NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Ï8OPSWAKB SK «««HUUHB
Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897.
No. 65.
F
I
C
EEN WEERZIEN.
BINNENLAND.
I
I
VOOB
antwoordde de vrouw, moede,
ergernis trekt de
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
$XXXXXXXXCXXAXXXXX$
ZONDAG 15 AUGUSTUS. C
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
man op van zijn schrijf-
naar de donkere por-
blik ziet de baron
tière.
Daar wordt deze vaneen geschoven, en
een diep gesluierde vrouw staat op den
drempel. Zij komt geen schrede nader, be-
wegnigloos blijft ze bij de deur staan.
De baron ziet verrast naar de verschijning.
Is dat een geest Zijn lippen bewegen zich,
maar hij brengt geen woord uit.
Plotseling komt er leven in het standbeeld
aan de deur; de jonge vrouw beweegt zich.
Met smeekend vooruitgestoken armen snelt
zij naar den man in den stoel en valt voor
hem op de knieën. Zij buigt het hoofd dieper,
steeds dieper, zij valt bijna op den grond.
En de baron zit daar nog altijd als tot
marmer verstijfd. Hij wil de armen bewe
gen, maar hij heeft het gevoel, alsof hy
verlamd is.
„Vader," klinkt het hem eindelijk zacht
in de ooren.
Een heesch geluid uitstootend, bukt hij
zich haastig, hijgend, met bevende handen
poogt hij den sluier voor het gelaat, weg te
slaan.
Daar slaat zij zelf dien terug, en een paar
blauwe oogen, die in tranen zwemmen, zien
naar hem op.
„Editha 1“ riep hij uit, „mijn kind
Met een hartstochtelijke beweging trekt
de baron de jonge vrouw aan zijn borst
een heete tranenstroom verbreekt eindelijk
de vreeselijke spanning zijner zenuwen.
De beide menschen houden elkander lang
omarmd geen woord komt over hun
lippen.
Eindelijk maakt de baron zich los uit de
omhelzing. Zwijgend voert hij zijn dochter
naar het portret barer moeder.
„Ik weet het,... mijn arme moeder!"
fluisterde Editha met een onderdrukten
snik.
Er heerschte eenige seconden een diepe
stilte in het vertrek.
Toen keerde Editha het blonde hoofd
een weinig op zij, en met neergeslagen blik
ken zeide zij zachtkens „U vergeeft hem?..
Hij mag komen?"
De baron knikte zonder een woord te zeggen
De armen der jonge vrouw worden een oogen-
blik weer om den hals van haar vader ge
sloten, en daarna verlaat zij met vluggen
tred de kamer.
Binnen weinige minuten komt zij echter
terug, aan haar hand een kleinen krulle-'
bol, en achter hen beiden een hooge slanke
man.
En voor den eersten keer geven de beide
mannen elkaar de hand. Zij spreken geen
woord, maar de blik, dien zy wisselen zegt
meer dan vele woorden.
De dag, waarop men zyn vrouw naar
de laatste rustplaats heeft gedragen, is voor
baron Van Salten een dag vol arbeid. Hij
zit reeds uren aan zijn schrijftafel, hij bla
dert in oude papieren, denkt na, mijmert,
schrijft een poosje en mijmert weer.
Eindelijk is hij klaar Eenige geadresseer
de en verzegelde pakjes liggen voor hem.
Hy legt ze in een vak van zijn schrijftafel,
sluit dit en doet het sleuteltje in een enve
loppe, die hy eveneens verzegelt.
Nu opent de baron een kastje, waaruit
hij een kleinen revolver neemt. Hij onder
zoekt het wapen zeer zorgvuldig en legt
het daarna voor zich op tafel. Een groote
kalmte schynt hem te bezielen, elke van
zijn bewegingen is vast en bedaard.
Hij gaat opstaan, langzaam. Er komt een
trek van diepe droefheid op zyn gelaat;
den blik naar den grond gericht, blijft hij
peinzend staan naast de schrijftafel. Hij
haalt een brief uit den zak, die hij dien
morgen heeft ontvangen. De enveloppe
draagt den poststempel van New-York. Hij
vouwt het schrijven open en leest zeker
reeds voor den twintigsten keer:
Beste vriend Het doet mij zeer veel leed
dat ik u geen meer bevredigend antwoord
op je brief kan geven. Ik heb de uit-
gebreidste onderzoekingen gedaan, maar heb
niets meer vernomen, dan dat een zekere
Hans Warden met vrouw en kind hier in
New-York eenigen tijd heeft gewoond. Hij
gaf teekenonderwijs, en verdiende zooveel,
dat het gezin zeer bescheiden kon leven.
Sinds anderhalf jaar heeft men echter niets
meer van de menschen gehoord, het is,
alsof zy verdwenen zyn van den aardbo
dem.
De baron kwam met het lezen van dezen
brief nooit verder dan tot deze plaats. Hy
viel op zyn stoel neer en begroef het ge
laat in zijn handen.
Een bediende opende zachtkens de deur,
en diende iemand aan. De baron verroerde
zich niet. Vol eerbied treedt de lakei wat
nader en herhaalt zijn woorden. Nu einde
lijk heft de heer het hoofd op en ziet den
bediende verbaasd aan.
„Een dame wacht hier naast en wenscht
meneer den baron te spreken."
Een dame hem spreken? Hij wil
niemand spreken niemand zienHij
heeft afgedaan met het leven. Een afwij
zend gebaar met de hand en de bediende
gaat heen. Met een onnatuurljjk starenden
uitstekend. Hooi is er in groote hoeveelheden
van uitmuntende kwaliteit gewonnen, of
schoon de hooilanden tegen veel te hooge
prijzen zijn verhuurd. De rogge is wat te
snel gerijpt en daardoor klein van korrel,
maar overigens goed van kwaliteit. De eerste
nieuwe rogge is reeds aan den molen ge
bracht, daar velen in deze gemeente dan
zelf brood beginnen te bakken. Gedeeltelijk
staat zij nog buiten, doch veel is reeds in
gehaald. De aardappelziekte neemt evenwel
snel toe, nu het weder is veranderd, zoodat
de oogst zeerzeker niet zal toevallen. Stam
en stokboonen dragen veel en herleven
weder door den regen. De boekweit laat
zich best aanzien. Fr. Ct.
Kippenburg, 12 Aug. Op het heden
alhier gehouden gewone jaarlijksche jonge-
lingsfeest traden als sprekers op dds. H. A.
van Oostrum Soede te Workum: „Het ver
band tusschen Gods genade en ons leven"
A. Jellema te Oppenhuizen: „Een bevel
des Heeren aan allen"C. D. Moulijn te
Heeg „De vier temperamenten" W. Hoek-
zema te Achlum„Bijbel en natuur"; J.
Jongbloed te Hoorn: „Door krachtsinspan
ning krachtsontwikkeling"B. Zoete te
Lopik„Blijdschap in den Heer"; G. Th.
Smit te Makkum„Vroege godsvrucht".
Ongeveer 900 programma’s werden uitge
geven. Het weder, dat zich aanvankelijk
slecht liet aanzien, werd later op den dag
zeer goed.
Doniaga, 12 Aug. Een jongeling uit
Rotsterhauie zou Zondagavond j.l. een liefde
bezoek alhier afleggen. Vervuld van zoete
overpeinzingen reed hij den dam voorbij.
Hij moest toen op den weg zwaaien, wat
tengevolge had, dat paard en rijtuig in de
vrij diepe bermsloot terecht kwamen. Hij
slaagde er in, het paard spoedig weer op
den wal te helpen met de tilbury had men
echter meer moeite, ’t Was een avontuur
lijk begin, maar een rechtgeaard vrijer weet
zich over dergelijke tegenheden heen te
zetten.
Zuidwesthoek, 12 Aug. De veeprij-
zen zijn hier thans als volgtvette varkens
levend gewogen le kw. 21 a 22 ct., 2e kw.
18 19 ct., schoon aan den haak 24 ct;
vette schapen 18 h 20 ct., dito koeien 22
25 ct., alles per 1/a K.G. Melkschapen f 10
a f25, dito koeien f65 a f 140, hokkelingen
f53 h. f 70, alles per stuk. Wegens de vee
ziekte weinig handel. Gelukkig, dat de
boer om het gras niet behoeft te verkoopen.
Aciltkarspelen, 12 Aug. Als de man
nen van de heidestreken van het baggeren,
hooien, of de Gronigerklei huiswaarts kee-
ren, wordt de heide druk bezocht door ven
ters enz., want er is dan wat voor hen te
verdienen en de heidelui zijn niet kniezerig,
als ze centen hebben. Thans echter tracht
men hen ook premieloten op afbetaling per
maand aan te praten. Daar deze gecombi
neerde loten zoo goed als geen waarde
hebben, doet ieder weldenkende goed, de
lieden er voor te waarschuwen. In sommige
gemeenten is het verkoopen van loten bij
politieverordening verboden, indien Burg,
ey Weth. daarvoor geene toestemming heb
ben gegeven. Daar kan dus de politie een
oog in ’t zeil houden.
Opeinde, 12 Aug. Een daglooner, die
in het land door het onweer werd getroffen,
verkeert thans in zorgwekkende omstandig
heden. Aan de eene zijde is hij verlamd,
het gezicht is geschroeid en de spraak is
hem ontnomen.
Akkrum, 12 Aug. Tijdens een kort
maar hevig onweder, dat heden in den
vroegen morgen woedde, is een koe van den
heer H. K. Hijlkema, die in eene weide, on
middellijk bij ons dorp liep, door den bliksem
gedood. Hepk. Adv.Bl.
Te Winschoten is van Woensdag op
Donderdagnacht inbraak gepleegd bij den
heer dr. Van Konijnenburg, leeraar aan het
gymnasium aldaar. Men vermoedt, dat de
dief of dieven het eerst in den tuin zijn
gekomen. Het slot van de tuindeur heeft
men geforceerd en op deze wijze toegang
verkregen tot de achterkamer. In deze
kamer en in de voorkamer heeft men de
kasten, het buffet enz. opengebroken en
zich misschien meester gemaakt van ver
schillende voorwerpen. Daar de familie
afwezig is, kan dit niet met zekerheid ge
meld worden.
De snijboonenoogst in den omtrek van
’s Hertogenbosch is dit jaar zóó overvloedig,
dat men op de markt aldaar, die dagelijks
gehouden wordt, deze vrucht koopt voor de
helft van den gewonen prijs in andere jaren
er voor besteed, en zelfs nog minder. Een
„gekopte en gepakte" mand, die gemeenlijk
met f 2,50 f 3 wordt betaald, geldt nu
f 1,25 en minder,
vervolgt Madeleine op opgewonden toon.
„Sinds drie lange jaren zijn zij spoorloos
verdwenen. En jij zelf hebt nog voor enkele
maanden tegen mij gezegd, toen ik je zoo
dringend verzocht om onderzoek te doen,
dat dit nu geen doel meer had, dat ieder
spoor van hen al lang was verloren."
De baron zweeg op die woorden.
„O, mijn Editha dood misschien in ellen
de gestorvensnikte Madeleine en zij sloeg
de handen voor het gelaat. Daarna springt zij
op als een razende en schudde den ver
baasden man bij den arm heen en weer.
„O, waarom heb je toen niet geluisterd
naar onze innige smeekbeden? Editha zou
dan nooit in ’t geheim zijn weggeloopen,
om de vrouw van Warden te worden. Zij
hield zooveel van ons... o, wat moet zij
geleden hebbenEn waarom heb je haar
afgewezen, toen zy daarna zoo ootmoedig
vergiffenis kwam afsmeeken En toen zij
voor drie jaren voor den laatsten keer hier
was., met het kind... met het lieve, kleine
wezentje... toen..."
Haar stem werd week van tranen, snik
kend viel zy neer in haar stoel.
„Waarom kwam meneer zelf niet", zeide
de baron op een toon- vol ergernis. „Ik
moest hem, die het hart van ons kind stal,
dus eerst een goed woord geven... Ik moest
meneer verzoeken, ons huis met zyn tegen
woordigheid te vereeren
„Jij had hem beleedigd... Hij kon niet
komen, voordat je alles weer hadt goedge
maakt. Je hebt het niet gedaan... Zij zijn
weggegaan nu .is alles te laat..
De laatste woorden kwamen langzaam,
op afgebroken toon over de lippen van
Madeleine, zy stierven weg in een zucht.
Haar armen vielen slap neer, de gestalte
viel terug in den stoel.
Verschrikt nam de baron haar in zyn
armen.
„Madeleine riep hy in wanhoop. „Made
leine, luister toch naar my Ik krijg wel
bericht en dan gaan we samen weg, wij
zoeken haar op... Madeleine!"
Haar bleeke mond fluisterde iets.
„Editha Hans... wij vinden hen niet
meer...
Een roode droppel komt op de kleurlooze
lippen, met een zachten zucht valt haar
hoofd achterover.
tr heerscht een diepe stilte in het
prachtige woonvertrek, waarin de
J]Ta ondergaande zon haar laatste gouden
stralen werpt. Er zijn daar twee per
sonen toch hoort men niets dan het
getik der pendule op den schoorsteenmantel
en de regelmatige ademhaling van een
grooten New-Foundlander op het Perzisch
tapijt.
Men hoort een zucht in de kamer. De
vrouw met het fijne bleeke gelaat, die, ge
bogen over een haakwerk voor het venster
zit, heeft dien geslaakt. Verschrikt, alsof zij
verkeerd had gedaan, kykt zy naar den
man, die aan den anderen kant van het
venster voor zyn schrijftafel zit. In het
somber, maar hooghartig gelaat verandert
geen trek, gerust gesteld ziet de vrouw
weer voor zich.
Zy kan hoogstens ruim veertig jaar oud
zijn, maar reeds is beur haar sneeuwwit.
Het ligt in zware golvingen om het klassiek
gevormd voorhoofd en verleent aan het
edele gelaat een eigenaardige bekoorlijk
heid.
Als in gedachten verzonken, staart de
vrouw naar het mooie landschap daarbuiten.
Maar haar oog ziet niets van al het moois
in dë natuur. Stijf, met een onbewegelijk
oog, kijkt ze voor zich. Haar oogen moeten
eens heel mooi zijn geweest nu zien ze
er echter uit, alsof ze veel, zeer veel ge
weend hebben.
En weer welt er een diepe zucht op uit
haar borst.
Ditmaal kijkt de
tafel.
„Waaromzuchtje, MadeleineWat scheelt
je?"
De diepe mannenstem klinkt ernstig,
kalm.
„Niets,"
toonloos.
Baron Van Salten wist eigenlijk zeer
goed, waarom zyn stille geduldige vrouw
zoo zwaarmoedig was, waarom het mooie
blonde haar zoo spoedig was vergrijsd, waar
om het gelaat met eiken dag bleeker en
smaller, de blauwe oogen steeds somberder
geworden waren.
Hy kent ook hef eenige middel der ge
nezing... als het niet reeds te laat daar
voor ware... te laat!
Vroeger, neen, toen wilde hij in zijn
stijfhoofdigheid er niets van weten. En nu,
nu ligt het niet meer in zijn macht.
Nu zucht ook hy zwaar en gaat met
langzame schreden de kamer op en neer.
De houding van den hoogen, statigen man
is eenigzins gebogen, aan de slapen is het
schitterend zwarte haar vergrijsd en een
uitdrukking van sombere terughoudendheid
ligt op het mannelijk schoone gelaat.
Plotseling staat hij op en legt zyn hand
op haar arm. Zyn vrouw kijkt op en staart
verbaasd in het gelaat van haar man, waar
op een eigenaardige ontroering staat te
lezen.
„Zeg me toch eens, kan ik dan heele-
maal niets voor je doen?" vraagt hy met
een zonderling zachte stem.
„Ik dank je, George, ik gevoel me
heel wel," antwoordt Madeleine bedaard.
Met een beweging van
baron zyn hand terug.
„Altijd nog hetzelfde altijd hetzelfde...
Wil je met alle geweld ziek worden
Verschrikt ziet de vrouw hem in het
vertoornde gelaat.
„Nu ja, ik bedoel, dat we eindelijk wat
voor je gezondheid moeten doen," zegt hy
daarop vergoelijkend.
„Zeker, als jou daaraan iets gelegen ligt,"
zegt zij op den toon van iemand, wien alles
onverschillig is.
„Ja Madeleine, je moet spoedig gezond
en krachtig worden... Ik zou met je... een
reis... een verre reis willen ondernemen..."
In haar blik komt leven. Onderzoekend
ziet de barones haar man in de oogen.
„Je wilt..." stamelt zy bijna onhoorbaar.
„Ja, wy beiden willen haar zoeken,...
onze Editha
„Editha?" roept Madeleine uit.
Sedert vijf jaren is deze naam niet ge
noemd in dit huis. En nu sprak de sombere,
harde man hem zelf uit. Madeleine snakt
naar adem, zoo groot is de verrassing. Haar
gelaat is nog iets bleeker geworden dan
anders, haar oogen schitteren. Zij omvat
nu met bevende handen den arm van haar
echtgenoot.
„George... als het eens te laat wasAls
wij haar eens niet meer vonden
Hy buigt het hoofd. Hoe vaak heeft hy
zich zelf reeds niet deze vraag voorgelegd
Het is nu al drie jaren geleden, dat we
4ete van haar... en Warden hebben gehoord",
Wit mar sum, 12 Aug. Heden geraakte
het tweespan voor een boerenwagen even
buiten ons dorp op hol. Een der personen,
die zich op den wagen, bevond, wist er in
tijds af te springen. De bestuurder bleef
echter zitten en stortte met paard en al in
de dijksloot. Gelukkig bekwam hij geen let
sel, ofschoon hij gedeeltelijk onder den wagen
terecht kwam. Hij was spoedig weer op ’t
droge, waarna men de paarden te hulp kwam.
Zoo liep dit ongeval zonder ongelukken af.
Koudum, 12 Aug. De heer K. Bergsma,
benoemd veearts voor de gemeenten Heme-
lumer Oldephaert en Noordwolde en Gaas-
terland, heeft voor deze betrekking bedankt,
naar ons wordt medegedeeld, omdat de be
noemde zich te Balk wenschte te vestigen,
terwijl de instructie Koudum als standplaats
was aangewezen.
Gaasterland, 11 Aug. Voor vele werk
lieden in onze gemeente is het thans reeds
weder een treurige tijd, daar velen hunner,
nu de voornaamste werkzaamheden bij den
boer gedaan zijn, afgedankt zijn geworden.
Eenigen gaan lotsverbetering zoeken in
Duitschland; de loonen zijn daar werkelijk,
vooral voor de melkknechten, aanzienlijk
hooger dan hier. Er zijn ons voorbeelden
bekend, dat 18 a 19 jarigen daar per jaar
circa f 240 verdienen, terwijl ze hier nau
welijks de helft daarvan kregen.
Ooststellingwerf, 10 Aug. Door den
regen, die er thans is gevallen, is alles zeer
verkwikt en verfrischt op de zandgronden.
De droogte begon ook allerwege sterk haren
invloed te doen gevoelen, zoowel op wei- als
bouwlanden. De eersten zagen er doodsch
en kaal uit en het vee leed op vele plaatsen
gebrek. Ook deed zich groote behoefte aan
drinkwater gevoelen, want slooten, poelen
en plassen lagen droog. De vruchten be
gonnen zichtbaar te lijden, daar de bran
dende zonnestralen bjjna door geen wolkje
werden onderschept.
Op hooi, rogge en turf weerde hel echter
(i
K
BolswarcLsche Courant
f