehoord, bevestigt de ver klaring, dat de baas hem gezegd had, als dat werk af is, kunt gij den modder op den wal brengen, dan zal ik den Burgemeester even permissie vragen. Toen de heer Inspecteur daar surveilleerde, zag hij dat die modder daar werd aange voerd, en er was geen permissie toe gegeven. Beklaagde is, toen hij bekeurd was, eerst permissie gaan vragen. De eisch luidt 1 boete of 1 dag. J. P. te Workum is een jongen van 14 jaar, die met sommige jongens dit gemeen heeft, dat hij gaarne honden schijnt te plagen. Den 29 Mei liep de hond van den bakker Glastra bij de broodkar, die voor de deur stond. Beklaagde was ook op die hoogte en den hond ziende, nam hij een steen en wierp den hond er mee, dat het dier jankende onder de kar kroop en een wond aan de poot bad bekomen. Op het gekerm van den hond kwam Glastra de deur uit, en vroeg wie den hond had geknoeid, W. de Vries had gezien dat be* K Hem. Oldepli. en Noordw., 12 Juli. Terwijl een der klokluiders in deze gemeente de klok luidde, kronkelde het touw van de hulpklok hem om den hals. De man werd daardoor éenige malen mee naar boven ge nomen en onderwijl bijna geworgd. „Zóó zou het kunnen gebeuren" merkte hij later op „dat iemand zijn eigen doodklok luidde." Gaasterland, 12 Juli. Onze gemeente wordt in de laatste weken erg geteisterd door mond- en klauwzeer onder ’t hoornvee. Met den dag neemt het aantal gevallen toe, zoodat bijna geen enkele boerderij meer verschoond is. Bij vele koeien is de ziekte zoo erg, dat ze niets meer dan geraamten zijn. Vele sterven dan ook. De schade is grootweinig of geen melk, veel voederen. Harich, 12 Juli. Vrijdagavond jl. omstr. 9j/2 uur werden we hier opgeschrikt door het geroep: brand! brand! En waarlijk, men behoefde maar nauwelijks in Oostel. richting te kijken om zich van de waarheid te overtuigen. Dikke rookwolken stegen omhoog; de vlammen waren duidelijk zicht baar. ’t Leek een brand van belang. Waar zou ‘t wezen De boterfabriekriep de een neen ’t is verder tusschen Balken Wijckel, riep een tweede; te Sloten, riep een derde. Bij nader onderzoek bleek, dat no. 1 het dichtst bij de waarheid washet was bij de in aanbouw zijnde fabriek. Hier hadden de knechts in het late avonduur een groote hoop spaanders in brand gestoken. Wegens het dreigende aanzien was van alle kanten veel publiek toegesneld, dat zeer onvoldaan huiswaarts keerde. Sneek, 13 Juli. Heden kwam hier ’t voor onze stad zoo belangrijk bericht, dat de Provinciale Staten ’t voorstel der Com missie, om 75% subsidie te verleenen van f 17400 voor verruiming van het vaarwater bij de scheepshelling tusschen ’t Zomerrak en de Stadsgracht, hebben aangenomen. Is onze raad nu genegen de overige f 4350 bij te passen, dan zal de tijd spoedig aan breken, waarop de schipperij van een lee- lijken sta in den weg is verlost. Daar hier drie der aftredende raads leden in herstemming zijn, heeft de heer H. Buursma zich voor de verkiezing van 22 Juni a.s. teruggetrokken. Wonseradeel, 10 Juli. In de heden gehouden Raadsvergadering is besloten 1. D. Babois met 1 October a s. te ont slaan van de pacht der sluis- en havengel den te Makkum, wegens zijn voorgenomen vertrek naar Amsterdam. 2. Goed te keuren de rekeningen van de armbesturen over 1896. 3. Aan te nemen het door den minister van Binnenlandsche Zaken in uitzicht ge steld buitengewoon rijkssubsidie ad f8800, in de op f21,240 geraamd kosten van bouw en verbouw van schoolgebouwen en onder wijzers woningen. 4. Aan de Nederlandsche Tramweg- maatsehappij concessie te verleenen tot den aanleg en de exploitatie van een paarden- tramweg HarkezijlMakkum. 5. Aan G. A. Heldoorn, met ingang van 1 October a.s. eervol ontslag te verleenen uit de betrekking van concierge in het ge meentehuis onder toekenning van eene te gemoetkoming voor levensonderhoud tot een jaarlijksch bedrag van f300. De ingekomen gemeenterekening over 1896 is tot onderzoek gesteld in handen van eene commissie, de heeren J. de Jong, mr. J. K. de Boer en A. de Jong. Hennaarderadeel. 9 Juli. Als een bewijs hoe buitengewoon sterk gedurende de laatste weken het mond- en klauwzeer in deze gemeente is toegenomen moge dienen, dat sinds 1 Juni door ruim 170 veehouders aangifte van het uitbreken der ziekte onder hun vee is gedaan. Slechts een enkele vee houder blijft tot dusverre verschoond, alge meen is men van opinie dat een haastig „doorzieken" het eenige middel is om in dezen weder tot een beteren toestand te geraken. Zaterdag heeft te Sappemeer weer een moord plaats gehad. Twee jongelieden die, naar men wil, ruzie kregen om een meisje, werden handgemeen met het gevolg, dat de een den ander een dooielijke wonde toebracht. De verslagene is een jongeling van 19 jaren. De vermoedelijke dader, een berucht persoon van denzelfden leeftjjd ia dadelijk gearresteerd. s L -aS/ 1 F M’ Bolswardsche Courant. l/'Nh «r.‘ i I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1