NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOI.SWARD EN WO NS EB ABEEL Een stille inbreker. No. 71. Verschijnt Donderdags en Zondags. Zes en dertigste Jaargang. 1897- E g ZONDAG 5 SEPTEMBER, g BINNENLAND. $xxxxxxx:oCxxra VOOR i ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. It3 I ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Koudum, 2 Sept. Aan den wielerwed strijd, alhier op Koninginnedag gehouden, namen 10 rijders deel. De prijzeneen gouden-, een zilveren- en een bronzen me daille (of de waarden in contanten) werden respectievelijk gewonnen door v/d. Bosch te Irnsum, de Jager te Heerenveen en Gos- linga te Bolsward. Ooststellingwert, 31 Aug. Met den aardappeloogst ziet het er hier zeer ongun stig uit. Hier en daar is men met rooien begonnen, maar de ziekte heeft reeds zoo veel voortgang genomen, dat ongeveer de helft der aardappelen ia aangetast, In eenigszins lage gronden is een belangrijk deel al verrot. Het buiige weder werkt nadeelig en zeer zeker zal de ziekte dus nog toenemen. Op die wijze zou het kun nen zijn, dat er heel weinig aardappelen voor het gebruik overblijven en er in den herfst hooge prijzen zullen worden .besteed. Voor vele boeren, die in plaats van boek weit, thans aardappelen verbouwen voor de fabrieken, wordt dit een leelijke streep door de rekening, want het is niet te verwach ten, dat de prijzen zich in dezen naar het aanbod zullen regelen. Fran. Ct. Oosterlittens, 2 Sept. Bij gelegen heid van onze kermis werd alhier gisteren eene harddraverij gehouden, waaraan 7 flinke dravers deelnamen. De prijs van f30 werd gewonnen door de zwarte merrie „Ussan” van R. IJetsinga te Arum, berij der A. de Boer; ’t cadeau van f5 won de schimmelmerrie „Catharina” van H.Oneïdes, Schrans onder Huizum, berijder C. Oneïdes. Voor de kaatspartij van heden hadden zich 15 parturen aangegeven. De prijs van f27 werd behaald door J. Kuperus, van Marssum, J. Flameling en R. G. Terpstra van Oosterlittensde premie van f 9 viel ten deel aan H. de Vries van Beetgum, J. Sloterdijk van Dronrijp en D. de Jong te Oosterlittens terwijl G. S. Bakker van Winsum, J. T. Haitsma en F. Struiksma, van Oosterlittens met ’t cadeau van f 3 gingen strijken. Tzum, 2 Sept. Heden had alhier weer eene kaatspartij plaats, waaraan 8 parturen van 2 deelnamen. De prijs f 15 is gewon nen door S. Vijver te Franeker en S. Hoek stra te Wommels; de premie f6 door C. Cannegieter te Witmarsum en H. Visser te Tzum. Haskerland, 1 Sept. De ambitie voor de gedurende den aanstaanden winter te Heerenveen te houden vrijwillige oefeningen in den wapenhandel schijnt onder de jonge lingen in deze gemeente niet groot te zijn. Ondanks eene herhaalde uitnoodiging toch heeft zich niemand tot deelname aan die oefeningen ter Secretarie dezer gemeente aangemeld. Heerenveen, 2 Sept. In ’t stormach tige weder van heden waren een viertal jongeheeren een zeiltochtjegaan ondernemen. Op ’t Nannewijd gekomen, waar ’t duchtig spookte, waren er twee zoo voorzichtig om uit te stappen, doch de beide anderen waag den den overtocht. Scherp bij den wind op laveerend, om de haven weer te bereiken, zette een ge weldige windstoot de boot op zij en onder water, zoodat de beide varensgasten in groote ongelegenheid kwamen. Van uit Oudehaske werd het ongeval gezien en stroomde een groote menigte der waarts, doch de beide drenkelingen, beproefde zwemmers als het waren, wisten zelf den oever te bereiken en brachten ook de boot aan wal, doch zonder roer. Joure, 2 Sept. Voor de betrekking van hoofd der school voor kosteloos onderwijs aan het Zand alhier, hebben zich 114 sol licitanten aangemeld, (54 hoofden van scho len en 60 onderwijzers) waarvan 18 de bevoegdheid bezitten tot het geven van onderwijs in een of meer der moderne talen. Gron.-Opende, 1 Sept. Het armhuis in de heide is door bet onweer heden nacht getroffen en gedeeltelijk afgebrand. Hepk. Adv. BI. In een ingezonden stuk in het N. v. d.D. wordt het volgende medegedeeldOp den Oosterdoksdijk zag de inzender Zondag middag een man zitten die drie speelkaarten voor zich had liggen, en de aandacht van het publiek zocht te trekken, door voortdu rend deze kaarten te verleggen en met guldens en rijksdaalders te rammelen. Spoedig was het hem gelukt een 25 omstanders om zich te verzamelen, welke hij animeerde om een kansje met de kaarten te wagen. Als lokvogels deden hierbij dienst een drietal handlangers, gangmakers, welke kornuiten natuurlijk geregeld aan de winnende hand waren. Werkelijk gelukte het hun eindelijk een paar slachtoffers te maken. Een boertje, door het speelduivelfje bevangen, geraakte met een paar slagen f 5 kwijt, terwijl een burgerman zjjn voorbeeld met achterlating van f 2 volgde. Een politieagent was niet te zien en een sluisbeambte, aan wien gevraagd werd of hij als onbezoldigd rijks veld wachter geen proces-verbaal kon opmaken, antwoordde, dat hij dit wel kon, maar dat een veroor- deeling tot een boete van f 3 toch niets gaf. Voorts deelde de sluiswachter nog mede, dat deze ambulante speelclubjes zich dage lijks in den omtrek vertoonden zonder ge stoord te worden. hare positieven. Na nog even te hebben aangestipt, dat tante Sn een vief jong ding van twee-en-vijftig is en dat hare oudere zuster haar slechts een jaar of vier in leef tijd overtreft, geef ik nu aan tante Deb het woord. Su en ik (’t is tante Deb die spreekt), Su en ik hadden twee kamers genomen in het Central Hotel. Deze twee kamers liepen in elkanderdoch naar gewoonte, zooals wjj veiligheidshalve in logementen altoos doen, sliepen wij samen in hetzelfde bed. De ééne kamer stond dus leeg, en, om niet geheel in het donker te zijn, lieten wij daar een klein, klein gasvlammetje branden, niet grooter dan een kraaltje. De deur tusschen de beide kamers dit spreekt van zelf lieten wjj geheel open. Verder behoef ik wel niet te zeggen dat al de andere deuren door ons gegrendeld waren. Het slot een voudig af te draaien, baat nietswant elke dief, die maar een weinigje zijn vak ver staat, heeft de noodige instrumenten bij zich om elk gewoon slot gemakkelijk en zonder geraas te kunnen opensteken. Gren delen dus, dat is de baas. Eu waar nu geen grendel is wat óók wel eens voorkomt daar brengen Su en ik eene welbekende uitvinding in practjjk, een zoogenaamde klemmer, die men in den vlber schroeft en waardoor de deur zoo vast zit als een muur. Het komt wel eens in mij op, dat zoo’n ding gevaarlijk zou kunnen worden in ge val van brand voor zoo’n zware slaapster als ik namelijk. Maar zoolang ik Su bij mij heb, is er geen noodwant die heeft een waren hazenslaap. Nu dan, zooals ik zeide, ik had het gas in de andere kamer zoo klein mogelijk neergedraaid. Alles was rustig en doodstil. En toch wat vreemd was kon ik bjj uitzondering den slaap niet vatten. Daarom ook verveelde mij wel een weinig de adem haling van Su, die tamelijk luid was. In den regel hindert haar snorken mij niet. Ik vind zelfs dat er voor snorken in een hotel wel wat te zeggen valt, aangezien een dief, met booze plannen aan de deur luisterend, het misschien verslijt voor con versatie. Maar ditmaal, zoo slapeloos als ik daar lag, werkte dat regelmatig geluid op mijne zenuwen. Toen gebeurde er op eens iets ijselijks... Ik lag eensklaps in totale duisternis. Het licht in de andere kamer was door iemand uitgedraaid Ik wekte Su zoo zachtjes als ik kon. Maar dit ging niet zoo gemakkelijk, zoodat ik wel mijne toevlucht moest nemen tot een kneepje. In antwoord op mijn verschrikt gefluister mompelde zij „Wat is er? Wat moet je Knijp me niet zoo Zoodra ik haar echter in het oor ge blazen had, wat er gebeurd was, verdween de slaap snel genoeg uit hare oogen. „’t Was misschien maar verbeelding van je,” lispelde zjj. „Weetje wel zeker datje ’t gas hebt laten branden?” „Ja zeker,” antwoordde ik haast onhoor baar (deze gansche gedachtenwissehng had trouwens onder de dekens plaats) „ja zeker 1 Een kraaltje.” „Is de grendel op de deur van de andere kamer „Ja,” zeide ik. En inderdaad, de klemmer zat er tegen. Maar wat hielp dit nu, aan gezien de dief reeds binnen was Het maakte veeleer den toestand nog ontzettender, want als hij merkte dat hij opgesloten was en het ding niet los kon krijgen, dan zou hjj waarschijnlijk woedend worden en naar wanhopige middelen grjjpen. „Ik vind dat we de kaars moeten aan steken,” zeide Su. De kaars stond met de lucifers aan mjjne zijde, zoodat het aansteken en Su wist dit wel voor mijne rekening komen zou. Ik had er niets geen lust inik beefde als een juffershondjemaar toch verkreeg ik het over mij zelf om het te doen. En toen het eenmaal gedaan was, had het een goed effect op mjjne zenuwen hoewel de aanblik van Su juist niet geschikt was om mjj moed en vertrouwen in te boezemen. Zjj had getracht hare nachtmuts af te doen misschien onder den indruk dat zjj dit aan zich zelf verschuldigd was met het oog op eene visite van een vreemde. Maar de banden waren in den knoop geraakt, en zjj lag er stuipachtig aan te trekken. Dit gaf haar een kleur maar geen gezonde, en haar oogen zagen er uit, alsof ze zoo aanstonds uit haar hoofd zouden komen rollen. Goed Ik stapte dus uit mjjn bed, nam de kaars en wandelde naar de kamer, met een nevelachtig plan om den man te smee- ken oin lijfsbehoud, onder belofte van hem al onze- gelden en kleinoodiën te zullen uitleveren en vervolgens den klemmer voor hem van de deur te doen. Maar zie daar overkwam mij iets iets nóg ijselijker dan er reeds was voorafgegaan want terwijl ik over den drempel uit de eene kamer in de andere stapte, blies iemand de kaars uit, en wij bevonden ons in de meest ondoor dringbare duisternis, met de zekerheid van een roover en moordenaar in onze onmid- delljjke nabjjheid Misschien zijn er in de geschiedenis der mensehheid nog verschrik kelijker toestanden te boekstaven geweest, maar ik kan het haast niet gelooven De spanning van onze angst-organen had nu zulk eenen graad bereikt, dat wjj binnen weinige seconden zeker allebei sta pelgek zouden geworden zijn indien niet juist een providentieel toeval ons wat ver lichting had gebracht. Wij hoorden namelijk buiten in den gang een blad met borden rinkelen en tegelijkertijd eene stem, die riep: „Komaan Houd je handen thuis En wjj herkenden deze stem. Het was de stem van ons kamermeisje Jans, gericht tot eenen kellner, die, niettegenstaande hij met borden en glazen beladen was, getracht had in het voorbijgaan eene kus te rooven van hare lippen. Hadden wjj op eenen anderen tijd enbjj eene andere gelegenheid zulk een nood kreet van een aangerand meisje moeten hooren wjj zouden diep geërgerd en verontwaardigd zijn geweest. Doch op dit oogenblik begonnen onze harten daar over van vreugde te slaan want wjj zagen er een teeken in, dat wjj nog niet geheel verlaten waren en dat het huispersoneel nog niet in slaap gedompeld lag. Ja, die noodkreet van dat benarde meisje deed mjjnen moed herleven en redde Su van een zenuwtoeval. En toen greep mij een soort van wan hopige onverschrokkenheid aan, om de ge heimzinnige zaak tot in den grond te onder zoeken, temeer nog omdat Su, in haren plotselingen overmoed, begon te twijfelen of er heelemaal eigenljjk wel iets te onder zoeken viel. „Weet je wel zeker,” herhaalde zij, „dat je het gas in de andere kamer hebt laten branden Het was voor mij eene haast beleedigende vraag, en ik kon ook niet nalaten mjj eenigszins gebelgd er over toonen. „Als je mij niet gelooft, overtuig je dan met je eigen oogen,” antwoordde ik en tegelijk trok ik haar, ondanks haar tegen spartelen, bjj den arm met mij mee. Opnieuw stak ik de kaars aan en ging in de andere kamer, die geheel ledig bleek. Vervolgens streek ik een lucifertje af en hield dit boven de gaspit, die terstond ont vlamde, nog vóór ik de kraan had aange raakt. Dit was een bewjjs, dat de kraan inderdaad open was gebleven en voor zuster Su dus ook een bewijs van de juist heid mjjner bewering. Maar hoe de vlam was uitgegaan en hoe de kaars was uitge blazen ziedaar nog onontsluierde raad selen voor ons beiden. Onze zenuwen waren intusschen nu weer wat tot bedaren gekomen. Wjj staken voor de gezelligheid ook het gas in onze eigen kamer aan en gingen op de kanapee zitten, verbaasd over onze eigen onversaagd heid en minder dan ooit begrjjpend wat het dan toch wel geweest kon zijn. En daar, eensklaps, onverwachts, werd het gan sche mysterie ons opgehelderd lag de verstoorder van onze vrede aan onze voeten Het was een groote, witte nachtvlinder, die rechtaf aanvloog op het gas en het ranke vlammetje attakeerde. Ware het slechts een kraaltje geweest, dan zou hjj het zoo vastberaden was zjjn aanval zeer zeker hebben uitgebluscht. Doch daar de vlam nu grooter was, zoo stierf het beklagenswaardige insect den vuurdood. Wij beweenden zijn noodlot, hoewel het ons tweemaal in duisternis had gedompeld en ons beide het akeligste halfuur van ons leven bezorgd had. ótels zjjn in den regel men heeft “Tl uitzonderingen geen goede ge- Jfr legenheden voor spoken. Er is te M veel geloop van den komenden en gaanden man, te veel drukte en ge raas. te veel geroep en geschel, te veelge- smjjt met uitgetrokken schoenen en laarzen. En als het soms met gasten wat druk loopt, dan kan een spook met waarheid zeggen ik heb hier geen enkele kamer voor mij zelf! Aan den anderen kant zjjn hotels als met een schaartje geknipt voor dieven. Dat wil zeggenniet voor den dief van het onge civiliseerde en onhebbeljjke slag, dat ons op lompe wjjze het horloge uit den vestzak rukt, of van achter eene boom te voorschijn treedt en ons met een „je geld of je leven” een pistool op de borst zet, maar voor die stille, nette, fatsoenljjk gekleede heeren, die, des nachts wat laat in hun logement terugkeerende, het nummer van hunne kamer vergeten zjjn en dan bij vergissing in een andermans kamer belanden. Leeft en laat leven Ook over die menschen schijnt de zon, en wjj behoeven hen waar- Ijjk niet te benijden. Het moet wel eene alles behalve aangename, eene uiterst zenuw achtige existentie zijn, den ganschen dag eene zekere rol te moeten spelen ge woonlijk die van een gepensioneerd kapitein, en dan in het holle van den nacht aan slagen te doen op de deursloten van mede- logeergasten, dikwijls zonder het beoogde resultaat, en altoos met de kans op een hoogst onhartelijk onthaal van den kant der personen, die men wenscht te bezoeken, ja, mogelijk wel op kennismaking met den loop van een revolver. De heer in kwestie hoopt natuurlijk den gast, in wiens kamer hjj bij vergissing verzeild raakt, in den zoetsten slaap der rechtvaardigen en diens horloge en beurs handig voor het grijpen op het nachttafeltje te vinden. Maar ach, hoe vaak wordt hij in deze hoop teleurgesteldHoe dikwijls vindt hij de deur, waarvan hij het slot reeds heeft om gedraaid, ten overvloede nog gegrendeld Hoe dikwjjls liggen personen, die slapen moesten, op de meest onbehoorlijke uren nog wakkerHoe dikwijls ook zjjn beurs en horloge op geheel andere plaatsen ge borgen, dan waar iemand ze voor een handig grjjpen zoeken zou Kort en goed ik voor mij vind het bestaan van den man, die zich nu eenmaal deze professie tot levenstaak gekozen heeft en zijn best doet om daarin een redeljjk stuk brood te verdienen, alles behalve roos kleurig. Ik ga zelfs nog verder en verklaar dat ik, met het oog op de angsten, on zekerheden, gevaren en teleurstellingen, waaraan deze menschen bij de uitoefening van hun beroep voortdurend blootstaan, eene zekere mate van medeljjden, zoo niet van sympathie, met hen voelen kan. Niet aldus mjjne tante Deborah. Bij haar geen spoor ooit van een dergeljjke opwelling. Zjj bezat een feeder gemoed, voor alle zachte aandoeningen ontvankelijk. Doch van den hóteldief kon zjj geen goed woord hooren. Over alle menscheljjke zwakheden, af dwalingen, zonden en overtredingen zou zij misschien den mantel der liefde hebben willen verspreiden alleen niet over die van den hótel-dief. Afschuwelijker en gevaar- Ijjker misdadigers bestonden er voor haar en hare zuster Susanna niet. En aangezien nu deze beide dames een groot deel van haar leven in logementen doorbrachten, zoo verkeerden zij nacht op nacht in de vreeze van door een dier vampyrs te worden overvallen, uitgeplunderd, ja misschien wel wreedaardigljjk vermoord. Zij zaten dan obk nooit aan de table d’hóte zonder op dezen of genen onschuldigen en ach tens waardigen tafelbuur de zwartste vermoedens te laten vallenen als zjj des nachts in de gang langs hare kamer eenen voetstap hoorden, dan doken zjj met hare hoofden onder de dekens en verbeidden sidderend het ergste. Feiteljjk waren mjjne tantes nog nooit van haar leven in een hotel geplunderd geworden behalve op de gewone en vol komen wettige wjjze door den hotelhouder. Eens echter het was verleden jaar- Doch ik moet dit jjseljjk avontuur door tante Deb zelve laten vertellenwant niemand kan er zoo de kleur en den geur in leggen als zjj. Niemand ook, zoo verzekert zij, kan beseffen wat Su en zjj bij de bedoelde ge legenheid doorstaan hebben, noch beschrij ven, wat zjj in die vreeseljjke oogenblikken hebben doorleefd. Tante Su was trouwens, volgens de verklaring van haar zuster, op de kritiekste oogenblikken zoo goed als bewusteloos, en tante Deb alleen bleef bjj Bolswardsche Courant vyy ■■rvr'-rvi X/X/XZXy'X'XZXZX'"' “VW-WxZ- I I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1897 | | pagina 1